NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND, No. 95. 1910, Vrijdag 21 Januari 24e Jaarganj OHRISTELIJK- HISTORISCH Binnenland. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUU, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN "ÜïT DE PROVINCIE. Middelburg. Slot verslag gemeente* raadsvergadering, du IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers - 0,02E. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 '•ent 20 Jan. 1909. Een bedenkelijk pluimpje. De Midd. Ct. gewaagt met groote ingeno menheid van de volgende wetverkraehtende uitspraak der Haarlemsche Rechtbank. Het betrof zegt de Middelburgsche de zaak van zekeren J. Hoogland, koetsier te Schoten, die in een strafzaak, welke voor die rechtbank werd behandeld, als getnige wei gerde den eed af te leggen, hoewel hij ver klaarde in de R. Kerk gedoopt en aan genomen te zjjn. „Tegen hem was door het O.M. een dag gevangenisstraf geëischt. „De rechtbank achtte echter zjjne wei gering niet strafbaar en ontsloeg hem van alle rechtsvervolging. Zjj overwoog daarbij „dat volgens den historischen achter grond van artikel 161, 2e lid van het Wetboek van Strafvordering, wel is aan te nemen dat de wetgever in 1838, in verband met 't geen uit de toen vigee- rende Grondwet voortvloeide, de bedoe ling heeft gehad te bepalen dat slechts zij, die behoorden tot een kerkgenootschap, dat het doen van een eed verbood, zooals de Doopsgezinde Gemeente, konden vol staan met de belofte «dat evenwel naar het oordeel van de rechtbank niet noodzakelijk is om voor een uitlegging van een artikel, dat meer dan zeventig jaar oud ie en geschreven onder andere omstandigheden dan thans, den historischen weg te volgen veeleer, wanneer dat mogeljjk is, het de taak van dea rechter is de wet uit te leggen in den zin, dien de tijdsomstandigheden en nieu were opvattingen vergen en zonder de wet geweld aan te doen, die ontwikkelen en haar evolutionaira kracht toe te kennen. „dat de omstandigheden zich zoo hebben gewijzigd, dat er een talrjjke groep van personen bestaat, die niet tot eenig kerkgenootschap behooren en dat de redactie van artikel 161 tweede lid zoo is, dat voor deze groep van personen, die niet op de wjj ze van hun godsdienstige gezindte den eed kunnen doen, geen wette lijke verplichting bestaat tot het doen van den eed, hebbende onze wet destijds met hen geen rekening gehouden*. Voorts overwoog het vonnis, dat er nog een andere groep van personen bestaat,die, hoewel tot 'n kerkgenootschap behoorend, tegen het doen van den eed gemoeds bezwaren hebben. Dit acht de rechtbank niet in Btrjjd met het behooren tot een kerkgenoot schap, wijl er kerkgenootschappen zjjn, die geenszins den eed voorschrijven of regelen en dus huu lidmaten in dit opzicht vrjj laten. Een anomalie zou het zjjn hen, die neet tot een kerkgenootschap behooren, vrij te stellen als zij gewetensbezwaren hebben en anderen, die dezelfde bezwaren hebben, maar tot een kerkgenootschap behooren,dat den eed geenszins gebiedt, daartoe wél te verplichten. Uit een godsdienstig oogpunt is het als godslastering te beschouwen mensehen die niet in een God gelooven, toch tot het afleggen van den eed te verpliohten. Deze verplichting is ook in strijd met de volkomen vrijheid in het belijden van een godsdienstige meeneng, welke vrijheid door de Grondwet is gewaarborgd. Overwogen wordt voorts dat het woord //gezindheid* geenszins dwingt dit uit te leggen als «gezindte* of „kerkgenoot schap, maar te verstaan behoort te wor den als fiemands godsdienstig begripd. i. wat men denkt, gevoelt, gelooft of in den zin heefe over den godsdienst, Wanneer men spreekt van iemands politieke gezindheid bedoelt men daar mee niet, dat deze zich vereenigt met de statuten eener vereeniging, waarvan hjj lid iB, maar zjjn persoonlijke politieke overtuiging. Op die gronden nam de rechtbank aan dat onder iemands godsdienstige gezind heid behoort te worden verstaan zjjn per soonlijke godsdienstige overtuiging, zjjn individueel gevoelen. Bekl. r.k. zjjn de, heeft zjjn pastoor meegedeeld,dat hij wenschte op te houden r.k. te zjjn en verklaart in geen God te ge looven en bezwaar te hebben tegen't af leggen van den eed. De rechtbank besliste ten slotte dat, al verbreekt de gewone opzegging aan een pastoor niet den band met het R.-K. Kerkgenootschap wat hier niet ter zake doet op een bekl., die verklaart niet in een God te gelooven en bezwaar te hebben den eed af te leggen, niet de wettelijke verplichting rust den eed af te leggen en hjj had behooren toegelaten te worden tot het afleggen van de belofte dat hij de waarheid zou getuigen. Wanneer de lezer bovenstaande «over weging* nauwkeurig in zich opgenomen heeft, zal het hem niet moeilijk vallen te besefien dat deze Haarlemsohe rechters een loopje met de wet genomen hebben. Vooral de door ons gecursiveerde woor den geven reeht om te spreken van „den zin der wet geweldaandoen",waaraan dit recht sprekend college zioh heeft bezondigd. De wet toch stelt duidelijk den eed ver plichtend voor een elk die tot een kerkelijke gezindte behoort, welke het doen van den eed niet verbiedt. Nu komt de Haarlemsche rechtbank dit uitleggen als stond er in plaats van kerkge nootschap «iemands gods ienstig begrip*. Door deze uillegging is nu 't afleggen van den eed afhankelijk geworüen van het sub jectieve gevoelen van den persoon die tot 't afleggen van den eed geroepen wordt. Hier is .een overheid die van 't haar van God toekomend reeht om den eed te vorde ren afstand doet ten believe van Jan of Piet, die zioh inbeeldt aan geen God meer te ge looven. «Waarheids- en wetsverkraohting«,8ohreef de heer Lohman eens van de eigendunke lijke wetsuitlegging die men er een kwart eeuw geleden op na hield bij de uitvoering der Lager Onderwijswet. In nog veel erger mate geldt dit van deze uitlegging van het Wetboek van Strafvor dering. Immers artikel 33 der toenmalige school wet soheen nog een zekere uitlegging toe te laten, welke de absolute neutraliteit op de openbare school uitsloot. Maar hier is geen tweeerlei wetsuit legging mogelijk. Intussohen de Middelburgsghe Courant heeft haar goedkeurend oordeel al bepaald. Want jubelend laat zij op de mededeeling van de Haarlemsohe uitspraak volgen Van welk een breede, ruime opvatting getuigt dit vonnis I Alle vrijzinnigen kunnen niet anders dan de Haarlemsohe rechters daarvoor erkentelijk zijn,want zij brengen in onze rechtspraak een frissohen geest. Wan neer hunne opvatting daarin al verder en verder doordringt en wjj hopen dat dit het geval zal zijndan staan wij aan den vooravond van nieuwe en betere opvat tingen in onze rechtspleging. Derhali e een breede opvattingeen frissehe geesten nieuwe, betere opvattin gen 1 Zoo schrijft de vrijzinnig democrati sche redactie. Trouwens zij is de eerste niet onder haar geestverwanten welke dien weg ep wil. Professor Treub heeft 't een paar jaar ge leden ook al geleeraard. De uitlegging [der wetten behoort te ge schieden] overeenkomstig den geest van den tijd waarin wjj leven. De Nieuwe Rotterd. Crt. zong dan ook blij de van het //blij verschiet" waarin men niet meer „zal behoeven neer te knielen voor kasten met historische geschriften". En nu is de gtest van den tijd de geest der meerderheid. Maar iB hier wel een meerderheid f Minister Modderman gewaagde bjj de behandeling van 't Strafwetboek nog van een «handjevol ongeloovigen*. Dat handjevol is na wel tot een breede schare geworden. Maar een meerderheid is zjj gelukkig nog niet. Maar de Haarlemsche beslissing komt de vrijzinnigheid in het gevleien dat iB reeds genoeg om haar «breede* opvatting te prijzen. Een bedenkelijke afstraffing. Terwjjl tal van openbare schoolmannen komen verklaren dat ze het niet eens zjjn met de Ossendorpsche uitlegging der onderwijswet in zake de neutraliteitheeft de Midd. Crt. toch geen reden om den Bond van Nederl. Onderwijzers tot de orde te roepen over zijn uitspraak dat aankweeking van liefde voor Oranjehuis en Monarchie op de openbare school in strijd is met de neu traliteit. In een „sprokkeling" volgende op de bovenstaande over de Haarlemsche recht bank, heeft de Middelburgsche het wel druk over de Reohtsche bestrijders der openbare school, en maakt ze de verontwaardiging in de rechtsche peis over bovenstaande uit spraak vau deu voorzitter van genoemden Boni van Openbare onderwijzers verdacht. Doch van bestrjjJing of weerlegging van Ossendorps weerzinwekkende, de openbare school vermoordende verklaring bjj haar geen spoor. Het blad schrijft alleen Nog steeds maakt de rede, door den voorzitter van den Bond van Nederland- sche Onderwjjzers,don heer Ossen dorp,bij de opening der jaarvergadering gehouden over 't aankweeken van vaderlandslievende gevoelens bij de jeugd en het recht om haar ook de voordeelen van andere regeeringsvor- men te verkondigen, een onderwerp van bespreking in de pers uit. Over het geheel wordt zjj links afge keurd en rechts geëxploiteerd als wapen tegen de openbare school, niettegen staande de protesten die van alle kanten opgaan. Het is trouwens koren op den molen van de bestrijders dier school. Na iets uit een liberaal blad te hebben overgenomen geeft de Middelturgschs toch nog een soort bestrijding aan 't adres van de Bode het orgaan van genoemden bond. Een beslrjjding, maar van het zwakste soort. Men leze slechts In het jongste nummer van de Bode, orgaan van den Bond, komen eehter tal van stukken voor ter verdediging van de aangevallen zinsneden in de bewuste ope ningsrede. Er wordt op gewezen, dat men veel te veel geneigd is een leelijke zaak goed te praten met 't woord //nationaal". Vaderlandsliefde mag niet ontaarden in chauvinisme. Men moet den akker zorg vuldig zuiveren van vreemdenhaat. Zoo licht schieten daar de distels van 't chauvinisme op. 't Hart van het kind moet geopend t big ven voor al wat inderdaad verdien Bte heeft, ook in den vreemde. Ook daarvoor is zeker zeer veel te zeg gen, al raakt dit da kwestie niet, waarom het hier gaat. Men wachte zioh steeds aan beide kan ten voor eenzijdigheidwant de vrees dat de clericalen de een of andere uitlating zullen exploiteeren in hun belang, mag ons niet weerhouden rechtvaardig te zijn in het beoordeelen van ieders eerlijke overtuiging, ook op dit punt. Nederland jvoelt zich op dit oogenblik gelukkig in het bezit van een Koningin en de monarchale Regeering, al is ook die niet volmaakt, evenmin als een Repu bliek vroeger in ons land en nu elders. Akelig steekt bjj deze matte berisping af de scherpe aanval die de Middelburgsche richt op de „clericalen". Het groote misbaar dat de clericalen nu maken over de bewuste rede heeft ook zijn verdachte zjj de. Zjj laten thans hunne liefde voor het Vorstenhuis hoog klinken om des te beter en des te meer de nationale instelling onze openbare school te kunnen fnuiken. De geschiedenis leert toch dat hun aan- passings-vermogen zeer groot is, zjj steeds weten mee te gaan met hun tjjd, en eiken regeeringsvorm aanvaarden, die de drang der tjjden met zich brengt, zoowel den re- publikeinschen als den monarchalen, maar dat zij dien het meest dienen en het hoogst verheffen die hun het meeste voordeel op levert en hunne belangen het best dient. Dit alles neemt niet weg dat de rede van den heer Ossendorp zeer onhandig was om den vorm en onpraktisch met het oog op de positie die de openbare onder wijzer in ons land inneemt en om de ver plichtingen welke hjj tegenover de open bare school heeft te vervullen. In de praktijk is hjj genoeg in de gele genheid om, zonder aanstoot te geven, te waken tegen ontaarding van de nationale gevoelens bjj de jeugd, in overdreven slaafschheid en aanbidding van ons Vor stenhuis. Daartoe behooren echter takt en juist begrip van spreken en zwjjgen. Op 't eind dan toch nog een zacht woord van protest. Ossendorp is onhandig geweest, en on praktisch. Hij kan immers toch waken tegen ontaarding, tegen „overdreven slaafsch heid* (sic) en „aanbidding van ons Vorsten huis» I Waarljjk, men moet zich bijvoorbeeld tegen verkiezingsdagen 1 wel «overdre ven slaafsch" gevoelen tegenover derge lijke openbare onderwijzers om met zoo zwak protest te komen aandragen, terwjjl de aangezichten van honderden ouders, on wrikbare palstaanders voor de openbare fcchool, nog gloeien van verontwaardiging, om zoo brutale aanranding van een der mooi ste idealen, niet alleen der openbare school. o Liberalisme van de Middelburgsche Courant, ondanks, neen ten gevolge van uw pitloosheid, wat zjjt gij toch gevaarljjk. De Beukelaar. Er is een nieuw christelijk sociaal week blad verschenen bijWerkman teGendringen. Een mooie Daam voor een chr. sociaal week blad. Mooier dan de Beukelaar, wat aan beuken doet denken, hadden wjj den naam de Werkman gevonden. Hoofdredacteur is dr. v. d. Laar, de man van „De Klaroen". In een hoofdartikel zet hjj uiteen 't drie erlei doel van het blad lo. Opwekking van Sociale belangstelling; 2o. van politieke belangstelling Bo. voeren van chr. politiek met meerdere vooropstelling, van de Herv. Kerk. In het 2e no. geeft «De Beukelaar" een artikel over „Lage Loonen", waarin sociaal onrecht vastgesteld en sociale ongerustheid geëischt wordt. In een duideljjk opstel wordt het onder scheid tussehen chr. sociaal en chr. socialist uiteengezet. De Beukelaar geeft voorts een sociaal preekje, een en ander over 't buitenland, een boekbeschouwing, een feuilleton, enz. Onuoodig te zeggen dat dit weekblad niet zal zjjn antirevolutionair of chr. historisch, geen coalitie of antithese aanvaardt, zelf standig eigen weg zal gaan met de a. r. pers nogal eens blijkt te zullen verschillen. Hier is niets tegen wanneer maar haar te voeren sociale en polietieke strijd niet meest negatief, maar positief mag zjjn. De heer Ossendorp schrjjft in de N. R. C. een woord van verweer. In ons volgend no. kopen wjj er iets uit op te nemen. De heele Zuid-Afrikaansohe pers is inge nomen met de benoeming van Herbert Gladstone tot gouverneur generaal van Zuid Afrika. Hebben de conservatieven en unionisten Zuid Afrika goudmagnaten en sohurken als Rhodes en Jameson en Milner bezorgd, de liberalen, nobeler dan hunne politieke tegenvoeters, hebben niets dan aangename indrukken aohtergeiaten. Dit is de grondtoon van alle beoordeelin gen. Met name De Volksstem zegt Geen Engelsohe naam wekt, door heel Zuid Afrika, waar Afrikaner tradities en Afrikaner gevoel overheersohen, zoo veel eerbied als Gladstone's naam, die nauw verwant is aan 'n hartstoehteljjke episode in de rijke geschiedenis van ons wereld deel. In de lange reeks van regeerings- daden, welke voor Zuid-Afrika de 19e eeuw gemaakt hebben tot 'n eeuw van onrecht, prjjbt 't staatsmansbeeld van Gladstone als 'n verblijdende uitzonde ring, als 'n tastbaar bewjjs, hoe 't Engel sohe volk toch ook vatbaar is geweest voor imf uleies van edelmoedigheid, voor drijfveeren van zelfbedwang en voor erkenning van 't recht der zwakkeren. En 't feit, dat Zuid-Afrika's eerste gou verneur-generaal Gladstone heet en den naam draagt van 'n alom gerespeoteerden vader, dat feit is voldoende om, wat oas publiek betreft, de keuze van 't imperiale gouvernement tot 'n gelukkige keuze ge stempeld te krijgen. Bovendien behoort de heer Herbert Gladstone tot de invloed rijkste voormannen der politieke partij in Engeland, aan wie de gewezen Boe- ren-Staten de constitutie danken, die vrede ea welvaart aan Zuid-Afrika be looft. Onze mensohheid is niet onmiddel lijk geïnteresseerd bij de intense inzie, welke thans 't vereenigd Koninkrijk ziek maakt en alleen 'n kleine sectie, onxer plaatselijke politici, met name de pro gressieve leiders, beschouwen zioh ver eenzelvigd met een der strijdvoerende groepen, de conservatieven. Doch dit neemt niet weg, dat 't ver klaarbaar en ook weldadig wordt geacht, dat de politiek, welke Zuid-Afrika be vrijdde van Milnerisme, ook in den per soon van den eersten gouverneur-generaal zal belichaamd zijn. Iu dezen geest schrjjven alle Zuid-Afri- kaansche bladen. Daar de benoeming van Gladstone pas in Mei plaats heeft, is 'l te ho pen dat 't liberale kabinet aanblijft. Dit is om nog meer andere redenen t9 wenschen. De liberalen zjjn vrjjhandelaarsde uit voer van enkele Nederlandsohe producten naar Engeland is daar goed mee. Ook voelen de toongevende liberale staatslieden, meer voor de vrjjheid van Kerk en School dan de unionisten. Wel dreigt ook het Engelsohe liberalisme, geljjk ten onzent,in radicalisme teverloopen; doch er is nog een breede kern, in wier han den 't gezag veilig is. De geest van het Engelsohe liberalisme is milder dan die van het vasteland liberalisme, en dan het Engel sohe unionisme en jingo-isme. Beide voor Nederland en Zuid-Afrika is 't gewenscht dat van de beide partgen die bij de verkiezingen op't oogenblik kampen om de meerderheid, de nnionist 't verliest. Bjj Kon. besluit is benoemd tot burge meester van Leiden, jhr. mr. N. C. de Gjjte- laar, chef van een bankiershuis te Gorinohem chr. historisch lid der Prov. Staten van Zuid- Holland voor 't kiesdistrict Gorinohem. B. en W. stellen voor afwjjzend te be schikken op 't verzoek van den Waleher- sohen Turnbond om 't gebruik van een gemeente-gjmnastieklokaal. Nadere adres sen van 't bestuur, en van dat van Excelsior zjjn nog ingekomen. Het eerstgenoemde blijft, als zijnde ongezegeld, builen behan deling. De heer Snoeck Eurgronje wil aan de wenschen van den bond tegemoetkomen, dooh hij wensebt meerdere inlichtingen van B. en W. om geen lokalen af te geven. De voorzitter zegt, dat herbaalde malen door den gyoanastiekonderwijzer wordt ga-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1910 | | pagina 1