NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 65. 1909. Woensdag 15 December 24e Jaargang CHRISTELIJK- HISTORISeH JROEDERMOORDER. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JGNGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN UIT IHi PERS. ias 'S 87 *f»^ n"«r< n Y> o i Ifn V •■fjl IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,02'. i UITGAVE DER FIRMA IiN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 '•ent, Zfl die zich met 1 Januari op ons blad abonneeren, ontvan gen liet tot {genoemden datum gratis. De opgaaf van den spoordienst Icomt in dit nornmer voor op de ge bruikelijke plaats. H E R IJ K. Middelburgook voor St Laurens en voor Nieuw- en St-Joosland 4, 5,6, 7,11,12,13, 14, 18. 19,20,21,25,26,27 en 28 Januari, 1, 2, 3,4,8,9,10,11,15,18,17,18,22,23, 24 en 25 Februari, 1,2,3 en 4 Maart. Prediking op de Vloot. In een artikelDe Minister van Marine, merkt De Nederlander vooreerst op, dat de minister; van marine blikbaar althans indien men uitsluitend afgaat op wat er in de Tweede Kamer gesproken is bij de antirevolutionaire groep niet in een goed blaadje staat. Let men, zegt het blad, op de w\jze, waarop bijv. de heer Day- maer van Twist zijn ongenoegen nitsprak, dan verwondert men zich niet, dat, reeds één der kleinere a.-r. bladen verjaging van den minister aankondigt. De grieven tegen den minister bestaan niet tegen zjjn beleid als hoofd der marine, maar, naar beweerd wordt, uitsluitend tegen zjjn onvoldoende rekening honden met de christelijke be ginselen, wier invloed zich bjj de behan deling van het personeel moet doen ge voelen. Aan Dfi Nederlander komt de aan gevoerde grief zeer ongegrond voor en het blad vraagt of de wjjze, waarop men soms in de Kamer tot den chef der marine spreekt niet vaak aanleiding geelt tot ge prikkeldheid, die, zegt het blad, te meer verklaarbaar is als de aanval indirect ket geheele korps treft, waartoe de minister zelf behoort. Maur De Nederlander geeft toe, dat er ODgetwjjfeld veel in de marine is, dat den ernstigen christen tegen de borst stuit en dat anders moest zijn. De vraag is echter, voor het blad, aan wien de schuld vindien dat deel der bevolking, dat beslist christelijke gevoelens is toegedaan, zich grootendeels aan den dienst bjj de marine onttrekt, indien de goedgezinden onder ons zich weinig met de zedelijke 2~ FEUILL ETON. .1 'V> rolitie was al spoedig in de weer om irmiste op te aoeken Men kwam na- i dadelijk te hooren, dat de vreemde- o ou Jet den houtvester in de herberg in >k was geweest, en daar dat jnist de was, naar wien hij wilde gaan, dooh aij op dat oogenblik niet herkende,was ser natuurlijk, dat er bij dezen in de e plaats navraag werd gedaan waar de mdeling, die met hem tegelijkertijd de terg verlaten had, was gebleven. De "tiebeambten begaven zioh daarom het st naar de houtvesterswoning midden in bosoh. De man was niet aanwezigal so was er een jonge kneoht tehuis, die trklaarde op, den opgegeven tijd geen reemdeiing gezien te hebben, maar dat de outv.ester zelf tegen den avond tehuis zou jjn. De politie ging ter opsporing weder aar. jket dorp, waarvan wij in den aanvang esproken .hebben, en hoorde de bewoners sgmaals over deze zaak. Zij, die den eemdeling gezien hadden, beschreven zjjn terlijk jnist zooals de jonge vrouw had tgegeven en verklaarden, dat zjj gezien udden, dat hij met den houtvester was edegegaan. Op een weg van drie uren kon en telaat ontstaan, dat iemand drie dagen langer terughield er moest dus een on- luk gebeurd zijn. Bij het verder npvor- len vernam de politie, dat de vreemdeling i beurs vol goud geid en een bijzonder en de geesteljjke belangen van het scheeps volk inlaten indien vanwege de kerken niets of weinig daarvoor gedaan wordt,dan komt het marinepersoneel van lieverlede op lager peil te staan. En omgekeerd, wil men en hiernaar wordt vverschil lende zijden gestreefd zieh meer met dat personeel bemoeien, dan is er kans op ver betering van den toestand. „Maar èn de minister van marine, èn zjj die bet commando over de zeemacht voeren, kunnen nooit anders dan op indirecte wjjze daartoe meewerken. Eerst wanneer zjj daarin m gebreke blijven, wanneer zjj weigeren te steunen wat door anderen ten bate van de geestelijke belangen van het personeel gedaan wordt, is er reden tot klacht. En ook d&n nog zal men, geljjk de heer Hugenholtz terecht opmerkte, wel moeten in bet oog houden, dat e>n minister persoonlijk niet alles weet of kan weten,en dat een jniste beoor deeling van de bronnen, die iets onder 's minister's aandacht brengen, in deze bui tengewoon moeilijk iB. //Indien dit zoo is, en wie kan het ontkennen dan is het niet te verwon deren,dat de minister van marine volstrekt niet alles kan doen, wat hij misschien zelf zou verlangen.Het maken van propaganda, in welke richting ook, ligt niet op zjjn weg''. De grieven, zegt De Nederlanderop grond waarvan thans tegen den minister van marine wordt geageerd, bestonden eveneens onder diens voorganger, minister Ellis. Maar waarom, vraagt het blad, heeft toen de antirevolutionaire partij een minder vjjan- dige, ja een zeer tegemoetkomende houding aangenomen P Een der groo'e grieven, waarover men het in de Kamer had, is, dat de gehnwde onder officieren en schepelingen niet in hun gezin, maar aanboord moeten eten. Naar aanleiding daarvan zegt het Christ. Hist, orgaan wNu ken een „christelijk gezind" inensoh wei heel mooi spreken over de „eisehen van het gezinsleven", maar zoodra hij vordert dat daarbij de andere eisohen zullen achterstaan, eisohen waar- mee de ohef der marine moet rekenen. wordt hij in de hoogste mate onbillijk, handelt hij dus ook zelf in strijd met de christelijke beginselen. „Of nu de eisohen van den dienst met de haHnqlde bevordering van het gezirs- mooie pijp van meersohuim met zilveren beslag had geteond. Uit nieuwsgierigheid kwamen er eenige boeren toeluisteren, en toen zjj dat achter dochtig navragen van de politie hoorden, kwam het hun in de gedaohteD, dat er zeker een onheil met den man moest gebeurd zijn. Op hnn vragen daaromtrent verklaarde de politieagent, dat de vreemdeling vermist werd. Oogenblikkelijk kwam hun haat tegen den houtvester boven. Zij spraken onverholen de meening uit, dat deze zich wellieht den donkeren en onstuimigen avond had ten nutte gemaakt om den vreem deling te berooven. De beambten huiverden bij het ontstaan van dezen argwaan, want zij wisten, dat de vreemdeling de broeder van den houtvester was, hoewel, deze zelf dit stellig niet geweten had. Was das dit vermoeden gegrend, dan was er broeder moord gepleegd,en de geheele afschuwelijk heid van deze misdaad kwam hnn helder voor de oogen.'Weliswaar was de houtvester tot nu toe iemand van een onbesproken ge- drag geweest en had hij zelfs den naam van een fijne te wezen, maar zept de vijandige wereld niet, Jat godsvrucht slechts huiche larij is De politiebeambten besloten, nadat ze alles ivauwkeurig hadden opgeteekend, op weg naar de houtvesterswoning te gaan en een paar getuigen mede te nemen, die den verdachten man in zjjn aangezicht konden verklaren, dat ze hem met den vreemdeling hadden zien weggaan, en dat hij dus moest weten waar die gebleven was.Op hun vraag wie der aanwezigen bereid waren, spron- leven te vereenigen zijn, diarover oor- deelen wij nietwie onbevooroordeeld en aandachtig 's ministers bezwaren na gaat, zal de beantwoording dier vraag geenszins eenvoudig vinden, maar, hoe men daarover ook oordeele, onbillijk is het te spreken van geringschatting van christelijke beginselen, wanneer hij de verantwoordelijkheid draagt voor geheel het marine-beleid, tot de slotsom komt, dat ook in ons land niet kan, wateven- min schijnt te kunnen in andere landen, hoewel daar, volgens de bestrijders der regeeriDg zei re, wel beter dan hier, voor de geestelijke belangen van het perso neel wordt gezorgd." Een ander gewichtig bezwaar was de preekenbnndel, die Zondigs bij de gods dienstoefening aan boord gebruikt wordt. Die bundel was reeds onder het kabinet- Kuyper in gebruik en thans wordt als bezwaar ingebracht, datgene, waarop ge heel hot christelijk geloof berust, daarin zou worden voorbijgegaan. Die preeken zonden daarom voor den leek onbruikbaar zijn. De Nederlander neemt aan dat de bezwaren gegrond zijn, hoewel het blad den bundel niet gezien heeft en al bleek zelfs niet, dat één der Kamerleden hem onderzocht had. //Maar, vraagt het blad, hoe kan men nu denMinister daarvan een grief mak erf? Is die bnndel door hem vervaardigd, of ook maar besteld Hebben tot dusver zjj voor wie hij bestemd is, daartegen bezwaar ingebracht, of ahbans hunne ouders of voogden? Of deed een of andere kerk zu ks Wij hebben daar niets van vernomen niemand heeft het beweerd. Wel vernamen wij dat de Minister, zoo dra uit het Kamerverslag de klacht hem bereikte, zioh bereid verklaarde predi katies van andere «strekking* in de scheepsbibliotheek te plaatsen. Tegen „gekleurde" preeken had hij echter dit bezwaar,dat bij voorlezing daarvan velen zich, op grond van gemoedsbezwaar, aan de godsdienstoefening zonden onttrek ken, iets waai toe het Reglement hun het recht geeft. j/Wat verkeerds, wat onchristelijks steekt daar nu in Waarom is Minister Wentholt minder Christelijk gezind dan Minister Ellis onder wien hetzelfde plaats vond „Wij nemen aan, dat, waar de comman- gen allen gretig op en boden zich aan mede te gaan, doch de beambten kozen daartoe den waard en een onden boer uit. Ze vingen den terugweg aan naar den houtvester. Deze was jnist thuis gekomen, toen zjj aan zijn woning kwamen. Hij zag verwon^ derd ep en schrikte zelfs blijkbaar, toen hij deze ongewone bezoekers zijn huis zag binnenkomen. Nauwelijks hadden de be ambten hun namen genoemd en wilden ze beginnen de oorzaak van hnn onderzoek mede te deelen, of de waard riep uit, terwjjl hu naar den munr wees «Daar hangt de pjjp 1* De politiedienaren verschrikten. Aan den muur hing,naast 'n paar andere tabaks pijpen, een fraaie met zilver beslagen pijp met meerschuimen kop, welken beide ge tuigen eenparig voor dezelfde erkenden,dia de vreemdeling op den bewnsten avond bjj zich had gehad. De houtvester toonde ech ter verder geen bijzondere ontsteltenis alleen was bjj zeer verlangend, zeide hij, te weten wat dat alles beteekende Op verder navragen verklaarde hij, dat het inderdaad waar was, dat hjj met een hem vreemden man dien avond de herberg had verlaten, waar hij een poosje uitgeput van vermoeie nis en om zich een weinig tegen de ruwheid van het weder te beveiligen, had uitgerust. //Toen ik een kort poosje met den man ge loope» had", zeide hjj, //begon deze te ver tellen, dat het zijn plan was om zjjn broe der op te zoeken, van wien hy vroeger in vijandschap was gescheiden en dien hij nn gaarne weder wilde zien, om zich met hem te verzoenen. Het eene woord volgde het dant,omdat het niet anders kan, met bet leiden der godsdienstoefening belast is, van regeeringswege gezorgd moet worden, dat die oefening zooveel mogeljjk voldoet aan wat eenChristen daaromtrent mag eisehen. »Maar wien komt de beslissing daarover toe «Hadden wjj een publieko of een Staats kerk, de zaak ware eenvoudiger. Hoe kan echter in een land als het onzeaan de over heid het recht toegekend,laat staan de ver plichting opgelegd worden, om in deze eene beslissing te nemen P Fn, indien de tijde lijke Minister, de tjjdeljjke commandant, kiest naar eigen inzicht, welk recht heefc men hem om die keuze te veroordeelen Hoe, inzonderheid,kan dat van antirevolu tionaire zijde geschieden, van welke zijde toch steeds gestreden is tegen hen, die. op dit punt terugkeer naar de tijden der Re publiek verlangen En indien nu de be stuurders der vloot deze puzzle zóó heb ben pogen op te lossen, dat noch eenige kerk, noch de onmiddellijk belanghebben den daartegen in verzet kwamen,is het dan redelijk den Minister,die aan die oplossing niet eens heeft meegewerkt, van plichts verzuim te beschuldigen, omdat men meent niet bewijst het zelf beter te kunnen doen „Het wil ons voorkomeD, dat Christelij ke Kamerlede^ willen zjj Christelijk han delen, beginnen moeten met tegenover an deren rechtvaardig te zijn in hun oerdeel De bewering, dat in ons land on in onzen tijd, een christelijk kabinet moet zorgen, dat de godsdienstoefeningen in werkelijk heid voldoen aan de eisohen van eeo Bii- beleeh christendom" of aan eenige bepaalde riobiing in de christelijke kerk, schijnt De Nederlander ten ernaninale onredelijk. Aan den anderen kant geeft het blad toe, dat neutrale preeken onmogelijk zijn. „Toob is het volstrekt niet onmogelgk in een predikatie eenige punten te ver mijden, ten einde aan vele hoorders geen aanstoot te geven, zonder nog daarem de preek te verlagen tot ern toespraak, zon der pit of geur. Er zijn zelfs in onze ker ken genoeg geloovige predikanten, welke die kunst verstaan. Ook zijn er woorden, uitdrukkingen, die ieder op eigen wijze verstaat en uitlegt; het bezigen van zulke uitdrukkingen is, waar het de opleiding van jonge menschen geldt, niet eerlijk, maar ia in eene predikatie, vooral indien andere en weldra hadden we elkander her kend en omhelsden we elkander harteljjk. Zonder dat we er erg in hadden, zooveel hadden we elkander te vertellen, stonden we voor mijn nnis en traden we binnen.Een aartje zaten we nog genoeglijk te keuvelen, toen mijn broeder eensklaps opstond en zeide, dat hjj nu nog onmiddellijk wilde vertrekken om naar de naburige stad te gaan vanwaar hij zjjn vrouw wilde telegra- feeren dadelijk over te komen, want dat hij nojj gevonden had. Ik stelde alles in het werk om hem daarvan terng te houden, maar daar het weder bedaard was en de avond helder was geworden door een blin kenden maneschijn, gaf ik toe, onder het uitdrukkelijk verzoek dat hg spoedig met zijn vronw en kinderen moest komen om eenigen tijd bij mij te komen logeeren, waarin hij met bl .'dschap toestemde Daar op is hij vertrokken en heb ik hem zelf nog een eindje weggebracht, totdat hij jniet dwalen kon met den weg. Die pijp, waar ge zoo verwonderd over schijnt te zyn, is van ham geweest, maar die heeft hij mij ten ge schenke gegeven. Nn heb ik niets meer van hem gehoord, maar stellig ia hij verhinderd tot nog toe, anders had ik hem zeker al ver wacht, maar morgen, dankt me, komt hjj ongetwijfeld". De beambte merkte bjj deze woorden aan: >Dat denk ik niet, want in de siad, waar hij naar toe wilde, is hij niet aangekomen, en het is juist op verzoek van zijn vrouw, dat we hem gaan opsporen". De houtvester werd zoo bleek als een lijk bij deze woorden en riep uit//Dan is hem men zioh daaraan onttrekken kan, toe laatbaar. Het kan geheel te goeder trouw geschieden". It dien, zegt De Nederlanderde verschil lende kerken, hetzij daartoe uitgenoodigd, hetzij uit eigen beweging, een oommissie benoemden, met opdracht om een bundel preeken te vervaardigen; ter samenstelling waarvan predikanten van verschillende richting werden uitgenoodigd, dan zou de commandant van een sobip uit dien bundel datgene kunnen kiezen, wat hij hot meest geschikt achtte voor zijn gehoor, In geen geval behoort den tijdelijken minister van marine een griel te worden gemaakt van misstanden op het gebied van godsdienst en zedelijkheid dan voor zoover deze door dwangmaatregelen kunnen worden bestre den. //De Minister heeft getoond, tegen znlk eene bestrijding niet op te zien, en geenszins geweigerd naar datgene te trachten wat op indirecte wijze bereik baar is. Wil men echter verder gaan, wil men dat de toestanden bjj de marine be ter den tot dusver voldoen aan wat van eens Christelijke natie mag worden ge- eischt, dan dienen de pogingen daartoe aangewend te worden door hen die dien last van den Heero derGemeente hebben ontvangen Men werpe echter niet de schuld op ken, die slechts indirect tot het welslagen dier pogingen kannen meewerken.» UIT DE PROVINCIE. De kajitein J. M C. Vermande, van het 3e reg. infanterie te Bergen Op Zoom, woidt 8 Januari a. s. te Arnhem gedetacheerd tot het volgen van een tac- tischen cursus. De garnalenvisscherjj, die nog steeds in den mond der Wester-Schelde werd uitgeoefend, heeft de laatste weken weinig verdiensten gegeven, omdat slechts weinige dagen gelegenheid gaven tot visschen en de goede dagen gaven slechts buitengaats 3 tot 5 mandjes per tijeen gevolg was, dat de prijzen opliepen tot een maximum van f6 per mand, ook noordelijker werd dezelfde klacht over mindere vangsten vernomen, zoodat o a. te Stellendam de garnalenprgzen tot f7 per mand liepen. In de boven-Wester-Schelde, waar tal van vaartuigen uit Antwerpen, Bouehaute, Kieldrecht enz. deelnemen aan de garna- een ongeluk overkomen 1" «Dat gelooven wjj ook«, hernam do be ambte, wien de schrik des houtvesters zeer verdacht en als een teeken vao schold voor kwam, J„en daarom zijn wij gemachtigd bjj u een, huiszoeking te doen of wij geen be wijzen kunnen vinden". De houtvester vouwde de handen samen en zonk op een stoel neder, zonder in staat te zijn een woord te spreken. Hjj begreep welken argwaan men tegen hem had opge vat, en de nijdige blikken van den waard maakten het hem duidelijk, dat men hem voor een broedermoordenaar hield 1 Ter wijl zijn sidderende lippen God sohenen om hulp te roepen om hem te ondersteunen, staarde hij als wezenloos voor zieh uit. De politie beval den waard op den halfonmaeh- tigen man aoht te geven, i f hij zioh moge lijk geen ongeluk zou toebrengen. Toen gingen de twee beambten met den ouden boer, die als getuige medegegaan wa», het geheele huis van onder tot boven doorzoe ken. Zij vonden, buiten de pijp, niets ver dachts en ongewoons. Daarop gingen zij in de sohnur en keken in alle hoeken en gaten. Ook namen zij den grond in oogeneohouw, of die soms binnenkort niet opgegraven bleek te zijn om daaro een lijk te verber gen. Besluiteloos stenden de beambten elkander aan te zien, toen daar hun onder zoek geheel vruol teloos was geweest. Zou den zij nu den houtvester gevangen mede- nemen of niet? Of was er nog iets te onderzoeken Wot dt vervolgd /t*

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1909 | | pagina 1