NIEUWSBLAD VOOR ZEELANS. No. 128 1910. Dinsdag 1 Maart 24e Jaargang CHRISTELIJK- HISTORISCH JONATHAN MERLE. Ballenlandscii Overzicht. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN O n p a r t ij d i g. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25, Enkele nummers 0,02'. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 ''ent. Idealen zijn schoon 1 Men grjjpt er naar, doch ze worden niet gegrepen. Zoo moest de heilige Apostel Paulns, die het ideaal der volmaaktheid trachtte te bereiken, betuigen: r/Niet dat ik het aireede gegrepen heb, maar ik jaag er naar, opdat ik het grijpen mocht." En zeer zeker bracht «iemand het met zjjn ideaal verder. Ook de groote dichter Beets, hoe scherpzinnig hij ook mocht we zen, zal hebben ervareD, dat zijn zoete illu sie „Partijman wezen wil ik niet, ik wil aan hael mijn volk behoorenniet werd* vervuld. Hoe irenisch, hoe vredelievend ook van nature, toch koos hjj partij, en trad hp tegen onzen Groen van Prinsterer in het krijt, toen deza ijverde tegen de valsohe leu ze van de Christelijke deugden in de school wet van 1857ja ontzag hij zich niet om Groens ijveren, tegen dat Christelijke, dat zoo verdund werd, dat zelfs de Jood er ge noegen mede nemen kon, duivelsch te noe men. O, zeker, Beets was te goeder trouw. Hjj zou dien uitval niet hebben gedaan, als hij maar eenigszins op de hoogte geweest was, met hetgeen Groen over de ontchristeljjking der staatsschool had geschreven. Beets was dichter, bp was prediker, practisch herder en leeraar. Zijne prediking was soms zoo aangrijpend, dat da Costa, toen deze hem in 1847 hoorde, aan Groen schreef//Godver heerlijkende, zieldoordringende prediking, zooals ik misschien nimmer er een hoorde." Beets koos party als herder en leeraar, als christen-dichter, als practisch Christen,maar in den feilen en moeilijken strijd van Groen en de zijnen voor kerk en school stond hjj niet vooraan en stelde hg zich veeleer ten slotte tegen Groen Beets werkte voor de christelijke wetenschap. Groen zwoegde voor een Christelijke Staatkunde. Beets was geen staatsman. Hg was bang voor de eenzijdigheden van het partijwezen. Niemand duide dit hem euvel, maar ieder onzer waardeere dit in hem en zjj ook zelf er bang voor. Dooh als Beets zich wijs maakte, geen partijman te zjjn, in den zin van tot geene partij te behooren, dan mis leidde hij zich zeiven. Voorwaar, als man van de kunst, als dich ter, behoorde hg tot op zekere hoogte aan geheel zjjn volk. In 1884 kon den zeventig- jarigen dichter en evangelieprediker, vooral ook den schrjjver van dê Camera Obscura, die hij in 1839 uitgaf, hulue gebracht wor den van mannen uit alle richtingen. Maar 35 FEUILLETO Zij was nog niet lang in haar paradijs, toen er een man langzaam kwam aanloopen. »Tom,« riep zij nit, naar hem toesnellend. i/Wel, jij bent vroeg klaar z/Neen, ons werk is als het jouwe, nooit ai, maar ik ben er van door gegaan 1" „Waarom vroeg Frances, wetend hoe Tom altijd werkte zoo lang het ag was. Hij moest iets klaarmaken voor de Zon dagsschool en voor de jongens van mijnheer Merle en vertelde er haar alles van, toen iets ondeugende in haar oogen hem deed vragen „Wat is er „Wanneer komt de volgende vlam P" ▼roeg zij ondeugend. >Ik heb al zoo lang niets dan mijnhaer Merle gehoord, 't begint mij wat te vervelen I« >Dat zal het mij nooit 1* zei Tom ernstig, er luchtig op latende volgen»Zeg, hem alleen Hond ik aiet dol van Jo, nadat zij mij laat orgelspelen „Het was aardig van haar," zei Frances. „Ja, ik houd van Jo. Maar wat de vlam men betreft, Franoie, dat moet uit zijn I Op mijn leeftijd," zei Tom, waardig kijkend, »is het niet goed maar zoo door te gaan, als je weet, dat je de eerste twintig jaar tooh niet kunt trouwen U „Maar kun je niet Tom //Wou je mij kwijt zijn zei Tom, ietwat geraakt. z/Ik zou het liefst willen, wat jij zoudt dit alles betref slechts één trek uit zijn rjjk leven en dan was hij het nog maar zeer betrekkelijk. Wat Beets zei niet te willen wezen, was hij toch, en dat met zijn gansche hart. Hij was Christen 1 De antithese was er ook in zijne dagen, en hjj schaamde zich niet partij te kiezen voor zjjnen ïïeere en Hei land, en juist daarom is hij ons dierbaar. Beets vergiste zich evenwel als hij meende, dat Groen de partgen in het leven riep en zoo het volk verdeelde. Dit deden de begin selen. «Onafhankelijk van wat eenig staats man zon oi welke groep ook onder het volk orakelde", Dr. Kuyper wees hier op in de jongste Deputaten-vergadering the- staat die Antithese, die de grondtegenstel- ling in ons levea vormt. Ze werkt op elk terrein en op eiken dag in de gewaarwording van 't hart, in het weefsel van ons denken, in onze antipathieën en sympathieën in geheel onze levensopvatting, en in geheel onze be schouwing van het persoonlijk, het huise- ljjk, het sociaal en het staatkundig bestaan". En zoo staat het in niemands macht, om zich buiten het partjjwszen te houden. De eeni- gen, die er den schjjn van kunnen bewaren, dat zgn de onverschilligen, doch dien is het geen eere, maar een schande, en tot hen behoorde Beets in geen enkel 0; zicht. Is het 'partijwezen niet te veroordeelen, de partijdigheid daarentegen is een groot en bitter kwaad. Wie partjjdig is, doet onrecht. Aan deze zonde heeft de Vrijzinnigheid zich in groote mate schuldig gemaakt. Heel den school- en kerkstrjjd hebben wjj moe ten strgden onder den druk der partijdig heid. En nu heeft Groen ons geleerd, dat er geen beter wapen tegen die partijdigheid is, dan een gezond partjj leven. //Onpartijdig schreef hij in zijne Nederlandsche Gedach ten kan hg alleen zjjn, e ie partjj kiest.* Dat klinkt paradox en toch is deze uitspraak volkomen waar. De verdrukking, die eerst door 't conser vatisme en later door het Liberalisme ons werd aangedaan,was voor een zeer belangrijk deel juist een gevolg van de miskenning van het gezondjpartijleven. Beiden Conser vatieven en Liberalen, leden aan den waan van zich voor het volk te houden. Het was hen zooals Groen zeide om een nationaliseeren van de partgen fe doen na melijk aldus, dat ze alle wegsmelten in ééne partjj, in de partjj welke dan geen partjj meer, maar de Natie genoemd wordt*. Vol- willen," zei Frances. „En ik wil blgven waar jij zijt I" zeide Tom. „Wat zgn wij allen nu gelukkig, niet waar //O j?, dat zijn wij 1" zei Frances. Hunne oogen ontmoetten elkander en door dat vreemde magnetisme van on uitgesproken gedachten, was hij op 't punt haar hetzelfde te vragen wat zij in omgekeerde volgorde had willen vragen //Zon ket wel hetzelfde zijn, als je wist, dat ik niet je eigen broer was P" Tom had nog niet lang geleden aan zijnen vader gevraagd hoe het tooh was met Fran ces en die dame, en deze had Lom de waar heid motten zeggen. „Wist Frances het had hij gevraagd. „Moeder denkt van wel, maar zij zegt er nooit iets van." Tom achtte het niet mogelgk, dat zij het al deze j iren zou hebben geweten, zonder er met hem over te spreken, geen rekening houdend met barenatunrlijketerughoudend- heid. Hij had weer andere dingen voor baar te verbergen, maar dat waren allemaal zaken, waarmede vrouwen zioh gewoonlijk niet bemoeien. Het had altijd moeite gekost om „het land het zijne" te geven, zooals Avis zei, maar langzamerhand ging 't in 't geheel niet meer. „Wij hebben meer werkkracht noodig en ook meer vee," zei Tom. „Wij zouden voor drie knechts voor 8 gulden in de week bezig heid hebben gedurende het heele jaar,als er maar eens 1000 galden van de huur afging gens hen waren zjj de ertegenwoordigers van het Nederlandsche velk, en wjj P wij vormden een groep achterlingen, wg maak ten het niet-denkend deel der natie uit, een deel, daar niet mee gerekend behoefde te worden, en die slechts dan behoorde geëer biedigd te worden, wanneer wg waren „een stille partjj, die enkel God zocht op haar wjj- ze te dienen". Die overschatting van zich zelf en die on derschatting der tegenpartij dat zich niet willen erkennen als éen der partijen met an deren als gelijkgerechtigden tegenover zich, dat heeft ons mede al die ellende der ver drukking op schoolgebied bereid. Onpartijdigheid is een deugd, en om ze te beoefenen, moet partjj worden gekozen. Om tegsnover den ander eerlijk te wezen, moet men beginnen om het tegenover zich zei ven te zijn. Daartoe is het allereerst van noode, dat men zioh niet te hoog aansla, en dies zgn partjj niet voor het volk aanzie. Zoolang men dat doet, zjjne partjj voor het volk aanziet, kent men haar rechten toe, die haar niet toekomen, en die men haar niet kan toekennen, dan ten koste van anderen. Dat is de oorzaak der jammerlijke bevoor rechting van de openbare school ten koste van hst Christelijk onderwijs, Men noemde haar de iW&ssehool, de school, waaraan de na*ie gehecht was. En zoo was jarenlang al les vopr haar, en voor de Christelijke school nog niet de kruimkens, die van de tafel vielen 1 //Onpartjjdig kan hij alleen zijn, die pnrtjj kiest t" Zelfkennis leidt tot naasten waar deering. Ook in het politieke leven geldt het, »hoe gezonder leven, hoe minder ver bittering. Hoe principieeler de strjjd, des te loyaler hij gestreden kan worden. Het is de eere der Anti-Revolutionairen en Christelijk-Historischen het partijbesef het eerst en het klaarst tot bewnstzjjn te hebben gebracht. Daarom is ook in onze banier geschreven vooral politieke eerlijkheid. En als monu menten daarvan mogen wg wijzen op de schoolwetten (lager en hooger) van de ministeries Mackay en Kuyper, terwijl als monumenten van het tegendeel genoemd knnnen worden, de kiosdistriets-verknip- ping en de schoolwet van 1878, van vrijzin nige zijde geleverd. Achter die wetten van Mackay en Kuyper zaten de partgen, die zich als partijen aan dienden, maar juist als partijen zochten te waken voor bet geheel, en dat wenschten te dienen. Aohter die districten-goocheltoer en en als wij maar ooit eens xoo ver kwamen, zouden wij hen beter kunnen betalen 1" Ja,als ze maar eens ooit zoo ver kwamen, dan zoHden zjj overvloed kunnen hebben, maar de betaaldag stond altijd in den weg, en het was bij Avis een heel teer punt, dat Ralt er wel kwam, en van anderen hetzelfde verwachtte. Tom dacht hieraan, toen hij met Frances op en neer wandelde en vroeg haar wat zij en Rosie hadden om aan te trekken op het afscheidsfeest van Gilbert en William, waar zjj allen gevraagd waren. „Wij hebben er nog niet veel over ge sproken," zei Frances, //maar wjj zullen iets voor Rosie moeten bedenken. Het gaat haar nat" Het was een door ieder geweten geheim op Broomhill, dat Wim Ralt en Rosie groote vrienden waren. »En ik zie jon graag netjes, Franoie 1* Maar Frances gaf een ontwijkend ant woord. Zij had den laatsten Kerstmis geen nieuwe japon gehad. Haar moeder had een zwart zijden japon, wel wat ouderwetsch, maar tooh zwarte zij, en Rosie was met linten wat opgefrisoht en zag er aardig uit maar Frances zag er in de donkere japon, die zij al twee jaar lang Zondags gedragen had en met haar haren allen weggestreken, niet uit als een „visioen" en zij zat er bijna onbemerkt bij alleen mgnheer Ralt nam nogal veel notitie van haar en gaf zijn twee oudste zoons later een flink standje, dat zjj haar zoo alleen gelaten hadden //omdat", zei hij, //ze er zeker niet mooi genoeg uitzag die scherpe resolutie van Kappegne, zat de partij, die geen partjj wilde wezen,maar zich verbeeldde het volk te zgn. Tegen die uitwassen van het partjj wezen hebben wjj te waken.' „Waarschuw met kracht en ernst" beeft Groen ods toegeroepen »tegen het ontaarden der partijen en partijeigenschap pen, maar" zoo voegde hjj hieraan toe „neem met de getrouwheid in het werkzaam belgden eener eigen overtuiging, al wat een staatsvorm bezielt en veredelt, niet weg". «Waar geen verscheidenheid van inzicht zich, ook in het streven naar invloed op de pracljjk, openbaart, daar ontbreekt het aan overtuiging of aan veerkracht, aan beginsel of aan karakter. „In onze dagen vooral, te midden van een wereldcrisis, in gewicht en felheid bijkans ongeëvenaard, is het vreemd, wanneer geen scherp geteekend verschil van richting, omtrent de vraagstukken, waarmee de toe komst van Staat en Kerk in verband is, be speurd wordt. z/Dergelgk verschijnsel is diep betreu renswaard. „En waarom? „Niet slechts omdat het van laakbare onverschilligheid getuigenis draagt, maar omdat deze staatkunde eener somtjjds hoog geroemde partjj loosheid op eenpartijdigheid van minder verheven aard uitloopt op een politiek van omstandigheden en standpunten, van intrigue en tactiek. »Een overtuiging, niet in het beginsel geworteld, is al te buigzaam on plooit zich naar elke windvlaag van het eigen belang». Duitschland. Donderdag a. s. valt te Berlijn in den ge meenteraad een groote beslissing. In dat college hetwelk iederen Donderdagavond vergadert, wordt altjjd veel geJaan en weinig gepraat, gevolg van de prachtige inrichting volgens het beginsel van decen tralisatie, dat wil zeggen bestuur der ver schillende kringen niet ait een centraal punt maar door colleges nit die kringen zelf opgekomen, zoodat iedere overheid in de verschillende voorsteden haar plaats weet en haar taak zelve afdoet. Maar de zitting waarin de begrooting behandeld wordt maakt een uitzondering op dien regel. En deze laatste werd ditmaal met meer span ning nog tegemoet gezien dan anders, omdat voor hen 1" Het was jammer dat Tom het niet hoorde, want ,hij was op weg naar huis heel ver drietig. „Maar Tom I" zei Frances, „ik dacht dat jij .de wereld had vaarwel gezegd. En ik ben er zeker van dat het //de wereld" voor ons zon beteekenen om even mooi gekleed te willen gaan als de Halt's 1" Dat was practiloh Christendom I Fran ces, je bent goed I" zei Tom.»OTom!" De arme Frances vond zioh zelf geestelijk op een niet te benaderen afstand van Tom. „Ja, je bent het. Jij en Jemmie 1" zei Tom. Kort na dien avond kwam er een nienwe slag voor de Avis. Een vriend van Leonard Ralt, die in Londen was, hoorde van eene goede betrekking waarover hij met Leo nard sprak en deze recommandeerde Jem Avis. „Ik veronderstel dat het goed is," zei Avis droevig, „Ik had nooit gedacht dat je zoo ver weg zon moeten gaan jongen, maar als je wilt Jem wilde zijn kruis gewillig opnemen, hoewel hij ongaarne ging. Hij zou dadelijk na Kerstmis eene maand op proef gaan, om te blijven als hij voldeed. Hij had Tom's innemende manieren niet, maar men kon huizen op hem bouwen. Zelfs Merle hechtte veel aan zijne opinie en met elke praktische moeilijkheid kwsm zijn broeder bij hem. »Jem is hier goud waard," zei Avis. //Wij kunnen hem niet missen en hebben meer werkkracht noodig, maar wij knnnen het de wethouder van financiën met een voorstel zou komen, de stedeljjke belasting teverhoo- gen, voortaan in plaats van honderd, honderd en vjjt opcenten te heffen van de staats inkomstenbelasting,omdat zoo verklaarde hij, hij geen kans meer zag om de begrooting in nitgaven en ontvangsten te doen balan- eeeren. Aan dit voorstel zat meer vast, dan oogensohijnlijk vermoed zou worden, name lijk de forensen-qnaestie. De voorsteden van Berlijn in de onmiddellijke nabijheid der stad, trachten sedert jaren de stedelijke be lasting zoo veel mogelijk te drukken, opdat de toevloed van Berljjners zoo groot mogelijk worde. Schöneberg, met negentig procent, de vilm-kolonie Grunewald met zestig, Steglitz met veertig, conourreeren op ver woede manier. En de zorg van deze gemeentebesturen voor snelle en goedkoope middelen van vervoer electrische onder- grondsche treinen worden thans allerwegen aangelegd in het westen is voor Berljjn een waarschuwing te méér om voorzichtig te zjjn met 't aandraaien van de belasting- schroef. Gelijk alle groote steden gaat Berljjn ge bukt onder den last van verminderde inkom sten, terwijl niet meer kan bezuinigd worden, en dat bjj steeds stjjgende be hoeften. De uitgaven zgn gestegen door het verhoo- gen der salarissen van de ambtenaren met 41/, millioen. De kosten voor armverzorging, weezen, scholeg, zieken, worden steeds hoo ger. Van 1898 tot 1908 is het aantal inwo ners gestegen met 19 procent, en de post uitgaven met 57 procentvoor scholen 60 0voor armen 51 °/0, krankzinnigen 125 zieken 240 °/o— In de vorige zitting heeft 't voorstel felle bestrijding gevonden. Men wil,de begrooting van 300 miljoen mark nog wat besnoeien, Schouwburgen, politie en stedeljjke boek houding kregen een beurt, doch niemand stelde iets positiefs voor. De commissiën zijn op 't oogenblik aan 't onderzoeken. Een minister moét zeer voorzichtig zgn met het aanbevelen van een boek. Dit heeft dezer dagen de Pruisische minister van binnenlandsehe zaken, Von Moltke, on - dervonden. Verleden jaar verscheen een werk van »Germanious" (dr. Neumann van de Tagliche Rundschau) getiteld »Fürst Bülow und seine Zeit*. Een boekje, doordrongen van den niet betalen 1* „Het zal wel gaan vader," zei Tom opge wekt, »wij zullen allen wat harder werken 1 En*wat werkten de knechts onder leiding van »mijnheer Tom*. Hg bezielde hen zoo, dat hunne krachten wel verdnbbeld sche nen, Tooh was hjj zelf zeer bezwaard door Jem's heengaan. Het pluimvee ging dat jaar bijzonder goed, maar alles was noodig voor Jem's uitzet en Frances droeg nog altijd dezelfde japon. Kerstmis kwam. Er was maar één kleÏD kousje dit jaar in de domi- nés-woning. Het vorige jaar had Harry gevraagd of men hem wekken wilde om de klokken te hooren luiden. Nu lag Merle alleen er naar te luisteren. Hij lag half wakker, tegen den rnorgeD, toen hij, door zijn droomen heen, muziek hoorde. Het was het mooie Duitsohe „Stille naoht" met Engekche woorden. Hij luisterde, juist ge noeg wakker om zich niet te bewegen, waardoor hij misschien de betoovering zou verbreken, toen een terker koor begon »Er is uit 's werelds duistere wolken." Hij sprong op, en zag, naar buiten glu rend, een klein troepje menrohen in zjjnen tuin. Zijn geestelijke kinderen warac van ver en nabij gekomen, aangevoerd door Tom Avip, om hem met iiederec ta begroe ten op dezen eersten Kerstmorgen na Har ry's dood. Hij sohoot in zijn kleeren en spoedde zioh naar beneden om hen binnen te halen en huu te vragen hun gezang bin nenshuis te eindigen, terwijl hij het vuur oppookte en koffie en oaoao klaar maakte. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1910 | | pagina 1