NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
1909, Woensdag 17 November
24e Jaargang
No 41.
CHRISTELIJK-
HISTORISGH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed.
S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HIIU, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Snippers uit de oude doos.
BiimeniintL
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Pri,s per drie maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers 0,026.
UITGAVE DER EIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent
Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 '■ent
De opgaaf van den spoordienst
komt in dit nommer voor op de ge
bruikelijke plaats.
16 Nor. 1909
De opbrengst der Rijksmiddelen viel ook
in de afgeloopen maand October niet tegen,
al had men de hoogere opbrengst nog wel
iets hooger gewenscht. In ieder geval ze
verschilt nog circa een half miljoen met die
van October 1908 en dat is meegenomen.
Toch is het accres slechts drie ton,want om
een goede vergelijking te kunnen maken,
dient men van de opbrengst af te trekken
een ton van verhoogd zegelrecht op effec
ten en een halve ton van opcenten op ver
mogens- en bedrijfsbelastingen, welke in
komsten October 1908 niet genieten kon,
dewijl ze nog niet waren ingevoerd.
En nu is de hoogere opbrengst van heden
nog grootecdeels veroorzaakt door de sui
kerbelasting, die bijna 2 ton hooger was
dan in October 1908derhalve hebben alle
andere middelen saam slechts ongeveer een
ton minder opgebracht.
Wij herhalen, groot is de meevaller dus
niet.
Maar November en December kunnen
nog wat goed maken.
Wij zullen niet alle middelen opnoemen,
die meer of minder opbrachten. Wij noe
men slechts: Vermogensbelasting f193
duizend; suikiraooijns f179 du"zand
Zegelrechten 1 94 duizend post en tele
graaf saam f39 duizeudbedrijfsbelas
ting f 30 duizeod gulden meer.
Minder werd onder anderen ontvangen
uit grondbelasting f30000; gedistilleerd
f97000; bier f25000; suooess'ereohten
f 35000.
Alles te zaam genomen we-d dit jaar
tot eind October ontvangen 134'/2 miljoen
gulden; dat is 4'l2 miljoen meer dan in
de eerste 'ien maanden saam van 1908.
353
FEUILLETON.
DOOK
SCALDIS.
Stavenisse.
II (Slot).
Wanneer wij het ijzeren hek, bezijden
den predikstoel, doorgaan, en het voor
malige koor binnentreden, dan staan wij
voor de prachtige grafnaald, ter nagedach
tenis von den door ons genoemden Hie-
ronimus van Thuijll van Serooskerke, te
Veere overleden den 22 April 1669.
Op de marmeren tombe ligt het levens-
groote beeld van d su Ridder twee engelen
dragen helm en handschoenen, en lezen
wij er eene toepasselijke lat. inscriptie op.
Aan het boveneinde ontwaren wij do
wapens van van Thuijll en Huijssen ver
bonden, en ter zijde 32 kwart erwapens.
Dit kostbare monument is het werk van
den beroemden, en, zooals wij wij al meer
ontmoet hebben, ook in Zeeland genoeg
bekenden Romhout Verhulstwiens naam
aan het hoofdeinde is uitgehouwen.
Vóór den kaïsel ligt de grafzerk met
het wapen van van Thuijllrechts hing
vroeger het wapenbord, benevens een
degen en ridderhandsohoetien. Dit laatste
moest in 1795 door de heethoofdige vrij
heid- gelijkheid- en broederssohapsvrien-
den verwijderd worden. Met geschilderde
glasraam, misschien mede ter gedachtenis
van dien Heer gesteld, was in het midden
der 188 eeuw meest verbroken.
Stavenisse was in de eerste helft der 18a
eeuw eene zeer welvarende plaats en was
het er vooral druk, wanneer de aanzien
lijke Ambs Heer Car el Philips van Flo-
dorff Wartensleben gehuwd met Jeannette
Mwgaretha Iluijssen op het Slot vertoefde.
Dat ook het kerkelijk leven steeds op
gewekt was in deze gemeente, blijkt uit
de geschenken van zilver voor kerkge
bruik bestemd. Zoo zijn in 1707 door
De lintjes-kwestie.
In de memorie van antwoord op het
voorloopig verslag over hoofdstuk I
fBinnenlandsche Zaken) (Tweede Kamer)
worden de in dit verslag gemaakte op
merkingen aangaande de lintjes-kwestie
aldus beantwoord:
De regeering zou de paragraaf in het
voorloopig verslag, welke aargelegenhe
den betreft, waarby, gelyk in dat ver
slag is erkend, hare verantwoordelijk
heid niet betrokken is, met stilzwijgen
voorbijgaan, ware het niet, dat aanhaar
vragen zijn gesteld.
Bij de beantwoording daarvan moeten,
naar de regeering meent, de volgende
overwegingen haar leiden.
De vragen zijn gesteld naar aanleiding
van grieven, aangevocr l tegen een afge
treden minister, die deswege is ter ver
antwoording geroepen. In hoever dele
den der Kamer zich daartoe gedrongen
kunnen achten, staat uitsluitend aan hen
ter beocrdeeling, maar het is duidelijk
dat de ministers de verantwoording niet
voor hunnen ambtsvoorganger kunnen
voeren.
In zoover als zij door het beantwoor
den van de gestelde vragen, zich op dien
weg zou begeven, acht de regeering zich
daartoe, niet slechts niet geroepen, maar
ook niet gerechtigd
Het zoude ook eene afwijking zyn vsn
de goede constitutionneele practijk, welke
hier te lande nagenoeg zonder uitzonde
ring is gevolgd.
In hoeverre voor de afwijkingen van
den steeds gevolgden regel in 1868 en
1894, op welke in het verslag een be
roep wordt gedaan, goede redenen be
stonden, en of daarmede een goed voor
beeld is gegeven, wenscht de regeering
niet te beoordeelen. Het oordeel daar
over komt toe niet aan de regeering,
maar aan den geschiedschrijver.
Vrouwe Adriana Wadde, w d. Zaliger
Verkouteren aan de kerk geschonken twee
zilveren Avondmaalbekers -en vijf jaren
later nog twee dito door Magdalena Hun-
nius wed. J. van Biest. Voorts werden
gelegateerd vijf zilveren schotel* van ver
schillende grootte door Christina Capelle,
eohtgenoote van den baljuw de Clercq,
overleden in 1747. En in de vorige eeuw,
1830, werd de kerk in bezit gesteld van
een fraai zilv. doopbekken, met deksel,
aangekocht uit oe opbrengst van 500 gld.
kapitaal, door twee harer leden Huihert
van Rossemen zijne eohtgenoote Jacomina
Eerlandtot dat einde gelegateerd. Dit
bekken is voor het eerst gebru'kt, door
ds Burgerhoudtbij de doopsbediening op
1 Augustus.
Door de weinige Hervormingsgezinder!
te Stavenissein de 16e eeuw, moest de
17a 4i eenige jaren verloopen eer men
een vasten dienaar kGn beroeper!. Eerst
den 20 Maart 1616 kon men daartoe over
gaan, door de keuze te vestigen op
DAVID ARONDEAUX.
Hij was eeD zoon van den Vlissingschen
pred. van denzelfden naam en die aidaar
in Oot. 1585 overleed en vbd Tanneke
Mondekens.
Tot aan zijn dood, den 31 Oet. 1638,
diende hij deze gemeente, en liet als
weduwe na Catharina van de Wolfsput,
met wie hij 25 Oot. 1612 te Leiden was
gehuwd.
De tegenwoordige pred. ds. Kamsteeg
heeft vier en twintig voorgangers in de
bediening gehad. Het leven van een hunner
vraagt, voor een gedeelte, nog even onze
aandacht.
Volgens het door de Stat. Gen. in 1656
uitgevaardigde „Egt Reglement" was het
doen eener trouwbelofte en het niet nako
men daarvan, aan s traf onderhevig. Ook de
kerkelijke b sturen traden in deze soms
zeer streng op.
Te Middelburg zijnde, hebben wij hiervan
Voorts kan het niet op den weg der
regeering liggen, om op de gestelde vra
gen in te gaan, in zoover als zij implicitie
of uitdrukkelijk een oordeel inhouden of
bedoelen een oordeel der regeering uit
te lokken over den aard, zelfs van niet-
ambteljjke handelingen, welke de afge
treden minister zou hebben verricht, of
van niet ambtelijke correspondentie, wel
ke hij zou hebben gevoerd.
Eindelijk moet de regeering zich onthou
den van het ge van van inlichtingen omtrent
het bestaan en den inhoud van adviezen en
voorbereidende aanteekeningen of lijsten,
welke elleeen vertrouwelijk karakter dra
gen en moeten blijven dragen,zal de regee
ring, ook in de toekomst, ongestoord kun
nen overwegen,welke maatregelen zij heeft
te nemen 6n het coodige kannen doen ter
voorbereiding van het geen zfj straks als
regeeingsdaden zal hebben te verantwoor
den.
Met inachtneming van het bovenstaande
kan ds regeering das slechts inlichtingen
geven buiten verband met da aangelegen
heid welke in deze paragraaf is besproken,
en moet zij zich tot het volgende bepalen
le. Er bestaan geen vaste regelen, die
plegen gevolgd te worden by het verleenen
van decoraties aan ingezetenen. In vele ge
vallen worden adviezen of informatiën ge
vraagd aan, autoriteiten onder wie de te
decoreeren personen ressorteeren. Ook
worden niet zelden adviezen gevraagd van
de Commissarissen der Koningin in wier
provincie of van de burgemeesters, in wier
gemeente zij wonen. Als de regeering ge
noegzaam is ingelicht, worden geen advie
zen gevraagd en dat gebeurt meermaien.De
regeering wsnscht zich daaromtrent volle
vrijheid voor te behouden, en zal tegen het
overleggen van adviezen, die een vertrou
welijk karakter moeten dragen, bezwaar
maken.
2. De hamer vroegtot het ressort van
welken minister behoort een voordracht
reeds een voorbeeld gezien in ds Sandvoort,
die, sinds hij te 't Woud stond, trouwbelofte
had gedaan aan eene jongedoehter te Delft,
en deze niet gestand had gedaan, waardoor
hij zich eene kerkelijke oensure op den hais
haalde.
I ts dergelijks had ook plaats met een der
predikanten van Stavenisse, waarover de
class, aoten van Tholen c a. vrij wat weten
te vertellen wij bedoelen
JOHANNES REGIUS.
Hij werd geboren in 1656 op het Fort
Frederik Hendrik, tijdens zijn vader, mede
JoA«w»esgeheeten,aIdaar als pred. in dienst
was.
Na te Utrecht gestudeerd te hebben, be
haalde hij aldaar, in 1676, den graad van
A. L. M. Phil, doctor. Prop. geworden, nam
hij den dienst eenigen tijd waar voor een
zieken pred. te Utrechtwerd in 1679 pred.
te Batenburg en kwam van daar, in 1681, te
Stavenisse in dieDst, van waar hij, in 1685
tot Hoogl. in de Wijsbegeerte te Franeker
beroepen werd, op een traotement van 750
gulden.
In 1696, honoris oausa tot Med. doctor
bevorderd, trad hij aldaar tevens als praoti-
seerecd gene:eheer op. Aldaar bleef hij in
dienst tot aan zijn dood den 4 Oot. 1738. Hij
was gehuwd met Cornelia, dochter van ds
Willis. Stamperius, laatst pred. te Scherpe-
nisse, uit welk huwelijk in 1698 te Franeker
geboren werd o. Johannes, pred. geweest
te Retranchement ca te Biggekerke.
Tijdens onzen ds Regius te Stavenisse
stond kwamen er in 't voorjaar va a 1685 bij
de olassi8 klachten in //ter oorzake van
zekere zwarigheden, aldaar ontstaan en de
nadeelige geruchten, welke verspreid wer
den tot blaam van den goeden naam van ds
Regius aldaar"; woarop vijf afgevaardigden
werden benoemd om ter plaatse een onder
zoek in te steil n.
Met dit doel kwamen den 4 April te Sta
venisse, dooh ds Regius en den diaken Corns
Finite bevonden zioh buiten de gemeente
één ouderling was overleden, zoodat alleen
I SB»
tot decoreeriiig Ook hieromtrent gelden
geen vaste regelen en moet de regeerirg
zich hare vrijheid voorbehouden.Onder dat
voorbehoud kan worden gezegd,dat meest
al de voordracht gescgiedt door den minis
ter onder wiens ressort het gebied valt,
waarop de ts decoreeren persoon zich ver
dienstelyk heeft gemaakt.
Voorts wordt herrinnerd, dat ingevolge
artikel 1 f van het reglement van orde van
den raad van ministers (medegedeeld in de
gedrukte stukken der Tweede Kamer, zit
ting 1905 1906) de goedkeuring va- den
ministerraad vereischt wordt voor ie li re
aan Hare Majesteit te vragen machtigiu
om de voordracht tot eane decoratie ti
doen.
3. De Kamer vroeg of de regeering het
oirbaar acht dat een minister asn een goed
geefsch man den weg wijst om gedecoreerd
te worden. De inkleeding van deze vraag
maakt, dat een antwoord implicite een be
oordeeling van de handelingen van een
ambtsvoorganger zon inhouden, in zoover
als door de woorden „Komt het meer
voor", waarmede de vraag aanvangt, te
kennen wordt gegeven, dat door hem de
weg is aangewezen, door het volgen waar
van iemand aanspraak zal kunnen maken
o - eene ridderorde, 'tlsduiaelyk, dat die
beoordeeling niet op den weg derregeerirg
ligt en derhalve is de vraag niet -oor be
antwoording vatbaar.
4. Hier wordt niet eenvoudig gevraagd,
of iemand, die minister is, eene som gelds
met een bepaalde bestemming, die hem
toevertrouwd wordt, mag aannemen en die
aan het aangewezen adres mag doen toe
komen,maar er wordt van de regeering een
beooordeeling gevraagd vaa niet-ambte-
lyke handelingen en correspondentie van
een ambtsvoorganger. Het is duideiyk.dat
dit niet op haar weg ligt.
5. Deze vraag luidde of R. Lehmann op
de voorloopige lyst stond in 1905 toen
a>Rink« »Kuyper« opvolgde. Op de hier
van den kerkenraad aanwezig warende
ouderling Anthonie Stevense en den diaken
Jacobus van Rossem, welks beiden het rap
port uitbraohtten „dat er in de gemeente
eene beroerte was geweest van :óódanig ge
volg, dat Zaterdag voorleden de voorberei
ding niet mat stichting kon worden gepre
dikt en vervolgens was opgeschorst, zooook
Zondag de Avandmaalsbediening, niet
tegenstaande de gemeente daartoe in de
huisbezoeking was genoodigd."
Deze beroerte was ontstaan door zekere
jonge dochter, Elisabeth la Couriére ge
naamd, gewezen dienstbode van ds Regius,
die in de gemeente was gekomen, als ver
nomen hebbende dat ds Regius getrouwd
was of stond te trouwen, „hetgeen zij oor
deelde tot hare groote praejudicie te zijn,
als pretendesrende, door huwelijksbeloften
met dPegius te zijn geëngageerd."
De heer der plaats, de graaf Van Flodorp
juist daar op zijn Slot vertoevende, ontbood
nu beide partijen. Elisabeth hield vol, dat
ze door huwelyksbrlofte aan ds Regius ver
bonden was, terwyl de dominee beweerde,
«dat hij wel geneigd geweest was,met haar
te trouwe», en haar dit ook beloofd had,
doch alleen onder voorwaarde dat ook zyne
ouders hieraan hunne goedkeuring verleen
den, doch dat deze dit huwelijk niet raad
zaam achtten- Op dezen f rond meende ds
Regius dat pretentie onv* aar was''.
Elisabeth sou nu, naar haar beweren naar
Holland reizen, om aldaar «geldige en
schriftelijke documenten" af te halen, ten
bewy'ze dat ze gelijk had. De heer zou hen
dan, in bijwezen van den kerkeraad, over
acht dagen weder te woord taan om da
zaak nader te onderzoeken.
Wel was Elisabeth scheep gegaan, doch
voor ze Holland bereikt had, teruggeko
men. Maandag 2 April was ze nu met ds
Regius in gesprek geweest en had ze nu,
voor Schepenen van Stavenisse in bijzijn
van den kerkeraad, eene verklaring getee-
kend, dat ze berouw had over den smaad en
de lastering-ds Regius aangedaan en hem
voor een eerlijk man hield, waai op ze naar
boven aangegeven gronaen meent de re
geering geene mededeolingen te kannen
doen omtrent eene voorloopige lyst.
Enkele van deze 5 vragen waren indis
creet, op het kantje af inconstitutioneel.
Het keb'net heeft dit aan de vragers dui
delijk doen gevoeleD,
Hei geblaas zal derhalve in de openbare
zitting worden herhaald, daar kan men
op rekenen.
Tideman en de veelbesproken brieven.
Mr. Tideman, de Bloemendaaslche pro
cureur wiens roem als nuchter zaakwaar
nemer tot zelfs in Zweden verbreid is,
heeft in de laatste maanden, door zyp
«onthullingen", in Het Volk enz. zich eeta
onstorfclyken naam verzekerd.
Hy heeft daartoe gebruik gemaakt, o a.
van hem toevertrouwde geheime brieven.
Onder jongens zegt men hiervandat is
geen eer.
Indien Mathilde Westmeyer in de Am-
sterdrmmer de zaak juist voorstelt, is 't
aldus toegegaan
Op zekeren dag in de laatste helft van
1906 ontving bezoek van mr. Tideman,
die mij inlichtingen kwam vragen omtrent
mededeelingen, welke zijn cliënt, de heer
Van Dieren Bijvoet ie Bloemendaal, hem
gedaan had. Nadat ik den heer Tideman
omstandig de zaak had uiteengezet, een
uiteenzetting, die zeer verschilt van de
voorstelling der zaak, thans door mr. Ti
deman en zeker deel der pers gegeven,
verzocht mr, Tideman mij, ten bewijze
den waarheid van hetgeen ik hem ver
telde, die in myn bezit zijnde brieven
hem te toonen. Ik voldeed aan dit ver
zoek, en na inzage dier brieven, zeide mr.
Tideman ongeveer 't navolgende«Ik zie
die zaak (c 1. die van zjjn cliënt) thans
zoo hopeloos niet meer in, en zal trachten
deze tot een goed einde te brengen u
moet mij echter in het belang der zaak
deze brieven eenigen tjjd toevertrouwen''^
elders vertrok.
Later bleek het, dat ze naar Tholen was
gr gaan, waar de gedeputeerden der classis
haar den 5 April spraken en aan wie ze om
standig mededeelde, dat ze haar voorgeno
men reis naar Holland gestaakt had, wyl ze
wel begreep dat ze daartoe «onvermogend
w_s en een te slappe beurs hed< om tegen
ds Regius te procederen, om welke reden ze
met den dominee in conferentie was ge
weest op de bovenkamer van den diaben en
herbergier Pinte en getracht had een over
eenkomst met hem aan te gaan, daartoe
1000 gld. eischende, doch dat de dominee
te veel achtte, maar haar toch eene onbe
paalde som toezeide, wanneer ze hem in
zijne e&r herstelde, waarop de acte'gepss-
seetd werd.
Fartjjen waren afgesproken, dat dominee
baar 't geld te Tholen i cu ter hand stelled.
Aldaar komende, zeide hjj het bedrag te
zullen gaan halen, doch in plaats daarvan,
is hij «heimelyk te paard vertrokken".
De classis benoemde nu gedeputeerden,
om zoodra de heer der plaats weder te Sta
venisse was, een coll. qual. te belsggen en
daarin beide partyen te doen compareren.
De uitslag daarvan was, dat de zaak den 11
Sept. in staat werd gehouden om daarvan
rapport te doen in de classe van 2 Oct.
In classis van 4 Dec. 1685, hooren we,dat
werd „gelezen een rekwest van Elisabeth
la Couriére en toegretaan dat haar zal ter
hand gesteld worden al de information,
attestatien en voorts al de hadelingen in
coll. qual. te Stavenisse en in classis gehou-
der, om haar te dienen waar het behoort,
met order aan het coll qual. te Stavenisse
geen attestatie af te gt.ven aan ds Regius,
noch ook eenige verdere attestatie of infor
matie aan Elisabeth tegen ds Regius".
En verder hooren we, tot onzen spy't,
n ets meer uit onze acten over deze, voof
beide partijen, zoo onverkwikkelijke zr ak.
(Bevolking in 1824 1008
in 1908 1740 zielen.)