NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 112,
1910.
Donderdag 30 Februari
24e Jaarganj
JONATHAN MERLE.
HISTORISCH
CHRISTELIJK-
delbwg
Knecht
knecht
udster
stbode
tbode,
Hooier dan de Kerk.1")
tand.
Mel f
udstor
s.
G., bg JACOB
te Nieuwdorp.
WITTE, Smid,
P.
leu* dorp.
1.8.
p. eijsouw,
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
FEUILLETON.
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
E JAGER,
Bn boerenstand,
uw$polder.
Bid
kan,
ke.
een klein gezin
lode»
a ch aan huls).
Kade G 136,
gevraagd
G—ZIERIKZEB
10.
elijks 'a morgens"*# L
;ezonderd 'a Zon-
Febr. om 2,30.
i 'a morgens 7,30.
tg 9 Feb. om 6,30
inr. En dagelijks
des Zondags) om
„SCHELD X".
0
er. 19 8,30 8,—
id. 20 9,— 9,—
»n. 2110,— 10,—
is. 2210,-10,30
en 2310,30 10,—
id. 2411,— 10,30
jd.2& 6,30 10,—
er. 26 7,10,
id. 27 7,30 10,—
tn.28 8,11,—
hter een datnm is
t tweede getal is
BOTTERDAM.
910
en Zaterdags van
idelburg 8 nar;
it. Andere dagen
leen van Rotter-
ringen 6,20, van
k 8 unr.Op 22,24,
lam 8 nar. En op
ngen 6,20, en van
dam geen dienst.
■eid het te dragen
ijuheer Hnokle's
e traphij kwasi
vroeg juffrouw
ean draad voor
verzekerend dat
fSÏd op Zondag ge-
iyn boven, bezig
aken en ging met
mer* Zijn bestn-
dween, soodra hjj
eoogea van den
oeilijke patiënt."
d".
ik niet, maar der-
k om te behande-
ift die ia 100
1 over oordeelen
ehte verrekt is en
ad daar overheen
>n, wat iedereen
hebben voorge-
n met snik eene
in deien toestand
sien I"
bit.
I uitgevoerd P" en
|n wist de dakter
af htm een paar
arsohijnlijk voor-
ad heid vergooide,
inde waaghalseiij
'otdt vervolgd
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Pr ij 8 per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers„0,02*.
UITOAVE DER FIRMA
ÜN VAN
Twee kinderen waren van der jeugd af
met elkander opgegroeid te Alt-Breiaaoh,
nabij Freiburg in den Eizas. Hans Liefrink
was een arme burgerzoon, doch Maria Rnp-
pacher was da dochter van een Raadslid,
ean der deftigste bargers van Breisack.
Beiden hebben elkander lief,en ala nn Lief
rink onder leiding van niemand minder dan
Albrecht Dnrer een talentvolle kunstenaar
geworden en naar 't stedeke teruggekeerd
is, waagt hij het, om de hand zijner Maria
te vragen. Maar de hoogmoedige vader
wijat hem verachtend af. Oek later blijft de
trotaehaard, hoe ook Liefrink reohtmatigen
roem ala kunstenaar verwerft, hem afwijzen.
Ja, in een heftig gesprok, naar aanleiding
van het vernederend aanzoek, zweert hi],
dat h\j zijn dochter aan den vermetele, die
haar durft ter vronwe begeeren, niet geven
zal, of hij, Hans Litfrink, moet een altaar
voor de kerk van Breisaoh maken, dat hoo-
ger zij dan de kerk zelve. Die voorwaarde
schijnt ongerijmd en onuitvoerbaar. Doch
zie, Liefrink maakt een altaar, uit hetwelk
zieh ean heerlijk lofwerk van kunstig ge
sneden hout heft, .dat zich in de hoogte om
het binnengewelf dar kerk heenbnigt, en
zoo, wanneer zjgn kromming, die dat gewelf
omzoomt, reoht uitgelegd wordt, nog een
voet hooger is dan de kerk zelve. Nn kan
hem zijne geliefde dan ook niet langer ont
bonden wordende oude Rnppaoher, ook
door de standvastige trouw das jonkmans
verteederd, noemt hem tot schoonzoon aan,
en nog Beden ten dage is het altaar te Brei
saoh n wijd en zijd beroemd houtsaeêwerk
dat dan naam van Liefrink en de gedachte
nis zijner trouwe volharding vereeuwigt.
»Hooger dan de kerk*, noemt Wilhelmine
van Hillsrn dit varhaal. Het bergt een ge
wichtige waarheid. Het altaar, dat in de
kerk staat opgericht, is omgebogen om aan
het gewelf der kerk te kannen aangepast
wordsn. Zoo is do leer, die wij belijden, de
uitdrukking, die wij beparkte menschen,
genoodzaakt zijn aan onze aanbidding te
geven. De kerk bewaart, omvat, beschermt
dat altaar der aanbidding en geeft er de
juiste plaats aan. Maar het is toch ten koste
eoner ombuiging. Hooger dan het gewelf,
hooger dan de gedaante der kerk ga uwe
aanbidding opwaarts. Geen menschelijke
WH meenden dit schoont opstel van
wijlen den beminden Haagschen predikant,
Prof. Gunning nog wel eens in herinnering
to mogen brengen.
29
>Ik vrees, dat uw kind vier of vijf maan
den zal moeten blijven liggen,* zeide hij, op
Ellie terugkomend, elk hoop, dat het ge
heel terecht komt op den dnnr,maar met die
verbazende gevoeligheid weet men nooit
wat gebeuren kan.<
»W|j hebben altoos get) acht teiorgf n dat
haar hersentjes niet te veel werkten.*
»Je zendt even goed kannen probeeren
den wind op te sluiten,* zei de dokterdas
spaar je zelf die moeite 1 Kies hare bezig
heden dal is alles wat je doen kant. Het
is niet waarschijnlijk, dat de gewone lessen
een kind zooals zij is, zullen vermoeien.
Daar je haar niet kind kant hoadeD, help
kaar dan sooals je eene vrouw zondt helpen,
en wees niet bang voor wat vroolijke opwin
ding. Zij heeft dat mear noodig. Houdt zij
van hare pop vroeg hij, opstaande.
hZij heeft er geen."
Mijnheer Hanokle sloeg zijne handen
ineen. «Zorg dat zij zoo gauw mogelijk een
pop krijgt en een boek met sprookjes. En
nn, goedendag. Juffrouw Vaughan zal ver
der wel eenB komen kijken. Ik heb het haar
gewezen en zij zal mjj rapport doen.Goeden-
dag."
„Maar de betaling, mijnheer Ik ben
niet zoo heel arm," zei Merle verlegen.
«U hebt mij vooruit betaald,"zei de dokter
op veranderden toon. »Ik kwam hier geheel
vorm van taal of dienst is in staat, den
eeuwigen inhoud van hetgeen de Heilige
Geest in het hart van Gods kinderen werkt,
volledig uit te spreken. Daarom is elke leer
noodzakelijk onvolmaakt. De eenwige
waarheid, welke zij nitdrnkt of poogt uit te
drnkken, is volmaakt, maar de vorm, in
welken wij kaar trachten te vatten, is het
niet. Zco voegt het ons dan ook niet om
verschillen in de leer van elkaar verwij lord
te blijven, indien het onwillekeurig instinct
des levens ons doet voelen, dat er toch een
heid in de diepte bestaat.
„Hooger dan de kerk", sjj dan enze lenze.
Ook en vooral d&drom, omdat de kerk niet
de hoogste vorm is, dien het eeuwige leven,
de eeuwige waarheid, hier beneden bestemd
is aan te nemen, Hooger dan de kerk staat
het Koninkrijk, dat wij verwachten. Wjj
minachten de kerk niet, want zij is de
noodzakelijke, de niet te ontberen toebe
reiding tot het Koninkrijk. Maar ze is toch
slechts toebereiding. Vergeten we dat nim
mer. Maar de waarheid aan de Gsmeente
toevertrouwd, is onvergankelijk en breekt
door alle kerkelijke vormen heen. Dat is
gebleken in de Hervorming en bij elke
gewichtige gelegenheid, waar Ohristni aan
vankelijk, voorloopig, als Rechter optreedt.
En Hij zal ten slotte voor goed komen en alle
dingen oordeelen, alles op zjjn eigen plaats
stellen, waar het door inwendige neiging
heen streeft. »Dan zullen de rechtvaardigen
blinken als de zon in het Koninkrijk des
Vaders". Het „hooger dan de kerk" zal dan
voor ieders oog werkelijkheid zijn. Alle
behoeften, tot wier vervulling kaar kader te
eng, haar gezichtskring te beperkt, haar
streven nog te zeer met het vleeBch besmet
was, worden dan,oneindig heerlijker dan wjj
het konden bidden of denken, bevredigd. En
„wat het oog niet heeft gezien, noch het oor
gehoord, en in eens menschen hart niet op
geklommen is, dat heeft God bereid den
genen, die Hem liefhebben". Vergeten we
het niet, maar wachten we in stil verlan
gen de toekomst af, de heerlijke Toekomst
onzes Konings, wanneer wjj in nog hooger
zin dan de Koningin van Scheba bjj het
aanschouwen van Salomo's schatten, zullen
betuigen„de helft was mij niet aange
zegd Nederlander
XLI.
Kerk en Maatschappij.
De Antirevolutionaire partjj leeraart dat
Kerk en Maatschappij gescheiden moeten
big ven en het Sociaal Congres heeft zieh ook
af en dood-op door twee of drie vreeselijke
gevallen. Uw woorden deden mjj meer goed
dan de buitenlucht. Zorg voor uw eigen
leven, mijnheer Merle, bet is veel waard.«
»Het was Mlie'a preek,* zei Merle en ver
telde hem hoe hjj zijn tekst gevonden had.
Weer scheen dat teedere lioht uit de oogen
van den sterken man.
crlk daoht wel, dat sjj een zeldzaam kind
was," zeide hij. „Wees niet ontmoedigd, die
zeldzame plantjes zijn altijd moeilijk te
kweeken," en hij voorkwam Merle's dank
door ineens de keuken in te stappen met de
woorden„juffrouw Vaughan, u schaam
mij waarlijk, dat ik u zoo lang heb laten
waohten."
„Ik ben nog niet lang klaar," zei Ermyn.
„Dank u. Dag juffrouw Merle I Wees u
maar niet bang om het patientje een beetje
haar zin te geven 1 Goedea dag." Merle de
hand gevend »Denk om de pop.*
«Wat dunkt n van haar vroeg Ermyn
zoodra zij uit het gehoor waren. Hjj her
haalde wat hij tot Merle gezegd had, er bij
voegendAls iets haar zenuwen in orde
kon brengen,zou het haar goed genoeg gaan.
Juffrouw Vaughan, ik weet dat u niet tot de
niets-doende dames behoort, maar ik zon
wel wensohen dat dit het geval ware,soodat
u zich dat kind wat kond t aantrekken. Zij
kwijnt weg door gebrek aan wat vroolijk-
heid en moederljjke zorg, die geen van die
twee baar geven kan. De oude vrouw beeft
het niet en hjj de arme kerel is te angstig
behalve nog dat hij een man is.*
„Wij hadden zulk eene hulp van ochtend
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, Iedere regel
meer 10 "ent
in die richting uitgesproken. Het kan ens
niet verwonderen, omdat beiden veel van
elkander verschillen. Wat het doel der Kerk
is, verschilt zoozeer met dat der Maatschap
pij, dat wie in dezen samenvoeging zon wil
len, zeker zijn fiasco zien zon. Het doel der
Kerk is van zoo oneindig hooge beteekenis
dat veer haar niet alleen stofieljjke elemen
ten van dienst kunnen zjjn. De roeping dsr
Kerk is het Evangelie te verkondigen in
zjjn vellen omgang, het heil der zielen aan
haar zorgen toebetronwd, te bevorderen.
Niet als zonden wjj daarmee wlilen beweren
dat de Kerk absolnnt zich met de maatschap
pelijke belangen niet zoude mogen inlaten.
Wie onze artikelen geregeld leest, zal wel
een anderen indruk krjjgen. Maar de schei
ding die er zjjn moet en die wjj bedoelen, is
dat van de Kerk niet het initiatief uitgaan
moet om een socialen bond of vereeniging te
stichten ten nntte van de arbeiders of de
armen in de gemeente. Dat wat wjj hier
noemden is niet het werk der Kerk.
In de eerste plaats is sjj daartoe niet be
voegd en ten andere mist zij in vele gevallen
den takt, om in deze aangelegenheid met de
noodige juistheid te weck te gaan. Voor de
armen in de Kerk, die zich niet staande kun
nen honden is het Diaconaat aangewezen om
te zorgen. Een kerkelijk fonds voor de arbei
ders in het bjjzonder is in fiagranten strijd
met de geschiedenis der Kerk. Het organi-
seeren van arbeiders eener bepaalde Kerke-
ijjke gezindte is reeds in beginsel af te
keuren, omdat zij de krachten verbrok
kelt en de eensgezindheid doet te loor gaan.
Waarom zoo vroegen wjj soms ons met wee
moed af, altjjd die Kerk naar voren gescho
ven, waarom dat drijven in die Kerkeljjke
richting te pas of te onpas Voor ons is niet
meer de vraag of een persoon Hervormd, of
Gereformeerd of Luthersch is. Voor ons is
de vraagis hjj man van beginsel. Een
kerk dis gerugsteund worden moet door ver-
eenigingen, verraadt haar innerlijke zwakte.
Neen 1 in een Kerk moet het beginsel zelf
sterk genoeg wezen om zich staande te
honden.
Waar daar sprake is van organisatie daar
moeten de bepaalde aangewezen krachten
aanpakken. Dat knnnen zjjn leden der Kerk
maar niet de kerk als organisatie zelf. Van
daar het fiinke,rnime standpunt van 'Patri
monium* dat naar geen kerkelijke gezindte
vraagt, dat wij het jniste standpunt achten.
Dat enghartig kerkisme wordt in de anti
revolutionaire partjj niet geduld, dat laten
wij over aan menschen die altijd den mond
niet verwacht, moeder," zei Merle, toen hij
in de keuken kwam,waar zijn moeder naast
de tafel stond. »God heeft ons gehoord,
Jonathan 1* zei de oude vrouw bevend.
Zij ging zitten en leunde met het hoofd in
de baud. Haar toon en beweging deden zien,
welk een angst ook sjj gehad had, in hare
onwetendheid wat te doen voor hei moeder-
looze schepseltje. En Merle b d haar bijna
kond en hard gevonden 1
„De hulp is in tjjds gekomen, moeder,"
zeide hij, „wij zullen nu maar het beste
hopen." En bij ging natr boven om het
kleine meisje te kalmeeren, dat een en al
extase was over 't feit dat juffronw Masuell
hensoh in hare kamer waa geweest en haar
zelve! geholpen had. Er was zooveel leven
in haar gezichtje gekomen, dat Merle't met
den dokter eens was, dat opwinding op het
oogenblik niet veel kwaad kon.
HOOFDSTUK XIV.
Maandagmorgen werd Elbe's rust back in
de kenken gezet, waar bear vader het mid
dageten kookte, terwjjl juffrouw Merle in
het wasohhok de wasoh deed. Hjj kon veel
beter koken dan zij na moederhij had het
als vrijgezel in Frankrijk geleerd en hij
placht met de kinderen rrooljjke ochtenden
te hebben als hij grootma's provis.ekast
leeghaalde en tot hare verbazing 'n heeiljjk
maal gereed maakte.
Het was nu moeilijk genoeg, nu Harry's
vroolijkheid ontbrak en de arme Ellie abso
luut geen eetlust had, maar hare maaltijden
gebruikte, evenals zij haar p|jn verdroeg,
vol hebben van »de kerk«. Is alzoo de kerk
niet aangewezen om sociale bonden of ver-
eenigingen te stichten, éen terrein is er
waar zjj haar invloed kan en moet doen
geldendat is da zaak van het christelijk
onderwijs. Op den voorgrond ook hier het
particulier initiatief, maar waar dat te kort
sehiet moet de kerk zelf stichten of steunen.
Dat christelijk onderwijs is de steun dsr
kerk' Het zaad der gemeente, hetwelk daar
naar eisoh des Doops onderwezen wordt,
mag niet gebracht op paden die in vele ge
vallen van het doel afleiden.
Hebben wjj alzoo betoogd dat kerk en
maatschappij gescheiden moeten blijven,
dat slnit niet nit dut de kerk haar invloed
in den Dienst des Woords niet zou mogen
gebruiken om op maatschappelijk terrein
ten zegen te zijn. Daartoe is zjj juist ge
roepen, zooals we h een volgend artikel
hopen uiteen te zetten. C. H.
Klein maar veelzeggend
is de volgende driestar nit de Stand.
„Toen in de Fransche Kamer tal van
Bptekers van advies dienden, hoe 't best
den watersnood te keeren, veroorloofde
zich de heer De la Haye nit te roepen
Zou het u niet gerudeiPzjjn, van God red
ding uit den nood af te smeeken
Hiertegen stak een storm van verbazing
op. En de voorzitter riep den heer De la
Haye tot de orde.
Dit teekent 1"
Voorheen schreef men biddagen nit.
Thans „steekt een storm van veibazing
op," als men, om zoo te zeggen, nog maar
God durft wijzenFrteech Dagblad.
Schade aan waterstaatswerken.
Bij kon. besluit van 28 Januari 1910
(Staatebl. no. 87) is bepaald
In zooverre daarin niet reeds door Ons is
voorzien, wordt van alle schade, welke wordt
toegebracht aan de in artikel 1 sub 2 en 3 der
wet van 28 Februari 1891 Sivateblno. 69;
vermelde werken voor z.over behoorende
onder het departement van Waterstaat, door
den ambtenaar van den waterstaat of den
kanaalbeambte, die zulk3 bemerkt of ver
neemt proces verbaal opgemaakt. Dit proces
verbaal houdt in den staat, waarin het be
schadigde zieh voor hst ongeval bevond de
omstandigheden, wasrondor de beschadiging
heeft plaats gehadde vermoedelijke kosten
d.w.z. met berusting. Zij tas in hare weinige
koekjes of keek hoe haar vader bezig was
tot zjj plotseling, het ream uitkijkend, van
genoegen bloosde en uitriep'Vadertje
de dame 1"
Ermyn wandelde het pad op met een
voor haar zeer ongewoon gevoel van ver
legenheid. Gemakkelijkheid in beweging
is eene quaestie van ervaring. Zjj was vol-
ko men thuis onder baars gelgken of met
minderen, maar wist volstrekt niet wat van
haar verwaoht werd in «ene familie, die,
■coals mijnheer Grauby gezegd had, „visoh
noch vleecoh en niet eens haring" was. Uit
dezelfde oorzaak was Merle, de dominó,
vaak zeer verlegen, maar Merle thuis voelde
zieh volstrekt niet uit vjja centrum, zelfs
niet door zulk eene verblindende verschij
ning als juffronw Mamzell. Hij ging naar
de dear en opende baar voordat z|j tjjd had
te kloppen. Men koD ruiken dat er gewas-
sohen werd, keukengerei stond op tatel en
haar instinet deed Etmya zeggen »Ik ben
bang dat ik juffrouw erin stoor 1"
„O, neen, juffrouw, he is mijn werk op j
wasohdagen," zei Merle. 'Maar ik zal moe
der roepen, zij zou uw bezoek ongaarne
missen 1"
„O, doet u dat niet", zei Ermyn, „ik kom
nog wel eens terug als ik mag. Ik vergat
dat het wasohdag was
„U bent niet minder welkomals u de
zeepsoplucht wilt verontschuldigen.„Ik
kwam Ellie een presentje van mynheer
Alfred Hargrove brengen," zei Ermyn, het
kind een pakje gevend. Ellie's oogen straal-
der herstelling den persoon, die tot de ver
goeding gehouden wordt geacht, en het be
drag, dat door dezen is verschnldihd. Tot
vnstste'Iing van dit bedrag wordt acht ge
slagen op den toestand, waarin de werken
zich, vóórdat de schade was tosgsbraoht, be
vonden.
Dit proces-verbaal wordt, door tusschen-
komst van den ingenieur, gezonden aan den
hoofdingenieur-directeur, an, zoo mogelgk,
in afsohriftaan den beirokken schipper mede-
gedeela.
De schipper is bevoegd, overeenkomstig
artikel 4 van genoemde wet, de beslissing in
to roepen van den hoofdingenieHr-directenr.
Gisteren, voorzoover leesbaar, meld
den wij datPrinsHeaJrik was nitgenoodigd
om in 't aanstaande voorjaar de inwijding
v«n het Keizerin Augusta-hospitaat te Jeru
zalem bij te wonen. Thans vjrneemt de
N. Crt. dat de Prins er geen gebruik van zal
maken.
Men wil te Tüburf een standbeeld
voor wijlen Koning Willem II oprichten.
Met tea toonstelling,rcomitd »9ted Tilburg*
heeft in zijn jongste vergadering daartoe het
initiatief genomen en reeds een bedrag nit
de winsten der tentoonstelling in reserve
gehouden. (Hbl.)
Uit Buenos Ay res wordt aan den Osser-
vatore Romano gemeld, dat de regeering der
Argentijnsebe republiek een kruisbeeld ten
geschenke zal geven voor de groote verga
derzaal van het Vredespaleis. Het denkbeeld
daartoe is uitgegaan van daVereeniging Pro
Pace (Voor den Vrede), die haar zetel heeft
te Buenos Ayres. Het kruisbeeld zal een
getrouwe nabootsing zijn van dat, hetwelk
werd opgericht op n de- hoogste toppen
vau de Cordilleras de los Andes als gedach
tenis aar het tussoheu Argentinië en Chili
gesloten vredesverdrag. Bij besluit van den
president der ArgeBtyesohe republiek, het
welk wo in den Osservatore letterlijk ver
meld vinden, is voor dit doel aau genoemde
Vereeniging de som ven 6000 pesos of
15,000 gulden geschonken. (Tjjd.)
VIT DE TBO VINC IE.
Middelburg. WO vragen de aandacht
voor onderstaande.:
Het jaarverslag jvan de Zeeuwscne Her
vormde Diaconessen Inrichting, afdeeling
Middelburg, is alsjeen brief van een goede
bekende. Dien laat men natnurljjk niet
orgelezen. Men leest er zelfs meer in, dan Qr
letterlijk staat. Bovenal leest men den brief
den, toen een beeldige blond-harige pop
met een witte jurk een en een blanwe cein
tuur cm. uit het pak ie voorschijn kwam.
Zjj kon hare oogen nauweljjks gelooven.
„Wat zeg je wel P" vroeg Merle, mie-
sohiou nog blijder dan zij.
„Panh u," zei het zeohte stemmetje.
Jefftonw Vaugh&n zal denken dat je
even slecht bent ai» je vader,* zei Merle
ietwat blozend, »maar wij zijn niet ondank
baar jsff rouw."
„Do dank is alleesca! voor mynheer Al
fred, niet voor rajj,'' zeide zij met haren
lieven glimlach. »HLj kocht het in Medlar
toen hij mijnheer Hbo»ie weg braoht."
Kocht hij ook doze kleertjes P« zei
Merle, ze nauwkeurig beschouwende.
»Neen, het zijn kleertjes, die mijn moeder
voor «niju eigen pop maakte, toen ik nog te
klein was om ze zelf te naaien," zei Ermyn.
»Dan mogen we n wel dubbel dankbaar
zjjn. Ik herinner »|j mevrouw Vaughan
nog heel goed."
'Wanneer hebt u haar gezien P" vroeg
Ermyn verwonderd. Hij vertelde het baar.
Zij bad het geval vergeten «n was geroerd
dat haar moeder zoo iav-g in zijn herinnering
gebleven was. Na ecu pcosje legde zij de
pop weg en braoht mijnheer Hnokle's twee
de voorschrift te voorschijnde sprookjes
van Andersen. Ellie was weersprakeloos
van plezier.
„Maar ik bederf uw diner, mijnheer
Merle," zei Ermyn. „Wilt u er niet mee
doorgaan, terwijl ik Ellie een sprookje
voorlees P" (Wordt vervolgd.)
r