NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. nis". Mo 48. 1909. Donderdag 25 November 24e jaargratii Knecht CHRISTEL1JK- HISTORISCH Hierin :id eo dster |fi v'ERSeHIJNT zesmaal PER week 'ei burg Heeren stbode F? a; Goes. Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN na Snippers uit de oude doos. TWEEDE KAMER. setje, oud 13 cd er med r moet zeker st een goede bevragen bij RIJGER te mak in alle ter geschikt a r u i1 voor orschmachine oudekerke. i rem (merk Middelburg. ÜKKEBOOM, te melden innen, bij C. n d. Mei leeHt LAAR, Oude 3SER, Sint n kan. Bnreau De an ER VATE te huis. Brieven eeuw" M1 d- -ZIERIKZEE. 3, uitgezonderd en 's middags .27 7,80 .28 7,30 .29 7,2,- 80 7,30 2, 2- 7.io 5 O Q M I ifl JS §■2 7-46 7.56 8.17 8-55 9.10 9-43 10.51 11.31 12.42 II.30 12.15 7.55 8.05 8.12 8.20 8.27 8.36 8.49 8.56 9.01 9.10 9.16 9.29 9.42 9-S1 l0.— 10.48 12.O3 irg, Z. Dultschl. oosendaalLage ter dan 150 KM. 0.30 1.40 2.31 .12 .26 1.29 3-05 3-S2 4.14 4.28 *6.o3 7-iS 8.0I 8.20 8-34 IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,02'. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 '•ent. 24 Nov. 1909 Armzalige politiek. Terecht schrijft onze a.r. Rotterdammer Dr. Kuyper heeft gisterenmiddag in de Tweede Kamer wederom een rede ge houden. Daarin werd weer eens andere spijze opgedisoht dan in de laatste dagen de hoofdschotel der politiek vormde. Zoodra.de rede in de Handelingen zal zijn verschenen, hopen wij er wellicht enkele gedeelten van te vermelden. Toch kan men niet zeggen dat de deoo- ratiequaestie niet meer in de Kamer zal worden besproken. Mr. Lohman deed dit Vrijdag reeds. In dien er plaatsruimte is, deelen wij ook daarvan iets mede. En gisterenmiddag, toen Dr. Kuyper het woord ging voerer, liepen verschillende socialisten en liberalen de zaal uit, als wil den ze Dr. Kuyper boyootten 1 Verstandiger leden, als Mr. Tydeman, Mr. van Karnebeek, dr. Bos, Mr. Druoker, Eland, Roessingh en Jannink deden aan het weglooprelletje niet mee. En toen de speech van Dr. Kuyper blijk baar wat lang duurde, kwamen de heeren Thomson en Roodhuijzen weer terug. Alleen de socialisten bleven, zoolang Dr. Kuyper sprak, geheel weg. Zoo Mr. Troel stra, Schaper, Days en Hupenholtz. De socialist Vliegen, die later ter verga dering kwam, van den prins geen kwaad wist, en naar dr Kuyper's rede wou luiste ren, kreeg blijkbaar een aparte boodschap, dat hij bij de andere «broeders* in de lees zaal moest komen. Daarop verdween hij, en men zag hem tijdens dr Knyper aan het woord was niet meer. Wij noemen zulk spelletje armzalige politiek. rWij antirevolutionairen, zouden veel weer reden hebben om onder de speeches der socialisten weg te loopen, die eerst de arbeiders ontevreden maken, de goede ver houding tussohen patroons en werklieden verpesten, en op die wijze werkloosheid bevorderen, en da» met tal van groote woorden komen vertellen, dat de arbeiders het zoo slecht hebben 1 Intussohen schijnen de heeren der linker zijde de decoratie quaestio allesbehalve te willen laten rosten. 358 FEUILLETON. DOOS SOALDIS. Gisterenmiddag gaf ook de christelijk- historische heerVan Idsinga dienaangaande zijne beschouwingen. Wij zitten misschien de gansohe week nog met de zaak opgescheept. JIuttiiouH Smallegange. I. Onder de mannen die zich op letterkun dig en historisch gebied verdienstelijk hebben gemaakt,moeten we vooral rekenen den schrijver van den bjj vele Zeeuwen be kenden, dikken foliant: de Kroniek van Zeeland, n.l. Mattheus Smallegange. Wie heeft wel niet eens van dit werk ge hoord, in de eerste plaats aantrekkelijk om zjjne prachtige platen, voorstellende stede gezichten, kerken, raadhuizen, kasteelen, burchten en sloten in ons gewest. Voordat novellen, romans en kranten van de tegenwoordige dagen, het lezen van wjjsgeerige en historische werken verdron gen, was er 'n tijd dat er in vele Zeeuwsche huisgezinnen, naast den By bel, alleen het Cataboek en Zeelands Kroniek gevonden werden, wel een bewijs dat Smallegange1 s arbeid door velen gewaardeerd werd. Uit die familie's kwam 't boek vaak van vader op zoon, en bleef alzoo, als erfstuk veelal, tot op onze dagen in éen geslacht bewaard. En komt er eens een goea geconditio neerd compleet exemplaar d. w. z. met de wapenkaarten der heerlijkheden er in bij boedelscheiding, onder den hamer, dan kan dit soms meer dan f 30 opbrengen, waaruit almede blijkt dat vele liefhebbers er nog groote waarde aan hechten. Wanneer het een oi ander uit het boek morst aangehaald worden, hebben ook wij, Wegens plaatsgebrek moesten we gister ons overzicht achterwege laten. Thans kortelyk het gesprokene van enkele sprekers gereleveerd. Maandag sprak de heer v. d. Velde een verklaring uit namens de anti revolutio naire partij in zake de decoratie quaestie. Hjj zeide, dat dt in Juai tegen dr Knyper ingebrachte beschuldiging van zelf ook in anti-revolutionaire kringenïndrnk had ge maakt. Nadat echter dr Kuyper in De Stan daard het oorzakelijk verband tussohen de verleening der ridderorde en de geschon ken verkiezingsgelden beslist had ontkend, was er voor de anti-revolutionaire partij geen enkele reden om aan de beschuldiging geloof te hechten, te minder, waar geen enkel bewijs voor de beschuldiging werd gegeven. Thans heeft dr Kuyper hier zelf nog eens die verklaring in De Standaard bevestigd en nader aangevuld, hetgeen spreker verheugt. Dat dr Kuyper overigens erkende gefaald te hebben in sommige op zichten, strekt hem tot eer. Na dr Kuyper's verklaring mag worden geconstateerd, dat hy zich aan datgene, waarvan hij werd be schuldigd, niet schuldig maakte. Dit goede woord werd aan Links met eenige „beweging" ontvangen. Daarna was dr Kuyper aan het woord en hield een politieke rede die door Rechts met belangstelling werd aangehoord. Links demonstreerde door net te doen of de spre ker er niet was of hun nobel gehoor niet waard was. Dr. Kuyper constateerde dat de Rech terzijde nu voor vele jaren de meerder heid heeft en das de vrede van Munster kan geteekend worden. Maar haar honding jegens de Linker zijde zal een andere zijn dan die der Linkerzijde jegens haar jaren lang aange nomen. Daarom waarschuwt Spr. haar tegen drie fonten le. voor het maken van een sprong op onze wandelingen de Kroniek meer malen vernoemd. Over dit boek dan en den schrijver, willen wij nu het een en ander opslaan wat onze opmerking wel verdient. Sleohts weinig vinden wü over den lerensloop van Smallegange geboekt. Zelfs Dieter de la Rue, sohrij *er van „Geletterd Zeeland", en een ijverig onderzoeker in zijn tijd, zegt niets van hem alleen de titels zijner werken geeft deze op. Smallegange werd geboren te Goes en aldaar gedoopt 29 Deo. 1624, uit het hu welijk van Johan Smallegange gestorven 15 Juni 1628 en Soete Oostdijek. Zijn vader was doctor in de beide rechten en ho.ig Baljuw van Borsele. Hij zelf zegt iu zijne Kroniek, dat zijD geslacht gesproten is uit dat der Heeren YtnSchenge, welke heerlijkheid ons reeds bekend is door ons bezoek aan VHeer Arendskerke. Zooais we daareven hoorden, moest hij, nog geen vier jaren oud, reeds zijn vader missen. De daarop volgende, misschien zwakkere opvoeding eener moeder, zal vermoedelijk een reden zijn geweest van zijn minder gelukkige levensdageD. Na de Latijnsohe school te Middelburg bezocht te hebben, weed bij, als student in de rechtsgeleerdheid, ÏDgesohreven aan de Hoogesohool te Utrecht. Aldaar verbleef hij tien jaren waar ran men waarschijnlijk moet aftrekken den tijd zijner buitenland- sohe reizen, wat toen onder studenten van rijken huize veel gewoonte was. Wij deuken hierbij ook aan Willem Teelinck, den beroemden prediker, die te Poitiers en den niet minder bekenden Jacob Gatsdie te Orleans gestudeerd heeft. Uit zijn verder leven blijkt ons, dat hij gedurig en op allerlei wijze, vele teleurstel een salto, welke wel eens een salto mor tals een doodelijke sprong zou kun nen zyn2e voor het krenken der min derheden en 3e voor het zyn toevlucht nemen tot kunstmiddelen. Na een meesterlijke verdediging der Ohiistelijke beginselen, welke bij beknop te samenvatting te zeer in waarde zou verminderen, kwam spr. tot zyn critiek. En dan kon eerstens de houding der re geering ten aanzien der Grondwetsher ziening zjjn onverdeelde goedkeuring niet wegdragen. Hy zou liever geen alge- meene herziening zien, waartegen de An ti-Revolutionairen steeds bezwaren heb ben gehad en waardoor de regeling van het kiesrecht in het gedrang komt. Spr. wees op vier speciale punten, waar aan z. i. by de Grondwetsherziening wel de aandacht mag worden gewijd. Vooreerst of de Grondwet op zich zelf bestaat of samenhangt met het bestaan Gods (by de huidige Grondwet achtte hy dit niet het geval); vervolgens dat nog steeds de wet gevende macht in hoofdzaak is toebedeeld san de Staten-Generaal, ten derde het onderwijs en ten vierde het kiesrecht. Wat de financieels politiek betreft, over het algemeen kon dr. Kuyper ziek wel ver eenigen met de financieels plannen der Regeering, alleen zon hij gaarne zien, dat de tariefsverhoogingvan 30 pCt.voorloopig bleef liggen,wyl anders de tydelyke tarief herziening wellicht niet genoeg zal opleve ren voor de sociale wetgeving een opinie welke weerlegging vond bjj mr. Kooien, die ala de financieels specialiteit der Rech terzijde optrad en als zoodanig mr. Patyn's ongunstige rede va 1 Donderdag krachtig bestreed. De heer v. Idïinga (c. h.) beantwoord de den heer Drucker die de chr. begin selen had aangevallen op grond van de weinige eenstemmigheid tnsschen de be lijders dier beginselen. Een afgezaagd verwijt, waartegenover de hopelooze ver deeldheid der linkerzijde niet mag wor den uit 'toog verloren. Deze spreker roerde ook de decoratie historie aan. Hij verschilde in een paar opzichten van den heer Lohman. Ten eerste in diens uitlegging van art. 94, 2e lid der Grondwet. Wel degelyk is de lingen moest oudervinden. Vooreerstsohijnt hij nimmer tot eenige openbare betrekking gekomen te zijn; zelfs is het niet bekend, dat hij als advocaat gepraktiseerd heeft. Dat hij hoogst waarschijnlijk niet is gepromo veerd, blijkt ook wei hieruit, dat hij zijn vader steeds noemdedoctor in de beide reehten, en zich zelf sleohts eenvoudig rechtsgeleerde. Hij heeft ook te Amsterdam gewoond, waar hij een ijverig Oranjeman bleek te zijn, wat hem al spoedig den haat van de bovendrijvende partij op den hals haalde te meer nog, wijl hij in 1665 de onvoorzich tigheid beging om onder een prent, voor stellende een zinnebeeld, ter eere van Prins Willem III, een dichtstuk te plaatsen, waar in hij hulde bracht aan dezen Vorst't ge volg er van was dat hij voor een jaar buiten de stad werd gebannen. Niet lang daarna vestigde hij sioh weder met der woon in zijn geboorteplaats. Ver moedelijk was zijn vermogen verloren ge gaan en had hij, van dien tijd af, een door tegenspoed gekenmerkien levensloop. Om in zijn geldelijken nood te voorzien, begon hij nu boeken te schrijven en te ver talen, wat hem een sober bes'aan verschafte. Hij wendde zich, om die reden, in Sept. 1675 tot de StateD van Zeeland om eenige subsidie, op welk verzoek hem toen 150 gld. uit de Staten-kas werd verleend en verkreeg hij in Deo. nog eens 50 gld. In 1677 gaf hij een «Beschrijving van den Zeelandsohen adel, met wapenkaarten, zoo wel onde als nieuwe", uitwelk beek, bij de destijds deftige magistraten zóó welkom ontvangen werd, dat er weldra een tweede druk van het werk noodig was, welke druk wel niet altijd, maar meestal gevoegd is bij de Kroniek van Zeeland. Minister niet de hear Haemskeik, maar de Minister van Binnealandsche Zakeu aan de Kamer verantwoording schuldig over een Regeericgsdaad. I)at is geen daad van een voorganger, maar van de Regeering, die steeds voortduurt. Wat de Regeering aanvoerde, was geen grond, 't Ging misschien „om den per soon van een Minister," zooals de heer Lohman interrumpeerde, macr dat was geen reden voor de Kamer om van de zaak af te blijven. Voorts gelooft Spr dat de decoratie aen den heer R. Lehmann te goeder trouw is verleend om verdiensten te eeren. Maar voldoende gemotiveerd was zij niet. Is het verdienste een ohèque te schrjjyen voor een of ander goed doei, zonder eenige persoon lijke toewijding P Was er metdemen- schen van St. Helena af te brengen, een landsbelang gemoeid Dat vond de Regee ring van toen toch niet 1 Hoe is de decoratie verleend Volgens de toen geldende regelen. Maar die regelen deugen niet, en de considerans van de wet ten der orden, waarop nu pas Sprekers aan dacht door dr. Kuypers verklaring gevallen was, deugden zeker niet. Die deugen eerder tot afschaffing dan tot belooning der deugd, en daarom behoorden zij te worden afge schaft.Een opmerking waarmee, zoo Reouts alsiiinks,velen 'teens zonden zijn, dunkt ons, wanneer 't op stemmen aankwam. Tenzij men 't vergeven van ridderorden ging beperken tot de uiterste zeldzaamheid. In de zitting van gister werd 't overleden lid de Ridder herdacht door den voorzitter, den minister en den eersten spreker dr de Visser.Deze laatste keurde de afscheiding van conservatieven en voornitstrevenden af, ver dedigde het goed reoht van de christelijke beginselen en drong aan op het ter hand nemen van het eeds-viaagstuk. Dr Bos handhaafde zijn afzonderlijk stand punt betreffende het onderwijs. De heer v. Doorn meent, dat de Christe lijke beginselen geen eenheidsriohting geven. Spr wil echter aannemen, dat de decoratie aan Rudolf Lehmann te goeder trouw is verleend, dooh wat de nadere ver klaring der deooratie-E. Lehmann betreft, deze is in tegenspraak met de vroegere. De heer de Beaufort wees erop, dat de Ook de vervaardiger legde er geen wind eieren bij, want hem werd, door die Hooge Heeren, niet alleen eene gift van 200 gld. ter hand gesteld, maar zelfs werd dit in 1683 gevolgd door een lijfspensioen van 250 gld., welk pensioen hij tot aan zijn dood behield. Het bleek intussohen, dat hij al lang te voren vele gegevens verzameld had, voor het opstellen van zijn hoofdwerk de Kro niek van Zeeland. Hij offerde daaraau niet alleen tijd en rust op, maar het bleek ook, dat de uitgaven zijne inkomsten verre over troffen. Zooals wij verder hooren zullen, werd, door tegenwerking van patricische families n regeeringslefen in Zeeland, de uitgave van de kroniek een ware lijdensge schiedenis, waarover door den geleerden mr S. deWind meer uitvoerig geschreven is. 't Gevolg er van was 0. a. dat er van het werk, door het voortdurend veranderen van den tekst, zoo door hot weglaten, als weder inlassohen van nieuwe stukkeu, nauwelijks twee exemplaren overeenkomen. Eindelijk, na oneindig veel gehaspel, kon dan tooh de kroniek in 1696 bij Johs Meeriens te Middel burg in het lioht versohij een. Uit een oud prospectus van het werk, in 1681 uitgegeven, hooren wij, welke pogin gen de uitgever reeds toen in het werk stel de, om ter wille van de uitgave, de ijdelheii der oude geld- en maohtmannen in 't gevlei te komen. Hooren wij dan „Conditiën om door imeykenaers te druoken de Cronyk van Zeeland." 11 Alle Ambaohtheeren die genegen syn tot een onsterffelijke geheugenis, van haer per soon, geslacht en heerlykheden, hare hals- en ambaohtbeerlykheden, scodebe- sohTy vinge, als in een kopere plaet, in dese Cronyk sieD, sig aen hem te adresseeren, die RegeerÏDg terecht niet geantwoord heeft op de vragen der deooratie-quaestie, zij had wel kunnen zeggen, dat de beschuldiging onwaar is. De heer Borgesius bestreed den heer Troelstra ter zake van dier s aanvallen op de liberale groepen, en betoogde dat de liberale Kabinetten veel hebben totitand gebracht. Ver wijt mrTroe'stra den liberalen dat »jj nemen wat ze krijgen kunnen, in de laatste jaren doen de socialisten niet anders. Met voorbeelden toont spr dat aan. Vervolgens bespreekt de heer Borget iua de Regeeringspolitiek. Over de Chr. begin selen wil spr zwijgen, daar heeft hij t?n vorigen jare over gesproken. Wel betreurt hij dat bijv. de heer De Visser daarover geen nitleg heeft gegeven, toen hij de Chr. Hist, politiek verdedigde. Spr. eritiseert het Regeeringsbeleld ten opzichte van de verzekeringskwestie, van het finaneieele vraagstuk (30 pCt verhoo ging invoerrechten) van het onderwijs (sub- sidie-verh rogingen) en van de Grond wet en Kiesrechtkwestie. De heer v. Nepen uit Nijmegen, die zich als vice-voorzitter der Kamer van politieke beschouwingen onthoudt, behandelt, in plaatB van mr Loeff, die ziek is, namens de R.-K. partij de decoratie-quaestie. Terecht, zoo verklaart spr, heeft de heer Lohman gezegd dat het moeilijk is in dit politieke lichaam onbevangen te staan tegenover een staatsman en spr voegt er bij,een veelzijdig staatsman als dr Kuyper, die zoo vele jaren het politieke leven heeft beheerscht. Wij moeten het hoofd koel houden en in onpar tijdige stemming oordeelen. De vraag of links in die stemming heeft verkeerd,zal spr niet beantwoorden. Hij oordeelt daarover nietstelt zioh op een bescheiden standpunt en zal alleen de feiten bespreken. De ver dediging van dr. Kuyper buiten de Kamer neemt spr. niet geheel voor zijn verant woordelijkheid. Overigens lag in het geloof in de onschuld van dr. Kuvper, ïd de trouw aan den leider, een gedachte van ridderlijkheid. Wat de feiten aangaat, het verband tussohen de decoratie en de geld- sohenking is niet bewezen. Dr. Kuyj er heeft op zijn eer en oonoientie dit verband hier ontkend. Niemand in deze Kamer heeft te kennen gegeven dat hij geloofde het op de Heeren haer kosten,dooh voor een civile prys, ten hoogste voor seven ponden vlaems, eonstig in koper sal laten snyden, mits", en nn komt het lokaas, „dat .de re spective Heeren een pertinente afteyeke- ninge van de gebouwen en situatie der heer- lyokheden gevende, en de autentyoke besohryvinge, met de wapens daer bij doende". „Nooh is den Druoker genegen, om alle Heeren Regenten van geheel Zeeland en de anaex dependerende oollegiën, hetsy in wat staten ofte ampten sy sjd, die de eer hebben van jegenwoordig te regeren, alsmede alle sabulteme beampten haer namen en amp ten, tot eeuwiger gedagtenisse yder op syn rang in dit boek te stellen, mits haer Ed. de goadheyt gelieven te hebben van voor een exemplaer te teyokenen. Exemplaren op groot papier worden geleverd voor 16 gld. en op gemeen papier voor 12 gld." En eindelijk vernemen wij.- „Yemand ge negen synde den di uoker te enoourageren met exemplaren op een naem te teyokenen sal een extmplaer boven de 25 toe hebben". Wy hooren alzootoekende men voor het werk niet in, men werd er ook niet in vermeld. Zeer zeker trof dit lokmid del doel, want vele inteekenaars werden verkregen en ook de verschillende Zeeuw sche steden, wilden zich de noodige exem plaren aanschaffen. Hoe welkom cn evenwel de, door de Staten, toegezegde jaarwedde aan Smal legange ook was, ze was op verre na niet toereikend om de kosten van de Kroniek te dekken en tot de uitgave over te gaan. Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1909 | | pagina 1