IEUWSBLAD VOOR ZEELAND No 301. Vrijdag 24®September ÖHRISTELIJK- HISTORISCH 2de jaargang* t90b VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK I0E VERWEST. te Tengevolge van de steeds grooter wordende oplage van ons blad, verzoeken wij H.H. Adverteerders de advertentiën zoo vroeg mogelijk in te zendenvooral voor de nummers, die Vrijdags en Zaterdags verschijnen, gelieve men te zorgen, dat de annonces vóór 12 uur in ons bezit zijn, wijl anders plaatsing in de 1ste editie van dat nummer niet kan verzekerd worden. DE ADMINISTRATIE. P. D'HUIX te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN .ft tTi 8 IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers 0,02'. ITGAVE DER FIRMA BM .VAN Kjj die seieh met 1 Oet. a.a op oum blad aboDuecren, ontviiU' gen. het tot 1 Oot. a.a gratis. 28 September 1909. De (voor een deel onjuiste, over 't geheel vrij vinnige) oritiek van de (R.-K.) Gelder lander op de antirevolutionaiie partij is door de viijiinnige groote pers met be grijpelijke graagte overgenomen. Zij zal ook worden gebruikt. De Nieuwe Courant (vrij Liberaal) begint al. De Standaard had namelijk, naar aan leiding van de door 't kabinet in de openingsrede aangekondigde Staatscom missie voor eventueele grondwetsherziening het volgende, onzes inziens zeer juist, opgemerkt Tooh blijft hoofdzaak de iu twee regels toegezegde herziening van de Grendwet. Dit tooh geldt het fundament van heel ons Staatsgebouw. Niet enkel het Kies recht, maar al wat er mee samenhangt, en zelfs de grondbeginselen, waarvan een Christelijk Staatsbeleid moet uitgaan. Hier is aus het keerpunt van heel onze politiek aangewezen. Zal 1848 blijven, of zal wat toen in den grondslag van ons Staatsrecht feil ging, in>zijn beginsel worden verbouwd Het was te voorzien, dat de leuke vraag (in de laatst aangehaalde clausule) de vrijzinnige pers op haar aohterBte beenen zou zetten. Wat die anti's hun beginselen in de Grondwet doen heerschen, de hege monie willen hebben I hier, Éoomsohen hoor je dat? I Zoo ongeveer riepen zij. De Nieuwe Courant, als altijd deftig en kalm, met ongerimpeld voorhoofd, en een vriendelijk glimlachje naar den Boomsohen kant, merkt op: Dit ziet er zeer gevaarlijk uit. De strijd tusschen Thorbecke en Groen van Prinsterer heropendeen «antirevolu tionair staatsrecht* in de Grondwetde beginselen van 1848 daaruit verwijderd! Het artikeltje is typeerend voor de zucht om onrust in de politiek te bevor deren, de partijen tegen elkaar op te ja gen, uitgevochten geschillen een nieuw leven in te blazen welke de hoofdre dacteur van De Standaard bezielt. Het stelt tevens opnieuw in het licht, dat de antirevolutionaire afdeeling van de coa litie de zetel is van het hardnekkigste en onverzoenlijkste anti-liberalisme. Haar heel ongerust over dezen aange- kondigden aanslag op de Grondwet be hoeven liberalen zich met dat al, naar ons voorkomt, niet te maken. De begin- selen van onzs Grondwet zitten er goed in bij ons volk, liberaal of niet; die krijgt men er zoo licht niet uit. En om van de christeljjk-historischen nog te zwijgen wie weten wil hoe diep de sympathie van de sterkste partij der coalitie, de roomsch-katholieken, voor de anti-revolutionaire beginselen en prac- tyk van het staatsbestuur wortelt, die zie maar eens wat er in de Roomsche pers al zoo naar aanleiding van Breake ven geschreven wordt en met name wat in De Gelderlander te lezen staat. Jnist, zoo is het; en 'twas ook alzoo in 1886, toen Jhr. Lobman, 't Goesche Kamerlid, met mannenmoed optornend tegen de oppermachtige liberale meer derheid, bij de behandeling der Grond wetsherziening onder het ministerie- Heemskerk, telkens weer poogde door amendementen de Grondwet te zuiveren van liberale smetten. Het was bij een van die gelegenheden dat mr. Van Houten, de man van het «ornament*, toen nog de aangebeden radicale voorvechter, den toen nog anti- volutionairen voorman toevoegde ,,Dus u wil uw antirevolutionair staatsrecht in de Grondwet schrijven". „Juist", antwoordde de heer Lnhman. En zoo is 'tnog. De Nieuwe Courant, immers het naait verwant aan de liberalen van toen, verloochent ook hierin haaT vaderen van '86 niet. Zij ziet het dade lijk zeer juist in en is er bang voor. Want, zie, alleen daarom moest 't artikel van De Gelderlander in dit verband worden aangehaalden als wapen tegen ons ge bruikt; teneinde bereids stemming te maken tegen hetgeen waarvoor zij en alle vrij zinnigen zoo doodsbenauwd »ijnGroen van Prinsterers oude antirevolutionnaire staatsrecht. Wij danken de redaotie voor den goeden dunk, dien zij van de antirevolutionairen heeft, als zou bij ons de zetel zijn van het hardnekkigste en onverzoenlijkste anti- liberalisme. Dat zij de Roomsohen tegelijk als te genstanders van de anti) evolutionaire begin selen prijst en de christelijk historisohen Lobman incluis indeelt bij de tegenstanders van het antirevolutionaire staatsrecht in de Grondwet, mogen de bladen der genoemde partijen met haar uitvechten. Het is nog ver van laehen, zei de bruid. Dat weten wij ook. Doeh de gelegenheid om op deze teekeniog van zekere verhou dingen, gevoelens en verlangens, links en reohts links vooral 1 uit een liberaal blad de aandacht te vestigen was te mooi om ze te laten voorbijgaan. De stemming in Breukelen schijnt zweet gekost te hebben. Gisteravond om 11 uur ontbrak nog de uitslag van twee distrioten tooh kon de voorzitter van de Centrale, de heer Sanders ons toen al telegra- feeren dat de a. r. eandidaat met den r. k. eandidaat in herstemming was. Hoe jammer wij 't ook vinden dat deze twee ooalitie-oandidaten om den zetel heb ben te kampen, heeft 't geval tooh deze lichtzijde, dat alle partijen nu weten hoe steik zij staan, en dat met name de anti revolutionaire en de Roomsohe partij straks zullen weten op hoeveel stemmen zij bij de herstemming kunnen rekenen. De uitslag valt ons mee. Immers wij hadden gerekend op een herstemming tus schen baron de W. en den liberaal, omdat de ehr. historisohen ons hun steun ont hielden en een eigen eandidaat stelden. De /krachtmeting'' het woord is van De Nederlander heeft ditmaal geen kwaad gedaan. Laten de coalitie-partijen, ook ter wille van den zedelijken steun van 't kabinet, uit hare aotie voortgekomen, met derge lijke metingen nu voortaan voorzichtig zijn. Er komt tooh allicht uit zulk een meting een meeting voort, waarop de eandidaten der coalitiepartijen omtrent malkaars partij onjuistheden debiteeren en dan elkander moeten reobt zetten. Zooals onder anderen de ehr. historische eandidaat aan de antirev. partij de zotste dingen verweet, en er bij voegde dat't hem niets schelen kon wat de antirevolutio naire eandidaat er op zou zeggen (zie 't verslag ia de Goesche Courant). »In 1903 stonden de 2 poenen der bour geoisie Kuyper en Borgesius, tegen elkaar te concurreeren wie 't best tegen de arbei ders kon optreden.' Zoo sprak mr. Mendels Zondag te Am sterdam in een kiesrechtmeeting van de S. D. A. P. De spreker is rechtsgeleerde, man van beschaving en wetenschappelijke opleiding en koel verstand I Wj] lazen z'jn fijne uitspraak in een ver slag in Het. Tolk van 21 dezer. Zoo voeden zelfs de besten het volk op. Is er oorzaak? Het sooialistisohe hoofdorgaan ,Het Volk heeft eens verklaard, dat blijkbaar het Hzagsohe vrijzinnig-demjoratisohe dagblad Land. en Volk ,/'t Tand aan Het Volk heeft. Dat kan wel zijn. Althans vinden wij cu in Landen Volk dit leuke stukje Voorlichting. Wat de zaak zelf betreft, moeten wij opmerken, dat in derdaad Van Kol's voorstel zeer een voudig is, en dat de Kamer, als zij wilgenoeg zelf be- heersching bezit om met allerlei ob- strubtieve amen dementen korte metten te maken. De vormkwestie is hier bijzaak. De vraag is, of de ne derlandsche volks vertegenwoordi ging de schatten van den limbnrg schen grond wil behouden voor de gemeenschap, dan wel of zij ze in den schoot wil werpen van een kleine groep winzuchtige kapitalisten. Daarop zal de 17e September het ant woord brengen. Het Volk, 7 Sept. '09. Nu was dc eeni- ge vraag deze -. moet de ontginning van de Limburg- sche ondergrond- sche schatten lan ger ongeregeld blij ven? Moet de re- geeiing nog langer gebonden zijn door een honderdjarige Fransche wet P Zelfs in de kweBtia van staats-exploi- tatie werd niets be slist. Want de Ka mer kan, ovei con cessie-aanvragen oordeelend, door concessie-weige ring zeggenwij willen staats exploitatie. Ze kan ook, door conces sieverleening zeg gen wij willen particuliere ontgin ning. Het wetjezou alleen gemaakt hebben dat bet met den stilstand uit was, dat er iets ge beuren ging, in de eene of in de ande re richting, in wel ke richting bleef onbeslist. Ret Volk, 18 Sept. '09. Het is maar de vraag, of Land en Volktts- i echt of ten onrechte „'t land aan Het Volk heeft. Wie de bovenstaande kolommetjes leest,, kan er wel iets van begrijpen. Rotterdammer. De vereeniging Barnabas tot steun van nagelaten betrekkingen van christelijke onderwijzers en onderwijzeressen in Neder land heeft behoefte aan meerderen steun. Hoe, zal men zeggen, worden dan de we duwen en weezen van chr. onderwijzers niet door hot Rijk gepensionneerd P Zeker is dit zoo. Maar er zijn nog 89 weduwen welke Bar nabas voor zijn rekening houden moet, de wijl hunne mannen en vaders overleden zijn voor de wet, welke in den nood der weduwen onzer christelijke onderwijzers voorziet, werd ingevoerd. De wet heeft vo dezulken geen terugwerkende kracht. En dh genieten deze 89 weduwen geen anderen steun dan van Barnabas. En die steun is voor de meesten al te schraal, ofschoon Barnabas doet wat hij ban. Daarom vestigen wij op dezen noodstand de aandacht onzer lezers, die nog wat te missen hebben voor dit werk van barmhar tigheid. Hnn gave. hoe gering ook, zal met dank in ontvangst genomen en goed besteed worden. Werkelijk, sommige dezer 89 weduwen moeten tobben om rond te komen van de bijdrage welke Barnabas voor haar afstaan kan. En men kan er op rekenen, de hier be doelde onderwijzers die uit dit leven van 1—5 regels 40 cent, Iedere regel meer 8 een?. Familieberichten van 15 regels 50 cent, Iedere regel meer 10 cent. scheidden en hunne wednwen onverzorgd achterlieten, zijn gestorven in een tjjd, toen het al te schrale traktement niet toe liet om te sparen voor den kwaden dag of door een levensverzekering hunnen wedu wen na hun dood een uitkeering te be zorgen. Dat zijn de mannen geweest die, onder vaak moeilijke omstandigheden, hard ge werkt hebben aan het heil der jaugd, meer nog misschien dan vele onderwijzers in onze dagen die de zegeningen van den vooruitgang, in beperkt leerlingental, ge schikter lokaliteit,verbeterde leermiddelen en hoogere salarissen bestaande, mogen ge nieten. Dit jaar kan de uitkeering aan de wedu wen met een vijfde verhoogd worden. Hoe- velen konden hiermede worden blij ge maakt. Een van deze schreef aan den secretaris BM(jn hartelijken dank voor zulk een uitkomst,wat is de Heere toch goed, die het zoo wel gemaakt heeft. Och, mijnheer, ik was er zoo van doordrongen, dat ik moest uitroepenwat zal ik met Gods gnnsten overlt&n, dien trouwen Heer voor zjjn gen a vergelden." En zoo zijn er meerdere. Laten in alle plaatsen waar christelijke schelen zijn, onze vrienden een gave ter hand stellen aan het hoofd der school, die stellig met een dankbaarhart hnn giften zal overmaken, waar zij behooren. De nieuwe Voorzitter. Volgens De Rotterdammer sohrijft Poli ticus in de Haarlemsche Crt. omtrent graaf v. Bylandt, dien hij voor de taak als geknipt beschouwt, onder meer het vol gende Hij heeft dat uiterlijk-plooizame, hoffe lijke, rustig beminnelijke en kalmzelfbe- heersohende, dat den dip'omaat eigen moet zijn. Graaf Van Bylandt zal gedurende zijne eervolle diplomatieke carrière minder heb ben uitgeblonken dunkt me zoo door fijt schertsende geestigheid,welke de kunst verstaat om „puntige", haast-soherpe waar heden te ontwikkelen met honigzoete woor dekens, als wel door zekere taaie vol harding, die zioh niet laat ontmoedigen die aan- en volhoudt zonder te prikkelen, eu daardoor kans heelt ten leste te winnen... Een voorzitter, weer heel //anders' dan da praesides, die ik mij kan herinneren met den heer P.o'èll heeft graaf Van B. wel punten van overeenkomst, dooh hij is dunkt me zoo zachter, minder over- ernstig, iets gemoedelijker van bestier. Zeker is, dat de heer Van Bylandt veel krachtiger, vaster van leiding zon wezen dan baron Mackay ooit vermocht. Hem is eigen zekere rustige vriende lijkheid; ongekunstelde minzaamheid, waar de onstuimige», zij, die den baron-praeses, man-van-reohts, gaarne hun allerroodste en ultra-demoeratisehe sspiratiën toonen in felle gloeiing, tooh niet licht ,/vat" op zouden hebben Het leuk-slagvaardige, handig-ironisohe, waarmee wijlen Gleichman zoo meesterlijk wist te manoeurreeren, is graaf Van By landt's kracht niet. En toch wist hij meer dan eens door een goedig-sohertsend vroo- lijk woord de harten te winnen. Hem is eigen een soort van eenvoud, die tooh besef van waardigheid in zioh sluit. Sober zakelijk, zonder saai te worden afkeerig van woordenpraal en klink-klank, dooh waar 't pas geeft tooh „taal des harten" wetende te vinden, die indruk maakt door dien men gevoelt dat zij werkelijk uit het oprechte hart is ontsproten Man .van reohts,trouw aan de beginselen zijner partij en als zoodanig „Kerksche" figuur natuur lijk dooh zonder ooit iets van het „zalvend- dierbare" te hebben, dat sommige anders denkenden prikkeltIk kan mij voor stellen, dat een president Van Bylandt waar bij „gelegenheids speechen" moest houden, zou streven naar het beknopte evenzeer als naat het sobere. En in de manier, waarop hij elke overtuiging en „kleur" tot haar recht zou doen komen, ware ge- 1 >of ik stelligzulk een rustig-senvoudig doen, dat elke twijfel aan de strikte on partijdigheid des leiders alras zou ver- d wijnen. Als //politiek man" heeft de heer Van Bylandt nooit eene bepaaid-„hervorragen- de" rol gespeeld. Herhaaldelijk werd hij waar reohts de zetels had te verdeelen voor de portefenille van Buitenlandsohe Zaken genoemd, en tooh is 't nooit gekomen tot het ministerschap. Bij de behandeling der begrootingen had hij steeds zijn „vaste" onderwerpen, en nooh de belangen der Kerk in Indik nooh de quaestie der //blanke slavinnen" wer den daarbij ooit gemist, voorsoever ik my herinneren kan. 't Was voor den ijverig- volhardenden afgevaardigde uit Apeldoorn een jaren-achtereen durend, eoht „geduld- werk",maar teekeu van ongeduldig-worden bespeurde men bij hem nooit. Wat graaf Van Bylandt over de belangen hem zoozeer interesseerend, te betoogen had, bracht hij steeds te berde op dien rus- tigen toon; met de vrij-zachte stem, waar mee hy het woord voert, opbouwend hoffe lijke, welgestyleerde, sobere zinnekens, niet bijzonder eloquent, niet indrukwek kend,zonder spoor van gloed of „emphaee"; uiterst bescheiden,waardig, volhardend; vastelijk geloovend dat, hjj ten elotte toch wel bereiken zon, wat zeker tijd en geduld kostte om te veroveren Doch een goed zoon der diplomaten- school weet zich te hoeden tegen overijling. Beseft de waarheid van het „qui trop em- brasse, mal étreint" Bij de straks genoemdeZaidafrikaansche quaestie was de heer Van B., vuriger, war mer dan ooit. Het geluid van zijn spreken werd forscher. Er waa gloed in zijn oogen. Hy bonwde z'n zinnen sneller,zoodat ze ge spierder werden Toen kreeg men eensklaps „kijk" op een anderen afgevaar digde Van B., dan de meesten zich konden voorstellenbesefte men, dat niet zoozeer lanwheid van temperament als wel zorg zaam-getraind zelfbedwang dezen volks vertegenwoordiger niterljjk deed zjjn gelijk men hem vóór zich ziet, in en buiten de Kamer En hierin schuilt ook een waarborg dat hij niet de „speaker" zou blijken, dat met zijn gezag of met het Reglement van Orde zou laten „spelen." Wie hem langdurig ob serveerden zullen wel de overtuiging heb ben gekregen, hoe het „suaviter in modo, fortiter in re" bij hem richtsnoer ie. De Ka mer, die denken zou dat die hoffeljjk-een- voudige, bescheiden-rustige praeses de teugels op zeker moment niet met forsche handmet een greep, die eenmaal aangevat hebbend, tot géén prijs meer loslaat, kon tot zich trekken Die Kamer zou zich deerlijk vergissen De nieuwe minister van Staat. Omtrent den heer Lohman sohreef Politicus reeds vroeger: Toer, op 30 Augustus 1909, numero een van de lange ljjst der//onderscheidingen" de naam prijkte van den nieuwen minister van Staat, vond ieder dat natuurlijk en menigeen zal zioh er over verwonderd hebbeo, dat dexe hooge onderscheiding den heer Lokman niet reeds eerder te beurt is gevallen. Een Kabinet- Kuyper sou deze voordracht allicht niet aan de Kroon hebben geadviseerd, en zelfs is't de vraag, in hoe ver zij dan den heer Lohwan-ie\i lief zou zij o geweest. Thans kau de band tussohen antirevolutionair en Chr.-historisoh slechts worden versterkt door het toekennen van den hoogen eere-titel, nadat de leider der anti-rev. partij haar bereids had ontvangen, van het hoofd der Ghr.-historisohen Zeker, niemand zai durven betoogen, dat de heer Lohman dit eerbetoon niet «ver dient". Als staatsman, als autoriteit op het gebied van internationaal reoh tals hoog- wetensohappèlijk man,die standaard werken

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1909 | | pagina 1