NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No 306.
1909.
Donderdag 30 September
23e Jaargang*
8HRISTELUK-
HISTORISCH
s:
Gemengde Beriehten,
Binnenland.
Huisindustrie.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed
E VERWËST, te Goes
P. PD'HUU, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
UIT DB PROVINCIE.
FEUILLETON.
TWEEDE KAMER.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers 0,02',
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN'
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
tisssjdHKmanKmr&sssua&aanmsmMmaii
De heer J. W. Slee! te Amsterdam,
de vorige week benoemd tot lid van den
gemeenteraad, zal worden benoemd tot
controleur der arbeidsinspectie. De be
noeming kan iederen dag afkomen, zoodat
binnenkort opnieuw een verkiezing zal
moeten plaats hebben voor den Gemeente
raad in district II.
Naar de Residentiebode verneemt, kan
spoedig de benoeming van den divisie-
generaal De Meester tot commandant van
het veldleger worden verwacht. Tot chef
van dm generalen staf zal de oud-minister
van Oorlog, Sabron, worden benoemd.
Deze betrekking werd door hem bekleed
voor dat bij minister werd. De gezond
heidstoestand van den tegen woord igen
titularis, generaal Thiange, is vrij zorgelijk.
Het Nieuws van den Dag deelt mede
dat de heer Lovink, benoemd tot directeur
van den landbouw in Ned.-Indië, het voor
nemen heelt over 5 jaar hier terug te
keeren. «Dan zal hij schrijft het blad
niet weer zijn oude postitie van direc
teur-generaal bekleeden, maar een plaats
innemen van hooger beteekenis." Van
andere zijde verneemt het blad, dat de
beer Lovink op reis naar Indië zijn voor
ganger te Buitenzorg niet zal kunnen
ontmoeten in hat zuiden van Frankrijk
gelijk hij voornemens was daar prof.
M. Treub, uit Indië teruggekeerd, voor-
loopig te Kaivo blijft.
De benoeming van de eerste Hof
dame van Prinses Juliana zal eerstdaags
plaats hebben.
Bij kon. besluit is met ingang van 1
October, bij 's Rijks Munt benoemd, onder
gelijktijdige toekenning van eervol ontslag
uit zijne tegenwoordige betrekking bij
's Rijks Munt tot essaieur, C. E. van
Koetsveld, thans tweede-essaieur der gene
rale oontróle.
iiimiimiiniiiiiniHl 11 iit ihiimu ii iiiiiiuhi iii E.mr,
Met ingang vu 16 October benoemd
tot postbode te Nieuwdorp, dhr. J. Wage-
naar, thans vaste hulpbode, belast met de
tusschenloop te Kloetinge.
Betreffende het ongeluk met den tram
Middelburg—Vliesingen schrijft men ons
nogOfschoon men Dinsdag den geheelen
dag met kettingen,touwen, dommekrachten
enz. aan het werk is geweest, is men er nog
slechts in geslaagd de locomotief eenigs-
zins in het water te doen draaien. Als het
gelukt is het zware vrachtje geheel in de
gewenschte richting te brengen, bestaat
het plan om een helling te maken en daarop
hulprails aan te brengen om zoo de machine
Op de Huis vlij tten toonstelling heeft men
de smarten der Huisindustrie, althans in
sommige bedrijven, geëtaleerd gezien.
Wat wonder, dat de schrijver van
«Onder de mensohen" in de Nieuwe Rot'
terdamsche Courant zich opgemaakt heeft
om eens wat naders te weten omtrent het
leven der Confeotiemakers. Wat hij zag,
is tamelijk droevig.
Wat hij over de gelaatskleur, de klee-
ding, den gejaagden gang dier kleermakers
zegt hij heeft er enkelen zien loopen 1
gaan vrij voorbij. Maar van zijn bezoek
onder leiding van een man van 't vak, in
enkele woningen dier mensohen gebracht,
vertellen wij uit bovengenoemd blad het
volgende over
«Wij bereikten al "spoedig het ietwat
toll®, ongnre hooge-noorden onzer stad,
aJ wonen er zoo bij ristjes, hier
en daar in die overdreven naargeestige,
ondoorkomelijk lange revolutie-woning-
s-raten. In die van fatsoenlijke zorgen
groezel-bleek geworden buurten met de
nette gordijnen allemaal laag neergelaten,
weer op den wal te trekken. Hiermede
om er niet op tafel te kjjken vanwege
znllen echter nog heel wat uurtjes gemoeid
z\jn. Dinsdagmorgen waren bji een winkel
lier te Vlissicgen reeds een paar goed ge
slaagde photo's van het ongeluk geëtaleerd.
Ook gisteren had het opruimingswerk heel
wat bekijks.
Aan de sergeanten J. Zonruiter en J.
O. Wille oasen van het 2e bat. 3 e reg. inf. in
garnizoen te Middelburg is voor betoon
den lust en ijver by de opleiding der recru
ten een maand verlof met behoud van soldij
verleend. Bovendien is van dit bataljon de
sergeant J. Vader, geslaagd voor meester
op het geweer.
Onder de vijanden van den mossel-
visscher aldus meldt Zelandia komt
de zee-ster 't eerst in aanmerking. Dit vijf-
armig straal dier treft hij vaak in zeer groo-
ten getale op zijn banken aan, waar zij dan
een ware verwoesting aanrichten. Met hun
armen omsluiten zij den mossel, die dan al
spoedig den hongerdood sterft en dan open
gaat, waarna zjj hun prooi verslinden. Zoo
doende vindt de visscher al spoedig in-
plaats van mosselen niets dan ledige schel
pen. De schade, welke hij hierdoor lijdt is
soms zeer groot. Het spreekt vanzelf, dat
hij hieraan zoekt te ontkomen en is dan
verplicht het aangetaste perceel zoo spoe
dig mogelijk te ontruimen en de mosselen
op een andere bank te plaatsen. Ook tracht
hij de sterren te vangen en te vernietigen
door ze aan een of anderen boer te verkoo-
pen, die ze als meststof gebruikt op zijn
landerijen.
Soms probeert hij er zioh op eenvoudi
ger wijze van te bevrijden en werpt ze
elders over boorddoch dan moet hij
voorzichtig zijn, want dat is strafbaar.
Dezen zomer schijnen er niet zooveel te
wezen, wat wellicht verband houdt met
den minderen warmtegraad van het water
tengevolge van den weinigen zonneschijn.
Met ingang van 1 October zijn o.m.
benoemd tol surnumerair der posterijen
en telegraphic te Rotterdam (telegraaf
kantoor) A. A. Beerens van Groede en P,
J. Berkes van Sluis.
Bij kon. besluit is herbenoemd met
ingang van 15 October, tot burgemeester
der gemeente Vlissingen, jhr. mr, A. A.
van Doorn van Koudekerke.
De afdeelingen hebben tot voorzitters
gekozen de heeren v. Nispen, v. Vlijmen,
v. Sasse, Nolens en Smeenge (4 katholieken
en 1 unieliberaal). De heeren Lehman, De
Beaufort en v. Vlijmen werden herkjzen
tot leden der huishoudelijke commissie.
juist dat fatsoen voor de weliswaar even
kalme baren onder, boven, naast en, ein
deloos net zoo gehuisvest, over elkaar. In
die vale neerslachtigheid, zonder kleuren
en klare gelniden, of zelfs de venters, die
langs de deuren leuren, de bedrukte stem
ming niet durven te storen en vanzelf
maar zoo'n beetje saai-meewarig mee gaan
doen tegen de bloedarme meisies en de
sippe vrouwen. Want daar zijn er, van
die maar onvoltooid gelaten, nieuwe achter
straten, waar het plaveisel verzakt is, de
modderpoelen bij iedere regenbui verder
uiteijpelen, waar het huisvuil tegen de
ongepleisterde muren zioh stiakende op
hoopt, en de tooht om de hoeken der open
vakken stof en zand op laat kolkeD, alsof
de mensohen hier nu toch waarlijd, van
de wereld verlaten, heen zijn verbannen,
zóó troosteloos somber I
Zelfs mijn montere leidsman werd er
gemelijk onder, »In deze contreien"
vroeg hij ironisch „is meneer zeker
minder bekend Maar waoht non 's
evenhier weet ik nou juist 'n stuk of
tien, twaalf oonfeotiewerkers te zitten."
En daar zjjn toen onze huisbezoeken
begonnen.
We kwamen er eerst bij een, die woonde
boven zoo'n hofjespoort zonder hofje maar
naar een mestvaalt heen. Zoo'n huis, in
Tot leden der commissie voor de verzoek
schriften warden aangewezen de heeren
Duymaer van Twist, Jannink, v. Foreeet,
Boogaard en v. Lennep.
I ,AI4= I >BOÜW
De trek naar de Steden
III.
In een vorig nummer hebben wij opge
merkt, dat de verschaffing van land aan
de veldarbeiders het zekerste middel is,
om hen aan den bodem te binden. Over
dit punt zijn thans bjjna allen het eens,
wat de zaak zelve betreft; maar over de
wijze van uitvoering zijn de gevoelens
zeer verdeeld. Ongeveer een jaar geleden,
hebben wij in De Zeeuw een paar artikels
gewijd aan de Husmands stand in Dene
marken en daarin aangetoond, dat men
in dit land de oplossing der kwestie heeft
gezooht, door de veldarbeiders bezitters
van den grond te maken en alzoo een
stand van klein-grondbezitters in het leven
te roepen. De proefnemingen met dit klein-
grondbezit, zijn in Denemarken zeer gun
stig uitgevallen en zelfs de groot-grond
bezitters zijn groote voorstanders van dit
stelsel, daar de Hnsmands-kinderen hun
goed geschoolde werkkrachten leveren.
De bezwaren, welke het klein-grondbezit
gewoonlijk drukken, worden in Denemar
ken grootendeels weggenomen door eene
krachtige Landbouw coöperatie, die ner
gens haar wedergade vindt. Juist op de
kleine hoeven der Husmand vindt men
de beste fokdieren, terwijl zij van hunne
producten door gesameulijken uitvoer
minstens evenveel geld maken als de
groot-grondbezitters. Ook drijven zij den
landbouw net zoo intensief als de beste
groot grondbezitters. Het bezwaar, dat
veelal in ons land het klein-grond bezit
drukt, namelijk, dat de kleine boeren zoo
weinig fioaaoiëele kracht bezitten, geldt
minder voor Denemarken, waar de Hus
mand aan zijn landbouw tevens de vee
teelt verbindt. In ons land is veelal de
kleine boer aangewezen op het landbouw
bedrijf alleen, waardoor hij zeer veel
risioo loopt, ingeval misgewas of lage
marktprijzen hem bedreigen 1909 is hier
van een droevig bewijs. Niettegenstaande
is de uitbreiding van het klein-grondbezit,
naast niet io de plaats van mid
delmatig- en groot-grondbezit, ook voor
ons land zeer gewenecht.
Velen, en o. i. terecht, vinden het promo-
veeren van de veldarbeiders tot kleine
boeren niet de gewenschte oplossing van
de arbeiderskwestie en ook menig gezeten
en flink arbeider wenscht deze lotsverande
ring nieteen r\jk hertog is beter dan een
^xSssxamessssemwaa^SBSBB^saaKmmamma n i»'ii iai mui Xtl*
arm honing. Ze willen de oplossing meer
zoeken in de richting, dat de arbeider,
arbeider blijft, maar dat hem een grooter of
kleiner stuk land worde verschaft, dat hij
het zijne kan noemen, tenminste wat het
gebruik betreft. Menig arbeider verkeert
reeds in dezen toestand, maar vaak tegen
een prijs, waardoor zjjn lotsverbetering te
dnnr is gekochtwe bedoelen dat hier in
letterlijken zin. Men hoort meer dan eens
bijna fabelachtige prijzen noemen, waar
voor een stuk land wordt verkocht of ver
pacht. In //opgaande" tijden loopt dit wel
los, maar o wee, als de mager., jaren komen,
dan begint de misère. En zelfs in goede
tijden is aan het verkrijgen van land, op
genoemde manier, een groot bezwaar ver
bonden en wel dit, dat het zeer krachtig
meehelpt, om de koop- en pachtprijzen zóó
omhoog te drijven, dat menig landbouwer
er voor terugdeinst tegen deze prijzen te
gaan boeren. O. i. moet er'n andere nitweg
gekozen worden en wel deze, dat er op
iedere hoeve voor eiken vasten arbeider een
woning beschikbaar zjj met een grooter of
kleiner stuk land voor eigen gebruik. In
beginsel treft men dit op vele hoeven aan
de arbeiders hm en hunne woning en tevens
een stnk land voor 't telen van aardappelen
en wat groente, van den boer bij wien ze
werken. Wat zon er tegen zijn, om dit be
ginsel wat uit te breiden Dit bezwaar
soms, dat de arbeider dan op zijn eigen land
werkt en bij den boer komt om wat uit te
ruBten? We hebben dit wel eens hooren
uitspreken, doch gelooven niet, dat dit
zoo'n vaart loopt, althans behoeft te loopen.
Laten de boeren bij het in gebruik geven
van land er de voorwaarde aan verbinden,
dat 't werk, zooveel mogelijk door de vronw
moet gebeuren en dat de man alleen 't werk
doet, dat niet voor de vronw geschikt is en
we zy'n al een heel eind op weg. Wie een
beteren weg weet, zegge het maar, het is
ons om de zaak en niet om eigen meening
te doen.
een vloek en een zuoht opgejaagd uit den
grond, en daar verder maar overgelaten,
als ware 't vergeten door den eigenaar,
't geen bij 't ophalen van de huur
trouwens een deerlijke vergissing blijkt.
Maar wat is dat voor een raar huisbazen-
overleg ze laten dan zoo'n pand soms
maar verloren staan, en vetzakken, door
lekken, verveloos worden, vervuilen en
verwaarloozen, zonder ooit iets te hostel
len, dat de brokken er afzallen. En toeh
kruipen daar telkens weer andere gezinnen
in om te wonen, verhnizen dan weer,
maar leeg staan zalke krotten blijkbaar
nooit en ze brengen trouw hun rente op,
tot de jongens uit de buurt soms eindelijk
uitmaken, dat 't er spookt.
In de leegbeleende voorkamer, op den
modderkleurigen, stofferigen vloer, met
enkel een tafel, gestat door een lat, en
een paar kreupele stoelen, leefden een
kleermaker en zijn gezin. Maar ik zeg mijn
leidsman aanstonds na, dat hij wel een
kruk van een vakman zal zijn, al werkt
hij ook nog soo ingespannen.
Trouwens, dat is immers ook juist een
van de bezwaren der oonfeotienijverheid,
dat allerlei in de kleermakerij maar half
bedreven mensohen, en tal van minder
waardige krachten, van zwakke en suk
kelige stumpers, die bij geen* ander am-
Door een inspecteur van politie te
Leeuwarden zijn in het postkantoor al
hier aangehouden twee personen, vader en
zoon, S. genaamd, die op een spaarbank -
boekje, ten name van den heer Garp, direc
teur te Rozendaal gelden trachtten te innen.
Oud-President Ste-yn.
Dinsdagmiddag kwam oud-president
Steyn met familie in een auto aan het hotel
Kiarenbeek te Arnhem aan, waar hjj de
lunch gebruikte. Vervolgens bracht hij een
bezoek aan de modelboerderij Het Hnis
ter Aa.
De moord te Koekangerveld.
Het onderzoek der kleederen van de ver-
baoht aan kunnen komen, nog altijd wel
een oonfeotie-jas, broek of vest in elk aar
kunnen „stompen", waarmee ze dan te
weinig verdienen om van te leven en te
veel om van den honger te sterven, welke
conditie de sweaters wel aanstaat.
Zoo scheen 't ook hier wel weer het
geval. De baas was een zestiger, hij had
in Indië gediend, was met Expeditiekruis
en Kraton medaille in het moederland terug
gekomen, en toen had veder, die kleer
maker was, gezegd«Kom dan maar
wser bij mij op tafel zitten." Want totdat
hij en ook al niet puur uit weelde
geteekend had als koloniaal, had ie immers
van kind af aan al op z'n gekruiste beenen
mee zitten pikken voor den kost.
Maar wat was daar na van geworden
Armoe en het diepste verval. Hij
vertelde, dat hij nu pakjes had te maken,
te werken met zijde, voorf 1.60 per
steljas en vest. Daar pikt hij dan aan,
samen met z'n vrouw, van 's morgens
zessen tot 's avonds elven en dan nog
eens weer van zes tot 'n nur of drie 's
middags,
„Ja" zei hij nog lachend „'t is
een hongerloon, maar wat wil jeï En
na komen er nog wel 's eens paar vesten
bij voor een kwartje. Maar 't is erg
ongeregelddan 's wat, dan weer niets.
dachte zoons van Bakker heeft, volgens de
Ass. Ct. het resultaat gehad, dat daarin
geen bloed kan worden aangetoond.
Te Sonsbeek is in den ouderdom
van 60 j*ren overleden de heet mr. J. M.
Rens, lid der provino;ale staten van Zuid-
Holland en oud-lid van den gemeenteraad
te Dordrecht,
Bij nader onderzoek is gebleken, dat
het verdachte ziektegeval aan boord van 't
stoomschip Charlotte Blnmberg, gekomen
van Archangel, geen Aziatische cholera is.
Het stoomschip is gistermorgen hij den
Hoek van Holland uit observatie ontslagen
en opgestoomd naar Rotterdam. N. R. C.
Wat de vrouwen missen.
Wie dat uitgevonden heeft, is de oude
Peter Rosegger, en wat hij daarmee be
doelt, dat vertelt hij in zijn »Qeimgarten«
op de volgende vermakelijke wijze
»De vrouwen hebben een hoed, die eigen
lijk geen hoed is, en die, als er niet bjjbe-
hoorend, op 't hoofd overbodig is. Daaren
tegen hebben zjj geen zak. 't Is eigenlijk
ongelooflijk- Haar kleeren worden opge
sierd met alle mogelijke dingen, maar.... zij
hebben geen zak. Als ze naar de markt
gaan om haar inkoopen te doen, dan moeten
ze 't geld óf in de hand houden, óf in een
klein tascbje doen, dat ze natuurlijk
telkens verliezen. Ik heb in de kleeren, die
ik aan 't ljjf draag, niet minder dan dertien
zakken twee in de broek, drie in 't vest,
vijf in de jas, en drie in de overjas. En ik
heb ze allemaal noodig. De dingen, die een
mensch altijd bij zich dragen moet, zijn in
mijn zakken zóó verdeeld, dat deze nergens
uitpuilen. Dat gaat opperbest. En bij da
vronwen zon 't niet gaan Daar is nergens
plaats voor een zak, zegt de naaister, niet
eens in een ruime blonse. En dat keet altijd
zoo geweest te zjjn. In den tjjd van de cri
noline, hoeveel rnimte was er toen niet tns-
schen kleed en lichaam) Maar géén
plaats voor een zak. Daarna kwam er ees
zeker iets aan der vronwen kleedij, dat
stond van achteren uit als de bnlt van een
kameel. Kolossaal 1 een dozijn goedgevul
de zakken zonden er plaats in gevonden
hebben, in werkelijkheid was er geen
enkele zak aanwezig-
Zelfs de boerinnen zijn er niet beter aan
toe. Pas als ze onde vronwen gewoiden
zijn, doen ze een paar groote zakken aan,
over 't kleed, waarin za haar verschillende
benoodigdheden bjj zich dragen. De jonge
pachtersvronw steekt, als ze naar de kerk
gaat, haar geldbeursje achter 't keurs op de
borst. Zakdoek en kerkboek draagt ze in
beide handen voor zich nit. In de zijden
schort hebben sommigen twee zakjes ge
maakt, maar die zjjn zóó klein, dat er niets
En ïoo als non hebben we dat meisje
weer, om nog 's zoo'n stekie te helpen
„Kan jij nou niks beters vinden dan
hier in dat ongedierte bij die ouwe tob-
bers vroeg meer welmeenend dan
hoffelijk mijn leidsman aan het stumperig,
bleeke, verwezen kind.
De vronw keek er wat angstig van op,
en zei,,'t Is ommers ons eigen doehterje,
meheermaar de ellende is, zooals 't er
uit moet zien."
En 't was waar, zoo innig vervnild als
dat ondergoed was, waar deze mensohen
in zaten te werken, zoo grondeloos granw
on bezaaid met van die kleine bruine
spikkels, had ik 't nog maar zelden oitmoet.
„Ooh" zei hij wonderlijk monter
«gisterenmorgen heb ik 't er nog maar's
van genomen. Er was weer 'n ridder ge
storven, en ik ben nog banierdrager op
mijn manier, moet je weten... We heb
ben
eervol begravenWel ja, 'k
werk ommers zoo dikwijls voor niks. Want
als 't volop is, en we stompen 'n heeie
week door, 's nachts tot je de sterren
voor je oogen ziet draaien, ik en de ouwe,
nou dan halen we op 't hoogste aoht, negen
golden. Daar moeten dan de fournituren
af -, voor de knoopsgaten in 'n colbert i
oenten, vier eenten voor ia een vest, klos
maohinegaren negen oenten, katoen, oup-