NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 87
1910.
Woensdag 12 Januari
24e Jaargang
JONATHAN MERLE.
HISTORISCH
CHRISTELIJK-
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
UIT m
F. P. D'Hü:J, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie „maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
De opgaaf van den spoordienst
komt in dit nommer voor op de ge
bruikelijke plaats.
H E R IJ K.
Middelburg, ook voor St Laurens en voor
Nieuw- en St-Joosland 4, 5, 6, 7,11,12, 13,
14, 18, 19, 20, 21, 25, 26, 27 en 28 januari,
1, 2, 3, 4, 8,9,10, 11,15,16,17,18, 22, 23,
24 en 25 Februari, 1, 2, 3 en 4 Maart.
Duitschland en Nederland.
De vraagHoe koest het tooh,dat Duitsch
land naast invalidileits-, ouderdoms- en
ziekteverzekering nu met 1 Januari,ook een
wettelijke 10-urandag krijgt, terwijl wij in
Holland van dat olies niets hebben wordt
door De Nederlander als volgt beantwoord
In de eerste plaats dan is er het verschil
in regeeringsvo?m tuescben Duitschland
en ons land. Duitschland neeft sen heel wat
krachtiger regeering, doordat de wetgeving
daar niet wordt uitgeoefend door telkens
wisselende Ministeries, wier politieke in
zichten onderling vaak heel wat verschillen,
maar door den Bondsraad en Rijksdag, die
kunnon blijven samen werken,en niet afhan
gen van allerlei ministrieele crisissen.
De overheidsbemoeiing met a.bei
den: is voorts in Duitschland van oudsher
bekeud, inheamsoh, mag men wei zeggen,
en dat is zij bij ons niet.Ons volk is altijd
prat geweest op vrij weid ea volksrechten,
niets gevoelende voor overheidsbemoeiing,
noeh geneigd eihen inzichten prijs te gevcp
voor regeling van het maatschappelijk leven
van bovenaf. Nog altijd is het Duitsehe
»maesregeln« bij ons gehaat en als plant van
vreemden bodem verfoeid.
De Duitsohe arbeider daarentegen is vsn
oudsher in aanraking met, een tijdlang selfs
onder zekere voogdijschap van cle overheid
geweest, en is aan overheidbemoeiïng ge
wend.
Bovendien is de economische positie
van Uuitschland eene geheel andere dan
die van Nederland.Onze Oostersehe nabuur
heeft zioh door den oorlog met Frankrijk
belangrijke finanoieele voordeelen verwor
ven, en leeft bovendien onder een stelsel
van beschermende rechten, dia veroorloven
aan de industrie groote lasten op te leggen,
zonder dat deze onder die lasten bezwijkt.
Na de zeventiger jaren ontstond wel een
reactie, het gevolg van den overvloed van
14
FEUILLETON.
„Wreek het niet, wreek het niet opTom.
Het is niet zijn schuld. Hg wilde altijd dat
ik, dat ik
„Vriendelijk voor je was",waren de eeni-
ge woorden,die zij bedenken kon en dat kon
zij niet zeggen. Gilbert wachtte even bij de
deur, terwijl zijn dunne lippen zioh verach
telijk krulden, voorzoover zij dat ten minste
toelieten.
„Zoo", antwoordde bij met bijtend sar
casme. „Dus hebt gij met Tom ges roken
over iets dat gij nooit verwachtiet of waar
aan gij nooit gedacht hebt I"
„Neen nooit," zei Frances opnieuw blozsnd
door de beschuldiging.
Gilbert's woedde barstte los.
„Je denkt, dat je me voor den gek kunt
houden zooveel je wilt", aeide hij, maar daar
vergis je je in. Ik hab a ij erger vergist,veel
erger, want ik vertrouwde jou" en het
koepeltje verlatend haastte hij zioh door de
appelboomen heen naar den muur, sprong
er over, en viel vlak voor den eerwaardi-
gen Jonathan Merle neer.
„Maar Gilbert I" aside daze verwonderd,
maar hij gag niets dan heel even het gelaat
van den man, strijdend om zijn tranen in te
houden en toen was Gilbert langs hem heen
den heuvel afgevlogen. Een grooten niet
terug te dringen snik uitte hij, daarna zege
vierde zijn sterke wil, hij drong de tranen,
naar geld n<ï de afbetaling der Fransoha
corlogs-sohatting en van de speculatie-woe
de in 1873 en 1874,maar toen Bismarok van
den Rijksdag de goedkeuring verkreeg van
zijts voorstellen ter bescherming der rijver
heid, is alom een ontwaken, e*n opbloeien
van de volksenergie fa cccsfatoeren ge
weest, die, onder de krachtige leiding van
Bismarok, het besef der volkseenheid heb
ben versterkt'.
Bismarok was echter tegelijkertijd eer.
krachtig voorstander van de Staatsinmen
ging op sociaal gebied, waarvan hij beteu
geling ven het oplevend socialisme ver
wachtte, en onder zijn régime, dat met de
Duiisohen aard overeenstemde, werd de
grondslag gelegd voor het Riikspensioei;-
loads voor werklieden ingeval Van ziekte,
invaliditeit en ouderdom, eea regeling, die
ia de volgende jaren herhaaldelijk isherzien
en gewijzigd.
Bij ons is dat aUes cnders.
Onze Industrie is betrekkelijk zwak,
kan aan de buiteclandsehe concurrentie,
omdat deze in eigen lsnd beschermd wordt,
moeilijk het hoofd bieden, en is in vele p»
zichten nog in de periode van opkomst.
Zij vergt de uiterste inspanning om
staande ia blijven an beschikt in reel ge
ringer mate dan Duitschland over de »ma-
tière première® voor saeraige industrie, de
grondstoffen waaraan Duitechland's bodem
zoo rijk is, n.l. steenkool en ijaer. Voor de
ontwikkeling onzer industrie heeft men in
ons land langen tijd niets, shans een weinig,
doch steeds oneindig minder dan inDuitseh-
lsnd gedaan, daargelaten nog de bescher
ming der industrie,door inkomende reohten.
Legt hier te land. de Overheid lasten op,
dan zijn die dus veel minder gemakkelijk
te dragen dan in Duitschland. Bovendien is
die Oveïheids-bensoaiïng hier, zooals wij
zeiden,een vreemde plant en niet inheemsoh.
Ons volk is veeleer vatbaar voor
overleg, en, mits men eenig geduld hebbe,
wordt daarmee meer vorkregen dan met
opgelegde wettelijke verplichtingen, die
niet leven in het aolk en met tegenzin wor
den opgevolgd, zoo niet ter sluiks ter zü ge
steld. V®n doelmatige organisatie heeft men
hier, sobijnt het, weinig verstand. Da erva
ring met de Ongevallenwet opgedaan, is
voor de Overheidsbemoeiïog al vast niet
bemoedigend en noopt tot voorzichtigheid.
En, al is op het gebied der ongevallen die
bemoeiing plichtmatig en dus noodzakelijk,
de vraag is of diezelfde bemoeiing op ander
die hem goed gedaan zouden hebben, met
kracht terug en liep door, zioh zelf verhar
dend om den slag te dragen. Zijn droom
de eenige droom van iemand zonder ver-
beeldingskraobt.aie das geen andere illusies
had was een wreeden doed .gestorven.
Voor eens in sijr, leven had hij lief gehad
zonder eritiek, had hij de zoete b. too vering
toegestaan zijn gevoel van altijd fe willen
oordeel en ie verjagen. Er waren veie din
gen in Frances, die zijn verstand afkeurde,
hij had ze alle over het hoofd gezien, en was
over al zijn vaoroordeelen heengestapt om
haar te voet te vallen ea dit was zijn be-
looning 1 Voor den gek gehouden, voorge
logen, en dat door haar.
Hij ging naar huis en vatte zijn eigen hard
leven met grimmige volharding op Hij wist
nu pas welk een moeilijk hard leren 't was 1
Merle wist dat hij vaak op Brooarhill was
Esaar daoht evenais zijn familie, dat zijne
vriendschap voorTomAvia hem daar bracht.
De arme Johanna zou graag z jn meegegaan,
maar haar wijze moeder en eerzuchtige zus
ter verhinderden haar. Lydia kon niet ont
kennen, dat Tom een alleraardigste jongen
was en voor een boer bijzonder goed opge
voed,maar zijn ouders mes hun dialect wer
den^ zelfs bij andere boeren wat „boerseh"
gevonden, en ofschoon bun boerderij groot
was, hun familie was het ook en er was geen
voldoende weelde om hun „boersobheid"
goed te maken, Intussehen scheen Tom het
zclvamok ergens anders te zoeken dan op
//het Dal" en zoo kwam 't dat Gilbert meest
geheel alleen naar Broomhill ging en nie-
gebied niet de energie, den wil om zioh zelf
te redden verzwakt.
i Moeten wjj dus het Duitsehe voorbeeld
volgen, zij het langzaam aan
Die vraag moet met alle bedachtzaam
heid worden behandeld, misschien nog niet
eens werden beantwoord, Voorzichtigheid en
aarzeling schaden hier allerminst. Want ten
eersto merke men wèl op,dat ook de Duitsehe
industrie, niettegenstaande zg, vergeleken
met de Nederlandsohe,uitermate krachtig is,
toch alreeds begint gebukt te gaan
onder de lasten, haar van overheidswege
opgelegd, en reeds hoort men stemmen, die
tegen een voortschrijden op dezen weg ern
stig waarschuwen.
In de tweede plaats i3 botte navolging
altijd afkeurenswaardig, waar toestanden
en volksaard zoozeer verschillen Gingen wij
doen wat Duitschland thans doet, het zou
misschien al ras blgken, dat aan onze indus
trie lasten moesten worden opgelegd te
zwaar om te dragen. En een zwakke iudus
irie is den arbeider niet minder tot schade
dan den fabrikant.
Vandaar de onzekerheid, de aarzeling, die
in onzen wetgevenden arbeid te constat ieren
eu in alle partgen, welke niet in starre
doctrines vast zitten, waar te nemen vallen.
Wij voor ons wenschen, krachtens ons
beginsel, dat met den aard en het karakter
van ons volk, met het historisch.gewordene,
zal worden gerekend, en dat op dit historisch
bouwsel zal worden voortgewerkt, met toe
passing der Christelijke beginselen van
recht en naastenliefde, dat dus veeleer de
energie moet wordea opgeweki, 'tgeen
echter staatshulp geenszins uitsluit.
Meent men niettemin, dat het goed is
te vergeljjken, dan vergelijke men geen
ongelijksoortige grootheden als Duitschland
en Nederland, maar men vergelijke den
toestand van dertig jaren geleden met dien
van thans in ons eigen land.Dan zal men zien
dat de sociale positie van da arbeiders, ook
zonder de bovenbedoelde wetten, die in
Duitschland mogelijk waren doeh ons wel
licht niet passen zouden, zeer verbeterd
is, en dat de arbeider met reuzen sohreden
is vooruitgegaan.
De doodstraf in het voorontwerp
van een Duitsch wetboek
van strafrecht.
Onder dit opschrift schrijft De (a.-r.)
Leidenaar tred. ds. Rudolgh).
mand daoht dat de solide jonge afgescheide
ne, met 't oude hoofd op da jonge schouders,
zioh zelf als een dwaas aan zou stellen voor
een doodarm meisje, dat evenals haar broe
ders nasr Mevchtont ter kerke ging. Maar
toch, daoht Merle, moet er een meisje in het
spel zijn, o.ra een man als Gilbert er zoo uit
te doen zien
Hij ging nasSv da voordeur, die door juf
frouw Avis, een vroolijk uitziende, gezette
dame, met mooie donkere oogen ea lange
wimpers, werd opengedaan.
„Komt u binnen, mijnheer Mèrle.Wij zijn
vanmiddag allen in de keuken."
Avis zat bij het vuur in den houten arm
stoel.//Jamijaheer,ik ben beter", antwoord
de by op Marie's vraag. „Ik geloof niet, dat
ik er dit keer mee gaan zal 1" met een bree-
o'en glim lachwant hij had reumataiek go-
had on was den vorigen keer dat Merle hem
bezocht evenals de meesta gezonde naturen,
dis wat onlekker siju, vsa gedachten ge
weest, dat hij niet kon genezen.
Frances was aaar binnen geroepen eis zat
aan de lange tafel achter de verstel mand.
Merle had haar bijna nog nooit geziea
zonder een kous of sok in handen, behalve
bij da maaltijdeD.en had neg nooii iets anders
gehoord dsn ja en neen. Zij was altijd wat
beng voor hem, vreezend dat hij zou zeggen
dat hij haar nooit in de kerk zag.Merle daoht
dai zij niet van hem hield en was op zijn
bsurt haar gaan beschouwen als een niet
zeer interessante speelpop. „Het meisje met
het inooie haar", was haar gewone naam in
Barbleton. Wat hij mooi vond was óf het
X
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 "ent
De verdediger van de doodstraf geldt in
sommige kringen ten onzent als een rariteit
en antiquiteit.
't Gebeurde dezer dagen, dat een gesigna
leerd vertegenwoordiger op dit gebied een
//Ansicht" ontving, geadresseerd aan N. N
verdediger van de doodstraf te P
Ondanks 't onvolledig adres, waarop alléén
de naam vaa den geadresseerde zender de
woonplaats was ingevuld,kwam de briefkaart
j aan bedoelde adres.
Zóo berucht maakt zich wie in ons land
het behoud der doodstraf voorstaat.
En wat is nu in Duitschland geschied P
Sinds Mei 1906 is daar oen commissie
san het werk, die een herziening van het
Duitsehe strafwetboek voorbereidt. Deze
Commissie is nall7 zittingen thans met haar
arbeid gereed gekomen, en heeft haar ont
werp met toelichting op last van het Reiehs-
justizambt gepubliceerd.
En wat big kt nu P
Dat de commissie 't behoud der
doodstraf voo stelt
Dit feit spreekt boekdoelen.
De commissie vertegenwoordigt geen
enkele richting op strafrechtgebied. Zij
neemt van alle richtingen 't beste over.
Zij bestaat uit de geleerdste mannen van
Duiischland, „het land der denkers en
dichters". Duitschland is het cultuurland bij
uitnemen dheid.Heel de geleerde wereld teert
tegenwoordig grootendeels op Duitsehe
wetenschap. Wat Griekenland voor de oud
heid was, is Duitschland voor de tegenwoor
dige cultuurperiode.
En in dit land nemen de grootste crimina
listen van onze lichting de doodstraf over 1
Inderdaad, ook met onze verdediging van
de doodstraf behoeven we ons voor de
geleerde wereld nog njot te schamen
Mr Troelstra en de vrijheid.
In „De Vrije Socialist" van 25 Dec.
1909 vinden wij uit Delft, het volgende
medegedeeld
Trodstra zou Dinsdagavond spreken, en
zijn onderwerp was„De Politieke toe
stand en de arbeiders". De groote concert
zaal van de Stads Doelen was dicht bezet.
De voorzitter opent en is verheugd over
deze vergadering, want zegt hij, hij is niet
makkelyk te krygen, en nu hebben wij
hem weer eens voor Delft te pakken ge
kregen. Twee rijen stoelen waren gere
serveerd voor een zangvereeniging om na
afloop te zingen, doch daar is niets van
"Bjngeteekende, óf het zeer sprekende type»
no it het wassen poppengezicht óf het por-
oeleinen herderinneatype. Rose Avis, een
aardig donkeroogig kind van dertien jaar,
vol leven en zonneschijn, bad meesta) meer
zjjn aandacht getrokken, maar dezen middag
trachtte hij iets te zien te krijgen van het
gezichtje, dat zoo volhardend over de naai
mand heen gebogen bleef, en hij daoht dat
het verbazend boos keek.
De jongere kinderen kwamen Harry ha
len om met hem te spelen, Rose, die altjjd
blij was, als de dominé er was, ging naast
de mand met verstelwerk zitten.
„Heeft Charlotte vrij vandaagvroeg
Merle rondziende, daar hij wist da. de
meid een vriendelijk woordje van hem zou
vei wachten.
z/Neen mijnheer", zei juffrouw Avis.
„Wij houden geen meisje meer, en nu
kunnen Rose en Francie en ik het geheel
naar onzen zin doen, al het werk. Ik heb
tegen Avis gezegd dat het heel goed voor
de kleintjes was, als zij opgroeien en bo
vendien is er één minder die werk bezorgt
ook®.
Zij zeide niet boe vermoeiend zjj het
vond Charlotte's we k te doen. Merle was
er zeer door verschrikt, maar op haar toon
ingaande zeide hg opgewekt„Het is een
groot voordeel als men het zonder meid
af kan, juffrouw Avistenminste wij vin
den dat. Er is niet iemand oaa praatjes
te vertellen of rond te strooien. Barble
ton heeft er den naam vaD, maar tegen- j
woordig verdient het dien niet, vind ik."
gekomen, Zie hier waarom. Wij kregen
I te hooren een vervelende, saaie rede zon-
1 der vuur, over antithese, verkiezing, de
lintjeskwestie enzen hij kwam tot de
konklusie dat er alleen van de S. D. A. P.
iets goeds te verwachten was. Voor bet
debat was van den Haag overgekomen De
Visser, S D. P. Dat debat begon, door
het lange spreken van Troelstra, die wist
dat de Visser er was, pas om elf uur. En
ieder onbevooroordeelde moest erkennen
dat de groote Tr. door de Visser afge
broken werd, totaal verslagen.
Niet heel prettig was het voor Tr. toen
hjj De Visser interrumpeerde met de woor
den dat is geiogen, door de V. werd be
antwoord met het volgendeDat is nu de
tweede keer dat je me voor leugenaar uit
maakt, doch ik raad je aan, neem het
boekje dat v. d. Goes geschreven heeft
over Troelstra, lees dit, kijk dan in. den
spiegel en ge ziet een leugenaar. Gelach en
applaus in de zaalTroelstra was in zijn re
pliek woedend, en wierp ds minste scheld
woorden naar het hooft als je bent een ge-
meeno praatjesmaker enz totdat de voorzit
ter het te ba> vond en Troelstra verzocht zich
van die krachttermen te onthouden, waarop
Tr. den voorzitter papier en potlood naar
bet gezicht wierp, van het spreekgestoelte
sprong en zijn jas aantrok. Verschrikkelijk
tumult in de zaal, heftig debat tusschen
voorzitter en Troelstra, daartussehen in ge
roep tegen do Viss-er, gooit hem er uit, ze
moeten hem afmaken, en meer liefelijkhe
den. Die arme zangers, die ovatie aan Tr.
viel na natuurlyk in het water, en het was
een groot fiasco voor de S. D. A, P. Ze zul
len nu Tr. wel heelemaal niet meer te pak
ken krijgen te Delft. Tot laat in den nacht
zag men groepjes menschen over het geval
staan praten.
Van zijn vrienden.
Het Weeleblad der Marxisten, bijblad vaa
Eet Volk, geeft o.a. eon uitvoerige beschou
wing over de bagrootingsdebatfen in de
Tweede Kamer. Mr. Troelstra krijgt
daarin o. m. te hooren, dat, terwijl hij
optrad, als parlementaire aanvoerder der
link9rzijde",(in de Kuyperasngelegenheid)
da zaek van hst proletariaat noodlottig
op den schtergroad" is geraakt. Over
zyn rede heet het
Wat van proletarisch standpunt het
hoogte- ou glanspunt der rede van den
leider der sociaal democratische fractie
z/Ziet u, mgnheer, juffrouw Merle hoort
niets."
„Neen, ik denk wel eens of wij wel ge-
noeg hooren 1"
„Dat vind ik ook, mijnheer Merle", zei
Avis. „Er zouden verschrikkelijke ver
halen de ronde kunnen doen en u zoudt
er evenveel van weten, als de kalkoenen
van mijne vrouw."
„Rose, ga jij eens kijken waar de kin
deren zijn", zei juffrouw Avis. Frances
begreep den wenk en verdween en mgn
heer Merle zeide dadelijk toen zjj weg
waren: „Wat is er, Avis?"
„Wel mgnheer, ik vind dat u moet
weten, dat iedereen zegt, dat voordat u
kwaamt de landloopers allen altijd in
uw schuur sliepen en er een gewoon
logies van maakten. Sommigen zeggen, dat
u er onverschillig voor moet z:jn geweest,
dat u het niet geweten hebt, anderen zeg
gen, dat het bekend is, dat u het oog
luikend toeliet omdat „u er goed voor be
taald werd."
Merle keek erns iger dan zij verwacht
hadden. „Ik ben bang, dat er iets van aan
is", zeide hij en vertelde van het bezoek
van John Wilson.
„Ik sloot de schuur af en lette er ver-
der altijd op," zeide hg, „en waarschuwde
dengene die na mij kwam, maar ik zou
graag weten of er voor dien tijd meer
landloopers in geweest waren, of dat mijn
opvolger geen maatregelen taeer neemt en
zij er weer terug komen 1"
Wordt vervolgd.)