No ia
1909, Vrijdag 15 October
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
24e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE J0NGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUU te Middelburg.
middelburg.
Mr. L. v. AXbEL.
Tengevolge van de steeds
IWL grooter wordende oplage
van ons blad, verzoeken wij H.H.
Adverteerders de advertentiën zoo
vroeg mogelijk in te zenden; vooral
voor de nummers, die Vrijdags en
Zaterdags verschijnen, gelieve men
te zorgen, dat de annonces \óór 12
uur in ons hézit zijn, wijl anders
plaatsing in de 1ste editie van dat
nummer niet kan verzekerd worden.
DE ADMINISTRATIE
Vaccine-Contrast
PRIJS DER ADVERTENTIËN
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prils per drie maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers 0,02s.
UITGAVE DER FIRMA
EH VAN
Voor lid van den gemeenteraad in district
III begeeren alle antirevolutionaire kiezers
De heer Ohevallier komt er in Be
Nederlander tegen op dat 't Christelijk
Kabinet in zijn openingsrede zwijgt over
Vaeoinedwang.
Aan zijn artikel ontleenen wij met in
stemming het volgende:
Wijziging van de gezondheidswet wordt
aangekondigd, maar waarin intussehen
gemist wordt de wegneming van een mis
stand en een nood, waarop nu reeds 87
lange jaren duizenden en nogmaals dui
zenden Nederlanders, onder welke ver
scheidene medici, h ibben aangedrongen
den misstand en den nood dit men, om
behoorlijk schoolonderwijs te kunnen ont-
vargen, gedwongen wordt, zijn 'gezondheid
in gevaar te brengen, zijn lichaam te laien
vervuilen door iets wat Doo ov A. Capa
dose (in 1872) noemde reen vuile etterstof"
en waaromtrent het op het Internationaal
Congres tegen koepokinenting te Keulen,
9—12 Oot, 1881, door tal van medici ge
nomen besluit luidde «dat de pokstof een
ongezond middel is, een kiem van oi t-
binding, een rottend bestanddeel, datschn-
delijk kan zijn"den misstand voort- dat
a en, als men zijn kind aan dien dwang
wil onttrekken, gestraft wordt volgens de
bepalingen d r leerplichtwet.
Is het dan in de oogen van die Chris
telijke regeering niet een allereerst be
ginsel van reoht, dat iemand, nog vóór
dat hij tot de jaren van onderscheid is
gekomen, nog vóór dat hij kan beseffen,
wat met zijn lichaam gebeurt, niet van
overhcidsw ige gedwongen worde, eene
kunstbewerking te ondergaan,-tegen welke
tal van deskundigen van naam, in alle
beschaafde landen, zioh sedert de invoering
er van tot op den huldigen dag verzet
hel ben P
Tegenover die onaandoenlijkheid der
Chr. regeering staat het feit dat dezer
dagen in Hannover de Veresnigicg van
anti-vaooine-gezinde geneesheeren, op hare
vergadering aldaar, het openlijk uitge ipro-
ken en aan de gsheeh medische faculteit
in Du tsohland kond gedaan heeft dat de
inentingook met dierlijke lymphe, hoe lan-
ger hoe meer als een bedenkelijk, soms ge
vaarlijk ingrijpen in het gestel van den
ingeente u>or<H beschouwder dat zij daar
om aandringt op intrekking van den dwang
in navolging van Engel md.
Ziedaar een oordeel, nu eens niet uit
gesproken in een of ander klein boeren
dorp, door e in hoop £jre kwezels of be
krompen domkoppen, maar n eene der
groote steden van Dnitsohland door medici,
deskundigen, wier aantal zelfs groot ge
noeg blijkt te zijn om eene vereeniging
te kunnen vormenmedici, die het hier
uitspreken da' vaeoinedwang win lijnrech
ten strijd is met hunne tegenwoordige
hygiënische kennis" en hem daarom «naar
hunne wetenschappelijke overtuiging,"
niet meer houdbaar achten.
Nieuw is de beschouwing van de vaccine
»iet, al vele jaren hebben de tegenstanders
van deze haar gedeeld en openlijk uitge
sproken. Om nu niet te spreken van wat
reeds meer dan 80 jaren geleden de genees
heer Dr. A.Capadose tegen de vaccine heeft
aangevoerd op wetenschappelijke gronden,
hebben inNovemner 1895 elfNederlandsche
medici aan de Staten- Gen. een adres inge
diend tot afschaffing van den dwang,waarin
o.a. gezegd werd :„dat nooit met volkomen
zekerheid, a priori zal kunnen vastgesteld
worden dat een vaccinatie, qua operatie,
zelfs daar waar de operateur de meest mo
gelijke voorzorgen in acht neemt geen scha
delijke 'gevolgen zal hebben iets wat ook
wordt uitgesproken o.a. dtor den Geh. Hof
rat dr. Pfeiffer, Vorstands des Imp-institu
tes inWeimar(Handbuch de-Spec.Therapie
van Drs. F. Penzoldt und E. Stintzing, le
Band 1894)
dat het niet te ontkennen is, dat er ge
vallen zijn voorgekomen, waarin zich, na
een vaccinatie, verschijnselen hebben voor
gedaan, die het vermoeden wettigden, dat
die kunstbewerking nadeelige gevolgen
voor den patiënt had gehad, tengevolge
van de samenstelling der lymphe."
Edoch in ons parlement heeft men wel
veel over de zaak gepraat een commissie
benoemd,maar met geen ander gevolgd dan
dat er eigenlijk veel over de vaccine zelf is
geredekaveld, en het eigenlijke, waar het
op aan komt, de dwang op den achtergrond
raakte.
Ter beslissing van de vraag of vaccine-
dwang geoorloofd is,behoeft men geen com
missies te benoemen, eenvoudig gevoel
van recht en ten minste christelijk rechts
gevoel beslist die vraag. Maar inmiddels
hebben we ons derde christelijk ministerie
en waar de eerste twee althans eene poging
deden tot herstel van onrecht, opende dit
huidige derde zelfs geen vooruitzicht op
bescherming tegen het fanatisme onzer vac-
cinateurs, van welke het nu blijkt, dat zij
óf in hygiënische kennis en wetenschappe
lijkheid, of wel in eerlijkheid en onbevan
genheid achterstaan bfj hunne collega,s in
Duitschland, waar de medische weten
schap toch zeker niet lager staat dan inNe-
derland.
Wel merkwaardig mag de groote tegen
zin heeten, die bfj ons volk tegen den
vaccine-dwang bestaat, getuige de weinige
moeite, waarmede telkens duizenden
handteekeningen verkregen kunnen wor
den, ter petitioneering tegen dien dwang.
En waar die aversie aldaar opkomt uit
het „instinctieve leven", zeker niet het
minste gaande gemaakt door het opmerken
van kwalen en ongemakken, ontstaan na
vaooinatiën, maar die deels niet ter kennis
van het algemeen en van de deskundigen
komen, deels door de laatsten hooghartig
genegeerd en verzwegen worden,1) komt,
Ia zijn verslag aan de Nederl. regeering
aangaande het Intern. Congres voer hygiène,
in 1880 te Turin gehouden, schjeef Prof. van
Overbeek de Meijer o.a. het volgende „Ik heb
op den voorgrond gezet, dat ik een warm
voorstander ben van de Koepokinenting en van
hare bevordering door indirecte middelen. Maar
ik heb daarna gewezen op de gevallen, zoo
in Nederland als elders waargenomen, waarin
de Koepokinenting voor de ingeënten d e
oorzaak werd van ziek te en zelfs
van dood, en ik heb gevraagd of men de
onwilllgen mocht dwingen zich te onderwerpen,
zoolang soortgelijke, wel zeldzaam aan het
licht komende, maar vermoedelijkniet
zoo b ij zonder zeldzame gevolgen van
de toepassing van het voorbehoedmiddel waar
genomen worden.
Nu de menigvuldigheid van soortgelijke ge
vallen werd ontkend, wilde ik echter daarop
wijzen, dat de geneeskundigen, die in hunne
praktijk zulke treurige gevolgen van de
inenting waaraenen, deze ongelukken
zooveel mogelijk trachtende te ver
bloemen, en dat de aangevoerde cijfers,
waaruit de overgroote zeldzaamheid van slechte
gevolgen zal moeten blijken, om die reden
niet betrouwbaar zijn, evenzeer als dit b.v.
het geval is met de statistiek van het getal
kindermoorden. Ik had voorts eenige sterk
sprekende feiten willen aanhalen. De vergade
ring, waarschijnlijk bevreesd voor de
kracht van mijne cijfers, wilde
echter niets meer tegen de ver
plichte vaccine hooren, en besloot
met overgroote meerderheid cm de discussie
over dit onderwerp g e 1 n-4 i g d te ver
klaren.
zooals men ziet, dat //instinctieve leven" al
wonderwel overeen met de „reflectie" der
antivsooine-gesinde geleerden.
In de vergadering der Tweede Kamer
van 4 Deo 1896, zeide de Minister van
Binnenlandsche ZakeD, Van Houten >De
geachte afgevaardigde (De Savornin Loh-
man heeft terecht herinnerd, dat toen de
bepaling betreffende de vaccine bij amen
dement in onze geneeskundige wetgeving
is gekomen, ik mij daartegen heb verklaard
en nog ongewijzigd is mijn gevoelen, dat
hier eene inbreuk gesohiedt op de persoon
lijke vrijheid, x'j het niet rechtstreeks, dan
toch door den indirecten dwang, die hier
is ingevoerd.*) Het is een punt, waarop
zeer de aandacht behoort te vallen, omdat
bij al hetgeen men nastreeft voor een
gemeen nuf, men al te veel geneigd is,
om dat nut ook na te streven ten koste van
de persoonlijke vrijehid Zou de geachte
afgevaardigde eohter meenen,dat ik in deze
materie met goed gevolg, in den geest van
meer vrijheid, een voorstel had kunnen
doen? Zou het zelfs medewerking v ebben
gevonden bij den Ministerraad?"
Dat een voorstel tot afschaffing van den
dwang geen bijval zou vinden in den
tegenwoordigen Ministerraad,is niet aan te
nemen. Dat argument bestaat m. i. niet voor
den te .enwoordigen Minister van Binnen
landsche Zaken. Maar, indien wel, dan zou
men bijna geneigd zijn uit te roepen
geef ons dan liever een stel mannen als
Mr. van Houten, die althans de persoonlijke
vrijheid willen eerbiedigen en handhaven.
Want het is wel prachtig allerlei voorzie
ningen te willen treffen tegen invaliditeit,
tegen den ouden dag, maar eenvoudig ridi
cuul zijn zulke maatregeler, zoolang die
zelfde regeering ons dwingt eene kuustbe-
werking te ondergaan, die gevaar voor in va
liditeit doet ontstaan en voor ons de moge
lijkheid schept van niet eens een ouden
dag te halen 1
Daarom, vóór alle dingen bescherming
van de lichamen der Nederlanders door
schrapping van den dwang uit art. 17 der
wet op de besm. ziekten.
Maar dan niet op de wijze van Kuyper's
wetsontwerp van 1905, dat opheffing van
den dwang voorstelde aan de leerlingen van
bijzondere scholen en niet aan die der
openbare. Maar in den geest van Loh-
man's ontwerp dat desverlangd ontheffing
van den dwang gaf aan leerlingen van
alle scholen.
Maar die vaeoinedwang mag dan ook
niet meer treffen onze militairen, ver
plegers en verpleegsters, die geen diploma
kunnen krijgen als zij niet zijn ingeënt;
politieagenten die geen traotement kunnen
krijgen wanneer zij en hun gezin zioh niet
laten inenteD, zoodra de pokken in hun
gezin uitbreken.
f Dit is in 1892 en 1894 te Rotterdam
gebeurd. Rott. Nieuwsblad van 16 Maart
1892 en N. Rot.. Crt. van 21 April 1894).
2) Een dwang, nog zooveel verscherpt door
de later ingevoerde leerplichtwet 1
3) Te Groningen liet 't gemeentebestuur in
1894 alle kermisreizigers en de leden der „Kon.
Vereeniging" inenten alvorens hen toe te laten
op de kermis, doch de kerrnisb ezoekers
Het men vrij rondloopen I Zoo verhaalt D e
Vaderlander (een liberaal blad).
14 October 1909.
Aan het slot van een artikel overMis
bruiken bij Verkiezingen* schrijft mr. Ver
kouteren in Be Nederlander
Ook op den invloed van Kerk en Geeste
lijkheid wordt dikwyls aanmerking ge
maakt.
En juist het meest van de zijde van hen,
die volstrekt geen bezwaar hebben, dat de
tappers en andere minder achtenswaardige
personen zich met de verkiezingen be<
moeien en aan hunne partjj de overwinning
verschaffen. Bepaald consequent mag dat
niet heeten. Waar de politiek zich met de
kerk bemoeit en tal van politieke kwesties,
i als de uitkeering aan de kerkgenootschap
pen, de zondagswet, de scheiding van kerk
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cem.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, Iedere regel
meer 10 cent.
en staat, enz-, met de hoogste kerkelijke en
geestelijke belangen samenhangen, is het
der kerk niet kwaljjk te nemen, dat zij zich
met de politiek bemoeit.
Tot op zekere koogte is dat zelfs plicht
als het te voorzien is, aat onthouding kerke
lijke en godsdienstige belangen zal scha
den.
Tot op zekere hoogte acht ik het dan ook
lang niet altijd een deugd als predikanten
of pastoors zich niet met de politiek be
moeien willen. Dat kan een hoog idealisme
beteekenen, maar ook ziekelijke overdrij
ving, gemis aan goed inzicht en laakbare
onverschilligheid.
De politiek behoort niet op den kansel
en elk geestelijk persoon moet zelf weten
hoever hij gaan kan. Tact en fjjn gevoel
moeten hein hier den weg wijzen, maar ik
kan niet inzien, dat een Christen eerlek
handelt, als hij het politiek terrein aan de
vijanden van het christendom overlaat. Op
elk terrein des levens moet hij voor zijn be
ginselen uitkomen. Hij moet de politiek
niet schuwen, maar veredelen. In zjjn ge
loof niet tegen de ruwe aanraking met het
werkelijke politieke leven bestand, dan
moet hjj het trachten te versterken en als
hjj niets doet om het politieke erf voor de
christenen te veroveren, mag hij ook niet
eischen, dat de regeering in alles christe
lijk zal optreden. Op de keuze der midde
len komt het aan.
Christenen in het algemeen en geeste
lijken in het bijzonder, moeten hier zeer
voorziehtig en kieskeurig zijn. Het doel
heiligt ook hier de middelen niet. Ook
door de wijze, waarop een ohristen in de
politiek optreedt, moet hij zioh gunstig
van anderen onderscheiden. Een nauwe
vereeniging van troon en altaar wil ik
niet verdedigen. Vooral in landen, die nog
een staatskerk hebben, komt dat veel voor.
De staat steunt de kerk, opdat de kerk
den staat steune.
De beide Napoleons in Frankrijk heb
ben altijd de katholieke kerk aldus aan
hun politieke bedoelingen trachten dienst
baar te maken en iets dergelijks deden
ook wel de Eogelsohe koningen met hun
Anglikaansohe Staatskerk. Zulk optreden
leidt zeer lioht to; onzuivere toestanden,
maai daaruit volgt nog volstrekt niet, dat
een christenkerk nu maar in een ander
uiterste moet ga8n verrallen. Wat zou er
in den tachtigjarigen oorlog van Neder
land terecht zijn gekomen, als de predi
kanten zioh buiten de politiek hadden
gehouden I Wij zijn niet alleen vrijgevoch
ten, maar ook vrijgepreekt. Tijdens de
twisten tussohen Arminianen en Gomaris-
ten zijn godsdienst en politiek te veel
vermengd geweest, maar volledige schei
ding is niet mogelijk en ook nietgewensoht.
Geheelonthouding is veel gemakkelijker
dan het vinden van den ju.sten middelweg,
maar wie zijn plicht begrijpt, vraagt aller
eerst wat zijn plicht is en niet, welke
gedragslijn hem het minst moeite kosten
het minste gevaar oplevert.
Wie zioh nooit in het vuur waagt, wordt
ook niet lioht gewond, maar een goed
soldaat weet, dat zijn plicht hem in de
vuurlinie roept.
Goddeloosheid.
Kom maar eens op een vergadering, en
spreek eens uit, dat de sooiaa1 -democratie
en het Christendom lijnrecht tegenover
elkander staan, of fluks springt een looiaai
democraat te voorsohijr, die zulks ernstig
betwist.
Maar zie hun hoofdorgaan wekelijks in,
en ge wordt over tuigd van de goddeloos
heid der sociaal democratische richting.
fgZoo bevat het Zondagsblad van Met
Volk weer een van die schandelijk spot
tende dusgenaamde breven.
Een stuk daarvan drukken we ditmaal
eens af.
Het begin en het slot.
Oat begin luidt
Bierbare Broeders!
Ale David die moest vluchten voor
Siul den tyran, zoo heeft onze groote
Christenstaa sman zioh een wijle buiten
af moeten begeven, daar laster en af
gunst hem in het eigen land te fei be
nauwden.
Ooh, hoe rommelde ons ingewand
over hem en zijne ballingschap. Had
niet zooeven uit de stembusBe de stem
Gods dondeiend oj geklonken en een
iegelijk toegeroepenNederland blijft
zijnen Heiland trouw 1 En de echo's van
die Godsstrm waren nauwelijks ver
klonken, of daar hoort men alom mur
mureering en stekelige neep-redenen
over onzen Jozua. En wij die gedacht
hadden, dat de triomf van de trouwe
strij deren voor God en Abraham nu
eerst reoht zou beginnen, wij zaten
weidia in zak en assche, gedoemd tot
zwijgen, terwijl door alle straten de hel
haar Victorie uitbazuinde. Wel mochten
wij zuchten met Klaagliederen IV20
Be gezalfde des Heeren, de adem onzer
neuzen is gevangen in hunne groevm, hjj,
van wien wij zeidenwij zullen mier
zijn schaduw leven onder de heidenen.
En de Heere sprak tot onz-n leider
met de woorien van Obadja 1:2:
Ziet, ik héb V klein gemaakt onder de
Heidenen, en gij zijt zeer veracht.
Edoch, de dagen der ballingschap
waren weldra vervuld en de Heere
z ide tot hem: Keer weder tot het land
dat gij geploegd hebt met het kruis van
Golgotha, en tot het kuddeke dat zoo
droef om zijnen herder blaat.
En het slot lnidt
Aanvaardt, broeders, de groeten van
uw mede-zondaar, do oh ook mede-vrij
gekochte door het bloed des Lams,
ZEBEDEÜ» Fijnman.
Ondanks deze gruwel jke spotternij
wordt van socialistische zijde steeds ont
kend, dat de sociaal demoeraten beslist
vijandig tegen den goasdienst optreden.
Daarom zijn zulke stukken, als boven
staand, leerzaam voor onze mannen, opdat
zij met eigen oogen kunnen zien, in welken
koers er door hft hoofdorgaan der sooiaal-
demooratie gestuurd wordt.
Aldus Be Rotterdammer, want wij lenen
die vuile Notenkraker van Het Volk niet.
Wij zijn 't omtrent de „leerrijkheid"
van dergelijke stnkken, tot op zekere
hoogte althans, eens; maar nog beter
achten wij 't, dat tegen 't ontvangen in
onze hnizen van lectuur als dit Zondags
blad der sooiaal-demooraten woida ge
waarschuwd en dat onze pers er zoo
weinig mogelijk notitie van neme. Immew
wie vuil is dat hij nog vnil worde. Wij mo
gen 't oordeel over spottaal als van dezen
//Zebedeus" best overlaten aan diens eigen
geestverwen en. En voorts denken aan
's Heeren eigen waarachtige verwijzing
naar 'thuiveringwekkend oogenblik inde
et u wigheid dat: ffIk zal lachen in ulieder
verderf, lk zal spotten wanneer uwe
vreeze komt".
Naar aanleiding van 't treurige feit:
ontdekking van venerische ziekten bij kin
deren die in het Sophia-ziekenhuis ter
genezing van tuberculose werden opge
nomen, en die in genoemd Ziekenhnis
door onbekende oorzaak met deze treurige
ziekte werden besmet, wordt door de
liberale en sociale bladen veel gesohteven.
Het Volk is 't scherpst, Het Vaderland
beslist afkeurend, de N. P.ott. Ct. hoogst
voorzichtig en geduld pleitend.
Heel gemoedelijk zei 't blad de vorige
week ai tot Het Volk dat z\j niet goed
deed met nu al zoo kras op te treden. Hn
tot Het Vaderland heet 't sussend dat „on
bedachtzaamheid, liohtgeloovigheid en on-
oritlsoh vertrouwen in allerlei mededee-
lingen uit den boose zijn".
Hoe voorzichtig I
En hoe verdraagzaam I
Hoe lief worden hier de liohtgeloovigen
en de opspelers vermaand I