NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 93.
1910.
Woensdag 19 Januari
24e Jaargang
CHRISTELIJK.
HISTORISGH
ht
'ff-
ver-
S
>f Mei
I).
lecht
arde.
it
cht
kzee.
Le
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te
F. P. D'HUSJ, te Middelburg.
Goes
PRIJS DER ADVERTENTIËN
UIT DE PROVINCIE.
ERD,
d, bg
ronlng
Goes.
UT,
it
Mi fl
it
Sint
)ij het
mid.
Adres
irg.
2,-
—4
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers 0,02'.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 ''ent.
De opgaaf van den spoordienst
komt In dit nommer voor op de ge
bruikelijke plaats.
H E R IJ K.
Middelburgook voor St Laurens en voor
Nieuw- en St-Joosland 19,20,21,25, 26,27
en 28 Januari, 1, 2, 3,4,8,9,10,11.15,16,
17,18, 22,23,24 en 25 Februari, 1,2,3 en 4
Maart.
18 Jan. 1910.
De opbrengst der Rijksmiddelen in De
cember 1909 is meegevallen. Zij was oirea
2 miljoen hooger dan die van December
1908.
Natuurlijk, mag men haast zeggen. Im
mers nagenoeg 1 miljoen werd meer opge
bracht wegens de verhooging van den
aoojjns op het gedistilleerd. Ook komt er
nog anderhalve ton bij wegens de opcenten
op vermogens- en bedrijfsbelasting.
Doch ook zoo blijft er nog ruim 9 ton over,
die als gevolg van normale hoo^ere op
brengst kan worden geboekt.
Vergeleken met de eijfers van 1808 heb
ben in December 1909 meer opgebracht de
volgende middelengedistilleerd f 928,000,
snikeraeoijns f 211,000, invoerrechten
f157,000, Bttooessiereohten f153,000, per-
soneele belasting f143,000, vermogensbelas
ting f 143,000, registratierechten f 119,000,
posterijen f 94,000,bedrijfsbelasting f88,000,
loodsgelden f 58,000, geslacht f 31,000, rijks
telegraaf f 28,000.
Minder werd in die maand ontvangen
uit de domeinen f146,000, grondbelasting
f 95,000, zoutacoijna f 38,000, de zegekeoh
ten f 14,000 en bieracogns f3000.
Wat de cijfers over 't geheele jaar aan
gaat verdient vermelding dat, in ronde
cijfers genomen, meer opbrachten o. a.
snikeraeoijns en zegelrechten elk 1 miljoen
in* oerreohten, vermogens- en bedrijfsbelas
ting elk 8i tongedistilleerd, registratie
rechten, rijkstelegraaf en posterijen elk 5
tonpersoneel 4 tongeslacht en loodsgelden
elk 2 ton.
Minder braohten op de wijnaooijns
f 12,000, die op het zout f 65,000 die op bier
en azijnen f58,000 en de eüooesBiereohten
f 11,000.
Het totaal over het afgeloopen jaar is
f 169,114,515,20, terwijl in 1908 werd ont
vangen f 162,556,940,77, zoodat de meerdere
opbrengst in 1909 bedraagt f 6,557,574,43.
De Minister mag derhalve zeggeneind
goed al goed ook al wijst een groot deel
der meerdere opbrengst minder op ver
meerderde welvaart dan wel op vermeer
derden belastingdruk.
Debat met socialisten.
Wg lazen dezer dagen, naar aanleiding
van een sedert reeds gehouden vergadering,
in Bet Gentrum
aDe beer Haazeyoet, die andermaal
is uitgenoodigd om in de openbare ver
gadering van de,S. D. A. P. afdeeling
Amsterdam VIII te komen debatteeren,
nn met den heer Van Vorst, heeft die
nitnoodiging geweigerd, op grond, dat
een debat over de al of niet vereenig-
baarheid van Godsdienst en socialisme
overbodig is, omdat op de vergadering
met dr- van den Brink, die onvereenig.
baarheid reeds voldoende is gebleken.
Nu nog eens een debat te herhalen is
zon weinig ernstig, dat het kinderachtig
genoemd kan worden. Bovendien is de
persoon van Van Vorst zeli het beste
bewijs, dat godsdienst en socialisme on-
vereenigbaar zjjn.
Nu het vast staat, dat van katholieke
zjjde geen debatters komen, is het vooral
zaak, de vergaderingen van de socialisten
niet te bezoeken. Het rumoer en de
vijandelijke houding tegenover katholie
ken op zulke vergaderingen betoond,
maakt een behoorlijke gedacbtenwisse-
ling ook overbodig.
De katholieken, die door Het Volk
honden worden genoemd, moeten het
vooral thans heneden zich achten der
gelijke vergaderingen te bezoeken."
Ook voor anti-revolutionairen en Chr.
Historischen dunkt ons dit het juiite
standpunt.
Zulk een debat leict tot niets.
Overtuigen doet men elkaar niet.
En de socialisten zijn tuk op zulke
debat-vergaderingen, omdat zij wel zorgen
dat er voor hen altjjd een flinke reclame
in zit.
Ziele-Onrust.
Ze zal wel om en bjj de v^jtig zjjn nu, maar
nog altijd is Heler, e Lapidoth-Swarth een der
meest bekende dichteressen van degenen,
die men de „jongeren" noemt.
Haar ziel zwerft om-en-om. Men kent
haar „Lied van de sterren".
Met dien sohokkenden regel„En of God
leeft weet geen" De eenvoudigste christen,
die wéét in wien bij gelooft, wil voor geeu
koninkrjjk ruilen met deze rijkbegaafde
dichteres, die zieleblind zoekend ronddoolt,
of ze Hem tasten en vinden mocht.
Haar jongste bundel heet „Bleeke luchten"
Lees na dit sonnet„Oude Tain"
»Eentonig droomig ruischt nog de oude water
molen,
Een haan klaroent, als uit een land'ljjk ver
gehucht
De leeljen-vijver slaapt, in bloemen blank ver
holen,
De linde-aroom doorzoelt de loome zomerlucht
De stille boomen staan en peinzen bij mijn
dolen,
Maar wijzen mij geen weg en wijden mij geen
zucht.
Ik soek mijn Vroeger-lk waar houdt ge u
bang verscholen,
O lieve schim van mij, die voor mjjzelve
vlucht
Nu dropplen, traag en zwaar, als warme tranen-
regen,
De bronzen klanken neer van 't vrome klokken
spel.
Mijn God 1 mijn ziel is moe van 't wand'len
mijner wegen,
Mijn ziel is dor van dorst, die brandt als vuur
der hel.
Mijn God, die mij verliet, nu laaf met liefde
zegen
't Verdwaalde lam, dat blaat naar Uw genade
wel 1"
Mijn ziel is moe
Ja, dat is wèl't einde van de wijsheid
der wereld I
Mijn God, die mij verliet
Neen God verlaat het dolend lam niet.
Maar dat lam moet tot de erkentenis komen
dat het snood van zijn God is afgedwaald t
Mocht Heline Swarth als „Nellie" nog
eens tot die erkentenis komenhoe
zonden d&n weldra de snaren harerharp
j abelen van dank 1 Onze Courant.
XXXIX.
Vrouwen- en Kinderarbeid 1
Onder het vele wat op sociaal gebied
onze aandacht vraagt,behoort ook 't vraag
stuk van den vrouwen- en kinderarbeid.
In het no. van 19 Maart 1901 van den
jaargang van Timotheus verscheen een
prachtig artikel van de hand van dhr H. B.,
van Lnmmel, over den titel hierboven om
schreven. Met kracht en klem trok h;j te
velde tegen dit onzalig stelsel. De cijfers
die hij gaf tot staving van zijn beweren nit
het naburige Dnitschland, deden ons hui
veren. Dat het reeds zoover gekomen was
in Duitschland en reeds zoover gekomen is
in Nederland, is een reden om over dit
vraagstuk nog iets te zeggen. Ook 't sooiaal
congres van Patrimoninm heelt zich er
tegen uitgesproken.
In conclusie 5 lees ik>De vrouw vindt
hare taak in de zorg voor den man en zijn
huis. In hois of huiselijk bedrijf kan zjj met
hem samenwerken en de inkomsten des
huizes vermeerderen, doch dit is bjjzaak
haar eigenlijke taak is het huis. Het leven
voor een vaste broodwinning buitenshuis is
geen taak voor eene vrouw, die een man
heeft".
Ook in onze kringen is men er van over
tuigd, welke nasleep van ellende der vrou
wen arbeid heeft. Wij dienen ons de vraag
te stellen, welke de oorzaken zijn van den
vrouwenarbeid. Het is toch in vele gevallen
geen liefhebberij dat de vrouw meegaat
naar het veld of de fabriek. Er bestaan wel
degelijk oorzaken. Een der voornaamste is
dat het loon van den man van dien aard is,
dat het gezin er niet van bestaan kan. En
nood breekt wetten 1 Noodgedrongen gaat
de vrouw mee om de inkomsten eenigszins
te stijven. Eenigszins, want van dat ver
diende loon dier vrouw moet weer heel wat
af voor uitbesteding der kinderen- Yoegt
daarbij d*t de noodige zorg niet aan 't ge
zin kan besteed worden. Denk aan den
overmatigen arbeid der vrouw, en ge weet
reeds genoeg van de ellende en jammer die
de vrouwenarbeid medebrengt. Nu is er
onderscheid tusschen den arbeid op 't veld
en in de fabriek. Vooral het laatste werkt
doodend en schadelijk voor het geestelijk
en zedelijk leven- Wat komt er terecht van
die vele vrouwen en meisjes, van die kleine
kindeien wier tehuis, de straat is Hebben
wij niet met ontzetting gelezen de sterfte
cijfers in Noord-Brabant en Limburg. En
moge dat vooral geweten worden aan ge
brek aan medisohe hulp, tooh is de aware
vrouwenarbeid mede een oorzaak. Dat dit
eenigszins gevoeld is in regeeringskringen
blijkt uit het feit dat bepalingen gemaakt
zijn, waar op straffe verboden is de zwan
gere en bevallen vronw binnen zeker tijd
perk arbeid te doen verrichten. Dat dit
slechts een lapmiddel is, behoeft wel geen
betoog.Maar wat is er aan te doen.Vooral in
de nijverheidscentra neemt de vrouwenar
beid reusachtige afmetingen aan. Vrouwen
en kinderen moeten in de fabriek, mijnheer
staat al te wachten wanneer het kind den
leeftijd van 12 jaar bereikt heeft, 't Is voor
onze maatschappij geen vooruitgang en
wrange vruchten zal de toekomst sohenken
als loon voorden vrouwen- en kinderarbeid.
Maar wat er aan te doen Er zijn er die met
éen slag allen dergelij ken arbeid zoudenwil
len verbieden. Maar gaat dat op Naar onze
meening kan dit niet, zoolang de man niet
genoeg verdient tot onderhonding van zijn
gezin Dat is een belangrijk motief waar mee
te rekenen valt. En waar onze volKsverte
genwoordiging wetten maakt,die niet klop
pen met de practjjk, daar dient een andere
richting te worden ingeslagen.Letsleehts op
de leerplichtwet die zioh niet aansluit aan
de omstandigheden, maar alleen een massa
werk geeft voor ambtenaren en kantonge
reoht. Praotische kennis is voor de volks
vertegenwoordigers noodig om oen wet in
elkaar te zetten.Het gaat niet aan ook in het
landbouwbedrijf om te straffen met geld
boete of gevangenisstraf die ouders die de
verdienste hunner kinderen niet kunnen
missen. Maar trots dit alles, big ven wij be
weren met conclusie 5 dat de vrouw in het
gezin behoort. De man zal in het zweet zjjns
aansohijps zijn brood eten en wij buigen ons
onder dit jnk ais straf der zonde. Maar voor
de vronw pleiten wij als behoorende in het
gezin, om zegen en aangenaamheid aldaar
te verspreiden. Wie geeft hier een genees
middel P Men wil wettelijk beperken en ge<
leidelijk afschaffen, maar hoe dan als het
gezin om brood roept en men verbiedt de
aanwezigo Fr ach ten te gebruiken? Dat leidt
tot botsing en onverschilligheid waarvan
de praotijk droevige bewijzen geeft. Men
kan de menigte die worstelt om haar brood
met groot en klein niet laten verzinken in
lichamelijke en zedelijke ellende. De recht
vaardige erbarmt ziob zelfs over zjjn vee, en
zou men dan 's lands vrouwen en kinderen
laten ondergaan in pijn en smart, afgebeuld
door de nijpende levenszorgen en ontberin
gen Bij al de vooruitgang en beschaving is
de vrouwen- en kinderarbeid een slag in 't
gezicht dier beschaving. Tegen het bederf
der maatschappij,het uiteen rukken van het
gezin, zullen wij steeds getuigen, En ieder
die in deze richting iets kan doen, werke
mede dat de gehuwde vronw blij vein het
gezin. C. H.
De oud-gouverneur generaal Van Heatsz
geboren in 1851 te Coevorden, is nit Indië
te Parijs aangekomen. Een redacteur van
Eet Hbld. ondervroeg hem en geeft hiervan
in zijn blad het volgende verslag.
In de eerste plaats dan, zei hij, kwam het
er op aan het Nederlandsche gezag feitelijk
en blijvend, tot in de meest afgelegen bui
tenbezittingen te festjgen. Met een schjjn-
gezag, dat onvoldoende bleek zoodra een
of andere hervorming moest worden inge
voerd,kon niet worden volstaan.Met praten
krijgt men op dit pant niets gedaan jslechts
door de macht van het regeeringsgezag te
doen voelen krijgt men den geordenden
toestand, die de noodzakelyke grondslag is
voor verder optreden. Dit is thans gebeurd
en de rustverstoringen, die nn nog hier en
daar voorkomen,zijn van geen belang meer.
Meestal zijn trouwens dergelijke voorvallen
niet ernstiger voorgesteld dan ze waren ;de
heer Boissevain die op mjjn aanranden is
gaan kijken op de toen juist «oproerige"
Westkust van Sumatra, weet daar weer
alles van. Op het tot-rnst-brengen volgde
dan in de buitenbezittingen de nitwerking
van het stelsel van decentralisatie, ook voor
die landstreken die indirect, dat wil zeggen
door de vroegere hoofden, onder toezicht
van de Nederlandsche regeering, bestaard
worden. .Het gevolgde stelsel was de ver
schillende landstreken elk een eigen kas te
geven, waarin de in de streek geheven be
lastingen worden gestort en waarmee de
vorst slechts in zooverre te maken heeft,
als hij er zjjn civiele Ijjst nit trekt. Uit die
kas worden dan eerst slechts de onkosten
van het gewest zelf bestreden; op den
dunr moeten ze echter oek naar verhouding
bijdragen in de uitgaven voor geheel Indië.
Dezs regeling staat weer in verband met
het einddoel waarnaar voortdurend moet
worden gestreefd de zelfstandigmaking van
Indiö. Onze Oost moet een onafhankelijk
rechtspersoon worden, die zelf beslist over
en zorgt voor zjjn inkomsten en uitgaven.
Natuurlijk kan het moederland een alge-
meene conti 61e over delndisohe begrooting
blijven behouden, maar de tegenwoordige
toestand, waarbjj het volstrekt niet des
kundige Nederlandsche parlement beslist
over eiken post daarvan afzonderlijk, is
glad verkeerd. Gelukkig is het waarschijn
lijk dat in dezen verandering zal komen, al
kan vooruit niet worden voorspeld welk lot
het wetsontwerp, waarbij dit zal worden
voorgesteld, in de Earner hebben zal. Maar
tot het scheppen van een zelfstandigen
Indischen staat met rechtspersoonlijkheid
met recht van beschikking over inkomsten
en uitgaven en natuurlijk ook met een
eigen staatsschuld een land zonder
schuld is nu eenmaal niet bestaanbaar
zal het in elk gsval toch moeten komen.
Naast deze quaesties van het allergrootste
belang staan weer andere die ook van ge
wicht zjjn voor den richtigen gang van
zaken, al komen zs ook eerst op het tweede
plan.
Zoo is in den laatBten tjjd de noodza
kelijkheid gebleken van een nadere rege
ling van de positie der vreemde Ooster
lingen. Ten aanzien van hen zal een ander
stelsel moeten worden gevolgd. Op het
oogenblik wordt hun het immigreeren vol
strekt niet bemoeilijkt, maar zjjn ze zeer
beperkt in hun vrjjheid van beweging
dit nu moet juist worden omgekeerd. Ten
einde den toevoer van paupers te weren,
die we niet gebruiken kunnen, moeten de
toelatingsbepalingen worden verscherpt, en
de toelating van het bezit van een zeker
kapitaaltje worden afhankelijk gesteld. Zjjn
ze echter eenmaal toegelaten, dan moet
hun positie aan die van de Westerlingen
gelijk worden. Natuurljjk geldt dit alles
niet voor de schraal bevolkte buitenbezit
tingen, waar de voor ontginning en aanleg
van spoorwegen noodzakelijke arbeids
krachten ontbreken en waar dus voorloo-
pig de vreemdelingen zonder eeaige be
perkende bepaling kunnen woiden toege
laten. Een voornaam vraagstuk is verder
dat van het inlandsche onderwijs. Door de
dessa-scholen, die geleidelijk gesticht wor
den, en die met het Nederlandsche lager
onderwjjs knnnen worden geljjk gesteld,
moeten den gewonen inlander de elemen
taire beginselen worden bijgebrachtvoor
de meer begaafden onder hen dient dan
een speciaal hooger onderwijs. Dit alles is
op het oogenblik in wording, maar vooral
op dit pant is het van belang geleidelik
te werk te gaan en niet maar hals over
kop scholen te stichten, die al te groote
uitgaven zouden vereisohen. Eindeljjk heb
ik overal zooveel mogeljjk gestreefd, naar
de bevordering van de groot-industrie,
naar den aanleg van spoorwegen en stoom-
vaartljjnen, die onontboerljjk zjjn om een
land tot bloei te brengen, naar een billijker
regeling van het mjjnwezen, en zoo meer.
Maar dit alles zjjn quaesties die niet van
speciaal-kolonialen aard zjjn, en die ieder
tegenkomt die zich met staathuishoudkunde
bezighoudt.
Zal naar uwe meening het beleid van
uw opvolger in dezelfde ljjn .liggen als
het uwe t vroeg ik den heer Van Heutsz.
Geheel in dezelfde ljjn. Minister Iden-
burg en ik hebben samengewerkt aan ;het
tot standbrengen van wat thans bestaat,
en hg zal ongetwjjfeld op dezelfde wijze
daarmee voortgaan.
Nog een laatste vraag, Excellentie- Is
het uwe bedoeling na uwe terugkomst in
Nederland ook verder actief met de kolo
niale politiek u te gaan bezighouden f
Neen, neen, daar denk ik niet aan. ik
ga nu uitrusten van mjjn werk, en laat
wat er verder te doen is aan de jongeren
over. Degenen die hun tjjd gehad hebben
meeten zich er verder buitenhouden. Ik
heb zelf te dikwjjls kannen constateeren
hoe weinig waarde de adviezen van oud
gedienden hebben, die niet meer in de be
weging zjjn en zich de toestanden nog
altijd big ven voorstellen zooals ze waren
in hün tijd, om zelf een dergeljjke fout
te begaan. Natnurljjk zal ik mjj niet ont
trekken als bij uitzondering eens ten aan
zien .van een speciaal punt mjjn advies
mocht worden gevraagd, maar voor de
rest houd ik mjj er voortaan buiten.
De heer v. Heutsz zal zich in ons land
metterwoon vestigen te Jutfaas.
Het Leidsch Dgbl. verneemt, dat de
benoeming van mr. N. de Gjjselaar,lid van de
firma N. O. de Gjjselaar en Co., commission-
nairs in effecten te Gorkum,tot burgemeester
van Leiden, zoo goed als vast staat. De heer
De Gjjselaar is chr. historisch.
Op verzoek plaatsen wij 't volgende
bericht
Kerkorgels. In de fabriek van den heer
A. Standaart te Rotterdam is dezer dagen
weder een nienw kerkorgel gebouwd. Deze
fabriek bestast nog slechts enkele jaren
dooh geniet reeds een goede reputatie. Een
onlangs door haar geleverd orgel in de Ned.
Herv. Kerk te Woudriohem werd bjjv. bij
zonder gunstig beoordeeld door den beken
den Fanl de Wit te Leipzig. Bi hoofdzaak
legt de heer Standaart zioh toe op 't pneu
matisch systeem, waarvan hij verzekert alle
bezwaren te hebben overwonnen. In dit
systeem wordt geen veertje of soharniertje
gebruikt wat zou knnnen weigeren. De
zeker werkende technische samenstelling
weerstaat, naar de fabriek verzekert,alle
invloeden van het weder en de temperatuur.
Het orgel dat thans voltooid werd is ge
bouwd in den stijl van de kerk waarvoor
hst bestemd is. Het is een dénklaviers met
10 registers, pl. m. 600 sprekende pijpen en
een door een transmissie van bjjzondere
soort tooh vrij pedaal. De kenze der regis
ters en de zaohte intonatie zijn te prijzen.
De registratie is deor den organist onder het
spel zonder moeite nit te roeren. Het geheel
maakt eea aangenamen indruk.
Vllssingen. Daar de bevolking van deze
gemeente, volgens de officieele volkstelling,
meer dan 20,000 bedraagt zal bjj de eerstvol
gende periodieke verkiezingen, het aantal