liEOWSBLAD
VOOR ZEELAND,
f
No 23.
Woensdag '27 October
24e Jaargang»
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
I
I
s. i m jonge-verWest, ie
c
EN DUISTERE ZAAK.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
W èd;
fi. De opgaaf van den spoordienst
komt in dit nommer voor op de ge
p bruikelijke plaats.
fte<3gSs* Tengevolge van de steeds
grooter wordende oplage
van ons blad, verzoeken wij Ü.E
Adverteerders de advertentiën zoo
vroeg mogelijk in te zendenvooral
voor de nummers, die Vrijdags en
Zaterdags verschijnen, gelieve men
te zorgen, dat de annonces vóór 12
nar In ons bezit zijn, wyl anders
plaatsing in de 1ste editie van dat
nummer niet kan verzekerd worden.
DE ADMINISTRATIE.
PROVINCIALE STATEN.
f. P D'HUIJ, te Middelburg.
Goes
Ü'ittlZftni iSiCL
PRIJS DER ADVERTENTIËN
UIT DE PROVINCIE.
ÏEDEREN WERKDAG DES AVONDS,
Prijs per drie mianden franco p. p. 1.28,
Enkele nummers 0,02£.
- l
jjv
I
r;*<
In de a. s. Najnarsritting komen na de
ingekomen stukken en mededeelingen aan
de orde de navolgende voorstellen van
gedeputeerde staten 3, 4, tot aanhouding
van een verzoek van het bestuur van de:i
calaniteuzen polder Borsele uui vri ver
klaring en van het bestuur van den
Schengepolder om wijziging ven het regle
ment op het beheer der uitwatering dooi
de Sluis in de Piet5 18 tot: wijziging
van het Reglement op de wegen en voet
pad., n en tot vernieuwde vaststelling van
het reglement met een nota van wijaiging
wijaiging van het Reglement op de be
scherming van jrekhonden in Zeeland, en
van het besluit der Staten van 10 Juli jl!.
tot vorming van een reservefonds voor
de stoombootdienstenaanleg en exploi
tatie van een Decauviile.tiam tussohen
Hansweeit en het station Vlake van den
Staatsspoorwegverkoop van een gedeelte
sioot aan J. Dhondt te Schoondjjkewij -
aiging raar hun college van een adres
vaa het bestuur van het Nederlandsch
verbond vsd vakverenigingen betreffende
bestekben van werken toekenning van
een renteloos voorschot voor den eanle»
van sen eleotrisohen tramweg van Knocke
naar Breskens raat tij tak Oostbui g Cad-
iand{haven) en tot afwijzing van eeno
aanvraag van de stoomtrsfiaaasa'sohsppij
Breskens—Maldeghem om renteloos voor
schot voor tien aanleg van een stoomtram
weg Oostburg Cadzandtoekenning vaa
e-*of\ .rii» irwee iareo
P
san de Maatschappij tot bevordering van
landbouw en veeteelt ten behoeve van eea
cursus in hoefbeslag Idem betreffende een
versoek van het Hoofdbestuur van de
algemeene vereeniging root bloembollen
cultuur te Haarlem om steun voor eene
nationale bloemententoonstelling te Haar
lem in 1910idem tot het verstrekken van
een nader voorschot aan het Bestuur der
Vereeniging tot Christelijks verzorging van
krankzinnigen in Zeeland en tot wijziging
van de met dat Bestuur gesloten overeen,
ko» utsluiting van eene geldleening voor
hst aanlegg n van een tramweg tussohen
Hansweert en het sta'ion Vlake van den
Staatsspoorwegsluiting van eene geld
leening voor het verstrekken van een
voorschot aan de Vereeniging tot Chris
telijke verzorging van krankzinnigen in
Zeelanden wijzig eg van de begrooting
voor 1910.
Wijziging en nieuwe vaststelling Trek-
hondenregl ement.
Gedeputeerde Staten zeggen n. a. v. het
adres van het Bestuur der Nederlandsche
Vereeniging tot Bescherming van Dieren,
afdeeling Zeeland, waarbij verzocht wordt
art. 6 van het Reglement op de bescher
ming van trehonden in Zeeland aan te vul
len met het voorschrift, dat de daar be
doelde honden d. w. z. die onder hand
wagens loopea zoodanig moeten worden
aangespannen, dat ze, wanneer de wagen
stilstaat, kunnen gaan liggen dat het
alleszins wsnsohelïjk voorkomt alsnog in
dit pnnt te voorzien. Het betreft hier een
voor den houder weinig last of kosten ver-
oorzakenden maatregel, waardoor het lot
van den trekhond eene aanmerkelijke ver
betering zal ondergaan.
Intusschen meenet) ze iets verder te
moeten gaaf, dan in het adres gevraagd
wordt. In art. 5 sub 4° van het Reglement
wordt wel van „den stilstaanden of liggen-
den hond" gesproken, maar eigenlijk niet
ondubbelzinnig vastgesteld, dat het gaan
liggen den hond mogelijk gemaakt moet
worden. Door de gevraagde aanvulling aan
art. 5 toe te voegen en tevens bjj eee nieuw
tweede lid van art. 6 de bepalingen van het
reglement toepasselijk te verklaren op
ouder handwagens loopende honden,wordt
eenerzjjda de ceuwe bepaling tot alle trek
honden uitgestrekt en tevens de geheele
UITGAVE DER FIRMA
Sfc '/AM
dergelijke handwagens de hond in den
regel niet als hulpkracht maar als hoofd- of
els eenige trekkracht gebezigd wordtde
bestaande redactie was voor tweeërlei uit
leg vatbaar.
Tevens is van deze gelegenheid gebruik
gemaakt, om bij een nieuw derde lid van
art. 6 't hier en daar voorkomende gebruik
van honden als trekkracht voor rijwielen
te regelen.
Door de toevoeging van twee nieuwe
leden aan art. 6 wordt de economie van het
reglement hersteld, welke verbroken was,
toen het vroegere tweede lid van art. 6 ten
gevolge van een amendement vervallen
was, doch de verwüzing in art. 4, tweede
lid, naar het ^eerste lid" van art, 6 gehand
haafd bleef.
Door den heer Moolenburgh is voorts ge
wezen op de ondoelmatige en noodeloos
kwellende wijze, waarop menige trekhond
gemniiband wordt. Ook in dezen misstand
kan o. i. gemakkelijk voorzien worden,door
aanvulling van art. 4, derde lid, van het
Reglement met het voorschrift, dat de
muilkorf moet zijn van een door ons vast te
stellen model.
Onder verwijzing naar de adviezen van
den Provincialen veearts stellen Gedep.
Staten voor om het besluit te nemen in dien
geest,
Scheidsgerecht Zweden en Noorwegen.
Het scheidsgerecht izaka hei geschil
over de seegrens iusschen Noorwegen en
Zieden deed Zaterdag in het gebouw van
het Permanent Hoi van Arbitrage uitspraak.
Deze slotzitting werd o. a. bijgewoond
door de ministers van Buiteulandsohe Za
ken en van Justitie; verschillende leden
van den raad van beheer van het Per
manente Hof vau Arbitrage, de ministers
van Staat, mrs. Asser en De Savornin
Lohman, den oud-voorzitter der Tweede
Kamer, jhr. mr. Roêll, Staatsraad mr.
Harte van Teoklenburg; de leden der
Tweede Kamer prof. dr. Nolens en mr.
Limburg, die bijna allen vergezeld waren
van hun dames.
Te ruim 4 uur traden de leden vau het
sobeidsgereoht de zaal binn.n en opende
de voorzitter, mr. J. A. Loeff, de zitting.
De secretaris mr. baron Miohiels van
Verduijnen las de beschikking voor, waar-
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 een*.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, Iedere regel
meer 10 cent.
even gunstig. Zweden krijgt voor rijn
deel de geheel» Grisbadarna, welke juist
het hoofdpunt in den twist vormde en die
volgens de Noorsche aanspraken van vroe
ger tijd zoowel als van jonger dagteeke-
ning geheel tot Noorwegen zouden behoo-
ren. Het zuidelijke gedeelte van Skjütte
grand, het minst belangrijk gedeelte van
het terrein in quaestie,wordt feitelijk alleen
aan Noorwegen toegekend. N. Crt.
Naar het N. v. d. D. verneemt, zou
het verslag van de landbouw-enquette
betreffende den toestand der landarbeiders
en wat daarmede samenhangt welk
verslag reeds weken lang ter verzending
gereed l»g doch o ui niet bekende redenen
werd teruggehouden gisteren, Zaterdag,
of uiterlijk Maandag verschijnen.
Gelijk bekend is, is deze enquête ge-
houdeu onder leiding van den heer Lovink.
Krabbendijke. In de gemeenteraads
vergadering van Maandagavond waren
tegenwoordig 5 leden, afwezig dhr. Van
Nieuwenhuize.Voorzitter de burgemeester.
Na lezing der notulen worde meegedeeld
dat iu erfpacht van de diaconie der Ned.
Herv. Gam. zjjn verkregen een stuk grond
van 4 M. breed in het nog onbebouwd ge
deelte der Wilhelminabaan, waar voorloo-
pig een goed voetpad zal geuuakt worden,
doch nog geen rijweg en een stukje grond
bij de tiendepat, tot berging van straatvuil
enz. Voorts dat burgem. en weth. uitvoe
ring zullen geren aan hetgeen in de be
grooting is voorgesteld, om voor onderhond
van de Oost weg naar de haven te gebruiken
keisiag van qnenast (macadam) welke voor
f 4,75 franco op den wagen te Krabbendijke
kan worden geleverd. Dit zal een proef zijn
welke zoo z(j meevalt, zal herhaald worden.
Daarna worden de geloofsbrieven van het
nieuw gekozen raadslid J. Zeevaart onder
zocht en met algemeene stemmen besloten
tot toelating. Naar aanleiding van een ver
zoek van eenige schippers om betere lig
plaats voor hunne schepen komt thans het
degel, bestuur met het volgende voorstel
Om aan de westzijde van de oude spuikom
de daarin zittende palen op te ruimen, en
daarna als proef van de op de kade liggende
palen, twee ligplaatsen te maken, en de
schippers te verzoeken daar over beurt
eenigen tijd te liggen, en daarna rapport
vx. ,v l r».
Kroger zag liever dat er besloten werd
aan het verzoek te voldoen en geen proef
te nemen, daar hij. meende dat het hoog
noodig was, voor een betere ligplaats te
zorgen Hij kan daarom niet met het
voorstel meegaan. De heer Vogelaar
mbent dat het alleszins wenscheljjk is
eest 'n proef te nemen met twee ligplaatsen
daar er gevreesd wordt, dat men wel eens
last kan hebben van het spaiën en daarbij
kunnen naderhand nog verbeteringen wor
den aangebracht, zoo die noodig zijn, en
zoo er dadelijk met die proef begonne®
wordt, (zooals de voorzitter meedeelde)
wordt er ook voldaan aan de klacht van een
paar schippers, die thans geen voldoende
ligplaats hebben, volgens hun zeggen.
Nadat ook de heer W elleman betoogd had,
het wenschelijke van deze pioef, die nu
toch dadelijk al wat geeft in tegenstelling
met zoo het geheel moet gebeuren, er dit
jaar zeker niets van komt, komt de heer
Krijger van zijn idee terug en wordt met
algemeene stemmen besloten het dagelijks
bestunr te machtigen dit werk uitte voeren.
Nadat er een paar pisten gevonden zijn om
het te veel genotene wegens opcenten op
grond- en personeele belasting over 1906,
aan het rijk terug te betalen, komen we
o. a. aan ons laatste pnnt. Bezwaarschrift
tegen den aanslag in deu hoofdelij ken om
slag dienstjaar 1909. Het is bijna onge
looflijk en toch is het waar, slechts recla
mant heeft zich laten hooren, en dat in een
gemeente met zoo een hoogen aanBiag en
toch elk jaar nog hooger al hooger.
Het gaat zachtjes aan, geen groote
sprongen, maar altijd door verhooging.
Doch het schijnt dat de burgers er van
doordrongen zijn, dat ze in de gegeven
omstandigheden toch naar hnn draagkracht
aangeslagen zijn. Alleen de heer J. F.
Penny meende dit jaar, staande ia de 21e
klasse geschat oj. een inkomen van f 1500,
te hoog aangeslagen te zjjn. Deze reclame
werd in een gesloten vergadering behan
deld, en in een weder openbaar geworden
vergadering met algemeene stemmen be
sloten dit verzoek te wijzen van de hand en
reclamants aanslag alzoo te handhaven.
Daarna na de gewone rondvraag sluiting.
Colijnsplaat. Aan het ons zeer onvol
ledig verschafte raadsverslag (in ons no.
van Maandag) kunnen wij uit de Ooesehe
Crt. nog toevoegenle dat bij de benoe-
0 kwam deze zaak ook ter ooren vau
buurvrouw van vrouw Wouters. Deze
f zich, omdat zij in staat was eenig
in deze duistere zaak te ontsteken,
de reohters en vertelde het volgende
ins, op welken avond wist zij zoo
ies niet te zeggen, maar hat was onge-
ten tijde van die euveldaad, kwam
Irien bij haar en verzocht haar een
t8 leenen onder voorgeven, dat zij
verre boodschap moest gaan doen en
veder te koud was om zoo ver in het
e hoofd te loopen. De goedaardige
vrouw had haar dadelijk haar eigen
voor dien avond geleend, omdat zij
niet meer uitging, en Hendrien had
dien strooien hoed den volgenden
d in dank teruggebracht.
ivraagd zijnde, of Hendrien toen ook
zwarten regenmantel had omgeslagen,
1 deze getuige, dat dit niet het geval
Vronw Wouters was zoo in haar hui-
si gewaad maar bij haar geweest. Maar
herinnerde deze en gene zich, Hen-
i wel eens met een zwarten mantel te
en zien loopen, ofschoon niet dikwijls,
t was weder een spoor voor de scherp
ge justitie. Wanneer zij werkelijk een
ten mantel gehad had, welnu, dan
it die weder voor den dag komen l Zjj
dienaangaande ondervraagd en ver»
ZIJ WCittOiy»
bezeten, maar dat zij dien om haar armoe
dige omstandigheden al voor lang in een
pandj jshuis had moeten beleenen.
Gevraagd sjjnde.gaf zij het adres van
dat huis oponmiddellijk werd daar een
onderzoek ingesteld enmen vond het
zoo lang gezochte regenkleed, waaraan in
derdaad een stnkje van den zoom outbrsk 1
Van dat alles was Hendrien natnurlijk
onbewust. Zjj zat in de gevangenis buiten
toegang niemand mocht bij haar, en zoo
wist zij van niets; zoo min van het stukje
uit haar regenkleed, dat in de gang van
de vermoorde juffrouw Tommei gevonden
was, als van alle pogingen, die in het
werk waren gesteld om er achter te komen,
wie die vrouw met dien strooien hoed ge
weest was, alsmede waar dat gescheurde
kleed was beleend geworden.
De vrouw en de dochter uit dat hniB ver-
klaaiden, dat Hendrien, en zooals nu bleek
onder een valschen naam, aldaar een zwar
ten regenmantel voor een kleine som had
beleend, en wel, xooals uit het dagboek
bleek, eenige dagen nadat de moord was
bekend geworden. Zij hadden toen niet ge
zien, dat het kleed ergens gescheurd was
of dat er gen stukje van den zöom ontbrak,
maar toen de getuige, welke de bewuste
vrouw uit het huis van juffrouw Tommei
had zien komen, werd opgeroepen en aan
vrouw Wouters voorgesteld, die op last j
vau de rechters dien strooien hoed moest 1
opzetten en dat kleed moest omdoen, toen
uitgezien.
Hendrien, die, zooals w(j reeds gezegd
hebben, in het geheel niet wist wat er met
dat kleed was voorgevallen en hoe daar
door de misdaad op het pnnt was uitta
komen, was zeer verwonderd, dat er nu zoo
dikwijls over dien voddigen mantel werd
gesproken.
Op de vraag van den rechter, hoe dat
stukje uit den hoek van den zoom was afge
scheurd, zeide rij dadelijk met de meeste
gevatheid, dat zij zich zeer wel herinnerde
haar regenmantel op 9en avond te hebben
omgeslagen en dat zij dien toevallig aan een
spijker onder aan haar muur had vastge
haakt en opengehaakt; dat zij toen een
schaar had genomen, zooals zij zich nog
goed herinnerde, en dat hoekje er had afge
knipt, omdat zij het zoo haveloos vond all
de rafels er bij hingen. Maar toen haar nu
de afgescheurde en zorgvuldig bewaarde
lap werd voargelegd en baar werd aange
toond, dat deze volkomen aan den afge-
scheurden zoom vau den mantel paste, toen
werd zij bedremmeld en verlegen en haar
gewone welbespraaktheid en brutaliteit
waren verdwenen, zonder dat zij nochtans
wist, dat dit kleine lapje zuk een verschrik
kelijke getuige tegen haar was. Ten duide
lijkste was zij nu op een leugen betrapt,
namelijk, dat het zeer duidelijk bleek, dat
dit lapje niet w as afgeknipt of afgesneden,
maar dat hét werkelijk er af was gescheurd
en daarop wist zij niets te antwoorden, dan
lOeU WOrU Ufldl UO gVBvuivuwmo
medegedeeld en bet overtuigend bewijs lag
daar voor haar, dat zij en geen ander de
vrouw was geweest, die het laatst het huis
op de Braak, het sterfhuis van juffrouw
Tommei. had verlaten, en dat zij, indien zij
alleen den moord al niet had bedreven,looh
zeker wede schuldig aan deze gruweldaad
zou zijn.
Dooh nog gaf zij geen blijk vau zich te
willen overgeven voor de verpletterende
bewijzen van sehuld of van medeplichtig
heid. Zij stond met een onbezorgde houding
en een stoutmoedig gelaat de rechters onder
de oogen te zien en looohende haar sohuld.
Wat dien mantel aangaat, had iemand dien
niet uit haar kamer kunnen halen, ja had de
dienstbode Maria Leunink dien niet hebbes
kunnen dragen Nu, mijne heer en, zeide
zij, nu ging er een licht voor haar op, nu
kwam haar in de gedachten, dat Maria
Leunink werkelijk op dien tijd eens bij
haar was geweest om haar om dat geld te
manen, dat juffrouw Tommei haar had ge
leend, en dat zij uit armoede nog niet ge
heel had kunnen terugbetalen.Toen regende
het verschrikkelijk er was zulk een zware
bui komen opzetten dat Maria, daar zij niet
durfde wachten totdat de bui over was en
zij ook geen parapluie bij zioh had, haar
dien regenmantel had te leen gevraagd en
een poos later hoelang wist zij niet
weder had teruggebracht. Of er toen een
stukje was uitgescheurd, had zij niet gezien,
--j
duidelijk, dat was een andere, oudere man
tel, die ze sedert at had afgedankt en aan
een koopman in vodden verkocht.
Hoe onwaarschijnlijk dat ook mocht zqn,
toch was het mogelijk. De houding van
Hendrien was flink en niets scheen haar te
drukken. Haar twee lieve kleiueu schrei
den om haar en zij zelf was bitter geroerd,
wanneer haar nu en dan eens toegestaan
werd die twee jonge kinderen voor een paar
uurtjes in baar armen te drukken en met
dezen en haar man, die haar ook zeer lief
had, te prateh. Was dat een moordenares,
als was de schijn zoo steTk tegen haar f
Nog denzelfden avond, na het ondergaan
van zulk een belangrijk verhoor, hoorde
men haar in de gevangenis van goeder
harte baar avondlied zingen.
De heeren reohters wieten in al hun wijs
heid met deze ingewikkelde zaak niet
terecht te komen. Zij gingen er, hoewel
schoorvoetend, toe over, een middel aan te
wenden, dat in vroegere tijden zeer dikwijls
werd gebruikt om de misdaad aan het lioht
te brengen, maar dat onsohnldigen soms een
bekentenis ontlokte van Hohuld, doordat
degene, op wien dat middel werd toegepast,
den dood verkoos boren het leven.
Dat middel wasde pijnbank.
Wordt vervolgd.)