mm.
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
Ho A
Vrijdag 19 November
24e Jaargang
christelijk-
historisch
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JÖNGE-VERWEST, te Goes
F. P. DV.U'J, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Snippers uit de oude doos.
Binneul'ind.
TWEEDE KAMER.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,02®.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 15 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent
Familieberichten van 1 —5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 ''ent.
18 Nov. 1909.
Nog eens: de Ferrer-zaak.
Wij lezen in den Eaagsohen brief van de
Standaard
Men begint tot bezinning te komen. De
roes is over. Men, bemerkt, dat men zich
heeft laten verleiden. Men ontdekt, dat het
alles éen groote, kolossale veigisiingsohijct
geweest te zijn
'k Behoef maar te herinneren aan het oor*
deel van Harden, in Die Zukunfteiders in
ons blad onlangs geciteerd.
Merkwaardig is intnsschen ook wat in
een Haagsch blad, dat druk mee deed aan
't relletje, tbans een Hagenaar komt ver
tellen.
Onze stadgenoot dr. J. M. Hoogvliet
ontving toeh volgens Het Vaderlvnd dezer
dagen bet volgende particulier schrijven
van een zijner Spaansohe vrienden, een
jong hoogleeraar, die tevens Kamerlid ia,
en die in den persoonlijken omgang den
indruk maakt van groote oprechtheid en
eerlijkheid.
„Een brief all de uwe, waarin doorstraalt
de weneeb, om niet te oordeelen vóór men
gehoord en geleerd heeft, is in onze dagen
waaDijk een troost voor ieder weldenkend
Spanjaard. Men heeft mijn vaderland ge
oordeeld met een overijling en een onrecht
vaardigheid, ons van vroeger welbekend 1
Om u daarvan te overtuigen wil ik u, in
plaats van eigene argumenten, die zich
in grooten getale aan mij voordoen, liever
authentieke bewijsstukken zenden, d. w. z.
afschriften en afdrukken van de verschil
lende documenten, die bij het proces tegen
Ferrer hebben dienst gedaan, na welker
lezingen u vrij en onbevangen zal kunnen
oordeeleD, in hoever er rechtvaardigheid
is in de iasterrijke aantijgingen, die men
tot ons rieht.
«Van Ferrer zelf ken ik geen andera
werken dan zijn autobiographieën en zijn
revolutionnaire proclamaties, die geen van
alle het karakter van literaire stnkken
hebben. Niemand heeft dan ook ooit hisr
te lande Ferrer voor een schrijver
'of voor een leeraar gehouden. Men zag
in hem n:ets dan een zeer gevaarlijk op
ruier der voikshartstoohfen.
355
FEUILLETON,
DOOB
SCALDIS.
Drelschor.
II.
De plaats binnenkomende, trekt al spoe-
d g onze aandacht, de, nu met een tuin
overdekte fundami nten va" het voormalig
Sloteen deel dier grondslagen zien wij
nog aan de grens der kerkgraoht.
Ook hie~, zooals op vele Zeeuwsohe
plaatsen, is de oorspronkelijke kern van
het dorp zuiver rondom de kerk gebouwd
ook eenige zijstraatjes ontmoeten wij op
onzen °ondgang. Wijl de toename der be
volking dringend bouwgrond vereisohte,
werd het terrein daartoe hoofdzakelijk
gezocht aan den z.g.n. „boogasrdweg".
Dien weg oploopende, aan weiken ook
de mooi aangelegde begraafplaats, met tal
van grafzerken, is gelegen, ontwaren wij
vele nieuwe woningen en sohuren. Geen
wonder dan ook, dat wij er van de laatst
genoemde gebouwen, zooveel op dit dorp
aantreffen, want, moesten wij van de
meeste plattelsndsplaatsen, die wij bezoch
ten, zeggendat het hoofdbestaan der
ingezetenen landbouw en veeteelt gold,
hier komen wij tot de ervaring, dat de
vlasindustrie als 't ware de hoofdbron van
bestaan vormt. Wijl de vlasbereiding meest
den minderen man ten ^oede komt, tref
fan wij hier dan ook eene zeer welvarende
bevolking aan.
Naar het dorp terngkeerende, treffen
wij er n;et veel aan, wat onze bijzondere
opmerking v'rdient. Het gemeentehuis
heeft f en goeden trapgevel van 1637;
wij zi'n in den gevel er van de wapens
//Ik zelf ben, zooals ge weet, geen
voorstander van de doodstraf, en ook
niet van der andere straffen van lijfs
dwang, die in alle .wetgevingen der we
reld zjjn toegelaten.
//Ik heb echter de overtuiging, dat
volgens het nauwgezetste wettelijke in
zicht het vonnis van het Gerechtshof,
dat Ferrer veroordeelde, volkomen ge
grond mag heeten.
//God vergeve aan Ferrer, zooala alle
goede Christenen het hem vergeven, al
het kwaad, dat hij aan zijn vaderland
deed en Hij s ende rechtsge /oei aan onze
afgedwaalde vrienden, die zulke ondoor
dachte oordeelvellingen gevormd hebben
omtrent dit land, dat heden ten dage
zóóveel gewetens, gedachte en hande
lingsvrijheid geniet als geen ander land
der wereld*.
Omtrent de bijgevoegde documenten
schrijft Dr. Hoogvliet ons, zoo voegt
Het Vaderland er aan toe, dat hij deze
stnkken nog niet alle gelezen heeft en
ze uit den aard der zaak ook niet volle
dig beoordeelen kan. Hjj kreeg echter
den indruk, dat het buiten eiken zweem
van twijfel, vast staat, dat Ferrer den
Staat en zijn Instellingen met verderf en
ondergang bedreigde niet alleen, maar
die bedreiging zelfs reeds gedeeltelijk
ten uitvoer had gebracht.
Over Ferrer's optreden laat de heer
Hoogvliet zich in zeer scherpe bewoor
dingen uit Wij aldus het Haagsche
blad laten zijne opinie natuurlijk ge
heel voor zijne rekening, doch stellen er
prijs op als onze meening te kennen te
geven, dat de tot nog tee bekend gewor
den feiten op ons een gansch andere in
druk maakten.
Dit laatste is te begrijpen. Een redac
tie moet niet terstond laten merken dat
zij te vroeg geschreeuwd heeft van on
recht zonder bewijs.
9
Het land van verval.
De beruchte intrigante, die beschuldigd
werd haar moeder en haar echtgenoot
van Zeeland en van de gemeente en is
met het beeld der gerechtigheid versierd
op een toegangspoortje er van lezen wij
„Doet wel en vreest niet".
Eu nu onze schreden riohtende naar het,
vermoedelijk in 't begin der 15e eeuw
gebouwde kerkgebouw, staat daar voor
ons de nog oorspronkelijke, aan St.
Barbara gewijde, tempel. Een prachtig
gezicht is het voor ons, dit oude heiligdom
daar zoo rustig te zien staan in een krans
van groen van allerlei kleurschakeeringen.
Aan den zuidelijken buitenmuur van het
voormalige koor, valt ons oog op eene
grafzerk gewijd aan de nagedachtenis van
een der predikanten. „Hier rust", zoo lezen
we, Benjamin Kampredikant dezer ge
meente, geboren te Woudenberg 17 Juni
1796, overleden te Dreischor 19 Maart
1869».
Het gebouw binnengaande door een der
yoorma'ige zuidelijke kapellen, trekt ai
dadelijk iels buitengewoons onze aandacht,
't Is n.m. de groote grafkelder, waarin
de Aaabs. Heeren der heerlijkheid, de ge
broeders Johan Daniel en Corns. Daniel
Ockerse (gestorv. in 1742 en 1729) begra
ven liggen en waarin ook hun zusters
zoon, de welbekende mr Pieter Hogge
van Renesse (overleden in 1756) zijn laatste
rustplaats vond.
In geen kerk, door ons bezocht, vonden
wij nog zulke twee prachtige grafmonu
menten. Achter het hooge massief gesmeed
ijzeren hek, dat den kelder afsluit, ver
rijzen tegen den noordelijken en ooste
lijken muur de beide kostbare graftom
ben, ter nageda ihtenis der genoemde
Heeren, die hieronder, naar men zegt, in
met zilver beslagen kisten, zijn ter ruste
gelegd. Hunre portretten, in medaillans
en omgeven door aoht en zestien kwartier
wapens, versieren de gedenkteekens,
beiden te hebben vermoord, is door de
jury vrijgesproken.
Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat zy
inderdaad onschuldig of niet-medeplicV
tig zou zijn geweest aan het drama in
het Ronsinstraa'je.
Alleen, de jury heeft gemeend, dat er
geen voldoende gronden, waren om met
absolute zekerheid de schuld van be
klaagde vast te stel]en.
Wat voor intriges en geheimen achter
deze duhteie zaak verborgen zjjn, zal
wol voor immer geheim blijven.
Maar hoe het met de rechtspraak in
dit land van verval eu sonsatis-schanda
len gesteld is, illustreert een schrijven
van den Parijschen Correspondent der
»Nieuwe Eott. Crt."
Daarin heet het
„De eerste zes maanden van de in
structie zijn gevoerd onder leiding van
een rechter, die op zeer intiemen voet
met mevrouw Steinheil gestaan had en
die niets vinden wilde, wat ook maar
eenigzins erop kon duiden, dat zy aan
deel in de zaak had. Mevrouw Stein
heil heeftj in haar wilde en verwarde
verdediging bij de juweelenleugens zelfs
verteld van de raadgevingen, die zij
van den heer Leydet, aen rechter van
instructie kreeg. Na aldus zes maan
den verloren te„ hebben, is de zaak on
der leiding van rechter Andró gewis
krasser aangepakt. Maar het was te
laatte veel punten en sporen waren
verwaarloosd of met bedenkelijke na
latigheid over het hoofd gezien of uit-
gewischt en hetgeen in het proces thans
na anderhalf jaar aangebracht werd,
was inderdaad niet voldoende vooreen
veroordeeling."
Ziehier nu een hoog rechterlijk am'ote*
naar, die in de instructie »raa4gevingen"
verschaft aan een beklaagde van een dub-
helen moord 1
Die niets wilde vinden voor haar
schuld.
De Parijsche correspondent van deniet
»clericale* „Indépendance Beige" is er
van overtuigd, dat de weduwe Steinheil
waarop, in breeksprakig latiju hunne titels
en waardigheden staan nitgegedrukt. On
der de tombe lezen wij den naam van
den vervaardiger van dit kunstwerk, zijnde
N. Seuntis.
Voor zijn grafgesteente had mr Mogge
12000 gld beschikbaar gesteld, terwijl zijn
ooms een kapitaal vaststelden van 2000 gld
om uit de rente daarvan de monumenten te
onderhouden.
Het bedehuis verder binnentredende,
maakt het alras een somberen indruk op
oez. Zoovéél licht als we op het naburige
Nieuwerkerk in de kerk zas,en vallen, zoo
sober ontmoeten w'j dit hier.
Het voormaliga koor, met een gedeelte
van het sohip, dient als preekkerk eu is het
overige, westelijk deel door een houten
beschot er van gescheiden. Een deur in dit
beschot openende, vertoont er zich een ge
heel ander, en minder gewijd, tooneel aan
ons oog. Dit gedeelte wordt n. m, gebruikt
voor bergplaats van alles en nog wat en is
ook ten dienste, zoo 't schijnt, van smid en
wagenmakerwe zier er tal van wagens,
eggen, zaaimsohines, enz. hun rustige rust
genieten.
Onzen btik op den vloer slaande, ontmoe
ten wij niet minder dan 22 grafsteenen, met
hunne opschriften, waaronder vier van
geestelijken, die de Katholieke gemeente
Dreischor hebben gediend. Twee der zerken
trefhn, om hunne oudheid, onze aandacht.
Op de eene staat, voor zoover leesbaar,
„hier leyt begrave willem m. (3x?) ets.
barto zo en sterf in jaer ons heer
MCCOCOp den steen zien wij uit
gebeeld een ridder in volle wapenrusting
in oe hoeken onkenbare wapens, en in den
rechterbovenhoek dit schild
wel-
wèl schuldig jwas een [overtuiging, die
we overigens in meerdere corresponden
ties aantreffen.
Deze briefschrijver verklaart de laks
heid van het gerechtelijk onderzoek hier
uit, dat de beklaagde zooveel onthullin
gen uit »de hooge wereld", met name
door haar betrekkingen tot den vroege
ren president Faure zou kunnen doen,
dat er tusschen beschuldigde en magi
stratuur 'n compromis is gesloten, waar
aan beiden zich tot aan teind hebben
gehouden.
Is het wonder, dat de sensatie-misdrij
ven zich in Frankrijk opvolgon, bjj zoo
diepe inzinking der rechtspraak?
Leidsche Covrant.
Te Weesp is tot lid van den ge
meenteraad gekozen dhr. Nomens, en in
Den Haig III jhr. mr. W. T. Gevers
Deynoot, beiden a. r. en heiden in een
a. r. vacature. De eerste maal dat laatst
genoemde heer oandidaat was, was in
1879, in de vacature van wijlen sijn vader,
den burgemeester. Toen werd zijn liberale
tegenoandidaat Pols met ruim 900
stemmen gekozen. De heer Gevers Deynoot
bad er 1O0 minder. Dit waren toen de
stemmen van alle Hsagsohe opgekomenen.
Nu 30 jaar later voor 't eerst, na
menige mislukking, in den Raad gekomen,
ontving de heei Gevers Deynoot 2890
stemmen, en dat alleen van kiezers in een
van de drie distriolen waarin Den Haag
Ihans verdeeld is.
In een ander district van Den Haag werd
de heer Thomson (u.-lgekozen met 1634
i temmen tegen 1568 op mr.C. Th. v. Deven
ter (v.-d gesteund door katholieken en
ohr. historisehen.
De Kamer heeft de Landweerwet zon
der hoofdelijke stemming aangenomen,
na mededeeling van den heer ter Laan,
dat de sociaal-democraten willen geacht
licht van Borsele).
En de andere is een merkwaardige steen
van een der oude kruisridders, met dit op
schrift: //hier leyt begrave Daniël olaes-
sone Ridder va Jherusalem, die sterf
MVCXXXVII den VII Aprilis, bidt voer
de siele". Op de hoeken bevinden zich de
symbolen der vier Evangelisten, en in het
midden, tuscohen twee palmtakken, als
symbols der opstanding, een schild, waarop
dit Johanniterkruis
1
-I
gebeiteld is.
Vreemd sohjjnt het ons hier dezen ridder
begraven te zien. Hebben wij hier te den
ken aan een Zierikzeeschen Jansridder Zoo
ja, waarom hem dan niet in zijn klooster
aldaar ter ruste gelegd
Onze dooden daar verder latende rusten,
wenden we den blik nu weder naar boven
en wel op het nieuw geplaatste orgel, 't Is
een harmonium met twee klavieren en vrft
peiaal so is geleverd door tnssehenkomst
van de &n A de Zeeuw te Rotterdam,
welke fi una het betrokken had van den
fabrikant Mannberg te Leipzig. De kc sten
van a&t koop waren 1500 gld. voor 't orgel
en 160 gld. voer 't looze front, vermeerderd
met 200 gld. voor zoldering waarop het ge
plaatst werd. Deze sommen werden groo-
tendeels gedekt door vrijwillige bijdragen,
waarvoor raed,j jaren geleden een orgel
fonds was opgericht.
Het instrument werd ingewijd op 15 Oct.
1908 door as Van de Griend-
In de Room: che tijden was ook in deze
kerk eene vicaiia gewijd aan St Barbara's
altaar. Toen de bediening daarvan was
opengevallen door den dood van Lieven
Christoffelsz, is daartoe, den 1 Aug. 1571,
worden te hebben tegengestemd, dewijl
van dit wetje slechts verzwaring van las
ten höfc gevolg ken zijn.
Zoo heel groot zal die verzwaring van
lasten nu wel niet zijn. Ia hoofdzaak
komt zij wel hierop neer, dat ter hand
having van da, openbare orde of rust
voortaan zoo neodig ook over de land
weer zal kunnen worden beschikt. Of
schoon, blijkens de ervaring hier te laa-
de opgedaan, tot dit paardenmiddel noo t
of bijna nooit zal behoevten te worden
overgegaan, is het toch vooral sinds
do afschaffing der schutterijen wen-
scbeljjk, dat in geval van nood op dit
locaal georganiseerde deel der gewagen
de maebt gerekend ken worden. Het
ligt ia de bedoeling, zich voor zoover
mogelijk tot een oproeping in het district,
waar de toestand nijpend is, te bepalen.
Tevens zal man er op bedacht z(jn, 200
spoedig mogelijk de opgeroepen land-
weertroepen door militie te vervagen.
Deze omschrijving vaa 't oproepings-
reohi ook bij biuneniaudsohe troebele»
dat recht in oorlogstijd staat grond
wettelijk vast 1 ward door den hser
Ter Lsan niet bestreden; maar wel en
meest de uit de oude wét overgenomen
bepaling dat de dienstplichtigen bij de
landweer gedurende hun zevenjarigen
diensttijd tweemaal, telkens voor ten hoog
ste zes dagen, onder de wapsacn geroepen
kunnen worden, en hij wilde dit, bij
amendement, tot eenmaal teruggebracht
zien. Behandel de mannen niet als kwa
jongens, riep hij uit, want in tijden vnn
gevaar moet het vaderland op.hen steunen.
Het viel minister Cool gemakkelijk aan
te toonen, dat men aoldaten toeh niet ate
kwajongens behandelt, indien men weigert
hen onvoldoende geoefend tegenoves den
vijand te stellen. De geoefendheid van
het leger ging boven sociale" overwegin
gen, en die geoefendheid was zonder twee
herhalingsoefeningen in het mmst niet
gewaarborgd, daar wel in het algemeen
over den geest en de ambitie der land
weermannen niet geklaagd werd, doob
naar algemeen gevoelen hun vaardigheid
in het schieten, en de geëncadreerdheid,
benoemd Leendert Maartensz, een geeste
lijke uit het bisdom Middelburg.
Iu eene rekening der heerlijkheid van
1486 komt aen afschrift voor van een brief
van Adolf van Kleef, betrekkelijk de stich
ting, te celebreeren door zesFriesters,welke
rekeni-nv met nog 55 andere der heerlijk
heid, thans nog berustende is, in het Pro
vinciaal archief van Iceland. Keizer Karei
schonk, gegeven te Brussel, eon privilegie
aan het gemeen e eollegie der zes Priesters
van de zeven getijden te Dreischor, waarbij
hun geschonken werd, de inkomsten der
kosterie en schelasterie te Plots, welk stak
mede nog in gi no^md archiefanwezig is*).
Eene bijzonderheid vinden ws> emtremt
deze kerkelijke gemeente nog geboekt,
welke we elders in Zeeland nergens hoeven
vernoemen.
Over deze bijzonderheid hopen we een
volgenden keer het een en ander te ver
nemen.
Wat we door die zeven getijden te verstaan
hebben, zegt ons prof. W. M o 1 in zijn »Joh.
Brugman en de eeredienst onzer vaderen in de
15e eeuw*.
»Gelijk de R.-Kath. geestelijke*, zoo hoooee
we hen, »nog heden zever tijden des daags heeft,
waarop hij zijn brevier gebruikt, zoo bield men
oudtijds in kloosters en vergaderingen en zeker
ook in he4 privaatleven der devote», dezeven
z.g.n. horae camonicae, voor het lezen
van formuliergebeden, enz.
Zij waren m e 11 e (vroeg voor zonsopgang),
prime (de eerste ure des daags, na zonsopgang)
t e r t i e (derde ure), sext (zesde ure), n o e n e
(negende ure), vesper (de twaalfde ure na
zonsopgang, wanneer de avond valt) en com
plete (het aanvulsel van de zeven kaaonieke
uren des daags, dat vroeger door de klooster lin-
gen in de slaapzaal placht gehouden te worden".
Wo dt vervolgd.)