NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 25,
1909
Vrijdag 29 October
24e jaargang»
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
S. 1 DE JÖNGÉ-VERWEST te Goes
F. P. D'HUli, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Tengevolge van do steeds
BaP***'-5 grooter wordende oplage
van ons blad, verzoeken wij H.H
Adverteerders de advertentiën zoo
vroeg mogelijk in te zenden; vooral
voor de nummers, die Vrijdags en
Zaterdags verschijnen, gelieve men
te zorgen, dat de annonces vóór 12
unr in ons bezit zijn, wijl anders
plaatsing in de 1ste editie van dat
nnmmer niet kan verzekerd worden.
DE ADMINISTRATIE.
Gemeenteraadszitting te Middelburg
van Woensdag 27 October 1909.
Voorzitter de heer burgemeester. Tegen
woordig 14 leden, afwezig de heeren Boo
gaard en Heijse1 vacature.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkeie nummers - - °>02i-
UITGAVE DER FIRMA
2N VAK
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
28 October 1909.
De burgemeester vaa Amsterdam, de
heer mr. W. F v. Leeuwen, heeft ontslag
gevraagd tegen 1 Jan. a.s. als zoodanig.
Gisteren in de gemeenteraadszitting heeft
't oudste raadslid rof. Fabius hem namens
den Baad bij zijn terugkomst uit Amerika
verwelkomd, en leedwezen uitgesproken
over zijn besluit. De professor zeide te
vreezen voor de toekomst als Am-terdam
niet meet door een man als burgemeester
v. Leeuwen zal bestaard worden.
Mr. v. Leeuwen dankte voor de harte
lijke woorden, doek zijn besluit was ge
nomen. Trouwens 't besluit viel niet onver
wacht want at lang had hij zijn voornemen
om te gaan kenbaar gemaakt.
Wij kunnen ons begrijpen dat mr. van
Leeuwen heengaat. Amsterdam zit op
groote lastende aanzienlijken trekken
er uitduizenden personen die geen be
lasting betalen komen in hun plaats; de
Baad ziet ai meer zijn degelijkste mannen
heengaan om vervangen te worden door
mannen van uiinder beduidenis, die geen
anderen roem verwerven kunnen dan dat
zij de kosten van den publieken dienst
steeds hooger opvoeren, de traktementen
en pensioenen »an ambtenaren verhoogen,
allerlei zaken die tonnen gouds kosten,
doordrijven, en de ambtenaarswereld in
verkeerden zio-demooratiseerea. Gezwegen
dan nog vaagde sociaal democraten «ie in
aantal toenemen, en binnen enkele jaren
de meerderheid zullen beu ben iu deze
grootste stad van Naderiaud. En de
regeering maakt geen kom-af met haar
planntn om de groote gemeenten financieel
te ontlasten, of den geeuwhonger der
gemeentekassen te stillen,
ws- ir- r-heden
€=rillen
wuitflUll lh aK.
Nauwelijks was de ongelukkige Hendrien
in de pijnkamer gebracht en had men een
aanvang gemaakt met die verschrikkelijke
en barbaarsobe proef op haar toe te passen,
of zij kwam tot een volledige bekenteris
van het voorgevallene. De moed ontzonk
haar bij het gezicht der verschrikkelijks
werktuigen, die men toen gebruikte om zeer
verdachte personen tot bekentenis der waar
heid te dwingen en die soms het gevo'g
hadden, dat zelfs geheel onschuldige per
sonen de grootsto misdaden beleden, om
snaa.- van die ontzettende pijniging verlost
te worden.
In een daaropvolgend verhoor bevestigde
zij, zonder dwang van pijn en banden, haar
bekentenis. Wij willen het voornaamste
daaruit naededeelen om onzen lezers de ge-
heele toedracht van de zaak thans in het
lioht te stellendooh wij zullen datgene
voorbijgaan, dat door de afschuwelijke Bij
zonderheden het meest stuitend voor het
gevoel is.
Beeds meermalen had juffrouw Tommei
haar meid tot Eend ien gezonden o» terug
gave van het geld, dat zij haar verschoten
had en dat toen nog eenige guldens bedroeg.
Dit was gebeurd op Donderdag 29 Septem-
ter. Hendrien had toen Maria de meid ver
zocht den voigendeD dag omstreeks tien uur
des voor» iddags 1 ij haar te komen, dan zou
■ijihetgeid betalen. De niets kwaads fer-
zijn? Gezwegen nog van hst feit dat
weinigen, wat werkkracht en zaakkennis,
regeerkunst en organi «eerend talent betreft,
in de soh renen kannen staan van den
«tegenwoordigen burgemeester.
Het eenige wat (de vr(jz. dem. oud-minis
ter) mr. J. D. Veegena in zón Vragen des
Tijds artikel van deze a aand op het beleid
der vrijzinnig democraten, had aan te mer
ken was dat zij „in de praktijk het socia
lisme vaak meer tegemoet (kwamen) dau
wjjs beleid vorderde". De leidende Kamer
leden der partij zagen dat natuurlek zeer
goed in maar Bchjjn en den stroom niet in
andere bedding te kunnen leiden". Toch
was dat noodig; immers -het publiek wordt
daardoor geneigd het principieel verschil
tusschen vrijzinnig democraten en socialis
ten voorbij te zien en de eersten voor niet
veel beter dan de lantsten te houden".
Het is de vrij Liberale Nieuwe Courant
die dit in herinnering brengt naar aanlei
ding van het feit dat de vrijzinnig demo
craten in Amsterdam IV, onder leiding van
professor v- Embden, bij de jongste ge
meenteraadsverkiezing den sociaal demo
craat tegen den liberaal (nog al een tegen
stander van de veel besproken wethouders-
keuze) hebben aanbevolen.
Niet stakende grondwerkers.
Het „Christelijk Schoolblad" noemt de
onderwijzers der openbare sobool nooit-
stakende grondwerkers ten dienste der
niet-nentrale school. De oprichters van
bijzondere scholen doen, zegt het blad,
telkens de zeer eigenaardige ervaringen,
dat in geestelijken zin het terrein, waarop
zij die seholen willen, of wel genoopt
worden te doen verrijzen, vooraf geëffend
of diep genoeg uitgegraven wordt door
de onderwijzers de openbare seholen zelve.
Zij zijn de grondwerkers voor de Chr.
school, die nooit staken.
Een staaltje daarvan levert hun bedrijf
in Puttershoek. Daar was tot nu nog g en
Cbr. school. In 1907 trad er in de Ned.
flerv. kerk een predikant op, De, Booy,
van wien vernomen werd, dat hij geen
vriend is van de openbare school, tenzij
dan de gekerstende.
Nu gebeurde bet, dat de openbare on
derwijzers te Puttershoek naar Botterdam
gingen per extra-tram, om een paardeuspel
te besteken. Later vernamen de onder-
moedende meid was den daaropvolgenden
dag op bet afgesproken uur bij haar geko
men en Hendrien had baar toen onderwijl
een stoel en een kopje koffie aangeboden,
haar met een praatje beziggehouden, totdal
zij de gelegenheid schoon zag
Met huivering en afgrijzen, dooh ook met
diepe droefheid, dat de menaoh zoo diep ge
vallen is, eu met dankbaarheid aan God den
Heere.die ons zoo genadiglijk he waard heeft
van deze uitwendige misdaden, zullen wij
van dat gruwelstuk alleen maar mededee-
len, dat vrouw Wouters, na de niets kwaads
-ermoedende meid op het wreedaardigst
om het leven gebracht te hebben, zouder
dat iemand daar iets van scheen te hebben
bemerkt, het bloedige en ontzielde lichaam
vooreerst onder haar bedstede wegstopte en
met een kleed bedekte. Haar man was dien
morgen al vroeg naar zijn werk gegaan en
de kleine kinderen waren buiten op het
plaatsje, dus niemand bal de misdaad ge
zien Niemand Ja, de oogen des Heeren,
die de aarde doorloopeD, en die de misda
den, al blijven ze sems voor den aardaohen
rechter verborgeD, met verschrikkelijke
knsgiagen der oonsoienlie straft, hetgeen
Hendrien ook had ondervonden, die daar
door aanleiding had gegeven,dat haar buren
op een volgenden avond iets van haar zelf
vernamen, dat zij aan de vermoord worden
de meid toeschreven,gelijk wij vroeger met
een enkel woord hebben verhaald en dat
wij later iets breedvoeriger zullen mede-
deelen.
Nadat de gruweldaad volbracht was, bad
vrouw Wouters het gouden slot van een
wijzers, dat de domiDé zou gezegd hebben,
dat de openbare onderwijzers b ter den
weg naar het paardenspel kenden dan
naar de kerk. Dat zal ook wel een juiste
opmerking zijn geweest.
Maar de openbare onderwijzers waren
zeer vertoornd en ze richtten in een der
plaatselijke bladen een open brief aan het
adres van ds Booy, een brief van dezen
inhoud
Gij, die in alles slechts zonde vindt
[en schuld,
Van leeljjke gedachten is vast uw
[viel vervuld.
Weleerwaarde Heer.
In uwe kwaliteit als herder der
Puttershoeksche Hervormde Gemeente
sehynt U het noodig geoordeeld te heb
ben, ondergeteekenden eene vaderlijke
vermaning toe te dienen-
Wij, die het gewaagd hebben het
paardenspel te Botterdam een bezoek te
brengen, wij arme zondaren, wij zijn den
weg des verderfs opgegaan I
Peccave Pater 1 Intusschen zullen wij
ons de vrijheid veroorloven uw sermoe
nen van de komieH» kant to beschouwen,
daar we de veronderstelling wagen, dat
U waarschijnlijk in een minder prettige
stemming verkeerde, toen U de banvloek
over ons arme hoofden slingerde. Geluk
kig viel er tijdens uwe Wawelaarspreek
geen juffrouw flauw zooals elders een
maal gebeurde.
Maar in allen ernst, wilt U van ons ook
eene raadgeving hebben P Wel ja im
mers P Denk U dan eens na over het
spreekwoord van dan schoenmaker en de
leest. Geloof ons, eerwaarde een en an
der zal noch U noch uw populariteit
schaden.
„De opvoeders der Puttershoeksoha
jeugd en tevens bezoekers vau het Hon-
gaarsche oiious Benty".
A. v. d Os v. d. Abeelen.
W. A. Leenhouts.
E. C. trouwer.
J. B. Ham.
In de „Bode" vereldeu de heeren later
hun heldendaad. Ei aij saerkteu opdat
was natuurlijk olie h 't vuur. Dus, zegt het
„Chr. Schoolblad", ie erkenden zelf hun
boosaardige intentie
Ja waarlijk, dat was ook olie in 't vuur.
Dat is brutaio hiondat is moedwillig
snoer halskoraleo van den hals der ver
moorde afgenomen, had haar woning ge
sloten, na haar kinderen aan de zorg van
een buurmeisje te hebben toevertrouwd, en
was toen naar een pandjeshuis in de Gouds
bloemstraat gegaan, waar zij drie gulden
voor dat slot had ontvangen. Met dat geld
was zij naar dat andere huis gegaan, waar
haar zwarte regenmantel sinds geruimen
tijd verpand was. Zij had toen dat kleed
gelost en met het schrikkelijke plan om o )k
de weduwe Tommei te gaan berooven en
bestelen was zij naar een buurvrouw ge
gaan en had vau deze een strooien hoed ge
leend. Nu, meende aij listig, was zij onken
baar genoeg om door de buren van juffrouw
Tommei, die haar mogelijk konden zien,
niet opgemerkt en herkend te worden.
Dus met dien hoed op en haar regenman
tel om, en alzoo in een andere kleedij dan
zij gewoonlijk droeg, was de koelbloedige
en uitgerekende misdadigster naar het huis
van de weduwe gegaan, die er zeker geen
het minste idee van bad, dat zij zoo spoedig
uit dit aardsohe leven door de hand van een
moordenares zou worden gerukt en voor
den Rechterstoel van Christus sou moeten
verschijnen. Aoh 1 al treft betrekkelijk zeer
weinigen een onverwachte dood toch is
ons leven een handbreed gesteld - en vroeg
of Iaat komt het oogenblik, dat de sikkel
des doods onzen levensdraad afsnijdt en
ons overbrengt naar ons eeuwig huis.
Gelukkig hij, die door genade, wat er ook
gebenre, op den rotssteen Christus is ge
grond, die de Zijnen door de vallei des
doods in (le poorten der eeuwige heerlyk=
ergernis geven dat vraagteeken achter
herder is een platvl.ersoheonbeschaamd
heid dat spottend gewagen van „den
weg des verderfs" is een venijnig hoon
gelaob dat „peccave Pater" Vader,
ik heb gezondigd, is ruwe spot met wat
anderen heilig is. Kortom, het geheel is
eene uitdaging van de geheele gemeente,
voor zooverre zij zich aan haren kerder
en leeraar verbonden gevoelt.
De heeie gemeente kwam in opschudding
De Puttirshoekers, die tot nu nog niet
dachten aan het gevaar eaner neutrale
school, werden wakker gesohud. En de
schoolstrijd is er. Een strijd, die naar het
oordeel van de onderwijzers, die vreeselijk
schelden op den predikant, „nergens vuiler
en gemeener" werd gevoerd. Het Chr.
Schoolblad eindigt het verhaal aldus
Dooh op de stichtingsoorkonde der te
verwaehten Puttershoeksehen Christelij
ke schooi verdienen zijn naam en die
zijner medestanders (den schrijver van
den brief en de mede-onderteekenaart)
eene extra-ordinaire eervolle vermei
ding.
Zo kobboo, mot ten deele zelf erkende
bedoeling, de Puttershoekers wakker
geroepen.
Wat een nijdig, stom schrijven vooi
mensohen, die de openbare schooi in
het vertrouwen der ouders willen ge
handhaafd zien.
Ze gooien bij den predikant de'glazen
in met goudstukken.
Dat is ook eene methode en onge
twijfeld de direote.
Dat ze hunne eigen glazen ingooien,
wisten ze ook wel.
Blokt ock hier niet weer, dat de open
bare school geen giooter vijanden kent
dan baar tigan onderwijzers? vraagt de
N. ProvGron. Crt.
Maar wij vragen er bij: hoe had dr.
Booij de ojenbare sohool daat Christelijk
gekregen met zulke onderwijzers?
En blijkt ook hier weer niet de vrije
Chr. school meer in den rechten weg
dau de geohristianiseerde staatsschool
Eeu woord op z'n pas.
„Wacht maar! de tyd komt, dat we je
het wandelen met een rotting met gouden
knop wel zullen afleeren
Van een sociaal-democratiscken straat
heid brengt, Ontwaakt, als nit den droom
des levens, zullen zij daar Zjjn beeld aan
schouwen in gerechtigheid, en tot in alle
eeuwigheid Zyn lof ontvouwen «verzadigd
met z(jn Goddelyk beeld*, zooals de Psal
mist zegt. Maar wee dengenen, die zijne
oogen openslaat in de hel, zijnde in de
pjjnedat vuur zal niet uitgeblus-ht wor
den, die worm zal niet sterven
Laat ons tot ons verhaal wederkeeren.
Vrouw W outers was dus met het hloed van
die onnoozele meid bezoedeld, al werd dat
door een regenmantel bedekt, en met
plannen des doods in het hart, naar het
huis van ,uffronw Tommei gegaan en had
daar aangescheld, waarop de deur door de
juffrouw werd opengedaan, die haar vraag
de, of Mietje de meid niet bij haar was ge
weeet en waar die bleef, want ze kon niet
begrijpen waarom ze zoo lang weg was.
Vrouw Wouters had daarop aan de juf
frouw verzocht even gebruik te mogen
maken van zekere plaats, die zich achter in
het huis bevond, zooals ze van vroeger
nog wist, toen ze een enkelen keer daar ook
wel geweest was. De weduwe had zoo iets
natuurlijk met bereidwilligheid toegestaan,
en van zelfs voirüitgeloopen om Hen
drien den weg te wijzen. Zoodoende was
ze de trap van de keuken afgeioopen,
welke gelegenheid de onmenschelqke
vrouw had waargenomen, om de in niets
erg hebbende oude, zwakke vrouw achter
over te trekken en met hetzelfde scherpe
brooames, dat e ren te voren tot znlk een
gruweljjken moord gediend had, haar van
het leven te berooven
PHMUKHniWBHSaHaiailHBBit.
wandelaar kwam deze broederlijke groet
tot ean bejaard heer, die in een der hoofd
straten van zekere stad langs de winkels
wandelde.
„Broertje", hernam de geduldige oude
beur, „mijn stok bevestigt de waarheid
van het oude spreekwoord het is niet al
goed wat er blinkt, want dit blinkende
hondekopje aan mijn stok U niet van goud
het is maar vergald. Ik heb betrekking op
den rotting,want hij ia een gedachtenis van
een mijner vriendendoch indien wij er
door kwamen waar wij wezen moeten, zon
ik hem gaarne offeren op het altaar des va
derlands en ik zon zeggen Vriend, hier is
m(jn stok Maar wat zond gij er mede uit
voeren Opeten kuat gij hem nietopdrin
ken ook nieter een jas van laten maken
ook nietderhalve, gij zondt hem te gelde
moeten maken gij zoudt aan Piet of Klaas
moeten vragen, of hij den stok van u wilde
koopen. Maar die koopt hem niet, als hij er
niet mede wandelen mag, en koopt hij hem
wel, ach lieve tijddan loopt er weer een
ander langs de straat met den mooien rot
ting,en mischien geeft die er u wel eeu
pak slaag mee (Het Oosten)
De notulen worden goedgekeurd.
Ingekomen stukken van W. Moerdijk,
dat hij gaarne weer als marktmeester in
aanmerking wensoht te komen. Deze wordt
herbenoemdvan A. Flipse, dat hij ver
zoekt een stukje grond te mogen koopen,
of in erfpacht te mogen hebben sectie D
no. 1832. Wordt gesteld in handen van
B. en W. om adviesvan W. L. Winkel
man en J. G. van Niftrik Jr. resp. Voor
zitter en Secretaris van „Vlissingen Voor
uit" om adhaeBie te betuigen aan Ged.
Staten voor hun verzoek om een rijweg
tnssohen N. Brabant en Zeeland. Wordt
gesteld in handen van B. en W. om advies.
Tot leden der Commissie bedoeld bij
art. 22 van het Ambtenaarsreglement
worden benoemd de heeren Frnin en
Heijse beiden met 9 stemmen. Voor derde
lid staakten na gehouden herstemming
tusschen de heeren tV. A. de Bijoke en
J. G. Ermerins ieder 5, zoodat bij loting
werd aangewezen de heer J, G. Ermerins.
w Nadat zij dezen tweeden moord had vol
voerd en na het bloedig mes bene vens hare
bezoedelde handen in den emmer'waarover
wjj reeds gesproken hebben in 't begin van
dit verhaal. te hebban afgewasschen.
had het booze schepsel de zakken van de
vermoorde onde juffrouw onderzocht, en da
sleutels daaruit genomen, om daarmede de
latafel en de kasten, benevens het kabinet,
te openen, want ze wist, dat die op een
bovenkamer stonden en dat de weduwe
daarin al haar geld en kostbaarheden be
waarde. Toen had zij die werkelijk gaan
openen en alles, wat haar begeerlijk voor
kwam en dat ze dragen konde, in een pak
geknoopt en zoo medegenomen. De opgave
- van Hendrien wat ze al zoo medegenomen
had, kwam juist overeen met de lijst, die
door de beide executeuren van de weduwe
j was opgemaakt, en san de Heeren van het
Gerecht was overhandigd: zoodat deze
zien konden, dat ze nn de waarheid sprak,
j Ook kwam de bekentenis der schuldige
vrouw Wouters overeen met hetgeen wij
over die scheur in het regenkleed tusschen
de deurpost en de denr Lebben medege
deeld. Nu zij daaraan werd herinnerd, wist
zü het nog zeer goed, da* zoo iets haar bij
het verlaten van het huis was overkomen,
zonder dat zij natuurlijk in de verste verte
had kunnen denken, dat dit kleine a'ge
scheurde en achtergelaten lapje een getuige
tegen haar onder het Voorzienig bestuur
Gods zoude z"n, die haar zou doen ver
stommen en het kwaad op zulk een merk
waardige wijze aan het licht zon brengen.
Wordt vervolgd