NIEUWSBLAD
TGOR ZEELAND.
No. 58. 1909.
Dinsdag 7 December
24e jaargang
CHRISTELIJK-
HlSTORISGH
De Rede van dr Kuyper.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JON GE-VERWAST, te Goes
F. P. D'HU'J, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Snippers uit de oude doos.
OUDELANDE,
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers 0,02*.
UITGAVE DER FIRMA
UN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 ''ent,
Rijkspostspaarbank.
De Directeur der Rijkspostspaarbank
brengt ter algemeene kennis dat alle spaar
bankboekjes uitgegeven in de maand Nov.
en waarop de rente over het afgeloo-
pen jaar nog niet werd bijgeschreven, zoo
spoedig mogelijk, ter verificatie en rente-
bjjschrijving bij hem worden ingewacht.
Voor de toezending daarvan kan gebrnik
gemaakt worden van omslagen met gedrukt
adres, kosteloos aan de kantoren der Poste
rijen verkrijgbaar.
Afgifte der boekjes tot voornoemd doel
aan die kantoren geschiedt, tegen bewijs
van ontvang.
Hieronder volge het tweede gedeelte der
belangrijke begrootingsrede van den leider
onzer partij.
Nu bestaat intussohen op dit punt ook
onder de medestanders dikwijls niet gering
misverstand, hierin bestaande, dat men het
vaak opvat, alsof de Heilige Schrift een
oodex, een wetboek ware, en alsof men bij
elke staatkundige aangelegenheid eenvou
dig de Heilige Schrift had op te slaan, om
daarin de uitwijcing te vinden van wat men
te doen had.
Ik behoef niet te zeggen, dat dit een op
vatting is, die deor de antirevolutionaire
staatslieden niet wordt gedeeld. Dezen hou
den staande, dat uit de Heilige Schrift be
ginselen af te leiden zijn en dat die begin
selen, naar verschil van tijden en landen,
in de verschillende Staten, doordeOrer-
heid moeten uitgewerkt, geformuleerd en
toegepast worden overeenkomstig den
eisoh van deu bestaanden toestand.
Maar onder dit voorbehoud vloeit krach
tens de bijzondere openbaring zoowel het
gezag over het volk als de vrijheden van
het volk uit die eene bron, die in God is.
En daarnit volgt nu een tweede pri
mordiaal beginsel, nl. dit, dat, zooals Da
Costa het uitdrukte, een Staal niet gevormd
wordt door een hoop zielen op een stuk
grond, maar maar dat e n volk als een
organisme door God in een bepaald land
gezet is, en dus niet als een aggregaat,
362 FEUILLETON.
DOOB
SCALDIS.
I.
Onder de in den laatsten tijd verschenen
geschriften over Zeelands historie, mogen
wij in de eerste plaats wel rekeneD, het in
1907 door dhr Hollestelle te Tholen uitge
geven werk, getiteld„de Honte en het
eiland Borsele"; een lijvig boekdeel van
480 bladz.
Dit boek verplaatst ons in zuid-westelijk
Z.-Beveland en omvat die streek, welke in
den loop der eeuwen zoo ontzaglijk veel
verandering heeft ondergaan.
Wat het werk nog meer in waarde doet
stijgen, zijn de vijf steks nauwkeurig uitge
voerde kaarten van dit oord. Met een oog
opslag zien wij hoe die streek sinds onheug
lijke tijden is veranderd en wel van af het
tijdperk, toen het oude Borsele nog uit vijf
afzonderlijk omkade landen bestond, tot
aan den tijd, dat al deze brokstukken aan
elkander waren gehecht.
Een woord van hulde aan den grijzen
aohrijver,om op 75-jarigen leeftijd nog zulk
een kranig stuk werk te kunnen en te dur
ven levereD, moet ons hier uit de pen. Wel
was hij, door zijn maatschappelijke betrek
king, de „rechte man op de rechte plaats'',
maar het getuigt van moed en taaie volhar
ding om zulk een stuk Zeeuwsohe gesehie-
|S|f. denis uit de diepte van het verleden op te
halen.(*)
Wij voegen hier een woord van hulde bij
'C aan 't adres van Scaldis zeh en, die, schoon ook
greeds naar de leeftijdsgrens der sterken voort.
maar als een organisch geheel moet be
schouwd worden, en ten tweede dat zulk
een volk als zoodanig, krachtens zijn hi
storie,. een eigen nationale, historische
roeping heeft en daarom van Godswege
gehouden is voor zijn onafhankelijkheid de
hoogste offers te brengen. Uit deze primor
diale beginselen volgen dan de conse
quential), die zich vertoonen in het straf
recht, in het burgerlijk recht, in den eed,
in het huwelijk, in de echtscheiding, in
de armenzorg, in het onderwijs, in het
kiesrecht, in de offers te brengen voor
onze nationale verdediging, in het tarief,
dat niet naar een zelf gekozen dogma van
vrijhandel, maar naar de eisohen en belan
gen van de volkswelvaart moet worden
geregeld, in de sociale quae^ies en haar
oplossingen, niet in den zin van hetoud-
liberalise, dat eenvoudig elk individu op
zioh zelf beziende, de individuen met elkan
der liet worstelen, en vertronwde dat
daaruit vause'f de hoogste gelukstaat ge
boren zou worden, maar op te vatten als
in haar onderscheiden vertakkingen op
elkander aangelegd. En dan evenzoo een
eigen inzicht voor ons koloniaal bestuur,
dat wij over onze koloniën voogdij voeren
en tegen haar exploitatie ons moeten kan
ten, en voorts steeds als Christelijke Over
heid hebben op te treden.
Ik zou nog meer kunnen opnoemen,
maar de opsomming volsta om aan tetoonen
hoever de «'rekking gaat van die primor
diale beginselen.
Nu is het zeker juist, dat bij de toepassing
van die beginselen kan voorkomen ver
schil van inricht. Dat is zelfs mogelijk op
de neutrale zóne, bjj ons, gelijk het moge
lijk is bij de overzijde, bij de voorstanders
van de liberale beginselen. Daarin ligt dus
op zioh zelf niets wat tegen de degelijk
heid en deugdelijkheid van onze begiageïeu
zou kunnen getuigen.
Wanneer men nu zegt, dat toch vele van
onze Christelijke beginselen ook we! sym
pathie vinden aan de overzijde, danvtr-
klaart zioh dit van zelf daaruit, dat wij
allen te zamen geboren en opegroeid zijn
in een land, waar het maatschappelijk
Een leek op dit gebied kan zioh moeilijk
een denkbeeld vormen van wat er noodig is
om dergelijk omvangrijk werk, der historie
getrouw, te kunnen leveren. Men denke
zioh alleen maar in, hoeveel bescheiden er
moeten geraadpleegd, hoeveel archieven
nagesnuffeld en hoeveel bronnen er ontgon
nen moeten worden,eer men aan den eigen-
Ijken arbeid beginnen kan. Nogmaalseen
eeresaluut aan den ij verigen auteur l
Waar het plan nu is onzen koers te richten
naar een stuk van het aloude Borsele, zullen
wij voor onze beschouwing hier en daar,
waar het ons te pas komt, een kijkje in het
voornoemde werk nemen, om het ontbre
kende aan te vullen uit andere bescheiden,
die ons, zoowel in druk als in handschrift,
ten dienste staan.
Ons bezoek geldt dan voor ditmaal, het
tegenwoordige, als in een mantel van groen
liggende, lieve dorpje Oudelande.
Zeer gemakkelijk kunnen wij de naam-
afleiding dezer heerlijkheid opsporen.Oude
lande is niet de oorspronkelijke benaming;
want het ambaoht is zeer zeker eerst bij het
ontstaan van een „nieuwe land", in tegen
stelling daarmede, aldus genoemd, en de
verandering in de benaming had vermoede
lijk plaats, bij het ontstaan van het land, dat
verkregen werd door de af- en insluiting
van den stroom tussohen Oudelande en
Baarland.
Oudelande was dan tegenover het daar
door drooggevallene, de oudere of vroeger
bewoonde streek.
Welke benaming Oudelande droeg vóór
het //nieuwe land" in de Honte bestond, is
onbekend, maar vrij zeker is, dat de oor
schrijdend, met zoo jeugdigen ijver voortgaat in
feuilletons de lezers van ons blad te dienen met
zijn onderhoudende plaatsbesprekingen. Deze
hier is al no. 362, en de collectie schijnt nog lang
niet uitgeput. Red.
leven steeds in hoofdzaak op Christelijken
grondslag is gevestigd. In de tweede plaats,
omdat ook bij verschil van uitgangspunt
men zeer goed kan komen tot eenzelfde
conclusie.
Wanneer dus het geval zioh mocht voor
doen, dat er door deze zijde van de Kamer
bij enkele wetsontwerpen genoegzaam
steun aan het Kabinet onthouden werd,
dan zou er niets tegenstrijdigs gelegen zijn,
indien van de overzijde dat tekort aan
steun werd aangevuld. Dat zelfde is gezien
toen daar het liberale Kabinet Pierson
Goeman Borgesius zat; toen is meer dan
eens aanmerkelijke steun aan dat Kabinet
van deze zijde uitgegaan, waar zulk een
voorstel aan de overzijde bestrijding rond.
Ik kom nu tot hot derde vraagstuk dat
ik bespreken wil, nl. wat mjjn oordeel is
over de aangekondigde grondwetsherziening.
En dan wil ik niet verhelen, dat ik de
aankondiging van grondwetsherziening,
in den vorm waarin ditjj is geschied, niet
met onverdeeld genoegen las.
De vraag die toch dadelijk rijst -bij de
aankondiging van een generale grondwets
herziening door een Kabinet, dat optreedt
op een oogenblik, dat de koers in de po
litiek omgaat, is dezeis uw bedoeling
daarmede, dat die andere koers in de po
litiek nu ook zjjn uitdrukking zal vinden
in een algemeene wijziging van de Grond
wet? Op zich zelf, gelijk men weet, is
men van anti-revolutionaire zijde altoos
tegen die algemeene herziening gekant
geweest. Groen van Prinsterer heeft zich
daar zoo beslist als het kon over uitge
laten en altoos gezegd, dat hij aan par-
tieele herzieningen de voorkeur gaf.
Nu gevoelde ik niet goed, wat op het
oogenblik drong om van dit goede begin
sel af te gaan, en te meer gevoelde ik
daartegen bedenking oprijzen, omdat de
vrees niet ongegrond is, dat zulk een al
gemeene grondwetsherziening ongemerkt
de zaken op de lange baan zal schiftven,
en dat daardoor ook de herziening van
het kiesrecht, waarop steeds van anti-re
volutionaire zijde is aangedrongen, in het
gedrang zal komen. Ik zeg dit niet, als-
spronkelijke streek ten oosten van Mie
woudsdijk Hosholt is geheeten, zooals het
dan ook op onze oude kaart wordt genoemd.
Ook vinden wij het aldus genoemd in het
oorkondenboek van van den Bergh, waar
we lezen dat in 976 de Abdij van St. Bavo
te Gent, hier reeds zóóveel buitengronden
bezat, dat deze toereikend weren om 400
schapen te voeden.
Het laatst htoren wij van dit Uostholt in
1040, en in 1280 wordt reeds Oudelande ge
noemd. Hoewel onbekend, schijnt al zeer
vroeg dit Oudelande aan Baarland gehecht
ie zijn geweest, en werden deze beide am
bachten met het latere Bakendorpééne
heerlijkheid.
Het ambaoht OudelandeoïOuderlant,zoo-
als het in het tiendregister van 1280 wordt
genoemd, valt, volgens Hollestelle, in zijn
oorspronkelijke gesteldheid nog duidelijk
te herkennen. De ringdijk daarvan ligt aan
den zuidkant in de Viso, langs Eilewouds-
dijk verder vindt men dien terug in den
vissohersdijk. in diens verlengde als Water-
vlietsohendijk en in den weg door of langs
het dorp.
Ëehalve in dezen weg is de oude water-
keering, in behoorlijk goeden toestand, nog
aanwezig.
De drie ambachten, eindelijk door een
gemeensohappelijken ringdijk omsloten,
bevatten 2104 gem. gronds. Met inbegrip
van de beide Reinontspolders, telden zij in
1331 reeds 2204 gemeten.
De ouds bekende Heeren van deze am
bachten waren de bekende Baat lands,
waaronder Hugo van B. die, zooals 't schijnt
betrokken is geweest in de samenzwering
tegen Floris V en uit dien hoofde ook onder
de moordenaars van dien Vorst werd gere=
kend. Na den moord werd hij gevangen
genomen door Gerard van Voorneburg
graaf van Zeeland en vervolgens te Bor-
dreeht ter dood gebracht.
of van acti-revolutionaire daarvus een
primum verum wordt gemaakt. Integen
deel, wanneer men ook in onzen kring
vraagt: waar stelt gij meer pry's op, op
het tot stand komen van de invaliditeits
verzekering, dan op die van de wijziging
van het kiesrecht, dan geloof ik niet, dat
er in onze kringen ook maar één is, die
niet gaarne het stembiljet voor het de»
creet der verzekering prijs geeft. Afasr
toeh ook dit gevaar van uitstel noopte mjj
bij het lezen van deze aangekondigde
grondwetsherziening my af te vragen, of
het niet] gewenscht wars althans de her
ziening van het artikel over het kiesrecht
te bespoedigen.
Te meer is die vraag bij mij opgeko
men, omdat men èn in j het Voorloopig
Verslag èn in de Memorie van Antwoord
den hear Groen van Prinsterer, in de zssk
heeft betrokken en het heeft/voorgesteld
alsof Mr. Groen van Prinsterer, indien
men weer tot zoodanige grondwetsher
ziening kwam, zeer stellig daarmede niet
zou bedoelen terug te komen op de begin
selen die in 1848 in de Grondwet neder-
gelegd z'yn. Men heeft zich daarvoor
beroepen op wat Groen van Prinsterer op
bladz. 44 van zijn Narede schrijft over
de grondtrekken en over de hoofdlijnen
die de Grondwet van 1848 beheerschsn,
en zeer zeker heeft hij zich daarover uit
gelaten in dien zin, dat die grondtrekken
en die hoofdlijnen niet toen pas kwamen,
maar eigenlijk zijn de grondtrekken en
hoofdlijnes, die van meet af in ons Ne-
derlandsch staatsrecht hebben voorgeze
ten. Ook ik beaam dit ten volle, evenals
het Kabinet, en zonder] voorbehoud, maar
nu mag men toch niet vergeten dat in
datzelfde hoofdstuk, waarin dit voorkomt,
op bladz. 56, de heer Groen j van Prin
sterer zich he»ft uitgelaten ovar wat ge
schieden moet. indien een revisie aan de
orde komt. Daar zegt hij niet: er moet
niets veranderd worden, maar het volgen
de: »Ook in De Nederlander heb ik niet
vergeten, wat ik zoo dikwerf in de Ne-
derlandsche gedachten herhaald heb: »de
Grondwet moet geeërbiedidd, maar ook
Esn der latere eigenaars van de heerlijk
heid, Floris van Henegouwen, wordt in 1282
vernoemd, toen hij, volgens van Mieris,
eenige goederen aan het convent te Noord-
dijkein N. Beveland sohouk. Ia het testa
ment van dezen Heer, overleden in 1285
hij is in of kort voor 1303 overleden
legateert hij voor elk der kerken van Baar
land, Oudelande en Bakendorp 10 schellin
gen Hollandsoh, en zou op zijn sterfdag, olk
priester dezer parochiën ontvangea 2 schell.
en eiken koster 12 deniers of 1 sobell. Holl.
Voor den armen der drie kerken werd 2
schell. toegezegd en bovendien aan de
kapellerie te Baarland 10 sohell met nog
15 sohell. voor den dienst op zijn sterfdag.
Het laatstgenoemde bedrag, gelijkstaande
met 40 sohell Holl., moest gevonden wor
den uit de opbrengst zijner tienden vau da
Mare in de paroohie van Bakendorp.
Na den dood van Floris werden de heer
lijkheden weder gesplitst en kwam Baar
land toen aan het geslacht van Everinge,
hetwelk dit ambacht reeds vroeger bezeten
had, en Bakendorp met Oudelande werden
9 April 1312 verleid op de gebroeders Hen
drik en Costijn van Renesse, afstammelingen
van een in Zeeland bekend geslacht uit
Schouwen.
Het zou ons te ver voeren de latere eige
naars der ambachten al! en te noemen. Wie
uwer ze allen wil leeren kennen, raadplege
het door ons genoemde werk, daar kan men
de opvolgende bezitters, met hunne zij
takken opgenoemd vinden genoeg zjj het
ons te weten, dat in de vorige eeuw, de drie
ambachten in handen kwamen van mr Jacs.
Bakker te Rotterdam, die ze later verbocht
aan Anthonie van Hoboken, mede aldaar
wonende-
Tot de gemeente Oudelande behooren
0. a. de volgende polders: le. de Oudelande
polder, bij de indijking groot 75 gem.hjj
wordt reeds in 1351 genoemd2e de storm-
met] Christendom historisch snaatsregt en
Nederlandsch Volkswezen in overeenstem
ming worden gebragt."
Dit is het punt waarop het aankomt.
Ia zaka revisie spreekt Groen een heel
andere meaning uit, die niet met de eerste
iu strijd is, maar in haar geheel moet
worden gelezen om het geheele complex
van zijn gedachten in het oog te netaen.
Men mag het dus niet voorstt llen, alsof
Groen van Prinsterer gezegd en bedoeld
hadnu de Grondwet er eenmaal is, leven
wij daarnaar en kunnen de verschillen,
welke in de Grondwet schuilen, mij niet
meer raken.
Integendeel, hy heeft daartegen juist zoo
krachtig mogelijk geprotesteerd. Op die
zelfde bladz. 44 van de Narede toch ver
klaart hij dat hy steeds tegen de revolntie-
leer een offensieven oorlog heeft gevoerd.
Hy haalt daar zjjn Nederlander aan, om te
toonen dat hij metterdaad een offensieven
oorlo gevoerd heeft tegen de conservatief
liberalen, en dan komt die bekende passage
waar hij zesmaal achter elkaar begint met
te zeggen »Ik houd' mij aan de Grond
wet." Dat is niet Groen, maar dat is een
parodie op een conservatief liberaal, dien
hjj sprekend invoert. Dat het een parodie
op een conservatief-liberaal is en dat niet
Groen van Prinsterer hier spreekt, is dui
delijk uit den aanvang, waar hij zelf zegt
een proeve van zijn offensieven oorlog te
zullen geven, en vooral uit de fijne ironie
aan het eind, waar hij iemand aldns spre
kend invoert»Ik houd mij aau de Grond
wet." Gij vraagt aan iemand die zegt naar
Frankfort te reizen of hjj frankfort aan den
Main of aan den Oder bedoel? Hy ant
woordt uik heb het immers gezegd ik
wil naar Frankfort. Ik zog het u met open
hartigheid, ik houd mjj daaraan met de
meeste nauwgezetheidik heb er een eed
op gedaanik reis naar Frankfort."
Ik behoef niet te zeggen, dat Groen van
Prinsterer niet zoo gesproken kon hebben
als het geen parodie ware geweest.
TWEEDE KAMER.
Wat het eadsvrasgstuk betreft, is de
Minister van oordeel, dat deze vraag drin-
I .1 I
of stnrmpolder, mede in genoemd jaar reeds
aanwezig ter grootte van slechts 17'/* gem
3è. de molenpolder; in genoemd jaar //de
poldre bi die mole" geheeten, zoo genoemd
naar den korenmolen daar op den djjk van
de oude watering staande en groot zjjnde
60 gem. Voorts ten noorden nog gedeelten
van den Nieuw Ovezandschen-, in 1395 be
dijkt, de Kamer-, Noord-, Zak-, Nisse- en
Steliepolder.
Als een der drie ambachten hebben we
ook Bakendorp vernoemd gehoorden of
schoon het grondgebied dier oude heerlijk
heid tegenwoordig tot de gemeente Baar
land behoort, willen we toch nog even iets
opslaan over dit oude dorp.
In een oud charter van 1275, wordt het
Badekendorpe gecoemd. Vermoedelijk ont
ving het de benaming van Bakendorp, wijl
de zwars toren tot baken verstrekte op de
breede Honte. Deze heerlijkheid grensde
aan zee en was nog minder ryk aan houtge
was dan Baarland, hetwelk in dat opzicht
zoo achterstond by het ambacht Oudelande.
Bakendorp,waarvan niets meer te vinden
is, was eertijds een kerkdorp met hoogen,
zweren toren. Dat deze toren in verhou
ding tot de kleine plaats zwaar en hoog is
geweest, bleek wel uit den bouwval, die, in
de vorige eeuw afgebroken wordende, toen
nog 19 M. hoog was.
De kerk was in 1578 nog niat gesloopt 5
ze had in dat jaar nog haar eigen geestely ke
en daartoe behoorde nog 30 gem. gronds,
tot onderhoud van dienpriester. Daarop
den duur niet voldoende in haar onderhoud
kon worden voorzien, stortte het gebouw
eindelijk in en werd de afbraak tot voor
ziening van den havendyk gebezigd.
En nu hopen wij hjj onze volgende
samenkomst een bezoek aan de kom van het
dorp zelf te brengen.
(Wordt vervolgd.)