NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 263. Dinsdag 17 Augustus, !3e Jaargang, CHRISTELIJK- HISTORISCH Sameweriiiit net ie Roomscta. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JON CE-VER WEST, te Goes F. P. D'tfUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN UIT m PROVINCIE. I ED EREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25. Enkele nummers 0,02'. UITGAVE DAR FIRMA LN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 "ent. tismssssimmm Bet schijnt gewensoht du geen verkie- z'ngen meer dreigen dit onderwerp nog eens te behandelen. Voor ons staat vast, hetgeen in de anti revolutionaire partij steeds in oonfesso is geweest, dat samenwerking var Christelijk hisiONsohen ea antirevolutionairen met antirevolutionaire Roomsohen, alle drie als partijen genomen, noodzakelijk en geoor loofd ii. Ook houden wij ons aan de verklaring van Groen van Prinsterer in 1874. Deze verklaring laidde dat op stniting van den voortgang der Revolutie-beginselen kans nooh uitlicht bestond, dan wanneer de antirevolutionairen van Calvinistieohen huiie met de antirevolutionairen van Room sohen huize saam werking tot stand konden brengen. De uitkomst heeft bewezen dat Groen van Prinsterer hierin juist gezien heeft. Zijn hoofddoel was, en dit blijft ook het hoofddoel der antirevolutionaire partij, in wier dienst wij uit volle overtuiging positie genomen hebben, dat de Revolutie- beginselen worden teruggedrongen. En ons tweede daaraan ondergesohikte doel is de wederopwaking der Christelijke be ginselen te bevorderen, niet in ooDserva- tieve, maar in democratische riehtiDg. De overeenstemming dtr gezindheid van Antirevolutionairen en RoomsoheD, als partij is in de programs dier partijen ge bleken. Ook nu weer, bij de verkiesingen, bleek, zonder senige afspraak, in de trek king van parallel loopende staatkundige lijnen, de gelijksoortigheid der doeleinden die zij trachten te bereiken. Almeer is de Roomsohe partij praotisoh ia antirevolutionairen zin tot bewustheid ge kozen. Het zaad door Sohaepman en de zijnen in de voren gestrooid begint vrucht te dragen. Een halve eeuw terug steunden de Roomsohen de LibetaleD daarna werden zij keurbende van de Conservatieven. Dooh daarna, in navolging van de staatkunde hunner geestverwanten in den Duitsohen Rijksdag onder leiding van den grooten Windthorst zijn de Roomsohen principieel tegen deze beiden over komen te staanwaartoe na dr. Sohaepman niet weinig dr. Nolens heelt bijgedragen. Wie nu met aandacht oca artikel «Drie dooden" las zal hebben gezien dat er tussohen antirevolutionaire Roomsohen en antirevolutionaire protestanten een essen tieel verschil bestaat. Hadden deze Roomsohen in one land de meerderheid, dan zou hun staatsleer van zelf tot oonsokwenties leiden moeten, die wij zouden hebben te weerstaan. Dooh die meerderheid bezitten zij niet, en be zitten zij in Europa misschien België uitgezonderd nergens. Tot die uiterste doorvoering van hun beginsel zouden zij derhalve nooit kunnen komen. Trouwens ook zelfs al hadden zij een meerderheid in ons land, indien dit er geen ware van minwees twee derden zouden zij er tooh niets aan hebben om dat beginsel in de Grondwet te schrijven dewijl voor Grondwetsherziening twee derden dor stemmen van de beide Earners der Volksvertegenwoordiging zouden noo- dig zijn. Geen enkele Protestant zou zioh daartoe leenen. Derhalve dit gevaar bestaat niet; zoo dat terwille van dit denkbeeldig gevaar •an de samenwerking tussohen antirevo lutionairen en Roomsohen geen struikel blokken zouden behoeven te worden in den weg gelegd. De samenwerking met de Roomsohen zou ook kunnen gestuit worden doordien de Roomsohe partij bij de ontwikkeling barer beginselen en denkbeelden een rich ting insloeg die haar van ons deed afraken. Doeh dit wordt al minder mogelijk, sedert dar antirevolutionairen riohting in de so- oiale quaestie almeer blijkt ook die der Roomsohen te zijn en de geest die uit de encycliek Rerun Norarum* spreekt,steeds meer in de Roomsohe kringen doorwerkt, en het pleit voor het zwakkere in de maatschappij mede door de Roomsohen met steeds grooteren klem gevoerd wordt. Maar indien nu „Rome" ons eens bediDgen van kerkelijken of historisohen aard ging stellen Het is tooh zoo dat op kerkelijk terrein de Protestant, of, wilt ge, de Calvinist, lijnrecht tegen Rome over staat. En in historisohen zin bestaat beiderzijds over de 16e eeuw een geschiedbeschouwing, die niet vereenigt maar scheidten de lijn die dit teweegbrengt, is met bloed geteekend. Dr. Sohaepman tooh bezigde nog in 1897 in een vergadering van Katholieken te Utrecht, ten onzen opziohte den naam «erfvijanden", in historischen zin. Het is goed dat dit verschil niet weg gedoezeld wordt. Maar van saamwerking op dit terrein is dan ook geea sprake. Kerk tegenover kerk en historie tegenover historiezoo blijft het. En prinoipieele antirevolutionairen die met prinoipieele Roomsohen in aanraking komen, en ook omgekeerd, laten dan ook niet na, dit principieel verschil a priori vast te stellen. Hier is een antithese. Maar zij nu, die zoo hard roepen tegen Rome 1 tegen Rome I zijn op 't punt in den regel het flauwst. Belijdenis tegen over belijdenis; these tegenover thjae stallen in bestrijding van Rome op kerke lijk-historisch gebied, leerden wij niet van dr. Bronsveld en uit De Stemmen, maar van dr Kuyper en nit De Heraut. Die bestrijdt Rome gestadig. Het is dan ook misver stand of onkunde, die menigen bezwaarden broeder in een der Protestantsch Chr. par tijen ons doet beschuldigen van samenwer king met Romewanneer hiermee tenminste de Roomsohe Kerk, in plaats van de Room sohe Staatspartij bedoeld wordt. Reeds voor jaren schreef dan ook De Standaard En overmits van Roomsohe zijde niet ééa enkel, punt ons wordt opgedrongen, dat de kerk als zoodanig raakt, blijft over en weer elks vrijheid onverlet en onverkort, om op kerkelijk, op coni'e.sio- neel en op historisch terrein elkander principieel te bestrijden en te weerstaan. Slechts één punt kon hier geschil ma ken, t. w. de missie te Rome. Doch al staat het vast, dat wij, als goede antire volutionairen, de gewelddadige in-bs it- nemiug van Rome door Victor Emanuel, als Statenroo f hebben afgekeurdaio ook dat de keizer van Dnitschland en de ko ningin van Engeland, die beide zeer r a- ijverig zijn op hun Protestantsche po:i- tie, een gezant op het Vaticaan hebbe a nochtans is steeds van antirevolutionaire zijde te verstaan gegeven, dat wij tot bet nemen van zoodanigen maatregel onsen steun niet zouden verleenen. En waar alzoo het eenige punt in ge schil, dat kerkelijk kon heeten, buiten het, geding is, hebben we het volste recht, als laster elke voorstelling te brandmer ken, die ons beschuldigt, als dachten we er ook maar van verre aan, om op kerke lijk of historisch terrein ons verleden op te bergen. Met dit «laster" zijn wij 'tniet geheel eens. Er is ook veel misverstand. Doch vrij mag gezegd dat wij zuiver in de lijn van Groen blijven met zijn in 1974 ons aanb. volen samenwerking, welke uitsluitend geldt apolitieke samenwerking, voorzoover de politieke geestverwantschap tot het mik ken op eenzelfde doel noopt." 17 Augustus 1909. De opbrengst der Rijksmiddelen over Juli viel weer mee. Zij bedroeg een halve ton meer dan in Juli 1908. En dat niet tegenstaande de wisselvallige stijging der successierechten en de verdachte stijging van den drankaooijns en de opbrengst Staatsloterij thans niet viel waar te nemen integendeel deze twee brachten samen 3 ton minder op. Z'en wij naar het meer of minder, in vergelijking met de (abel van Juli 1908 dau is de uitslag 't volgende Meer brachten onder anderen opde suikeraeeijna f 415000; de zegelrechten f 130000, invoerrechten f 78000posterijen f 71000 rijkstelegrsfii f 62000 registratie rechten f46000, en andere middelen tot een minder groot bedrag dan '1 laatstge noemde. Minder daarentegen leverden op de bedrijfsbelasting f319000successierechten f 206000 personeele belasting f 153000 Staatsloterij f84000, gedistilleerd f26000, en nog eenig andere tot kleinere bedragen. In de eerste maanden van 1909 werd ontvangen oiroa 93 miljoenen in de eerste maanden van 1908 ruim 90 miljoen, dus een vooruitgang van 21/? miljoen gulden. Hetgeen tlijft meevallen I De aftreding van minister Idenburg als minister van koloniën zou een verzwakking zijn van 't kabinet, al zou ook de best beschikbare geestverwant hem vervangen. Nu zijn opvolger de beer de Waal Male- tijt werd, wekt zjjn heengaan te grooter spijt, zoo in als buiten onze kringen, dewijl genoemde heer, ondanks zijn groote werk kracht en studie, ook in 't belang van Ned. Iadië, als Kamerlid getoond, tot nog toe niet onder de bekwaamheden van den eersten rang op koloniaal gebied werd gerekend, waard den zetel der Putte's en Goltstein», Keuohenuissen en Idenburgs te bezetten. Met deze verandering kunnen wij dan ook alleen genoegen nemen wanneer zij ten gavo'ge heeft de benoeming van den bekwamen Christen-staatsman Idenburg tot gouverneur-generaal van Ned. Indië. Wat zijn opvolger betreft, zijne bekende nauwgezetheid in 't bestudeeren van ver schillende, ook koloniale, quaestiëu doet ons hopen dat hij ook voor deza moeilijke taak zal blijken berekend te zijn. jj Overigens strekt dal aldoor verwisselen vao portefeuilles niet tot versterking van bet kabinet. Er zijn nu al drie ministers die 't- vorige jan optraden, vervangen. Tijd, Nieuwe Courant en Nieuwe Rotter- damschl Courant wij zet erop, dat de manier waarop thans do minister-wisseling van Koloniën ge?ch;edt, her!) oeraan het geval van minista Mijer in 1866, waartegen de heer Keuchenius zijn vermaard geworden motie richtte. Wel erkent men, dat de g9vallen niet go- lijk zijn, marr de opzat',elijks herinnering aan kat gebeurde* van ruim veertig jaren geleden, be wij at toch, d,t men een zeker verband gelegd il zian. Ten onrechte dankt ins. Eerstens is de ij er ïdenbu,rg nog niet tot Gouverneur-gan6 -aal van Ned.-Indië be roemd. Maar aangenomen ocb, dat dit, gelijk te verwachten is, eerlang geschiedt, dan ver keert hij toch in een geheel andere positie dan de heer Mijertegen wiens verhuizing van het Departement naar Buitenzorg mr. Keuchenius optrad, Er is hier "en fudsmeateel onderscheid. De heer Mijer was pas als minister van Koloniën opgetreden; hij trad op om een bepaald program ten uivoer te brengen, om eon bepaalde hervorming de oplos sing der toenmalige koloniale quaeatie, het cultuurstelsel betreffende, en die de gansche polittek bekeerschte tot stand te brengen. Zijn portefeuille was feitelijk de voornaam ste van alle portefeuilles. Het koloniale vraagstuk was, gelijk een der sprekers zeide, de éénige raison d'être van het Kabinet, daar anders een conser vatief ministerie bij een liberale Kamer meerderheid geen reden van bestaan zou hebben gehad. En nu was het bevreemdend en erger lijk, dat de heer Mijer, op dien belang rijken post met een bepaald doel geplaatst bijna onmiddellijk nadat hij zijn plannen voor de Kamer had ontvouwd en haar allerlei bslofien omtrent zijn werkzaam heid als raadsman der Kroon had gedaaD, officieel benoemd was tot gouverneur- generaal van Ned.-Irdiö. Hij verliet dus zijn ministerspost, liet zioh door den heer Trakranen vervangen en onttrok zich aan de verantwoordelijk heid voor al de toezeggingen en voorrpie- gelingen, welke hy aan de Volksvertegen woordiging had gedaan. Tereoht kwam de Kamer daartegen in verzet en torecht richtte Keuchenius daar tegen zjjn motie. Maar e en terecht moet elke vergelijking van die gebeurtenis met de huidige minis terwisseling worden afgewezen. Aldus Het Centrum, met wie wij het hier eens zijnl Het feitanverschil is zoo enorm dat wij niet begrijpen kunnen, hoe men aan een vergelijking tneschen 1866 en nu ook maar zou kunnen denken. Intusscheu doet het ons genoegen dat 't een Roomsch blad is, dat in het boven staande de toenmalige motie-Keuchenius rechtvaardigten derhalve ook den heftige tegenstand, ook van de Roomsohen, tegen die motie, wraakt. Voorkoming en bestrijding van werkloosheid. De Stet. (no. 190) bevat een Kon. Besl., waarbij aan eene Staatscommissie wordt opgedragen te onderzoekenin hoeverre de Regeering over de middelen beschikt om snel en voldoende ingelicht te worden over den stand van de binuenlandsche arbeidsgelegenheid en den omvang en den aard van werkloosheid in de verschillende vakken en welke aanvulling deze middelen behoeven en wat de Regeering kan doen, hetzij door steun van personen of corpora ties, hetzij zelfstandig, zoowel tot voorko ming of bestrijding van werkloosheid als tct leniging van de gevolden daarvan. Door deze Staatscommissie zal aan H. M. de Koningin verslag worden uitgebracht aangaande de uitkomsten van het door haar gehouden onderzoek, walk verslag de voor stellen zal bevatten, waartoe dit onderzoek hs.vr eventueel aa leiding mocht geven, zullende elk lid der Commissie de bevosgd- heid hebben van zijnn zienswijze, voor zoo veel die van de meerderheid der Commissie afwijkt, in eene afzonderlijke aan 't verslag toe te voegen nota te doen blijken. In deze Staatscommissie werden be noemd tot lid, tevens voorzitter, mr M. W. E. Treub, lid van de Tweede Kamer der Staten- Generaal, en tot overige leden onder anderen zijn collega's-kamerleden dr De Visser, v. Vliet, Schokking, Aalberse, Ttoslstra, Jannink, Lely, Plataen voorts de heeren: Douwes, oud-bestuurder van de Cbr. vereeniging van diamantbewerkers te Amsterdam, dr F. v. Ghesl Gildemeester te 's-Gravenhage en dr P. A. Kiap te Amster dam, Van Heek te Enschedé, Hendrix, lid van den gemeenteraad te Amsterdam, Klij- b8rg Parnot, voorzitter van den Bond van Nederl. Schoenfabrieken te Waalwijk, Löhnia, inspecteur van den landbouw, De Wilde, wethouder van Den Haag, Wesse- ling.lid van den gemeenteraad te Den Haag en vele anderen. De leden genieten f 8 per dag waarop zjj vergaderen en vergoeding van alle te maken kosten. Ovezand. De knecht J. R. van d^n landbouwer G. uit deze gemeente geraakte Vrijdagavond toen hij zijn op hol geslagen paard wilde grijpen onder 4e driewielskar en brak zijn heen. Vlisslngen. Zaterdagmiddag half vijf viel een kleine jongen J. v. d. B. ter hoogte van do tramhalte Davidae, van een houtwa gen, tengevolge waarvan het linkervoor wiel over zijn linkerbeen ging en dit lichaamsdeel hierdoor ernstig werd ge kneusd. Met de tram werd hy naar het verplseghuis te Middelburg vervoerd, waar hem de eerste hulp werd verleend. Als een treurige bijzonderheid meldt men uit Overslag dat men, bij het onlangs op het Belgisch gedeelte dier gemeento voorgekomen verdrinken van een twintig jarigen landbouwerszoon, in afwachting van den dokter, den drenkeling met de beenen in het water heeft laten liggen en geen pogingen aangewend heeft hem in het leven terng te brengen. En dat niettegen staande een paar weken geleden in België in alle gemeenten bij ministrieele aanschrij ving bekend is gemaakt hoe met drenkelin gen gehandeld moet worden. Op sommige pnnten zijn de menschen tooh hardleersch I M. C. Ellewoutsdijk, Zondag wilden esn drietal jongelieden uit Oudelande zich onder deze gemeente in Everinge door het nemen van een bad verfrisschen, geen van ken verstond het zwemmen. Door den sterken stroom trof een hunner, een zoon vrn C. van de Velde een jongeling van 18 jaren, het ongeluk van den oever af te sak ken en voordat zijn makkers hem afdoende konden helpen, in de diepte te zinken en daar zijn dood te vinden. Omstreeks vijf uur werd hij bij het vallen van het water door de omstanders levenloos uit het water gehaald. Door het hoofdbestuur der schippers- vereeniging Schuttevaer werd van bevoeg de autoriteit de mededeling ontvangen, dat het Schaar door den Dorstman, of wel de zoogenaamde Middelplaat tegenover de kanaalhaven van Wemeldinge, hydrogra fisch wordt opgenomen en dat het van den nitslag dier opnemingen zal afhangen, of tot betonning zal worden overgegaan. Vrijdagmorgen werd te Bruinisse binnengebracht de hoogaarts Bruinisse 55, schipper Van den Berge, die komende van Antwerpen, in het nauw van Bath werd aangevaren door een zeilschip.dat verkeerd manoevreerde. De aanvaring was zoo hevig dat de mast van de hoogaarts brak en zij hare reis niet alleen kon vervolgen, doch naar Bruinisse gesleept moest werden. Aan de verslagen omtrent 's Rijks oude archieven, over 1608, is 't volgende ontleend omtrent het Rijksarchief m Zee land. De ordening der grafelijke rekenin gen met bijlagen uit den Bourgondisch- Oostenrijkschen tijd kwam gereed en zal worden gedrukt; ook de bewerking der daarbij behoorende rogesten is voor het grootste deel voltooid. Ook een andere werkzamheid nadert haar rnde.de regeling van de rechterlijke arch even vandeZeeuw- ache eilanden; alleen de beschrijving der notarieele protocollen, die in don inventaris moeten worden opgenomen, is nog niet af- geloopendaarentegen is de regeling der weeskamer-archieven voltooid. De inven tarisatie van de rechterlijke archieven van Staats-Vlaanderen werd voortgezet. Het archief van de préfecture en dat van de sous-prófecture van Goes werden globaal geregeld. Vele aanwinsten werden verkre gen, waaronder tal van beieenigsactenen brieven van leden van het huis van Oranje en andere vorstelijke personen aan de Staten van Zeeland. Uit het archief van Vere werden een aantal stukken, afkomstig uit het archief der Staten van Walcheren, overgenomen. Wissenfeerke. In de jl. Vrijdag gehou den raadsvergadering waren afwezig de heeren Van Nieuwenhuijzea, De Regt en Van Damme, de laatste wegens ongesteld heid. Na de opening worden, na onderzoek der geloofsbrieven, de herbenoemde raadsleden Van Damme, De Looff en «Schippers toege laten. Naar aanleiding der voorgelezen Notulen deelt de Voorzitter medelo. dat thans langs den slootkant van den Veerweg palen zjjn geplaatst om het aftrappen dier kant door koeien te beschermen2o. dat aan den wenk van het lid Marcusse om een stei gertje bij de landsluis van Heer Jansz te

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1909 | | pagina 1