IEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 300 1909 Dondc rdag 23 September 23e Jaargang* HISTORISCH CHRISTELIJK' BuManM Overzicht. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK S. I DE JON GE-V ER WEST, te f. P. D'HUIJ, te Middelburg. Goes UIT m PKKS PRIJS DER ADVERTENTIËN IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25. Enkele nummers0,02'. UITGAVE DER FIRMA KN VAN 'f I'll..' 'I' Zfj die seloh met 1 Oct. a.8. op oim t>lad atwwinceren, ontvan. gen liet tot 1 Oet.a.a. gratis. Breukelen, de anti revolutionairen en de coalitie. De Gelderlander (wij hoorden invloed' rijke en verstandige Roomschen wel eens als huh vermoeden uitspreken, dat de hoofdredacteur van dat bind zich gaarne aangehaald ziet in de liberale bladen) zegt, dat de anti-revolutionairen blijk hebben gegeven van een onverzettelijk heid en stugheid tegenover bondgenoo- ten, welke vreemd aandoen. De anti-revolutionaire partij heeft veel ja bijna hare gansche beteekenis te d*n- ken aan den cnbaatzuchtigen steun der Katholieke partij, welke harerzijds nau welijks voor 1 Kamerzetel iets aan de anti's te danken heeft. Waar de verhou dingen zoo zijn, zou het voor een part', die prijs stelt op het behoud van den coa litieband, wijze tactiek geweest zijn aanspraken, welke ze gerechtigd meent, te laten varen, wanneer duidelijk blijkt, dat eene weigering om zulks te doen da politieke vriendschapsverhoudingen zou schaden. De anti-revolutionaire partij is echter onverzettelijk geweest. Za zal daar wel hare goede reden voor hebben, die we wèl vermoeden, maar zonder nadsre gegevens niet kunnen uitspreken. Alleen kan dit geconstateerd worden, dat althans naar den schijn, die Breukelen wekt, en die versterkt wordt door de herinnering aan bedekte bedreigingen voor de stembus voor 1909 de anti revolutionaire partij minder prijs stelt op het behoud der coalitie dan wel het geval was in de dagen van dr Kuyper's pre mierschap. De bedekte bedreigingen, waarop we doelen, zijn, in verband met de nn weer gebleken tactische Btugheid van niet ge ringe beteekenis, omdat ze aantoonen, dat ook op het gebied des beginsels de anti-revolntionaire onverzettelijkheid even sterk is. Men herinnert zich toch wel, hoe De Standaard dreigde met 't „terugtrekken op eigen stellingen'*, indien de Katho lieke partij niet bereid mocht zyn hierop kwam het ten slotte neer de anti-revolntionaire leiding te volgen. Men herinnert zich ook wel de verkla ring van dr Kuyper, dat het ;,uit zou zijn met de samenwerking", bijaldien de Katholieke partij rich mocht verklaren róór algemeen kiesrecht. Over het algemeen, zoo zegt het blad varder, kan men zich niet onttrekken aan den indruk, dat op principieel gebied de anti-revol. onverzettelijkheid evenwei suc cessen heeft behaald als op tactisch tsrrein. De overeenstemming tnsschen 't eerst vastgestelde program van actie der a.-r. en 't later aangenomens der Katholieken spreekt ten deze te duidelijk. Vooral wat de kiesrechtkwestie be treft. Immers terwijl de invloedrijkste Ka tholieke dagbladen, die toch geacht kunnen worden de Katholieke meeningen weer te geven, in verzet komen tegen het gezinshoofden kiesrecht, is dit toch op het program van actie der R.-F. Staats partij opgenomen. Deze tegenstelling tuaschen de partij en hare voornaamste organen moet toch wel zonderling aan doen. Is za al geen bewijs voor den in vloed, dien de anti-revol. onverzettelijk heid, ook op principieel gebied, wellicht zonder dat we ons er volkomen van be wust z\jn, op de Roomache staatskundige oegmaelen aan het uitoefenen is, eene aanwijzing is ze zeer zeker. Naast een zekere algemeens, moeilijk te omschrijven gemoedsgesteldheid der Ne- berlandsche, speciaal der Eollandscha ka tholieken, die zich uitspreekt in de maat schappelijke verhoudingen en op alle gebiednaast zekere ruim verspreide, al te Puriteinsche, angstvallige en pessimis tische opvattingen, zyn er, zegt De Gelder lander.bovendien nog meer waarneembare en duidelijke aanwijzingen, die getuigen van dan Calvinistischen invloed op het openbare leven ook der Katholieken ten onzent. Het blad wil er thans slechts den noemen n l. het veelvuldige beroep op de Openba ring, of beter gezegd, de zin en de betee kenis van dit beroep. Wij behoeven wel niet te zeggen, dat de Goddelijke Openbaring ook voor ons de grondslag is van godsdienst en zedelijkheid, en dat de politiek op bare beurt weer afhankelijk is van de zede- leer. Beriep men zioh steeds in dezen zin op de Openbaring, we zonden er ons ovei verheugen. Maar het beroep op de Openbaring, in den vorm, die bet in dr. Kuyper's gedaohtengang en dien zijner volgelingen heeft, is geheel iets anders. Zij, met hunne opvatting van hetgeen openbaring is, zien in de ge openbaarde waarheden zelf een gedrags lijn voor de staatkunde. Evenals Cal- vyn in Qenève willen zij op de teksten der H. Sohrift, zooals zij die opvatten, en wel vooral op het Oude Testament, een wetgeving en eene politiek baseeren. Dit nu kunnen wij Katholieken niet aanvaarden. In de eerste plaats niet, omdat de Calvinistische opvatting der geopenbaarde waarheden naar de vast staande katholieke leer geen Openbaring is, dooh louter en alleen mensoheljjk goeddunken; tweedeDs omdat ènuitde leer der katholieke denkers, dn uit de eeuwenlange katholieke praktijk afdoen de blijkt, dat, naar Roomsoh begrip, op het terrein der politiek wel de algemeene zedelijke beginselen, die tot de geopen baarde waarheden behooren, de grond slag moeten zijn van staatkundig en maatschappelijk handelen, maar voor de uitwerking dier beginselen geen houvast wordt geboden in de H. Sohrift en de Openbaring. Waar nu èu de theoretische politiek èa de praktische niet anders zijn dan beginseltoepaseiug, volgt uit het bovenstaande van zellf, dat wij geen met zekerheid bekende gedragslijn voor de politiek kunnen aanvaarden. De katholieke praktijk is op dit ge bied dan ook steeds een praktijk van vrijheid geweest; en door alle tijden heen hebben katholieken de meest uit- eenloopende politieke denkbeelden ge had. Zóó is het nu nog. De Calvinistische opvattingen, ten onzent werkend in de anti-revolutionaire partij, hebbeD, zoo zegt De Gelderlanderin breede Roomsohe volkskringen den blik beneveld en dagelijks waarneembaren invloed uit geoefend. De innige overtuiging vin iederen Calvinist, dat zijne begrippen ten deze op de openbaring des H. Geestes in zijn binnenste berusten, is de bron van zijne prinoipieele onverzettelijkheid, welke zioh ook in de onverwiikbare houding d«r anti-revolutionaire partij op het stuk van beginselen weerspiegelt. De Roomsohe vrijheid, welke hier tegenover staat, leidt er allicht toe, dat de Katholieke partij zonder al te veel tegenstreven de anti- revolutionaire poli tiek zelfs op principieel gebied volgt en steunt. Eenerzijds moet dit leiden tot een ongewecsohten invloed van het Cal vinisme op ons volksleven, anderzijds tot verslapping van het Roomsohe par tijleven zelf. Om dit te voorkomen is het noodig, dat de Katholieke staatspartij in de coalitie op het stuk van beginselen in de meest volkomen onafhankelijkheid en zonder zioh ook maar het minst aan de anti-revolutionaire principes gelegen te laten liggen, hare beslissingen neemt en hare besluiten vaststelt, en, wat de tactiek aangaat, niet eene toegeeflijkheid betoont, welke op de anti-revolutionairen Breukelen en Enschede tooDen het aan tóch niet den gewensohten indruk maakt en er alleen toe leidt, dat een aantal coalitie districten, welke billijk heidshalve Katholiek vertegenwoordigd behoorden te zijn, blijvend bezet worden door anti-revolutionairen. Dit is voor ons de les, door Breuke len gegeven Op dit artikel komen wjj wel eens terug het is waard bewaard te worden. Wel vertelt de schrijver geen nieuws. Wel legt hij bloot wat in de harten van alle Roomsohen leeft. Wel ondersohat hij den invloed der antirevolutionairen op de Katholieken niet. Maar dat hij deze din gen vertelt (in plaafs van met de tot nu toe gewone welwillendheid), met zekere spijtigheid, en op een tijdstip dat zekere inbreuk in Breukelen indruk begint te maken op antirevolutionaire gemoederen, dat is het vreemde, hef nieuwe in 't ge val, hetwelk behoorlijk onder de oogen behoort gezien te worden. En zoo zou 't wel eens kunnen zijn dat deze Geldersohe philippioa, sehoon allicht voor de Lissksehe B pers bestemd, een noodzakelijk te bespre ken punt voor de Reohtsohe, althans voor de A. R. pers werd. Overigens gelooven wij niet dat de verwijtingen van öe Gelderlander tot „die stugge Calvinisten" gerioht, aan de coalitie zullen schaden, hoe gretig de vrijzinnige pers ze ook moge overnemen. Engeland. Wegens plaatsgebrek moeeten w\j giste ren ons overzicht by de inleiding op 't ver haal van A 'quith's optreden te Birmingham afbrekèn. Laat ons van dit optreden thans nog even iets zeggen. Het had Maandag den geheelen dag ge regend, zoodat vele straten der groote fa briekstad in beken werden herschapen. Dit belette echter de tienduizend ver eerders van den premier niot, hem te gaan hooren. Lang voor diens optreden was de groote zaal in Dingley b all reeds vol. De politie zorgde dat de vrouwenstem- rechtsters niet binnen kwamen. Maar, daar bekend was dat zjj tegenover de zaal ka mers hadden gehuurd om van daar uit door middel van scheepsroepers den minister het spreken onmogelijk te maken, en ook dat zq plan hadden om met steenen te gooien op 't glazen dak, had men dat dak met dikke tapijten belegd. Te half 8 kwsm de Minister, vergezeld van den voorzitter van de vergadering, mr. Arthur Chamber lain op het platform. De ovatie, die hem ten deel viel, was overweldigend, schier zen der einde; handgeklap, gewnif met hoe den, zakdoeken, programma's, 't was alsof het nooit op zon honen- Eindelijk kon de voorzitter zijn openingswoord spreken. Mr. Arthur Chamberlain is de broeder van den ond-minister. Hij was vroeger conservatief, doch, eigenaardig genoeg, hjj ging over tot het liberale kamp, nagenoeg in dezelfde dagen dat zijn broeder, die ja ren lang burgemeester van Birmingham en minister in het kabinet-Gladstone was, daaruit tot den conservatieven kant over ging en van vrjjhandelaar protectionist werd. Na een inleidend woord van mr. Arthur gaf hij het woord aan mr. Aequith, wien, alvorens te kunnen spreken, het volkslied. „He is a joly good fellow* was toegezon gen. De aanvang van 's ministers rede was oen hulde aan den voorzitter, die èn in het burgerlek en sociale leven, zoo waardig den naam ophield van een roemrijk broe derpaar. „En dan," vroeg de minister, „van waar deze groote belangstelling, zooals slechts zelden is gezien, voor deze befooging?" Zijn antwoord was, dat deze menschen- massa was gekomen om te getuigen vóór een billijke verdeeling der lasteD, die de burger dragen moet, en te zeggen, dat ten J. van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cenr. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, Iedere regel meer 10 cent. slotte te dien aanzien de stem des volks beslissen moet Daverend applaus.) Groofe sommen zijn. noodig om te beveiligen ce zekerheid des lands; zijn noodig, om be loften, op soeiaal gebied gedaaD, te lang onvervuld gebleven, endelijk in te lossen Dit ministerie en dit Parlement zijn be gonnen die beloften zooveel mogelijk in te lossen en zij willen voortgaan door de armenwet te verbeteren, door verzekering tegen werkloosheid, door de maoht der monopolies te fnuiken en den weg te openen voor ieder, die vooruit wil. Die politek volgt geheel de historische lijn van het liberalisme van het verleden. Vervolgeude teide de spreker, dat de tegenwoordige toestand van dien aard is dat een tekort van ongeveer 16 millioen pond moet worden aangevuld en dat tekort wil het ministerie aanvullen door de land belastingen, die feitelijk geen landbelas- tingen zijndoor de accijnzen, die een billijke belasting zijn op weelde. „Votes for women 1" klonk het thans ven twee kanten der zaal. De menigte »boe-de« en spoedig waren deze twee fe ministen de zaal uitgebracht. Da Minister vervolgende zeide dat over dia belastingen op drank en tabak niet veel te zeggen viel, maar dit kon hij wel zeggen dat hij uit verschillende plaatsen van werklieden-vereenigingen instemming met die belasting gekregen had hij durfde zeggen dat bet volk daar niet tegen is Beweerd wordt dat de nieuwe belastin gen revolutionair en socialistisch zijn eD leiden zullen tot den ondergang van deD Staat en hier raakte hij het hart van Rosebery's te Glasgow gehouden rede. Hij bracht eerst nog een eeresaluut aan zijn ouden vriend en strijdmakker; dooh be schuldigde hem tevens dat hij van de quaestie niet veel begreep, hetgeen hij met voorbeelden traohtte aan te toonen. De rede, die een uur geduurd had, werd luide toegejuicht. De minister verliet toen de zaal om in Curzon Hall voor oiroa 5000 mensohen nog eens op te treden. Toen hij van daar terugkeerde werd een motie aangenomen, waarin steun geboden werd aan de wetsvoorstellen. Buiten op straat had gansch den avond een groote memgte langs den weg gestaan, dien de heer Asquith had te gaan en ook daar werd hij met veel gejuich begnet. B et is een heele gebeurtenisvooral als men zioh herinnert, gelijk wij reeds gis teren opmerkten, dat Birmingham oorspron- lijk liberaal en voor Joe Chamberlain was, dooh toen deze zijn draai nam, voor 't grootste deel hem in zijn ommezwaai was gevolgd, en nu in meerderheid even con servatief is als zij vroeger liberaal was. Venezuela. Venezuela heeft de diplomatieke betrek kingen met Nederland en Frankrijk her steld. Als opvolger van dr. de Paul is aan gewezen dr. Carlos F. Grisanti, om over het herstel dier betrekkingen met genoemde regeeringen ts gaan onderhandelen. Hij is in de politiek een nieuwelingeen advocaat van grooto bekwaamheid een specialiteit in zjjn land op het gebied van het interna tionaal recht. Met hem is benoemd dr. Rafael Villavi- censio, om de Repbuliek te Londen te gaan vertegenwoordigen. Hij heeft evenals vele Venezolaansche staatslieden een bewogen leven achter zich. Deze rechtschapen grijs aard moest na in zijn land hooge ambten, o. m. dat van staatsminister, van rector magnificus der centrale universiteit te Ca racas, enz. te hebben bekleed, onder Castro 'n goed heenkomen zoeken en bracht in die donkere rijden'n aantal jaren door op Cura- 9»o,w»ar hjj de geneeskunst uitoefende, ter wijl hij tevens aan het hoofd van een kost school stond en naderhand, toen deze school tengevolge der malaise in de om liggende republieken verliep, onderwijzer in de Spaausohe taal aan de openbare school te Willemstad werd, totdat met den omkeer in Venezuela's politieke aangele- I genheden ook voor hem een nieuw leven aanbrak. Hij behoort tot de onversoen* lijkste vijanden van Castro en ontzag zioh niet om in allerheftigste termen zijn an tipathie luoht te geven. Typeerend is bijv-, een lijkrede, uitgesproken bij de be* grafenis van een te vorigen jare te Willem stad overleden landgenoot, zaon van een anderen uitgewekene, bij welke gelegen heid hij Venezuela beklaagde, dat over geleverd was aan een „horde bandieten aangevoerd door een misdadigen wilde". De opening der Staten-Generaal. OmtreBt den buitenkant dezer pleohtig- heid geeft de Nieuwe Courant nog da volgende bijzonderheden Evenals verleden jaar had de opening plaats door een commissie bestaande uit de ministers, hoofden der departementen toen was op deze wijze in geen 18 jaar de Staten-Generaal geopend. In 1890 verrichtte het toenmalige minis terie de plechtigheid wegens ziekte van Koning Willem III. Na 1890 heeft Ko ningin Emma als Regentes van het Ko ninkrijk telken jare deTroonrede gehouden tot aan het jaar 1898, sedert wanneer H. M. Koningin Wilhelmina zioh van dia grondwettelijke taak kweet. Geen feestelijke „Prinsjesdag" dus, waarop van ver uit den omtrek de men sohen naar Den Haag komen om den galastoet te zien. Vandaag beperkte zioh de drukte hoofdzakelijk tot het Binnenhof, daar stonden de mensohen in dichte rijen, werden zelfs handkarren en wagens als tribunes gebruikt eu klauterden jongens op ijzeren hekwerken en op trekstangen tussohen de kolonnaden. En daarbuiten, langs den weg, welken de stoet te volgen had, waren toch ook vele nieuwsgierigen, ai was 't niet in vergelijking met zoo'n derden Dinsdag in September, waarop H. M. zelf de Staten-Generaal opent. De opkomst der leden van Eerste en Tweede Kamer scheen ons grooter dan verleden jaar. De sooiaal-demooratisohe Kamerleden ontbraken, als gewoonlijk. Van de nieuwe Tweede Kamerleden misten wij slechts den heer De Kanter (Dordt). Wegens ongesteldheid was nog afwezig de heer De Meester en dan de heer Colijn, die nog buitenslands vertoeft. De heer Kuyper zat ter rechterzijde, weer de heer Duymaer van Twist reohts naast zioh. Minister Heemskerk, die de openings rede langzaam en duidelijk verstaanbaar voorlas, had de volle aandacht der Stater- Generaal, de meeste leden hoorden de rede staande aan. De passage, de benoe ming van een Staatscommissie voor Grond wetshei siming in het rooruitzioht stellende, vooroorzaakte eenige beweging, voorname lijk bij links. Binnen het kwartier was de openings plechtigheid ,afgeloopen verlieten de mi nisters weder de zaal, voorafgegaan door den kamerheer-oeremoniemee8ter en bege leid door de daarvoor benoemde commissie. De stoet was als volgt samengesteld Vooraf ging een detachement huzaren, dan volgde een galahofrijtnig, waarin gezeten was de kamerheer-ceremoniemeester en daarachter de galahofrijtuigen met de ministers, die aldus hadden plaats genomen. In het eerste rijtuig de ministers Talma, Regout en De Waal Male fijt, de laatste achteruitrijdendin het tweede de ministers Wentholt, Kolkman en Koolin het derde de ministers De MaTees van Swinderen, Heemskerk en Nelissen. Een detachement huzaren sloot den stoet, welke langs den Vijverberg naar het Koninklijk Paleis terugkeerde. Eenige partystemmen over de openings rede De regeering overschat haar werkkracht en die van de Kamers verre. (N. Rott. Crt.) vrij-lib. Wij moeten erkennen dat vele nuttige en goede maatregelen worden aangekon digd, aan welker totstandkoming de tin-.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1909 | | pagina 1