NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND No. 88. 1910. Donderdag 13 Januari 24e jaargang HISTORISCH JONATHAN MERLE. CHRISTELIJK- VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Valsche neutraliteit. FEUILLETON. i IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,02®. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 '■ent. E Jaren aaneen is door de iberalen gezegd dat de godsdienst te heilig was om die in de (openbare) school te brengendat, uit liefde juist voor godsdienst, deze van de school moest gebannen blijven dat men den kin deren niets leeren moest wa\ boven bun bevatting ging. De eenvoudigste zelfs onder ons begreep dat al dit zeggen slechts een schild was om de vijandschap tegen den godsdienst te dekken die de vrijzinningen tot dien eiseh van neutraliteit drong. Maar hun woord heelt vrucht gedragen en eer hebben zij van hun werk. De dogma's" zijn uit de school geweerd. Een «neutraal, geslacht is gekweekt. Niets wordt meer geleerd dat de godsdienstige overtuiging v«n den anders-„denkende" te na zou komen. Maar nu zijn de leerlingen bezig verder te gaan dan de meesters. Eenige weken geleden heeft de openbare onder* ijzer F. L. Os endorp, als voorzitter van den Bond vanNederlandsohe onderwij zers te Leiden onder meer betoogd De onderwijzers kunnen de kinderen niet leeren, wat boven hun bevattings vermogen ligt. Zij mogen hen geen liede ren laten zingen, welke ze niet oegrijpen kunnen. Zij kunnen hun niet duide lijk maken, welke staatkundige be- teekenis, volgens velen, de geboorte van 't prinsesje voor ons volksbestaan heeft. Zij kunnen hen (dat zijn de kinderen)niet doen gevoelen, waarom ze moeten juichen en jubelen bij de geboorte van een Ko ningskind en niet bij de geboorte van een ander kind. Zij kunnen hen niet doen inzien, dat het Koningschap de voorkeur verdient boven den Republikeinsohen Staatsvorm. Omdat ze dat alles niet kun nen,daar het valt buien het waarnemings- en bevattingsvermogen der leerlingen, en omdat bovendien de school geen aanstoot mag geven aan iemand, ook niet aan hen, die een republiek verkiezen boven een monarchie, daarom is dat alles voor de lagere school uit den booze. Tot zoover deze voorzitter. Hij is zeggen de verslagen in de bladen luide toegejuicht door die openbare on derwijzers, van welke velen 't nogal met bem eens schenen. Maar een ander deel die niet aanwezig waren,en eenige bekende vrijzinnige sohool- 15 „Dat daoht ik", zei juffrouw Avis, „om dat men dat toeh niet uit de luoht kan halen I" „Dan zal ik mijn huurder waarschuwen. O, juffrouw Avis, bakt u vandaag, mag ik u helpen Juffrouw Avis was juist begonnen haar eigen gebakken brood uit den oven te halen. „Zou juffrouw Merle een brood willen aan nemen P" vroe0 zij. „Gaarne", was het antwoord, „uw brood smaakt altijd naar Broomhill, en dat is heerlijk 1" Een schaduw volgde op den glimlach, die zijn woorden te voorschijn hadden geroepen, zoodat Merle zeide„Is er iets niet in orde Ik ben misschien onbescheiden, maar ik weet dat het harde tijden zijn 1" „Dat zijn het, mijnheer Merle," zei Avis, „wij voelen het gemis van hetgeen waarvan wij afstand hebben moeten doen. Maar wat is er aan te doen? De betaaldag komt, en als je het hebt, is 't goed en als je het niet hebt „ik geef je een maand uitstel", wat hetzelfde beteekent als iets vorkoopen en minder te hebben om mee verder te gaan I" „Admiraal Hargrove heeft een derde van de huur laten vallen in het laatste jaar „Dat weet ik", zei Avis, „dat heb ik mijn heer 8aokwille ook gezegd, maar hij zeide dat Lord Wy borough niets liet vallen en mannen - o.a.Meerkerk - heeft 't geval zeer ontsteld en zij hebben zioh gehaast in de bladen te vertellen dat zij zóóver als dhr Ossendorp volstr -kt niet wensohen te gaan. EersfgS iOeaide erkent 't zelfs ruiterlijk nu is 't Ossendorp, nu zijn het de openbare onderwijzers zeiven, die de openbare sohool afbreken. Juist wat wij altjjd beweerd hebben. Wij hebben ons nooit bijsonder in den strijd tegen de openbare sohool gemengd, ook omdat wij die toch veel beter toevertrouwd achtten aan de hoeren onderwijzers zeiven. En ook nu mengen wij er ons niet in, dooh wijzen slechts op enkele feiten. In de eerste plaats op de uitspraken van bovangenoemden heer Ossendorp en zijn aanhang. In de tweede plaats op de pro testen daartegen van voorstanders der open bare school zei ven ingebracht. Wat eerstgenoemde aangaat, het is nog nooit van die zijde zoo openlijk uitgespro ken Ze kunnen niet (zoo zeggen ze) aan de kinderen duidelijk maken, wat het Oranjehuis voor Nederland is geweest en wat de geboorte der prinses nu méér inhad dan de geboorte van elk ander kind Ziedaar de oonsekwentie der zoo geest driftvol door de vrijzinnigen bezongen neu traliteit En wat laatstgenoemden aangaat, al deze genoemde en ongenoemde tegensprekers beweren dat genoemde voorzitter slechts de meenina van een kLine minderheid der Bondsleden vertolkt beeft. Maar minderheid of meerderheid, zoo kan 't niet blijven. Wij,die het openbaar onderwijs zoo goed mogelijk houden of maken willen, kunnen hier niets tegen doen. Mear de heeren van de openbare sohool zeiven beboeren nu door te tasten. Terecht wijst in de N. Rott. Crt. een in zender er op, dat in dit geval de //goedge zinde" meerderheid één van tweeën doen moetOf e n motie van afkeuring tegen dien voorzitter uitlokken, of dien Bond verlaten. Laat ons zien wat men doen zal. Dooh zoo laten kan men 't niet meer. De tiendui zenden voorstanders van openbaar onder wijs, tevens liefhebbers van het Oranjehuis, voorstanders van het Koningschap, oprechte beminnaars van het Koninklijk Huis, en vooral van de Prinses, zien met belangstel ling uit naar eene gebeurtenis die de.soheure tussohen de beide groepen in de openbare sohool voltrekt. mijnheer Korle ook niet. Ze zullen het teoh moeten doen, als wij geruïneerd zijn en het land ook,dan zullen de huren lager worden 1" Dergelijke woorden uit den mond van den opgewekten Avis schokten Merle. „Zij rekenen op je gehechtheid aan de plaats, waar jij en al je kinderen geboren zijn I" zeide hij bitt-.r. „Niet allen", zeide Avis, Tom en Frances komen met ons an Worcestershire, waar vader stierf. Vaders tweede meeder maakte het Maria en mij niet gemakkelijk, daarom gingen wij weg, maar behalve die jaren ben ik hier altijd geweest.En drie jaren geleden beloofde m jnheer Saokville dat ik meer ge bouwen krijgen zou, zoodat wij een groote ren veestapel konden houden en boter ver- koopen in Medlar. Maar hij heeft het niet gehouden en nu wc rdt 't naar elders gezon den en is het te laat, en ik heb ook geen middelen en ook niet genoeg van ééo soort van wat zij noodig hebben. Ralt kan het, maar hij heeft ook een mooi gebouw gekre gen, en op zijn tijd. Mijn hart is vaak be zwaard,maar de vrouw geeft mij altijd weer jnoed 1" „Ik denk altijd maar dat alles ten beste geleid wordt 1" zei de vrouw nederig toe» de doaainé haar glimlachend aankeek „Is het ten goede, dat de sterkeren in halig zijndat wil er bij mij niet in", zei Merle. „Wel, mynheer, het zal ten goede eiu. digen," seide zij, en Avis, bang dat hij den dominé op verkeerde gedachten gebracht had, viel in „Het doet niets geen goed daar- Zoo ooit, dan zijn de oogen nu, ook in die kringen, geopend voor 't goed reoht der vrije sohool, en van Groen van Prinsterer's beproefde leuzeDe vrij i sohool regel, de staatsschool aanvulling. In aansluiting aan bovenstaaade hoofd artikel nog het volgende De heer Klaas de Vries, oud-hoofd eener school heeft in een vergadering van „Volks onderwijs" te Zaamslag gezegd, dat art. 35 der wet op het Lager Onderwijs den waar borg geeft, dat het onderwijs in de openbare school gebaseerd is op de ethische beginselen welke het Nieuwe Testament bevat. Maar de heer Ossendorp heeft gezegd dat den kinderen een liedje te leeren bij de geboorte van prinses Juliana is uit den booze. Terecht sohrijft Luctor et Emergo ons anti-revolutionair orgaan voor Zeeuwseh- Vlaanderen „Het onderwijs is gebaseerd op de ethische beginselen, die het Nieuwe Tes tament bevat en den kinderen een liedje te leeren by de geboorte van prinses Jnliana, is uit den booze. „Wie brengt dit met elkaar overeen? „Er zijn in onze omgeving tal van openbare onderwijzers. „Zeeuwsch-Vlaanderen telt een 90-tal leden van bovenbedoelden Bond. „Zou een hunner niet zoo vriendelijk willen zijn, ons duidelijk te maken, wie van beide sprekers het bij 't rechte eind heeft „En tevens de vraag beantwoorden, wie aan de openbare school de meeste afbreuk doen de voorstanders der bijzon dere school,, of wel opvoeders der jeugd gelijk de heer Ossendorp?" Wij hebben niet gemerkt dat een dezer heeren de redactie geantwoord heeft op haar laatste vraag. Maar wel dat anderen dit voor hen gedaan hebben. Zeer beslist deed dit een openbaar onder wijzer in de N. R. Ct. van 31 Dec. 11. Deze schreef Nog niet zoo lang als de heer Meerkerk heb ik mijn krachten gewijd aan het open baar onderwijs, doch zeer aeruimen tijd vrees ik dat zeer velen van hen,die strijden voor de openbare school, deze meer kwaad doen dan haar bitterste vijanden en telkens meer ga ik de treurige wantheid inzien van hetgeen een ouder collega eens over te denken. Mijnheer William kent de wet en i@keni daarmee - en mijnheer Saok ville doet zijn best om zijn meester pleizier te dotn-hij wordt er voor betaald, en na tuurlijk gaat miju groot gezin hem niet aan 1" „En ik vind altijd dat eeu groot gezin bij zonder gezegend wardt", zei juffrouw Avis, „de kindereu moeten elkaar helpen en inschikken. En Franoie was op een goede schoei en heeft er goed geleerd,z odatzij nu de kleintjes leeren kan, en wij geen school geld behoeven te betalen," „Ik wilde, dat mijnheer Ralt er ook zoo ever daoht", zsi Merle. „Het is schande zooals hij Gilbert behandelt, vooral iu het geldelijke." «Kalt zal het hem lat-r wel vergoedeD,* zei Avis opgewekt. „Zjjn Tom en Gilbert nog altijd even goede vrienden?" „Nog altijd," zei Avis siet een gezicht dat duidelijk zeideik zou wel meer kunnen zeggen als ik wilde. »ik zag Gilbert weggaan toen ik hier kwam*, zei Merle. »Bij ons is hij niet geweesf«,zei Avis glim lachend nadat hij zijn vrouw had aangezien. Merle kerk verwonderd en Avis voegde er haastig aan toe: »Het is iu orde, mijnheer. Gilbert kan hier altijd komen als hij wil.Hij is een flinke jongen enRalt zal hem te zijner tijd wel geven wat hem toekomt." Merle vond beter om niets meer te «eggen en zeide, dat hij nog eenige bezoeken in Puokledown moest maken en Harry zou op- mij zei„De openbare sohool wordt niet gedood door de kerkdijken, zjj doodt zichzelf". Genoemde heer Meerkerk, een der ijverig ste propagandisten voor de vrijzinnige par tijen en de openbare school heeft zich op dit laatste punt, even beslist in denzelfden geest uitgelaten. Hij schreef De heer Ossendorp heeft mij zeer ge daan j des te erger daar hij mjjn sympa thie voor het openbaar onderwijs heeft geknakt En de heer Hans, een niet minder heet gebakerd vrijzinnig propagandist schrijft in diezelfde N. R. C. van 31 Dec. «Ook ik, die op de openbare school mijn opleiding heb genoten, en er later gedurende eenige jaren van m'n leven heb gewerkt, die haar oprecht en warm 'iefheb, haar in verkiezingstijden keer op keer met warmte en geestdrift heb verdedigd en neg steeds in haar zie de gezegende plaats, waar de kinderen van ons volk kunnen samenkomen, om in eendracht en verdraagzaamheid, maar niet in antinationalen ztn, te worden op geleid en opgevoed ook ik, en meer deren der jongeren met my zie met groot en innig leedwezen, hoe velen der openbare onderwijzers zelf in de laatste jaren bezig zijn, de liefde voor de school te knakken en er een soort neutraliteit willen brengen, die er niet thuis hoort, en die van werkelijke neutraliteit een caricatuur is. Waar de voorstanders der openbare school schouder aan schouder dieneu te staan, vooral in de jaren, die aanstaande zjjn, jaren, moeilijker en dreigender dan er ooit ziju geweest, omdat men het: de bijzondere school regel, de openbare uitzondering, in de wetgeving zal trachten neer te leggen, déar komt een deel der openbare onder wijzers zelve ter wille van een misvormd neutraliteitsbeginsel in eigen kring ver deeldheid zaaien, de kracht van verweer tegenover de bijzondere school breken en den teg nstanders zelf wapenen ten aanval verstrekken. Het gaat mis, het gaat verkeerd zoo zeggen velen, die de openbare school van harte lief hebben, in stilte.» Dergelijke klachten zijn door meerdere gevolgd. W ij zonden haast met de menschen te halen als hij terug kwam. „Blijft u dan theedrinken vroeg juffrouw Avis. Hij beloofde het en juffrouw Avis ging Frances zoeken. Zjj had aan haar gezicht gezien dat iets haar „hinderde»; maar Frances was geen eigen dochter, ofschoon zjj zoozeer thuis was dat alle menschen veronderstelden dat zjj een eigen kind was. Juffrouw Avis voelde zich intusschen nooit zóé met haar als met hare andere kinderen. Frances was niet ver trouwelijk van aard en in het drukke leven, waarin zij bijna nooit alleen met elkander waren,7: was de terughoudendheid steeds grooter geworden, totdat zjj, ondanks al hun liefde en zorg voor elkander, toch als vreem den tegenover elkander stonden. De moeder voelde het nu by zonder nu zij dacht hoe haar kind thans stond op het groots punt in het vrouwenleven haar kleine verlegen Fran- cie, nog zoo kinderlijk, dat het moeilijk in te denkeu was dat zij al vrouw en 21 jaren was, Frances zat alleen in de koude voorkamer bezig een kous te maken met zulk een ze nuwachtige baast en eene uitdrukking op haar gelaat die de moeder deed vragen „Is er iets kind P» Frances werduur rood en boog dieper over haar kous zonder te antwoorden. „Heeft Gilbert Ralt iets gezegd, dat je on aangenaam is P" «raagde de moeder. „Ja, moeder." „Wat was het, kind Wat heeft hij tegen je gezegd, Francie „Hij wilde, hij vroeg." Zij kon er de woor- doea krijgen, die nu al zooveel jaren de neutraliteit op den Christus en het Woord Gods hebben toegepasten nu op eenmaal zoo droevig worden opgeschrikt voor de consekwenties van hun eigen stelsel, het welk de sociaal democratische onderwij zers willen doortrekken ook in betrekking tot het leeren zingen van nationale lie deren. Maar nog eens de openbare sohool is in 'i gedrang. Mogen zij er haar alsnog uithelpen. Maar dan moet alle futloosheid uit hun kringen worden geweerd. Immers in diezelfde N. R. G, komt een Bondslid het volgende vertellen De Bond van Ned. Ond. telt omstreeks 7000 leden. Een zeer groot deel der men schen, werkzaam bij het openbaar onder wijs, zijn niét aangesloten (hoofden van scholen mogen geen lid zijn, vele ondei- wijzers(essen) willen het niet zijn). De niet aangeslotenen zijn natuurlijk de lui, die 't met de Bonds-ideeën in 't algemeen niet eens zijn, die zioh over de „absolute neutraliteit" waarschijnlijk nog nooit druk hebben gemaakt. Van die 7000 leden bemoeien liohoirea 4000 Dooit met den gang van zaken, wat duidelijk uitkomt als er een referendum wordt gehouden. Zelfs bij de gewichtig ste kwesties worden nooit meer dan 3000 stemmen uitgebracht. Eu van dié 3000 bemoeien zioh een vrij groot deel alleen maar in zoo verre met de zaken, dat zij stemmen. Een ijverig collega haalt de steiabrieijes op z'n «ohocl wel even op. U ziet mijnheer de redacteur, het aantal leden, dat zich werkelijk met de zaken bezig houdt, wordt steeds kleiner. De lui, die zich niet druk maken met allerlei kwesties, welke in een onderwijzersbond aan de orde moeten komen, zullen zeker ook weinig gevoelen voor de groote be langrijkheid van een op de spiti gedre ven «absolute neutraliteit". Er rest dus alleen nog de categorie „trouwe vergaderingbezoekers", die zich weer laten verdoelen in „neutralen" en „rooien*. De neutralen zjjn de mensehen, die niets van politiek in den Bond willen weien, anti-sociaal democraten, die voor een belangrijk deel natuurlijk niets ver schrikkelijks vinden in het zingen van een Oranje liedje, ets. Een vierde of vijfde deel der leden vau eene afdeeling bezoekt de huishoudelijke den niet uitkrijgen. „Vroeg hij of jij van hem hield", zeide de moeder met een teederen glimlach, hopend dat het verdriet slechts de verschriktheid van een jong meisje was. «Ja moeder," bijna onhoorbaar. „En kon je dat niet Frances wierp haar kous op de tafel. „Ik hield van hem maar ik zal nooit meer van hem houden, nooit", en zjj holde de kamer uit om hare tranen te verbergen. Juffrouw Avis ging naar dè keuken terug met een schaduw op het gelaat, „Nu vrouw?" zei Avis vragend, terwijl zijn gez:eht haar schaduw dadelijk weerkaat ste, wat er niet beter op werd toen hjj het gebeurde vernam. „Het is leeljjk, nadat hij al dien tijd is aangemoedigd 1" „Zjj heeft hem niet aangemoedigd. Wij en Tom -hebben het gedaan meer dan wjj haddon moeten doen maar ik dacht dat zij van hem hield. En z;j zou het gedaan heb - ben, als hij op de goede manier te we Gr ge gaan was. Hjj meent het altjjd goed, maar bjj kan het niet zeggen. Het spy t mij. Hjj hield veel van haar." „Zou je denken, vader, als ik eens met, haar praatte, dat dat helpen zou Avis schudde het hootd. „Als ze ooit zegt wat zjj wil, dan is het ook zoo. En dan, Emily, ah hij niets beters doen kan dan haar boos maken, als hjj het zóó goed bedoelt, hoe zou hjj haar dan later wel in 't nauw brengen als haar getrouwd had {Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1910 | | pagina 1