TOOR ZEELAND. Jonathan merle. No. 82. 1910. Donderdag 6TJanuari 24e Jaargang. GHRISTELIJK- HiSTORISGH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGt-VERWEST. te Goes F. P. D'HUwJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Bouw en inrichting van schoollokalen. 10 FEUILLETON. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,02s. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 "ent. In het nummer van 21 October jl. werd in dit blad medegedeeld«Gelgk bekend is, moeten de lokalen, waar reeds bizonder lager onderwjjs werd gegeven vóór Januari 1906, up 1 Januari 1910 zich aanpassen aaa het Kon. besluit van 12 September 1905". Aan sommige scholen zal daartoe eene niet onbelangrijke verbouwing moeten plaats hebben. Nu kwam ons ter oore, dat het niet onmogelijk is, bjjaldien mocht blijken dat aan de naleving van genoemd Kon. besluit vrij groote bezwaren zy'n verbonden, dat de datum van 1 Januari 1910 zal worden veranderd in Jannari 1911, znlks ook in Terband met het in de Troonrede aangekondigde wetsontwerp tot meerdere subsidie verleening voor den schoolbouw. Het komt ons op dien grond raadzaam voor, dat de schoolbesturen, alvorens tot verbouwing of verandering over te gaan, zich wenden tot den Minister van Binnen- landsche Zaken, met verzoek te mogen vernemen, of wellicht een dergelijke wijzi ging kan worden tegemoet gezien". Dit bericht met eenige aanteekeningen werd door mij opgezonden aan de redactie van De Katholieke School en was in het eerstvolgende nummer van 28 October opgenomen. De schoolbesturen staakten hun plannen tot verbouwing of veranderingen en wilden eerst de kat eens uit den boom zien. Intusschen kwam het verwachte Koninklijk Besluit niet ensommige pruttelaars gingen aan het mopperen, zoodat in Decem ber de ongedmldigen totgeduld moesten aan gemaand worden. Ten slotte is kort voor Nieuwjaar het Kon. Besluit verschenen (Staatsblad no. 414) Besluit van den 29sten December 1909, tot wijziging van het Koninklijk besluit van den 12den September 1905 Staatsblad no. 267) enz. Wg Wilbelmina, bjj de gratie Gods enz. Gelet op het nader rapport van Onzen Minister van. Binnenlandsche Zaken van 27 December 1909, no. 11295, afdeeling Lager Onderwijs. Hebben goedgevonden en verstaan Artikel 1. Ons besluit van 12 September 1905 Staatsblad no. 267, wordt gewijzigd als volgt lo. In art. 16 wordt in het eerste lid gelezen, in plaats van »1 Januari 1910" »1 Januari 1911" en in het derde en het bij ons besluit van 3 September 1909 Hjj ging naar het huis en gluurde door de ramen naar binnen. Er was een groote keu ken, ofzitkamer", en achter een kleinere kamer en een waschhok. Deze beide kwa men in de keuken uit, waar hjj een grootan oven zag. Er schenen boven drie slaapka mers te zgn en buiten was een varkenshok en een kippenloop. Merle zag het alk en ging dnirop den weg op naar de „Maud", erover denkend wat de beste manier zou zijn om ad - miraal Hargrove te spreken te krijgen. Als hg een brief zond, waarin bjj met zgn ver zoek voor den dag kwam, zou bij naar zgn agent verwezen worden, en hjj zou gaarne als het even mogeljjk was, den bezitter zei- ven spreken. Hij ging het hek in en wandelde langzaam de mooie beukenlaan op. Hjj stond naar bo ven te kjjken naar die onde, oude boomeD die gen eeuwenoude geechiedenis met zich droe gen zoo oud en toch elke lente weer zoo jong en hg dacht er over hoe hun jonge leven was verbonden aan het oude. Geen en kel takje kon ervoortspruiten zonder de hulp der oude en het gevolg die prachtige groene bogen hoog boven hem. Ja, het einde was volmaakt, maar voor Merle was er iets pathetisch in het werken Jen sloven van de verschillende deelen om het geheel te vor men. Zjjn gepeins werd onderbroken door het geratel van wielen, die de laan opkwa men, Eerst kwam er een witte esel en daar- Staatsblad no. 313) nieuw ingevoegde vierde lid,in plaats van ,1 Januari 1910" i gelezeen W1 April 1910* l 2o. In artikel 17 wordt in plaats van »1 Januari 1910" gelezen ,1 Januari 1911*. Art. 2. Dit besluit treedt n werking op den tweeden dag na de afkondiging. Onze Minister van Binnenlandsche '4aken is belast met de uitvoering van dit besluit enz. 's-Gravenhage, den 29sten Dec. 1909. WILHELMINA. Na deze wjjziging ziet het Koninklgk besluit van den 12den September 1905 er aldus uit Artikel 16 eerste lid.'„De lokalen worden met inachtneming van het bepaalde bjj artikel 1 vóór 1 Januari 1911 in over eenstemming gebracht met de regelen, vastgesteld bij de artikelen 2, 6, 8, derde lid, 9, 11, eerste en derde lid, 12 en 13«. derde lid „Van de, regelen, vast gesteld bjj de artikelen 2 en 12, 4da en volgende alinea's, kan de districts-school- opziener ontheffing verleenen, indien het Schoolbestuur een daartoe strekkende aan vrage aan dien ambtenaar indient vóór 1 April 1910. Nieuw ingevoegde vierde lid. „Van den regel, met betrekking tot het kleuren der wanden van de schoolvertrekken, vast gespeld in artikel 6 kan de districts schoolopziener ontheffing verleenenj9tot 31 December 1911, indien het schoolbestuur een daartoe strekkende aanvraag vóór 1 April 1910 indient. Artikel 17. Ons besluit van 6 December 1901 Staatsblad no. 237) wordt ingetrokken met dien verstande evenwel, dat de bjj dat besluit gegeven regelen voor de lokalen, bedoeld in 2 van Ons tegenwoordig be sluit van kracht bljjve tot 1 Januari 1911, Zie voor de overihe artikelen Qids Kooien—Buil 13. Nu komt de vraagzouden de bestnren in 1910 zoo aanstonds maar tot verbouwing en verandering moeten overgaan, ten einde vóór 1 Jannari 1911 zeker gereed te zjjn, en het recht op het subsidie voor de lokalen te behouden. Afwachten is andermaal de boodschap, en wel: lo. 't Is nog cniet bekend, wat de regee ring wil doen, met het oog op het in de Troonrede aangekondigde wetsontwerp tot meerdere subsidie-verleening voor den achter een dame in een rolstoel, een dame met grjjs haar in weduwe-dracbt. Toen zij Merle zag, scheen, zij een jongere dame, die naast haar liep, te raadplegen en toen zjj bjj hem waren, hield zij haar voertuigje stil. Merle was dadeljjk naast hen. «Kunt u ons ook zeggeD, of u een klein bruin hondje gezien hebt in deze laan „Neen, mevrouw.ik zag niets. Maar ik zag bij het hek een plaats in de omrastering waar een kleine hond wel door zou kunnenwil ik eens voor u gaan kijken De jongere dame scheen te vinden dat de hond den anderen kant uit moest zgn ge gaan. Zij was klaarblijkelijk de dochter van de ander, baar hoofdje stond even statig, en zjj had den zelfden neus en mond. Zjj had geen hoed op en baar wit zjjden parasol, met zwzrt afgezet, vormde een goede omlgsting voor haar ovaal gezichtje. Haar voeten (met het instinct van den schoenmaker zag Merle die het eerst) hadden dien lichten veerkrach- tigen tred, waarvan hij zooveel hieldsinds dat hg in Frankrijk geweest was, had hjj een hekel aan den slechten gang van de meeste zjjner landsluien dan daarbjj dat lieve ge zichtje, haar elegant figuur in de rouwjapon, het was een visioen om te onthouden iets dat eenmaal gezienvoor altijd duidelijk maak te de werkeljjke weelde van het leven. Merle had den tjjd om dit alle3 in zich op te nemen, terwijl de dames over hun hond spraken en het was muziek voor hem te hooren hoe vriendeljjk en kalm zjj met elkaar overleg den, een contrast met de onaardige ruwheid meestal in Engelsche families gebruikelijk. schoolbouw. 2o. In het voorloopig verslag der Tweede Kamer betreffende het Wetsontwerp ten behoeve van het M. U. L. O. werd op wjjziging van het Kon. beslnit van 12 Sept. 1905; aangedrongen, met het oog; op het bepaalde in art. 3, 4 en 5. 8o. Tjjdens de beraadslagingen, bjj de Staatsbegrooting gehouden, verklaarde de M. v. B. zelf, dat het hem speet, dat er in de Kon. Besluiten was bepaald, „dat er binnenshuis geen gemeenschap tusschen schoolgebouw en onderwijzerswoning mag bestaan". De Minister sprak hier wel over kweekscholen, maar dezelfde bezwaren, toen genoemd, gelden evengoed voor elke lagere 'school en zeker voor een internaat (Mogeljjk verleenen de districts-schoolop- zieners nu gemakkelijker ontheffing van artikel 2). 4o. Een duidelgke verklaring dient ge geven te worden vande afstand tusschen den werkmuur en de voorste lank is ten minste 1,3 M." Wordt hier onder werkmuur het lordverstaan Onduidelijk is ook de redactie van het laatste lid van artikel 16„De op grond van dit artikel verleende ontheffing houdt op van kracht te zijn, zoodra de vóór 1 Januari 1906 in hét gebouw gevestigde school de lokalen hiet meer in gebruik heelt". Hoe zal het bepaal e in dit artikel toegepast worden, indien de vóór 1 Jannari 1906 in hel gebouw gevestigde sohool ge splitst wordt in een tusschensehool en een sohool voor on vermogendon". Afwachten zal dus niet ondienetig zijn. Wie ontheffing van eenige voorsehritten wil aanvrage, denke er aan, dat de Minister van Binnenlandsohe Zaken aan de districts schoolopzieners heeft meegedeeld, dat de door de Besturen van Bijzondere Lagere scholen in te dienen verzoekschriften om ontheffing betreffende bepalingen teD aan zien van de gemeenschap binnenshuis tussohen schoolgebouw en onderwijzers woning, de inrichting der privaten en de kleuring der wanden van het sohoolver- trek, aan zegelrecht onderworpen zijn. Op ongezegelde verzoekschriften mag niet worden beschikt. Centrum. KOLONIËN. Het jaar 1909. venals voor Nederland gaf ook voor de Koloniën het jaar 1939 reden tot vreugde en dankbaarheid. In het Oosten en in het Het gesprek der dames werd nu onder broken door een langen man met een grjjzen baard, blauwe oogen en mooie trekken, die haastig kwam aanloopen, uitroepende z/MevrouwVaughan, ik hoor daarjuist dat Bruuo zoek is. De tuinlui zjjn aan het zoe ken, en ik heb "cott een boodschap ge zonden 1" „O dank u. Ik schaam mjj dat ik u zoo veel last bezorg 1" antwoordde de dame; „hij zal zeker terug komen. Ik ben alleen maar bang dat hg ergens last veroorzaakt 1" »0, maakt u daarover niet ongerust.jj Hg is gben gevaarlijk beestzei de gastheer met een blik waarin eerbied, medeljjden en toe genegenheid te lezen was, een blik die zei- de Kan iets voor u gedaan, moeite zjjn De dames namen met een enkel beleefd woord ofscheid van Merle en gingen door. Ziende dat hjj nog bleef wachten, zeide ad miraal Hargrove vriendeljjk „Woudt u mij spreken P" „Gaarne, mijnheer, als n een oogenolikje voor mij hebt." „En wie zijt gij vroeg de admiraal, ge troffen door 's mans zuivere uitspraak en nette manier. „Mijn naam is Jonathan Merle, mijnheer. En ik ben gevraagd om dominé te zijn van de kerk, waar nw huishoudster en meiden 's avonds heengaan." „Daar weet ik niets van," tei de admiraal kort. „Ik eisoh van elk der leden van mijn huisgezin, dat zjj Zondags ééos ter kerk gaanverder bemoei ik er mij r iet mee I" Merle zag dat hij verkeerd begonnen was Westen, niet het minst zeker op die ver verwijderde afgelegen plaatsen, aar men door gebrek aan gemeenschap door spoor en telegraaf is afgescheiden van het dage- Ijjksohe wereldverkeer, en dus wist nog langer dan anderen op berichten te moeten waohten, werd in spanning de tijd tegemoet gezien, dat de blijde verwachting, die de harten in ons Groot-Nederland zoo lang met hope en vrees had vervuld, gelukkige wer kelijkheid was geworden. Nauwelijks was de tijding der geboorte van bet Oranje-kind bekend of overal gaf men uiting aan het gevoel van dankbaar heid en verknochtheid aae onze geliefde Koningin en aan ons V rstenhuis. Wat daarbij het hart goeddeed, was vooral de wijze, waarop het meer ontwikkelde deel der inheemsohe bevolking in die dagen, dikwijls spontaan, h&sft getoond onze vreugde en gehechtheid te deelen. Bijzondere groote gebeurtenissen hadden in de Koloniën niet plaatstooh was 1909 een belangrijk jaar. Meer dan te voren openbaarde zioh bij de Indische be volking het streven om door aaneensluiting te komen tot meer welvaart. Wel zijn de ogingea daartoe niet dadelijk met gunstigen uitslag bekroond en viel zelfs op een minder kraohiige werking vanBoedi Oetomo te wijzen dan velen zioh hadden voorgesteld, maar bij de beoordeeling van dergelijke verschijnselen worde niet verge ten dat elke jonggeborene zijn tijd van mazelen en pokken heeft door te maken en dat ook dit jonge kind zijn kinderziekten zal hebben te dooistaan vóór dat het tot een krachtige persoonlijkheid kan opgroeien. In ue wereld der Chineezen werd er krachtig naar gestreefd de belemmerende bepalingen omtrent hun toelating en ver blijf te doen vervallen en hnn gelijk te stel len met Europaesohe vreemdelingen en Japanners. Geleidelijk gaat men voort met gemeen telijke raden in het leven te roepen om aldus te komen tot decentralisatie. Op Java hadden geen bijzondere poli tieke gebeurtenissen plaats. In Atjeh bleek het door gouverneur Swart gevolgde systeem, nm door vertrou wen en toenadering de hoofden en bevol king tut zioh te trekken goede vrnohten te dragen de indruk dien de toestand op dan regeeringsoommissaris Liefrink maakte was zeer bevredigend. Op Sumatra's Westkust vielen geen noemonswaardige ongeregeld heden meer vooralleen viei te betreuren en zei rondweg„Ik wilde niet met u over uwe bedienden spreken, mijnheer. Ik wilde vragen of u mij het huisje wildet verhuren, aan het einde van uw park P" „Waarvoor vroeg admiraal Hargrove. „Om in te wonen, mijnheer I" „Maar, beste man, dat is een workman's huis," zei de admiraal, tegelijkertijd weer stand biedend aan zijn opwelling om te zeg gen: >daarvoor moet gij bij mijn agent zijn!* Het geval kon moeilijkheden opleveren, die te kiesch waren om door dien persoon te worden behandeld. ,/Het ie voor mij goed genoeg, mijnheer,// zei Merle. ,/Maar wat zouden de mensohen zeggen als hun dominé in zulk een huis ging wonen?" z/Als ik hen werkelijk helpen kan, mijn heer, zullen zij wel gauw over dal huis zijn uitgepraat, en als ik het niet kan, doen zij beter naar iemand uit te zien, die het wel kan.0 z/Dat is mogelijk,/' zei de admiraal,on danks zioh zelf belangstelling voelend voor den man, //maar de meeste mensohen wor den door het uiterlijke geleid en naar wat ik weet van uw Barbleton-vrienden, zou dat huis voor u als dominé een nadeel zijn 1" „Het is een grooter nadeel om heel arm ta zijn, mijnheer,en als wij in het huisje woon den, dat ik in het dorp gezien heb, zonden wij werkelijk heel arm zijn I" „En in mijn huis „Zou ik een rijk man zijn l" „Dat zou ongetwijfeld zeer gemakkelijk de moord op 20 Augustus door de Menta- weiers op den zendeling Lett gepleegd. In de binnenlanden der Znider- en Ooster-afdeeling van Borneo hadden nog steeds rustverstoringen plaat», doch niet van groote bateekenis. Gewapend optreden was ook noödig op Soemba én Flores. Om meer bekendheid te verkrijgen van het ons toebehoorend uitgestrekte gebied op Nieuw-fluinea worden door drie explo ratie-brigades aldaar onderzoekingen inge steld. Java werd een paar malen door rampen geteisterd, zooals de aardschuiving nabjj Pendjaloe in Cheribon en de overstroomin gen nabjj Loewadjang in Pasoeroeanin Djambi deed zich een aardbeving gevoelen. Onder de zeerampen noemen wij het vergaan van de Snip nabjj Soemba en op het eind van het jaar de ontzettende gebeurtenis met La Seyne, die na aanvaring met de Onda binnen enkele minuten zonk. Java heeft te ljjden gehad van de zoo gevreesde ziekte: de choleraen alsof deze op zich zelf niet genoeg waie, kwam de bevolkicg te Batavia, misleid of opgestookt, in verzet tegen de maatregelen door het bestuur genomen tot bestrijding der ziekte, een verzet dat enkele malen heeft geleid tot verwonding ed doodslag van personen, die met de uitvoering dier maatregelen waren belast. Voor Oost-Indie waren in het vorige jaar belangrijk de uitvoering der inkomstenbe lasting en wat de inlanders betreft de af schaffing der heerendiensten voo, de ver zameling van het verbindingsmateriraal voor de wegen. Ten slotte de bestuurswisseling in Oost- Indië op 18 December gaf de gonaerneur- generaal Van^Heutz het bswind over aan den heer Idenburg. Ook op Curasao trad een nieuwe gouver neur op, de heer mr. Nujjsns, wiens be noeming tot dit ambt aldaar met groote ingenomenheid is begroet. Zeer merkwaardig waB het verschijnsel dat men in die tot dasverre waterarme kolonie, in het laatst van het jaar er last had van overgtroomingen. Veel is in de laatste jaren voor de koloniën verricht; het bewustzijn dat er nog ont zaglijk veel te doen overbljjft, kan zeker geen reden zgn om het jaar 1910 voor onze koloniën niet met vertrouwen tegemoet te gaan. N. Ct zijn. Maar wat is het groote verschil „In de eerste plaats konden wij, bij goed onderhoud, haast geheel van den tuin leven, en als wij dan varkens hielden, hadden wij weinig meer dan brood noodig. En dan ik weet niet hoe wij het in dat huisje in het dorp zouden redden zonder meid en ik ge loof, dat mijn arme moeder dat haast be sterven soul" „Nu,wanneerjeer dan soo op gesteld zijt, wil ik u gaarne dat huisje verhuren. Het zal echter de vraag sijn of gij 't er lang in zult uithouden. Bevallen de mensohen hier je nog al?" „Ik zou denken mijnheer, dat 't veeleer de vraag is, of ik het zoo zal kunnen waken, dat ik hun aangenaam kan zijn." „Hoe zal je dat aanleggen F" „Op den voorgrond staat, mgnheer, dat zij het eene noodige leeren zoeken. De Heiland zegtzoekt eerst het Koninkrijk Gods en al deze dingen zullen u toegeworpen worden. Dat is het rjjke Evangelie voor allen, voor mij en voor u." „Maar het is hier een ander geslacht dan gij u voorstelt. Zij moeten ook maatschap pelijk leeren vooruitkomen." „H't zat mijn grootste lust zgn, hun ook daarin den weg te wijzen," „Maar daar zal een zware wgs op gaan. Ik heb 't al zooveel jaren geprobeerd hnn dit aan *t verstand te brengen. Eo ik heb gezien, dat tij voor mijn wet meer voelen dan voor het evangelie van zoovele leeraren die aan hun zieleheil hebben gearbeid." Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1910 | | pagina 1