NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 96
1910.
Zaterdag 22 Januari
24e Jaargang
evraagd.
tselaar.
i
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
E KOOP
?ider
I el burg.
~)ostkapelle.
rling
afezin.
knecht
sknecht
Zierikzee.
Middelburg.
bode
HELDE".
-*>
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed.
S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. DWJ. te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
UIT DE PROVINCIE.
Krabbendijke. Donderdagavond verga
derde de varkenshond >Hulp in Nooi" alhier
in de z aal van W. Krjjger. De vergadering
werd geopend in tegenwoordigheid van 21
leden waarna de notulen werden voorgelezen
en goedgekeurd. Uit de rekening en verant
woording bleek dat in 1909 was uitgegeven
f25.63', ontvangen f 110.94. Vorig slot
f720.46„ zoodat thans in kas was f 805.77.
Verder bleek dat twee nieuwe leden waren
aangeworven, dat een lid de gemeente had
verlaten, zoodat op 1 Jannari de vereeniging
32 leden telden welke 34 varkens verzeker
den. De aftredende commissarissen werden
herkozen. Dhr. J. Koster met 21 en P. v. d.
Plassche met 20 stemmen. Dhr. Verheule
verwierf 1 stem. Nadat door den voorzitter
een reglement.,wjj riging in't vooruitzicht
gesteld was werd overgegaan tot een geza
menlijke maaltjjd met oesters welwillend
door eenige leden aangeboden oathet lOjarig
bestaan eenigszins feestelijk te herdenken,
waaraan door allen werd deelgenomen en na
weifes afloop een ieder hoogst voldaan huis
waarts keerde.
nte
ekh. GEBRs.
burg.
s en gewicht.
Br. franco
aar P. A. H.
Goes.
aart
mgeveer 250
K. JANSE
k e.
agd
rt a.s.
Schore.
iATJER,
DELLEN,
IERIKZEE.
Zierikzee.
7,30 1,30
7,30
7,30
7,30
7,-
7,30
6,30
7,30
7,30
7,30
7,30
1,30
2-
2-
2,-
2,-
3,-
2,~
7,- 9,
7,30 10,—
8,30 10,—
8,30 10,—
9,- 11,-
en datum is
ade getal ii
TTEEDAM
Zondags,
Vlissingen
'dam 8 nur.
zoo iets te
m en al op-
i dat zij een
in hij tooh
bben, maar
oor hem te
alles, alles
ïeer had de
;ing nu met
tocht paar-
veg en be-
>m hen, die
adden, het
ten toen de
en op haar
t betalen,
blij ren als
sluitend,
iet lioht er
m en wees
ran hem
n an daar
1 rrede en
het spre-
met 6en
'oen stond
erlijk huis
had haar
rogeltjes
an zonne-
«T-sa
4
I
rvolgd.)
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers „0,02'.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
20 Jan. 1909.
Dat de vrijzinnigen zich kinderen der
Fransche revolutie noemen, is geen geheim
al wordt het door sommige hunner wel eens
ontkend. Tot dezen laatsten behoort pro
fessor Eerdmans. Maar de heer O. Elont,
redacteur van Het Handelsblad, heeft hem
dezer dagen bij een debat met genoemden
professor die bewering nog eens weer uit
de hand geslagen. Hij toch schrijft in De
Nieuwe Courant
,i Terwiil hij bovendien zelfs de
afkomst van ons liberalisme uit de
Fransche re olntie schjint te hebben
ontkend. Tegen dit laatste ben ik mijner
zijds opgekomen en ik heb, onder verwy-
zing naar het bekende werk van prof.
Cort van der Lit den, betoogd, dat ons
liberalisme inderdaad wèl voortkomt nit
de Fransche Revolutie. Wel te verstaan:
uit de Revolutie als wijsgeerig-politieke
gedachte, niet uit het complex van histo
rische verschijnselen.
„De doorgaande verslapping van het
liberalisme nit zich misschien in niets
zoo sprekend als in zulk 'n verloochenen
van de filosofische afkomst der liberale
gedachte. Als liberaal heb ik er prijs op
geBteld, te doen uitkomen dat ik ook aan
deze mode niet meedoe.
Kinderen van 1789, niet van 1793, zjjn
zeggen ze de liberalen. Maar Groen van
Prinster.r heeft herhaaldelijk aangetoond,
dat,van de beginselen van '89 de wandaden
van '93 de schandelijke vrucht zijn geweest.
Zij zijn niet te scheiden.
De overweging der Haarlemsoh recht
bank dat 't niet aangaat een wet van 70 jaar
oud maar te blijven toepassen, naar de ver
ouderde begrippen van diea tijd, is geen op
ziohzelf staand feit.
Het zit in de luoht. Het is de moderne
tijdgeest, die de hedendaagsohe strafrecht
pleging en wetsuitlegging beheerseht.
Het Kameriid Schaper heeft maling aan
de jur sterij, wanneer zijn klaesenbelang
hein driegt ean wet te verkeerec in haar
tegendeel. Deze heer is eehtar socialist, en
daarbij geen jurist.
Maar mr Nolst Trenité, lid van den Rot
terdamsohen gemeenteraad, is wel jurist, en
daarbij liberaal.
Toen.de quaestie der dubbele bedoeling in
de pers besproken werd,en vanantirev.zijde
werd aaDgetoond dat art. 20 en 21 der Ar
menwet van 1854 deze jdubbele bedeeling
verbiedt, schreef hjj in antwoord hierop
„Meent men werkelijk, dat wij ons in 1909
hebben te onderwerpen aan wat de mannen
van 1854 gewild en bedoeld hebben dat
het levende door het doode geslacht gere
geerd moet worden
En dit sohreef hij na te hebben toegegeven
dat bedoelde wet dubbele bedoeling,dat wil
zeggen bijpassing door 't burgerlijk armbe
stuur van 't geen een door de kerk bedeelde
meent te kort te komen, volkomen uitsluit.
Den eenigen keer dat mr Keuohenius
natuurlijk na zijn dood, want bij zijn leven
ging dat immers nietvan de Mtddelburg-
sche Courant een pluimpje kreeg, was toen
zij van hem zei: „Voor hem was de wet
heilig".
Maar bij uitleggingen ec uitspraken als
deze, mag men vragen of dit, dat men de wet
heilig houdt, voor s mmigen neg wel geldt
als een deugd
Ook de Standaard wjjstjop het gevaar
van de evolutionaire wetsuitlegging van de
Haarlemsche rechtbank.
Haarlem's rechtbank stond j.l. Donder
dag bjj vonnis toe, den eed te weigeren op
grond van een persoonlijke gezindheid,
die het geloof aan een God, of aan het ge
oorloofde van den eed, uitsloot.
Dit vonnis zal van zich doen spreken,
om de evolutionaire nethode van wetsuit
legging die er in gevolgd is, en die de
rechtbank zelf als vrucht der evolutie aan
geeft.
Art. 161 van ons Wetboek van Straf
vordering, 2e lid, bepaald dat de getuige
naar de w\}ze zijner godsdienstige ge
zindheid den eed of de belofte doet", en
zelf geeft de Rechtbank toe, dat dit in het
Wetboek van Strafvordering doelde op de
aanhcorigheid tot dit of dat Kerkgenoot
schap of deze of die gezindte. Doch hier
aan heeft thans de uitlegger der wet zich
niet te houden. Tempora mutantur et nos
mutamur cum illis. Thans mag de rechter
deze woorden uitleggen in verband met
onze toestanden. Bjj mag en moet zich
door ee gedachte der evolutie laten leiden,
en doei hij dit, dan moet gezindheid kun
nen verstaan worden van iemands per
soonlijke opinie.
Hiertegen nn zij opgemerktlo. dat er
in Art. 161 niet staat«naar zijn gods
dienstige gezindheid* maar nop de wijze
zjjner gopsdienstige gezindheid", iets wat
doelen moet op een vaste practjjk of regel
die onafhankelijk van den getuige, in
zwang is gekomenwaaruit volgt dat de
bewoording van het artikel de door de
Rechtbank gegeven uitlegging niet toe
laat. Die uitlegging zou er, wat de woor
den betreft, nog mee door kunnen, zoo die
woorden »op de wijzeer niet bijstonden
nu in geen geval Nu toch onderstelt het
artikel, dat er bjj de gezindheden tweeër
lei wijze van doen ten deze is, de eene dat
men cfen eed, de andere dat men de belofte
aflegt, en dat deze wjjze van doen bepaald
wordt door het Kerkgenootschap waartoe
men behoort.
2o. geldt tegen den considerans van het
Haarlemsche vonnis, dat ait. 161 juist be
doelt, de zaak onafhankelijk te maken van
iemands incidenteels subjeotieve opinie,
door hem te binden aan den regel of wijze
van doen, die buiten hem om tot stand
kwam, en voor langen tjjd reeds goldt;
terwijl omgekeerd de uitlegging nu ge
volgd, allen objectieven waarborg opzij
schuift, de zaak geheel subjectief maakt,
en wel subjectief voor een bepaald oogen-
blik. Wil dezelfde getuige een maand la
ter bjj een anderen rechter andersgezind
zijn, het staat hem vrjj. Zoo dikwijls hjj er
belang bij heeft,j niet te zweren, is hjj er
subjectief tegen, maar is het een andei
maal in zjjn belang wèl te zweren, zoo
mag hy er weer subjectief voor zjjn.
En 3o., indien de rechter op zulk een
wijze de ook door ons erkende evolutie in
de rechtsbegrippen op de wetsuitlegging
mag toepassen, gaat dan niet de rechter
zitten op den stoel van de wetgever
Over de betere regeling vanheteeds-
vraagstuk spreken we ons hierbjj niet nit.
We stemmen toe, dat wijziging niet kan
uitbiy ven. Onze oritiek gaat ditmaal al
leen tegen het zeer bedenkelijke insluipen
van zulk een evoluionaire wetsuitlegging
door den rechter.
Niet sterk genoeg kan de nleuwerwetsche
theorie, die xooals mr. Trenb het in den
Haagschen Raad enkele jaren geleden uit
drukte, »de wetten interpreteert naar den
geest van den tijd waarin wij leven* worden
weerstaan.
Nog des te sterker worde verzet geboden
waar men de nieuwerwetsehe wetsinpretatie
in praktijk tracht te brengen in colleges, die
voor die taak bovendien in het geheel niet
berekend zijn.
Zoo wordt gepoogd nu den Rotterdam-
schen Raad, een college aan 45 ieden uit de
burgerij, een artikel van de Armenwet nieu
wer wetsch te doen interpreteeren, los van de
uitdrukkelijke bedoeling [van den wetgever
in J 855, naar de dusgenaamde »rechtsover-
tuiging van het thans levende geslaoht 1*
Men roept dan, dat de levenden zich niet
door de dooden behoeven te laten regeeren.
Eilieve, als de mannen der rechterzijde
dan eens gingen sollen mei alle wetten
door het jarenlange vrijzinnige bewind tegen
hun zin over hen gebracht 1
Do ih dat znllen onze mannen natnnrlijk
niet doen.
Onze rechtsche leden in gemeenteraden
hebben zich bijv. bjj de behartiging van het
openbaar onderwijs, steeds op het standpunt
van de wetgeving gesteld, hoewel die hun
onwelgevallig was, en vaak met onbekrom
pen hart voor de openbare school zorg ge
dragen. Rotterdammer.
Dr. S. J. v. Roijen.
Aan een levensbeschrijving door dr. N. A.
J. Voorhoeve van dezen energieken, zwaar
beproefden en in den levensstrijd staande
gehouden baanbreker der Homoeopathie ont-
leenen wij aan het Homoeopafhiich Maand'
blad het onderstaande
Dr S. J. van Rojjen werd den 30sten Aug.
1828 geboren. Reeds als knaap had hü een
zekere vooi liefde voor de geneeskundemaar
daar zijne moeder niet al te zeer daarmede
ingenomen was, studeerde hjj wiskunde en
natuurwetenschappen. Iu 1850, den 26sten
Juni, dus op ongeveer 22-jarigen leeftijd,
promoveerde hjj en verwierf den titel van
mathem, mag phil. nai. doctor.
Spoedig daarop werd hjj benoemd tot di
recteur van de Gemeente Gasfabriek te Gro
ningen maar reeds in 1855 gebeurde er iets,
dat een geheelen omkeer in zjju verdere
leven te voorsehjja riep.
Zijn broeder namelijk, die in Indiëziek
was geworden, kwam naar Holland, maar
kon de reis door verergering zijner 'ziekte
niet verder dan tot Cassel voortzetten.
Hierheen werd Dr. S. J. v. Roijen door
den behandelenden geneesheer ontboden,
om zjjn broeder naar München te verge
zellen en het was daar iD München, dat hjj
in aanraking kwam met Dr. Bunhoff, een
homoeopatisch arts, die hem verschillende
geschriften over Homoeopathie te lezen gaf.
Opnieuw kwam de lust tot het bestudeeren
der geneeskunde bjj hem boven, en zoo ging
hij, na zjjn ontslag als direoteur der gasfa
briek te Groningen genomen te hebben, naar
Leiden, waar hij drie jaar later den 18en
Dee. 1858, bevorderd werd tot medicinale
doctor op een proefschrift, getiteld Over de
dianostiek van den gelen typhus.
Onmiddelijk daa op ging hg naar Leipzig
om de homoeopatische geneeswijze te bestu
deeren, en vestigde zich daarna in het voor
jaar van 1859 te Rotterdam, als de eerste
Hollandsche geneesheer, die zich openljjk
homoeopaath noemde, en daarvan in een
brochure getiteld „Waarom ben ik homoe
opaath geworden rekenschap gaf. Kort te
voren hadden zich te Rotterdam reeds twee
Duitsohe geneesheeren gevestigd, Dr. F.,W.
O. Kallenbach en Dr. Gruber. Voor drie ho-
moeopathische geneesheeren was er evenwel
toenmaals in Rotterdam niet voldoende ar
beid, en zoo vertrok v. Rojjen, die inmiddels
den 2en Nov- 1859 gehuwd was, door den
nood gedrongen naar zjjn geboorteplaats
Groningen. Maar hier waren nog minder
aanhangers der Homoeopathie, om welke
reden hjj in Deo. 1862 den wandelstaf opnam
en in Diever, een klein dorp in de provincie
Drenthe, gemeente-geneesheer werd. In een
tjjd, toen men daar nog slechts mulle zand
wegen kende, was men genoodzaakt zijne
bezoeken aldaar te paard af te leggen, en dit
viel onzen jongen geneesheer, die niet bjj-
zonder krachtig ontwikkeld was, dau ook te
zwaar. Toen hem dan ook een plaats als lee-
laar voor chemie, botanie en zoölogie aan de
H. B. S. te Veendam aangeboden werd, nam
hij deze volgaarne aan en trok in 1866 weder
van Diever naar Veendam. Hier bracht hjj
15 gelukkige en rustige jaren doormaar
daar tinmiddels zjjne familie tot een tiental
personen aangegroeid was, en eenige van
zjjne kinderen zelfs studeeien wilden, moest
wel aan een hooger inkomen trachten te
komen, dan het salaris van een leeraaraan de
H. B. S. te Veendam in dien tijd was. Hjj
besloot dus, weer te gaan verhuizen en zjjn
beroep als arts opnieuw op te vatten. Spoedig
verkreeg Dr. v. Rog en de betrekking van
arts aan een ziekenhuis te Hellevoetsluis,
waar hjj zelf zijn geneesmiddelen konafleve-
ren en zoodoende de Homoeopathie kon be
oefenen. l)it was in Augustus 1881. Het
inkomen te Hellevoetsluis was beter dan te
Veendam, maar hier ontstond weer een
nieuwe moeieljjkheid, die echter door zjjn
krachtige energie overwonnen werd. Dr. v.
Rojjen was tot nu toe slechts z.g. Doctor me-
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 ''ent.
dicinae, een oude titel. Deze doctores moch
ten geen groote chirugie uitoefenen, terwjjl
diegenen, die het later ingevoerde arts exa
men hadc en gedaan, dit wèl mochten.
Toch konden zich de doctoren volgens de
oude wet onmogelijk stipt aan deze bepaling
houden en zoo kwam het dan dat de doctor
medici'a9 v. Roijen eens een beenbreuk be
handelde. Een najjverig collega, die het gs-
val vernam, klaagde hem aan, en hoewel v.
Rojjen zich volkomen verantwoorden kon,
aangezien er bij de behandeling een marine
arts tegenwoordig geweest was, tooh ver
droot hem dit gebrek aan bevoegdheid. Bjj
zette zich met kracht tot de studie en deed in
1883, dus op öh-jayigen leeftijd, nog het
praktische arts-examen. Dit wa? in Neder
land [tot nn toe niet voorgekomen. En het
merkwaardigste van het geval was wel, dat
een zijner exam'natoren een vroegere leer
ling van de H. B. 8. te Veendam was
Maar ook in Helleyoetsiuis hield onxe
dokter het niet languit. Er waren allerlei
moeilijkheden, terwijl het stadje zelf meer
en meer achteruitging door de geweldigs
concur ree tie vanRotterdam als handelsstad.
In April 1886, dus na 4'jaar, trok hij
weer wegen wel naarValburg.Hiertrachttc
hij tevergeefs praktijk te bekomen en begaf
zioh toen Daar Wejtervoort bij Arnhem,
waar hij wter gemeentearts werd.Maar ook
dit zou zijn laatste standplaats Diet zijn. In
1892 begaf zioh een comité gevormd nit
aanhangers der homoeopatbie te Utrecht,
naar dit afgelegen plekje en verzocht Dr. v.
Roijen tot hen ie komen en de plaats in te
nemen van Dr. Gruber, die in de laatste ja
ren te Utrecht had gepraktiseerd, maar die
door ouderdom zijn praktijk niet kon voort
zetten. Hoewel Dr. v. Rojjen reeds 64 jaar
was, voldeed hij toch aan dit verzoek, en
het heeft hem nooit berouwd. Nog 16 jaar
mocht hjj hier praktjjk uitoefenen, voorna
melijk onder de hoogere standen. Zoo vond
hjj dan hier, na zoo vele stormen des levens
doorstaan te hebben, een rustigen, aangena-
men levensheifst. Alleen dit verdonkerde
zjjn laatste levensjaren, dat bjj in 1902 zijn
geliefde gemalin door den dood verloor.
Veel vreugde heeft hij in dien tjjd nog
mogen beleven.Twee zijner zonen werdenho-
moeopathisehe geneesheeren, de jongste
wer 1 zelfs eenige jaren geleden benoemd tot
Directeur van 'c homoeopathnch ziekenhuis;
er werd een „Vereeniging van homoeopathi-
sche geneesheeren" opgericht, welke veree
niging steeds bij hem een gaslvrjj huis vond
voor hare vergaderingen; de Regeering be
noemde een Commissie tot bewerking van
een hoemoeopatische pharmacopee, waarvan
hij zelf niet alleen lid, maar ook voorzitter
werd.
Ook mocht hjj den 15en December 1908
nog zjjn gouden jubileum als dootor medici-
nae vieren, waarbjj hg door de Koningin
benoemd werd tot Officier in de orde van
Oranj-Nassau. Daarop legde hjj de praktjjk
neer, en wijdde het overige van zjjn leven
bijna uitsluitend aaa de homoeopatische
pharmacopee. Toen dan ook de arbeid der
commissie ten einde was en de pharmacopee
voorloopig in druk verscheen, beschouwde
bjj zjjn taak als afgeloopen. Een heftige
bronchitis bedreigde reeds den vorigen win
ter zjjn leven, doch de inwonende levens
kracht had de ziekte nog éénmaal overwon
nen. Nu, dezen herfst, kwam de kwaal terng
en toen hij van zjjn zoon vernam, dat hij
sterven moest, zeide hjj„Ik heb gewerkt
en alles is klaar en afgeloopen." Toen legde
hg het kootd rustig neer, en ontsliep kort
daarna.
Dr. S. J.v. Rojjen heeft veel geschreven
zoowel over chemie als over de homoeopati
sche geneeswijze.
SS
S>
Tiendwet.
De Stct. (uo. 17) bevat een Kon. besluit
van den 12den dezer, waarbjj een regeling is
getroffen van de belooning en van de ver
goeding van reis- en verbljjfkosten, welke
zullen worden genoten door de leden van de
schattin gscommissiën bedoeld in de Tiend-
wet 1907 (Stbl. no. 222.)
Wjj waren dezer dagen zoo schrjjft
men ons in de gelegenheid, door vriende
lijke uitnoodiging van de directie, de voor
stelling bjj te wonen van de Eerste Middel
burgs Bioscope in het „Schuttershof"de
zaal was goed bezet wat voor den onderne
mer bemoedigend was.
Wat wjj te zien kregen op het doek was
werkelijk zeer goed, hjj behoefde voor
vreemde ondernemingen niet onder te doen.
De platen waren zeer duidelijk en wat meer
zegt, niet zedekwotsend voor het publiek,
dat zich dan ook herhaalde malen dankbaar
uitdrukte door het applaus.
Het goed gekozen programma was zeer
afwisselend, en de Middelbnrgsche onderne
mer toonde dan ook, dat hjj zijn stadgenoo-
ten iets goeds kan geven.
8 en 9 Februari zsl hjj te Goes eene voor
stelling geven, wjj mogen vrij de liefhebbers
van iets goeds aanraden een kijkje te nemen,
zij zullen zich niet berouwen.
Men schrijft -aas ven geacble zijde nit
Oudelande
Woensdagavond heeft de Christelijke
Zang*ereeniging „Hosanna", van Baarland,
directeur de heer H. Wolzak, eene uitvoe
ring gfigavcn in de Ned. Hcrv. Kerk alhier.
Ds. Kloek opent het samenzijn met het op
geven van Psalm 95 1 en 2. Hjj gaat voor
in gebed, least Realm 147 en spreekt een
woord van welkom, zoowel tot de leden der
zangvereenigisg als tot de belangstellenden
die in grooten getale zijn opgekomen. Na
een kort woord van dhr. Wolzak, die een
beroep dcet op aller medewerking en wel
willendheid, worden de verschillende num
mers van het rjjke programma ten gehoore
gebracht. Plechtig luidt het begin
O Vader, die hoort en vriendelijk ziet
Op hem, die U mint en 't harte U biedt,
Wij smeeken U heden Zie vriendelijk
[ons aan,
En zegen ons bidden en zingen te saam.
Krachtig klinkt daarna het bek' nde
Eén in geest en streven,
Eén in lied en leven 1
Eén in daad en woord 1
We kannen er niet aan denken, van al de
verschillende nummers van het uitgebreide
programma iets te zeggen. Er was op uitne
mende wijze gezorgd voor afwisseling. Het
oude Wilhelmus ontbrak evenmin als Da
Costa's: »Zij zullen het Diet hebben*. Tjjdecs
de pauze zong de opgekomen robare een
paarPsalmen en werd gecollecteerd voor de
Herv. kerk.
De laatste nummers van 't program vielen
niet minder in den smaak dan de eerste.Een
mannen-kwartet werd zeer verdienstelijk
uitgevoerd. >Zalig alleeD, Heer, ia 't bart,
at U mint*, werd met gewijde aandacht
gevolgd.
Na het laatste lied was ds. Kloek dan ook