NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No 12
1909, -
Donderdag 14 October
24e jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Mr. L. v, AS 1>EL.
Pr Kuyper.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed
m JONGE=VERWEST. te Goes
P„ i) HUU, fe Middelburg,
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Uil IM'—MM» 1ia————
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franeo p. p. 1,25.
Enkele nummers c_. 0,026.
m VA»
MIDDELBURG
Voor lid van den gemeenteraad ia district
UI begeeren alle antirevolutionaire kiezers
(Na een beschouwing over den heer
Lohman en de Chr. hist, en R. K. staatspar
tijen, gaat de schrijver van dit versprei-
dingswaardige stuk voort)
Tussehen die beide partijen, de Chris-
lelijk-Historisohe en Roomsoh-Katholieke,
staat de anti-revolutionaire partij in, met
dr Kuyper aan het hoofd.
Deze staatsman is, niemand spreekt dit
tegen, de geniaalste man, die in dezen tijd
in ons land leeft. Van het oogenblik af, dat
hij omstreeks 1870 pnbliek naar voren is
getreden, is de politieke gedraote van ons
volk gaan veranderen. Vooreerst heeft hij in
een bewonderingsw&ardige reeks van bij
de 200 boeken en geschriften de Calvinisti
sche levens- en wereldbeschouwing; thetiseh
op elk terrein ontvouwd en agressief aller
lei dwaalleer, van het Modernisme af tot"
het Darwinisme toe, met meesterschap over
stof en taal en stijl bestreden. Onkunde is
het dan ook, als mr Troelstra beweert, dat
met siju val heel sija partij vallen zou. Na
zijn dood zal zijn beteekenis op den duur
niet minder groot, wellicht grooter zijn dan
tijdens zijn leven. Hierin juist onderscheidt
hij zich van bv. mr Troelstra zelf, wiens on
getwijfeld groote beteekenis slechts tijdelijk
is. In de tweede plaats heeft dr Kuyper door
ziju leiding in de Standaard de lijnen aan
gegeven, waarlangs de politiek zioh meest
voortbewegen, en ook dit deed hij op een
wijze,waarvoor hem nog in 1897 de liberale
pers eenparig heeft gehuldigd.
Zoodoende heeft hij, behalve zijn arbeid
op velerlei ander gebied, in politiek opzicht
een krachtige, levenslustige, voortvarende
eensgezinde partjj gevormd. Met genialen
blik heeft hij gezien, dat de strijd der mee
dingen allerwegen, dus ook in de politiek,
hoe langer hoe meer zioh zou toespitsen in
de leuzeVoor of tegen den Christus, en dat
de nood der tijden de geloovige Protestan
ten en RooEisehen tot elkaar zou drijven.
En tevens voorspelde hij al in 1878, gelijk
mr Lohman van hem getuigt, toon nog nie
mand daaraan dacht, dat, mits de leiding
goed en deugdelijk was, het Christelijk
volksdeel eenmaal de meerderheid in de
Staten des lauds zou vormen.
En nu is hij het geweest, die in eigen
kring het enthousiasme, ja, in sommigen
zelfs he1 geioofsheroïsme, heeft wakker ge
roepen, het anti-papisme in beginsel h eft
gefnuikt en aan allerlei cöteriegeest en per-
soonsbestrijdiDg een einde heeft gemaakt.
Wat aan mr LohmaD, omdat God bem
endere gaven en ook andere karaktereigen
schappen schonk, nooit gelukt zou zijn, en
wat om histoïiseh-psyohologisehe motieven
aan geen enkel Roomsoh staatsman ten
onzent ooit had kunnen gelukken, dat heeft
hij gedaan. De drie Christelijke partijen,
die in de toekomst op elkanders hulp zijn
aangewezen, doch waarin uog maar al te
zeer het heterogene element naar voren
trad, heeft hij het homogene voorgehouden
en ze daardoor reeds nu te zamen gebracht
en bezield, zoodat het liberalisme uit zijn
voegen gelicht en verslagen is, terwijl de
mannen van Christelijke beginselen het re-
geeringekasteel hebben ingenomen. En dit
alles Leeft hij, speciaal ca zijn aftreden
als minister in 1905, volgehouden en houdt
hij nog 'steeds vol met een zelf verlooche
ning, die slechts een kenner van het men-
sekelijk hart op de juiste waarde weet te
schatten. Het is zeer waarschijnlijk, dat
zijn uittreden uit de politiek als een der
eerste gevolgen na zich zou sleepen het
weer op den voorgrond treden van allerlei
heterogene elementen ter rechterzijde.
Nu heeft noch Liberalisme, noch Socia-
hsme van den strijd der toekomst, waarin
anti-thase de scheidslijn wezen zal
saehen strijdende partijen, het rechte
besef. Het Liberalisme acht het Godsge
loof een wonderlijk anachronisme, en de
Socialist droomt slechts van klassenstrijd,
zonder het mystieks leven des gemoeds te
verstaan. In die opvattingen en droomerijen
zijn zo vast geroest en dank zij de misoneïs
tische geaardheid van den mensch, kunnen
ze daar niet van loskomen.
En juist daarom nu schuiven beiden,
Liberaal en Socialist, de schuld Van de
tegenwoordige politieke constellatie niet
ook op feitelijke, door God alzoo langs his
torische wegen beschikte, noodzakelijk
heid, maar uitsluitend op den man met
singuliere gaven, die de domheid heeft
begaan om de dwaasheid van het Evangelie
van Christus te beminnen boven de Weten
schap en den Roem der wereld. Was hij er
niet geweest, zoo redeneert de Liberaal,
dan zouden myn geestverwanten nog op
den troon zitten. En de Socialist zegt
Was hij er niet geweest, dan zou onze in
vloed èn in de politiek èn ia het maatschap
pelijk leven dubbel zoo groot-zijn.
Ja wes hij er sóg maar niet. Als hij eene
viel, dan viel de coalitie, en als de coalitis
viel, viel de invloed van dat Christelijk ge
loof, dat d© ontwikkeling tegenhoudt en de
revolutie keert. Doch hoe zou hij vallen
In eerlijk toureooi valt juist elk liberaal en
socialist voor hém. Zoo rijst er tegenover
dezen kolossus in het vrijzinnig hart op een
gevoel van minderheid en van onmacht om
hem met gelijke wapenen klein te krijgen.
Vandaar die altijd weer terugkeerende
poging om dezen man tot in zijn particulier
leven, ja tot in het leven der zijnen te be
spieden en te begluren. Tot in het buiten
land reizen spionnen hem na. In Keulen
heeft nog onlangs de deftige N. Rott. Cour.
iemand op den loer gezet, om te zien öf en
hoe laat hij vandaar naar het vaderland
terugkeerde. Vandaar in de blades die tel
kens weer opduikende berichten over zijn
kleeding, zijn reizen, zga gewoonten en
allerlei dingen, die niemand aangaan, en
waarin dan ook ieder ander wordt vrijge
laten.
Maar vandaar bovenal die door merg en
been dringende juichkreet, toen hij ia 1905
als minister moest aftreden. Kuyper was
nu, zoo jubelde men, politiek dood en
daar liep het juist over, da anti-these was
nu ook dood. Dat wilds zeggenaan den
positieven invlosd van het Christelijk be
ginsel op de regeer in g des lands was nu
asn einde gekomen. En waardoor werd da
val van 1905 bewerkt Ook toen niet door
een eerlijken strijd, maar door middel van
een laster- en leugen-campagne als nog
zelden was beleefd.
Doch zie 1 De juichkreet over Kuypers
val was voorbarig geweest. Van »de oude
Wereidz66« keerde hij terug, dezelfde, on
veranderd. Men zegt steeds, dat zijn minis-
terspak zoo'n bekoring voor hem had.
Maar het valt niet te ontkennen, dat er
nooit iemand door den statierok zoo weinig
veranderd is als dr Kuyper. Ziende in de
verre toekomst van ons volk, ja van de
meeste volken, bond hij a's van ouds den
strijd weer aan tegen hen, die vrijheid zon
der God, die liefde zonder Christus en die
verlichting zonder Gods Geest begeeren. Eo
zonder de crisis van December 1907, zou de
overwinning van 1909, die nu toch reeds
schitterend was, een overweldigende ge
noegdoening zijn geweest. Het werd nu 60
tegen 40Kuypers werk, vrucht van ziju
rusteloozen arbeid.
En toen laaide de haat tegen dezen bijna
twee en zeventigjarige, die maar niet ver
zwakken wilde en die de muren van hot
anti-revoiutionaire bolwerk maar niet ver
liet, tot razernij op. Wat men toen moest
hoortn op publieke plaatsen, zelfs van
vrouwenlippen, is onbeschrijfelijk. De N,
R. Ct. ergerde zioh verleden week aan een
Duit8ohen predikant, die den Satan den
eersten liberaal had genoemd, waaruit
volgens dit dagblad een grenzelooze haat
zou spreken tegen andersdenkenden, wat
echter een geheel onjuiste gevolgtrekking
is. Maar als er van haat sprake kan ziju,
dan is bet onder de liberalisten tegen Dr.
Kuyper, die nooit iemand hunner iets mis
deed, doch die steeds in prinoipieelen
strijd kraoht gezocht eu gevonden heeft.
Ea bij dien haat nu, tot razernij verhit,
kwam de ridderordenhistorie. Kuyper zou
een groote som gelds aan de kas der anti
revolutionaire partij bezorgd hebben door
aan iemand, die het niet verdiende, een
lintje te geven. En dat wel door bemid
deling van een dame. Particuliere brieven
verschenen in de couranten. Ze stonden
er vol van. Hat viel als olie in het vuur.
Allen fleurden op. Eindelijk I Zijn heele
leren had men nagespeurd en niets ge
vonden van beteekenis. Maar nu hau men
het
En tooh, neen niet allen jubelden. Land
en Volkhet vrijzinntg-demooratisoh hoofd
orgaan, vond het niet erg. De zaak was
haar reeds voor lang bekend. En voor
alsnog aehtte zij de publicatie der brieven
meer oompromitteerend voor hem, die ze
publieeerde, dan voor Dr. Kuyper.
Doeh watBinnen drie da^en keerde
ook Land en Volk om en nam een draai,
waaraan volgens Mr. Lohman zelfs alle
gratie ontbrak. Men had aan haar redao-
febareau de politieke b; 'eekenis niet zoo
gauw begrepen.
En toen stormde alles los, de sooialisteD,
cog mokkend en tandenknarsend over
1903, voorop. De bestrijders van de ver
geldingstheorie brulden om vergelding en
wraak. Eu die nobele hoop, in het bezit
van een reusachtige pers, stortte op den
ouden Staatsman neer.
Hij antwoordde, dat er geen verband
bestond tussohen gegeven geld voor da
antir. partijkas en de ridderorde, en dat
de geridderde zioh in tweeërlei opzicht
verdienstelijk had gemaakt en daarom was
gedecoreerd.
In den mond van ieder ander staatsman
ware dit verweer genoeg geweest. Hoog
stens had men hem onvoorzicht'g genoemd.
Maar zijn moraliteit zou ongesehokt geble
ven zyn. Na een week zon geen courant er
meer over geschreven hebben.
Alleen voor dezen gold 6en andere maat
staf. Hij moest er onder en hij zou er onder.
En als een onweder weerkaatste het tus
sohen de drukpersen. Ge zaagt het aan de
bigde gezichten der liberalen. Ge hoordet
het overal met onverholen genot bespreken.
En, merkwaardig, niet de treurmare over
vermeende corruptie werd van mond tot
mond verteld, maar dat dr Kuyper nu voor
goed geblameerd was, werd al meer de
juichkreet,die tot op de straten weergalmde.
Kuyper, de onoverwinnelijke, in wiens
vingeren alle liberale grootheden waren als
was, zon nu eindelijk vallen, zoo riep men.
En zoo duurt het nog dsgelyks voort. Gref
in d« groote bladen, gemeen in de kleine en
socialistische pers, vilein onder het liberale
en socialistische publiek in kroeg en
sociëteit.
Kuyper gevallen 1 En dan zóóHet is
een vuurwerk, een illuminatie waard.
Straks immers keeren de Roomschen en
Chr.-Historischen zich van hem af. Zijn de
symptomen niet reeds aanwezig Hij zelf,
verbitterd, treedt in zijn eigen gelederen
terug, of abdiceert als leidend Staatsman.
Ja, misschien kan zjjn yzeraterk lichaam
dezen schok toch niet doorstaan,es teert hij
weg als een slachtoffer der moderne inqui
sitie, die het marteltuig nog wat geraffi
neerder weet te gebruiken dan de oude.
Dan verdwijnt de antithese en zinkt de
Roomsche en Protestantsche domperij weer
terug in don poel van het duistere verleden.
Dan komt de liberaal weer naar boven en
wint de socialist aan macht. Dan wappert
weer het va&ndel der vrijzinnigheid boven
Neerlands erve
En Kuyper In alles een buitengewoon
man, gaat hij voort als altijd, scheldt niet
terug, wordt niet grof en antwoordt niet.
Slechts heeft hij, tegen wien particuliere
brieven worden uitgespeeld, verzocht eerst
al het bewijsmateriaal te toonen, iets wat
uiet alleen tegenover eiken beschuldigde
wordt toegestaan, maar wat hier te eer
noodig is, omdat de socialisten en liberalen
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cenr.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, Iedere regel
meer 10 cent.
de zaak, door telkens weer nieuwe brieven
te publceeren, natuurlijk gaarne zonden
warm houden. En wie werpt zich in een
vuurzee 1 Wie in een maalstroom 1
Intasschen geldt ook hier het fama eres-
cite undo en gaat, niet het minst in de op
schandaal beluste conversatie, de laster
door, naar haar aard en karakter, gruwelijk
en perfide. Zooals men alleen lasteren kan
in kringen, waarin met de heiligste gebo
den Gods gespot en gelachen wordt, en
zonder esnige de minste reverentie voor
zijn hoogen leeftijd. Een vrucht der auto
nome beschaving.
Slechts vraagt men zich niet zonder
weerzin af, of er dan onder alle liberale pu
blicisten niet éen man van karakter zal op
staan om dezen gruwel te keerenom als
laster te signaleeren wat zonder voldingend
bewijs en ondanks de pertinente ontkente-
nis van den beschuldigde, aan dezen wordt
ten laste gelegd;en om zoodoende aan deze
politieke giftmengeiij een einde te maken.
Mn voorrecht. Gelijk deze koene strijder
in het strijdperk voor Gods ee-, die zeer
zeker zijn gebreken, maar Biet minder zijn
uitnemende eigenschappen heeft, heeft
schier niemand ooit dc diepte der Psalmen
verstaan. En zoo zal hij ook thans verstaan
die bede tot God in den 71sten Psalm
Verwerp mij uiet in den tijd des ouderdoms;
verlaat my niet,terwijl mijn kracht vergaat.
Want mijne vijanden spreken van mij,
en die op mijne ziel loeren beraadslagen
te zamen, zeggende: God heeft hem ver
laten jaagt na en grijpt hem, want er
is geen verlosser. O God I wees niet verre
van mij'1.
Moge God niet verre var hem zijn in
deze dagen, en zij er, om de liefde van
Christus wille, trouw, onwankelbare trouw
onder de mannen en vrouwen, die hij zoo
dikwijls met bezielden ijver is voorgegaan
en nog steeds voorgaat, en die èn voor
hun gemoeds- èu voor hun openbaar leven
zoo nameloos veel aan dezen man te dan
ken hebben.
Eu mocht ooit het ongeloofelijke, ja het
ondenkbare gebeureD, waarop de liberalen
vlassen, nl. dat ook de bondgenooten hem
het vertrouwen openlijk of bedektelijk
opzeiden (de laster vermag veel) en hem
buiten het legerkamp zouden willen plaat
sen, dan kennen wij onze anti-revolutio
naire mannen genoeg, om reeds nu het
kalme woord uit hun mond te beluisteren
„In dat geval gaan wij als één man met
hem mee. Hij heeft niet voor niets straks
50 jaren ons met al zijn gaven en krach
ten gediend/'.
Hier is de solidariteit des beginselB, der
trouw en der dankbaarheid. De Socialisten
mogen dit hondentronw noemen. Het raakt
ons niet. Wij meenen, dat de trouw van
den hond nog altijd een meer mensoh-
waardige eigenschap is dan de woeste
valsohheid van den tijger.(*j
(Haagsche Stemmen.) J- A. de W.
L' appetit vient en mangeant. De honger
vermeerdert door het eten.
Naar wij vernemen zal nog deze week bij
de Uitgevers Oosterbaan Le Cointre, te Goes,
dit aztikel als brochure het licht zien (van de
hand van Mr. J. A. de Wilde, te 's Gravenhage)
getiteld „Den Leider Trou w". Een
woord naar aanleiding van den politieken
moordaanslag op dr. Kuyper." Vermeerderde
druk.
13 Oatober 1909.
Stemming maken.
Onder de bladen, die het heengaan van
den bekwamen Directeur-Generaal van
Landbouw niet alleen betreurd, maar het
toegeschreven hebben aan min tactisch
optreden van den Micister van Landbouw,
heeft ook De Nieuwe Crt. behoord.
De tegenspraak van de loopende „ge
ruchten" tot tweemalen toe miste
voor dat blad „overtuigende kraoht".
Thans komt de oorrespondent der Midd.
Courant veriellfen, wat des Pudels Kern is
geweest, n.l. de onvoldoende belooning van
de door den heer Lovink bewezen dien
sten; die hem naar een betere positie deden
uitzien.
De „hooggeplaatste" man, die aan den
correspondent van de Midd. Ct. deze mede-
deelingen deed, knoopte daaraan eenige
hesohonwingen vast over de positie der
Directeurs Generaal in het algemeen, be
schouwingen »die de aandacht waard zijn«,
zegt De Nieuwe Crt.
Maar merkwaardigerwijze schenkt dit
blad absoluut géén aandacht aan de mede-
deeling van denzelfden „hooggeplaatste"/
omtrent de redenen van 's heerea Lovink'e
heengaan.
Missen die alweer „overtuigende kraoht*?
Het komt ons voor, dat De Nieuwe Crt.
door ides Pudels Kern« aldus te verzwij
gen, tegen den Minister Talma stemming
maken blijft op een wijze, die wij van
hare redactie Diet hadden verwacht.
(Nederlander).
(Dat doen wel meer liberale bladen
beschuldigingen inbrengen, hetzij in 't re
dactioneel gedeelte, hetzij in 't Persover
zicht doch tegenspraak, weerlegging, en
tereohtzetting wordt nooit opgenomen. Zoo
bljjft de logen loopen, en de laster zwart
maken).
Baron van Meeckeren van Keil.
Het reeds eenigen tyd geleden als aan
staande aangekondigde ontslag van den
Nt derlandecheu gezant by de Skandina-
vische hoven, baron Van Heeckeren van
Keil, verscheen gisteren in de Staats
courant.
De heer Van Heeckeren is op zijn verzoek,
om gezondheidsredenen, eervol ontslagen
uit zyn tegenwoordige betrekking enter
beschikking gesteld. Het is ts verwachten,
dat deze disponibiliteit minstens even lang
zal duren als de heer Van Heeckeren het
lidmaatschap der Eerste Kamer bekleedsn
zal. Immers, reeds verleden jaar by de be
handeling der Staatsbegrootieg in dat eol-
lege gaf de minister De Marees van Swin-
derem zeer duidelijk te verstaan, dat hij de
vereeniging van het ambt van volksverte
genwoordiger met een diplomatieke be
trekking, hoewel door d§ wet niet ver
boden, in beginsel ten zeerste afkeurde. De
heer Van Heeckeren voegdetoen een inder
daad zonderlinge Nota betreffende de
Noordzes-entente aan het Voorloopig Ver
slag der Eerste Kamer over Hoofdstuk III
toe welke de Minister beantwoordde met
de scherpe opmerking, dat het onnoodig
schee a de voor de hand liggende bezwaren
tegen de vereeniging van .het lidmaatschap
der Staten-Generaal meteen diplomatieke
betrekking nader aan te wijzen, »t# meer
nn de Nota van baron van Heeckeren, be-
hoorende by het Voorloopig Verslag, den
ondergeteeke deze taak op ongezochte
wy?e uit handen neemt. Hij laat met ver
trouwen aan de Kamer zelve over zich
rekenschap te geren van een indruk wel
ken die Nota, waarin een gezant in actie
ven dienst z'jn ehef vragen stelt aangaande
een overeenkomst in welker totstandbren
ging hij zelf aandeel heeft gehad, moot
maken in het buitenland, met name in de
hoofdsteden waar de steller geaeoredi-
teerd is."
Het is inderdaad goed dat aan deze ver
houding een einde komt en de gezant >em
gezondhheidsredenen* heengaat. Hij heeft
reeds sedert zijn verkiezing tot lid der Eer
ste Kamer in 1905, die door een ernstig
meeningsvarsohil met minister Kuyper
moet zijn voorgegaan, met welks ge
volgen en bijzonkerbeden hij zijn mede
leden van de Eerste Kamer in uit
voerige vertrouwelijke s ukken langdu
rig heeft beziggehouden, een sfeer van st llo
sensatie (als we 't zoo noemen mogen;
rondomj zioh gesohapen. Men wist dat tr
iets politiek-geheimzinnigs met hom aan de
hand was, maar het ware kon niemand u
vertellen en tot openbaarheid brachten zijn
grieven bet nooit.
Ook nu de gezant zij besluit heeft geno
men pf heeft moeten nemen, geschiedt dit
niet zonder do latente sensatie. Het Han
delsblad vernam den 24en September, dat
de aanleiding tot zijn ontslag te zoeken is in
een beschuldiging, door hooge bemiddeling