NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
issien.
loop
;d
No 42
Donderdag 18 November
24e Jaargang
CHRISTELIJK-
HISTORISGH
rzen,
Meid
Binnenland.
ieiburg
wenschea te
f plaatsver-
ngscommissle
)or de schat
plichtige per-
>r zjj dit nog
taties daartoe
den Secreta-
Middelburg,
iretaris,
ELEMAN.
ken Platen
en Mestpnt-
fOUTFRS.
jer.
tkapelle.
rarten.
rypskerke.
1(00,1,
BAAIJENS,
nhem.
)ec. een net
Kamer-
Loon lOgld.
a te vervoe-
LRDE, Tram-
b u r g.
3SER, Plant-
ID
1 ERE J.Hz.
Lecht
)E VISSER,
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te
F. P. D'HUU, ie Middelburg.
Goes
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Snippers uit de oude doos.
109.
I
iddelburg
RIJCKE.
0
ZIERIKZEE.
uitgezonderd
en's middags
7,30
!5 6,30
7,30
7,30
18 7,30
9 7-
80 7,30
2-
2,15
2,-
2,-
2,-
2-
io
7.46
7-S6
8.17
8-55
9.10
9-43
10.51
11.31
12.42
II.30
12.15
7.55
8.05
8.12
8.20
8.27
8.36
8.49
8.56
9.01
9.10
9.16
9.29
9.42
9.51
iO.—
10.48
12.O3
Z. Dultschl.
endaalLage
dan 150 KM.
1.29
3-05
3-52
4.14
4.28
♦6.o3
MS
8.0I
8.20
8-34
est Goea.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers 0,02'.
UITGAVE DER EIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 '"ent.
LOTHARIO.
Men heeft wat nieuws ontdekt om den
leider der antirevolutionaire party in een
verkeerd daglicht te stellen. Geen vaste
gegevens, alleen maar praatjes .maar
een der liberale bladen, „Het Vaderland",
vermoedt een misstap van Dr. Kuyper op
het spoor te zyn, die, veel erger is dan de
z.g. ridderordenquaestie. Men zou hieruit
kunnen opmaken, dat deze laatste quaea-
tie niet veel succes meer belooft en dat
er daarom tydig gezorgd wordt voor e en
nieuwe beschuldiging. Het betreft d't-
maal onze buitenlandsche verhoudingen,
waarom verwacht mocht, dat de pers
groots voorzichtigheid in acht zou nemen.
Nu men echter vermoedt, dat in het zaakje
materiaal zou kannen zitten tegen Dr.
Kuyper, is er natuurlijk geen houden aan
en begint men alvast maar te beschul
digen, booze praatjes rond te strooien.
Ach er blijft altijd wel wat van
zitten.
Voor eenigen tijd vroeg de heer, Van
Heeckeren Van Keil, gezant by de hoven
te Kopenhagen, Ghristiania en Stockholm,
zijn ontslag wegens gezondheidsredenen.
Al gauw word gemompeld dat achter dit
ontslag iets anders zat. „Hooge bemid
deling" zou in 'tspel zijn. En nu gin
gen onze liberale journalisten er op uit
om meer van de zaak gewaar te worden.
Wy hebben nu minstens twee lezingen,
die zich beide gronden op inlichtingen
nit goede bron. Bronnen, die, wat de
zuiverheid betreft, geheel geen twijfel
overlaten.
In weeiwil van die «zuiverheid' ko
men de verhalen heelemaal niet met el
kander overeen. Een van de twee «wel-
ingelichten" heeft dus ongelijk. Of bei
den
Volgens de eerste lezing zou de gezant
baron Van Heeckeren inzake de Noord-
zee-conventie de Zweedsche belangen be
nadeeld hebben. Toen Koningin Emma
een bezoek bracht aan den Koning van
Zweden, zon; de laatste zich over de han
delwijze van den gezant hebben beklaagd.
Dit zou dan aanleiding gegeven hebben
om den gezant ter verantwoording te roe
354
FEUILLETON.
DOOB
SCALDIS.
Drelschor.
I.
Drieërlei meeningen wordeD er geopperd
omtrent den naamsoorsprong dezer heer
lijkheid.
Sommigen zijn van gevoelen dat die
naam ontleend wordt aan de drie Vier
scharen over DreischorZonnemaire en
Noordgouwe, wijl Dreischor oudtijds niet
alleen de Hooge Jurisdictie over die allen
had, maar dat men zioh ook in burger
lijke zaken van de twee laatstgenoemden
op de eerste moest beroepen.
Dooh deze naamsafleiding gaat niet op,
omdat de heerlijkheid al lang vóór de
bedijking van Zonnemaire en Noordgouwe
den naam van Dreischor voerde.
De tweede meening, ook al niet de
minste zekerheid gevende oppert Bruining
in zijn «Aardrijkskundig Woordenboek".
Deze noemt Dreischor een //kerspel oor
spronkelijk een droog schor", en wil de
benaming hebben afgeleid van dry, 't welk,
volgens hem, in het Engelsoh en Priesoh,
droog beteekent en van schor. Zoover
wij waten is evenwel een kerspel, eene
plaats die eene kerk heeft en in dien zin
is elk kerkdorp dan eei kerspel, en is er
dus geen reden dit dorp zoo te noemen.
Overigens is een droog schor, ie's dat niet
bestaat, zoo lang het niet bedijkt is.
Meer zekerheid geeft het derde gevoe
len, n.m. dat het ambacht wordt genoemd
naar de drie schorren, waaruit de grond,
vóór de polder bedijkt waB, bestond. Ook
pen, waai op deze zich volkomen konre-
habilitesren, mzar zijn positie t)ch der
mate geschokt vond, dat hy zyn ontslag
nam
Conclusie van dit; verhaalDr. Kuyper
zit er achter. Want deze had een wrok
tegen den gezant by het Zweedsche hof
en heeft nu gezorgd, dat hy het „veld
moest mimen.
Natuurlyk heeft de gezant heelemaal
geen schuld. De aftreding is nog een
gevolg van de Buiten-hrfcrisis tijdens den
minister, Melvil van Lynden. »De zeer
correcte houding vsn den gezant",- zoo
oordeelt «Het Vaderland", „in die tan-
aangelegenheid is de oorzaak geworden
van em wrok aan Dr. Kuyper's zydo,
waarvan de gezant als slachtoffer is ge
vallen".
Men zon das moeten zeggen de hcofd
schuldige jis ,Dr. Kuyper. Medeplichti
gen zyn de Koning van Zweden ea Ko
ningin Emma.
't Spreekt van zelf, dat „Het Vader-
land" aeze conclusie niet trekt. Er mis
schien zelfs niet aan denkt. Maar zij
volgt toch rechtstreeks nit het verhaal,
dat door het liberale blad wordt opge-
discht.
Dr. Kuyper gaf buiten den minister
van bnitenlandsche zaken om lastgevingen
aan onze gezanten. De gezant in Zwe
den wilde echter daarvan niets weten.
Dit zette wrok by Dr. Kuyper. 't Ge
volg was e een klacht van den koning van
Zweden aan Koningin Emma. Zoo kwam
de klacht by onze regeering. Zoo volg
de straks de ontslagname van den gezant.
Dr.j Knyper had zijn zin.
En „al dit moois komt uit welingerich-
to bron.
Maar nn komt het «Handelsblad* in
geheimzinnige taal vertellen, hoe de vork
eigenlijk in den steel zit.
De. Zweedsche regeering heeft niet ge
klaagd üe koning evenmin. Er is ook
niet door „hoogo bemiddeling" geklaagd
bij onze regeering. Er is echter wel
door «hooge bemiddeling* geklaagd by de
Zweeasche regeering.
En deze heeft den gezant faire geno
men, waarop de gezant zich wel kon
het wapen der heerlijkheid wijst daarheen,
't welk bestaat uit drie groene sohorretjes,
waarop drie schaapjes van zilver op een
blauw schild. Dreischor was vroeger een
eiland, .door de Gouwe en de Qrevelinge
bespoeld.
Volgens sommige schrijvers was hier
de, in het jaar 985 genoemde villa Sun-
namere. Het eiland ontstond in den aan
vang der 18e eeuw, uit de samenvoeging
van drie schorren Marelandde Bellaert
of Beldert en Sir Jansland.
Bij de verdeeling van Zeeland, in 1206,
werd Drieskire, zoo genoemd (oen, toege
wezen aan den Graaf van Loon. De St.
Aagtenvloed van 1287 verminderde de
heerlijkheid wel tot op de helft, door er
o a. het latere Sir Jansland van af te
scheuren, en aan Duiveland te hechten.
Tijdens den oorlog met de Vlamingen
wordt Dreischor meermalen genoemd, eis
niet ver vandaar had op 10 Aug. 1304,
de door ons bijgewoonde scheepsstrijd
plaats, waardoor Zierikzee ontzet werd,
Iu 1390 schonk Albrecht van Beieren ten
de heerlijkheid keuzee en rechten, en het
dorp kwam tot groot aanzien, door den
bloei van htt naburige Maye, d&i, tot
omstreeks 1459 de reede bleef, waar de
haringbuizen en de koopvaardijschepen
van- en uit Zierikzee ankerden.
Door de indijking van Noordgouwe en
Zonnemaire werd Dreischor, in een charter
van 31 Jan. 1401 Groot Dreischiere ge
noemd, met Schouwen verbonden. Teen
de binnenlandsohe oorlog het in deze baart,
in 1426, zeer onrustig maakte, was de
Grafelijke rentmeester met honderd ge-
wapenden, op het water roor Dreischor,
om maatregelen te «ordineeren boe men
het land van 't water (aan de waterzijde)
best beschutten zou",
rechtvaardigen, maar niettemin toch syn
ontslag nam. En deze voorstelling van
de zaak, die geheel in strijd is met die
van het „Vaderland", is wel zoo innig
jnist, dat „twyfel ten eenesmale uitge
sloten is.
Maar de schuldige blijftDr. Knyper.
Dr. Kuyper heeft zich toch recht
streeks en ongegeneerd bemoeid met
bnitenlandsche zaken. Minister Melvil
van Lynden bleek niet geschikt. Men
deed alle moeite om hem weg te kry-
gen. Zoo kreeg ook de gezant van het
Zweedsche hof het verzoek om daartoe
mede te werken. Deze weigerde en stelde
den minister van buitenlandsche zaken in
kennis met de campagne, die tegen hem
gevoerd werd. Deze ging ov onderzoek
uitmen ontkende dat er tegen hem
geageerd werd. Toen oordeelde minis
ter Van Lynden, dat baron Van Heec
keren gelogen had, waarom hy hem voor
ontslag voordroeg. Maar deze hield voet
by stuk en om nu dit onaangenaam zaakje
weer te sussen, werd de baron lid der
Eerste Kamer en kreeg hy een hooge
onderscheiding. Zyn stilzwijgen werd
op deze wijze gekocht. Het verhaal van
het «Hendelsblad* luidt nu verder aldus
«Wy kunnen hieraan thans toevoegen,
dat volgens wat wij sedert dien hebben
vernomen, destijds (onder het interimaat-
Ellis), op instigatie van Dr. Knyper, een
geheim dossier is aangelegd van stukken
die voor Dr. Kuyper zeer onaangenaam
waren, aangezien daarnit zou blijken, boe
ongegeneerd deze minister zich had ge
mengd in buitenlandsche aangelegenhe
den. Daar nu de heer Van Heeckeren
by ecnige van die aangelegenheden was
betrokken, werd van hem de belofte ge
vorderd, dat hij er over zou zwijgen
(wat hy deed) en dat hij zou verklaren
dat het in 't belang der Koningin was,
om dit dossier gesloten te laten. Dit
laatste werd door hem, als ten eenen-
male in'strijd met de waarheid (geheim
houding was alleen in 't belang van Dr.
Kuypergeweigerd. En dan zon den
gezant steeds zyn nagekomen en die
oorzaak geweest zyn van al zyn verde
ren tegenspoed*.
Dit geschiedde tijdens 't beleg van Zeven
bergen, waar Gerrit van Strijen, aanhanger
der Hoeksche party, door de krijgsmacht
van Filips van Bourgondië belegerd was «n
na een heldhaftige verdediging, bukken
moest, waarop hy met den ridder Jan van
Oostende naar Bijssel werd gevoerd, waar
ze tien jaren gevangen bleven.
Dreischor was reeds vroeg eene bezitting
van den Graaf hoewei in 1287 vermeld
wordt Bavin van Dreischiere. In 1489 werd
de Maarlandpolder bedykt, by octrooi van
Maximiliaan aan de weduwe en erfgenamen
van Elias Wolferts» en Jan Jansz. van
Noordgouwe, waarbij vergund werd, om dit
kleine gors tusschen Schouwen en Dreischor
iu'eene dykagie te brengen, met het echor
dat de heer van Dreischor voornemens was
te bedijken.
Aan het veer van Maye lag, aan de Gre-
velingen, het scbor Repers, eertijds een
polder in den vloed van 1288 overstroomd.
Hier had in 1490 een scheepsgevecht plaats
waarin wel 300 man snenvelden, tusschen
de krijgsmacht van Maximiliaan en den
laatsten strijder der Hoeksche party jhr
Frans van Br ederode, die gewond en gevan
gen genomen, naar Dordrecht gebracht
werd, kort daarop overleed en in de Augus
tijner-kerk aldaar werd begraven.
Nadat in 1528 bij den dood van Filips van
Kleef, deze heerlijkheid aan den Keizer, als
graaf van Zetland, was vervallen, werden
bovengenoemde keuren op nienw door
dezen bevestigd en vermeerderd, bij zijn
brief van 1 Juli 1530. In dit schry ven be
loofde de Keizer over Dreischor „te znllen
stellen een Baljnw, die zal mogen de Sche
penen te machtigen, om kennis te nemen
van alle zaken, enz.".
Opmerkelijk is het dat de Keizer in dit
charter niet alleen Dreischor als eene //Vrjje
Nu verklaart het «Handelsblad* verder,
dat het over dit laatste slechts «eenzij
dige en niet-rechtstreeksche* inlichtin
gen ontving, maar ofschoon het dns over
tuigd is, dat er weinig vai waar kan
zijn gaat het deze lezing van 't ge
val toch maar in de gauwigheid mede
deelen. Het praatje treft immers den
gehaten ten gen stander en dusvooruit
maar.
Er staat van alles niets vast, maar
zeker is, dat Dr. Knyper zich op onge
geneerde wijze met buitenlandsche zaken
bemoeide.
Men vraagt zich afmaar hoe kon dan
toch «hooge bemiddeling* zorgen, dat de
gezant de dupe werd der historie P En
hoe ko; verondersteld, dat deze «hooge
bemiddeling* feitelijk een gevolg is van
den wrok van Dr. Kuyper
Verder lykt het ook s eer vreemd, dat
Dr. Kuy er, die zoo groot belang heeft
bij het zwijgen van den gezant, dezen
toch in den hoek weet te duwen. Eerst
wordt het zwijgen «gekocht" met hooge
onderscheidingen, en daarna wordt weer
alle aanleiding gegeven om den man aan
het praten te krijgen, iets wat in den
gedachtengang van het „Handelsblad"
toch aartsdom van Dr. Kuyper zon zyn.
Ook deze geschiedenis bewijst weer,
al het streven van liberale zijde er op
gericht is om dr. Kuypers naam te scha
den en zyn invloed te ondermijnen. Het
ridderordenzaakjB belooft heel weinig
succes. Nu wordt een nieuwe mjju ge
graven en dymaniet aangebrachtMaar
dat men veel resultaat zal hebben, ge
loof ik niet.
De bedoeling is echter wel duidelijk.
De kracht der antirev. partij en daar
mee ook de kracht van dit Minibterie
moet worden gebroken. En daarvoor
sohynt elk middel goed.
Het bovenstaande ontleenen wij aan de
N. Prov. Gr. Crt. Wij hadden zelf da ge
gevens voor een dergelijk opstel al verza
meld en waren er al reeds mee bezig. Nu
wij het echter in evengenoemd blad lazen,
nemen wij het net zoo lief over en spreken
er de hoop by uxt dat spoedig in den per
heerlijkheid" noemt, maar ook in zekeren
brief van gratie d.d. 9 Dec. 1539 deze woor
den gebruikt «dat het voornoemde land van
Dreischor is een heerlijkheid apart, niets
gemeens hebbende met onze Staten van
Zeeland
In 1538 kreeg Willem Simon Maartense
het Mayland bij Dreischor en op den inven
taris zijner goederen komt dit poliert je
groot te zijn 20 gemeten en geschat op een
waarde van 158 pd. Vis. Belangrijker was
de indijking die hier in 1759 plaats had
toen het Dreischorsche Nieuwland ten
oosten van ''en Beldert werd aangewonnen
bij octrooi van 22 Dec. van het vorige jaar.
Ook later werden aan die zijde gronden
aangewonnen, waardoor in 1873,de Nienwc
of Jongepolder ontstond, terwijl ten westen
de Adriana Johannapolder werd verkregen.
Volgens de rekening van den rentmr.
Bruinink van Wijngaerden over 't jaar 1567
was het ambacht toen groot 2261 gem. 105
roeden.
Onder de heerlijkheden in 1704 door de
Staten van Zeeland verkocht, behoorde ook
Dreischor, toen, met inbegrip van Maarland
en de vroouen, groot 2793 gem. 115 roeden.
Voor 2050 Pd. Vis. werd eigenaar mr Johan
Daniel Ockerse. Na diens dood kwam ze op
naam van zijn neef, den benenden Pieter
MoggevanRenesse, die er 30Nov.l742 mede
verleden werd. Van dezen edelmoedigen
man hopen wij later wel meer te vernemen.
Onder het eigen iom der heerlijkheid was
o. a. ook begrepen i de Oostmolen en het
Slot Windenburg, met 6 gem. 220 roeden
gronde. In 1753 kwam het ambacht, door
verkoop, in handen van mr Andries Ues-
huijsen, pensionaris van Zierikzee, en in
1790, bij testament, aan Cornells de Jonge
en thans is eigenaresse jkvr. de Jonge van
Zwijnsbergeu.
soon van den ond-gezant of een der ond-
collegaas van den gehaten oud-minister
een „Barbertje" opstaat om te zeggen dat
deze Lothario onjnist beschuldigd werd.
Tot zoolang hechten wy aan al deze praat
jes van jonrnalisten met gezaghebbende
relation geen waarde. En dat te minder
omdat zij zoo schaamteloos doen met de
Koningin en de Koningin Moeder in hunne
buurtpraatjes te betrekken.
Overigen 3 meenen wy wel te mogen vast
stellen, dat, vergeleken met bijv. voor een
halve eeuw, niet alleen de dagbladschrij
vers, maar ook de diplomaten of wie er voer
willen doorgaan, en andere «gezagheb
bende bronnen" niet meer zou gesleten
zijn en veel mee' last hebben van loslippig
heid.
Het onwerwetsche „zeg, onder ons, maar
hond het voor je" schynt zelfs in hun krin
gen te zyn doorgedrongen.
Een bewijs dat 't aantal deege staatslie
den en diplomaten type Thorbecke,
Groen, Van Ljjnden v. Sandenburg en
Heemskerk Abr.zoon aan 't afnemen is
De zaak-van Heeckeren van Keil.
De Standaard schryft
Van wel ingelichte zy de meldt men ons
Er doet een gerncht door de Pers de
ronde alsof onder het Kabinet-Kuyper
stukken, betrekking hebbend op de zaak-
Van Beeckaren van Keil, nit het archief
van Buitenlandsche Zaken zouden gelicht
zyn, en in het geheim archief der Koningin
weggeborgen.
Dit gerncht is ten eenenmale va lach.
De stukken waarop men blijkbaar doelt,
hadden betrekking op een geheel andere
aangelegenheid, die hoegenaamd niets met
de zaak Van Heeckeren van Keil uitstaande
had.
lndii in de Tweede Kamer.
Gisteren werd door den heer Ter ^.au u»
verplaatsing van een enderwijzer in IndiB
ter Jsprake gebracht, naar aanleiding van
een heftig schrijven in de Locomotief. De
overplaatsing gold den onderwijzer Schot-
raau, onlangs gekozen tot lid van den Ge
meenteraad te Semarang en nog al geavan-
Het slot der Heeren Windenburg bij
Smallegange in plaat te zien en gelegen
in het Mareland, eene der drie sohorren,
waaruit dit ambacht opwies, werd volgens
sommigen gesticht door Anna van Bourgon
di'è, Bet wordt reeds in 1401 genoemd toen
't behoorde aan hertog Albrecht. In dat jaar
gaf deze n. m. ootrooi tot bedijking van
Zonnemaire en beval hij, dat «wie daer
veohtelio bevonden wert", zou gebracht
worden in «onsen Slot van Dreysohiere en
aldaer ghehouwden liggende, ten tijt toe,
dat sy dat ghebetert sullen hebben naein-
hout des regis van Dreysohiere."
Misschien woonde ook op het Slot de
grafelijke tolgaarder voor de schepen,welke
de Gouwe doorvoeren. De gebouwen wer
den den 8 Aug. 1887 voor afbraak verkocht
aan Barend Janse, timmerman te Brouwers
haven.
Na alzoo, in korte trekken, de opkomst
van de heerlijkheid gehoord te hebben,gaan
wij nu een bezoek aan de kom der gemeente
brengen. Om er te komen, aanvaarden wij
onzen toebt vanaf het gehucht Schuddebeurs,
ons reeds bekend.
Wij volgen den Noordgouwsohen dijk,
slaan een zijweg in en komen ter plaatse
onzer bestemming. De plaats binnenkomen
de, zien wij, dat het een mooi en geregeld
gebouwd dorp is, voor een gedeelte in liefe*
lijk groen versoholen.
Den 3 Oot. 1661, zegt de geschiedenis ons,
werd het dorp grootendeels door brand ver-
nietigd.In Febr. van het volgende jaar werd
den Staten van Zeeland verlof gevraagd een
algemeene collecte te houden om de geteia-
terden door den brand, ter hulp te komen,
wat ten gevolge had, dat het dorp netter
herbouwd werd.
Wordt vervolgd.)