NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 257. 1909. Woensdag 4 Augustus. 23e Jaargang, CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed S. J. DE JCNGE-VERWEST. te Goes Tengevolge van dè steeds grooter wordende oplage van ons blad, verzoeken wij H.H. Adverteerders de advertentiën zoo vroeg mogelijk in te zenden; vooral voor de nummers, die Vrijdags en Zaterdags verschijnen, gelieve men te zorgen, dat de annonces vóór 12 unr in ons bezit zijn, wijl anders plaatsing in de 1ste editie van dat nummer niet kan verzekerd worden. DE ADMINISTRATIE. Hapoleon in Nederland* F. P. DY.U'J, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN IEDEREN WERKDAG DES AV0ND6. Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25. Enkele nummers0,02®. UITGAVE DLR FIRMA LN VAN 4 Augustus 1909. Wij ontvingen no. 7 van De Roepstem officieel orgaan vao het Nationaal-Comité voor Afschaffing van Bakkers-naohtarbeid. Genoemd comité besloot om op 1 en 2 September een groote nationale betooging te houden te Utrecht. In 't belang van ovengenoemde afschaf fing hopen op te treden drie bakkerspa troons, onder welke de heer Diemer (antir.) en de twee Kamerleden Brummelkamp en Schaper, benevens Mgr. Konings. Op een flinke opkomst wordt aange drongen. De redactie weerlegt de bezwaren van den voorzitter van het Bakkers comité mr. Blaupot ten Gate, en toont met statistieken diens ongelijk aan; onder meer hier in als zou 't Bakkersbedrijf met zijn nachtarbeid, altijd staaD, omgang met meel, enz. tot de gezonde bedrijven behooren. Met attesten van geneesheeren staaft de redactie haar beweren dat nachtarbeid in 't algemeen, en voor de bakkers in 't bij zonder, absoluut schadelijk is. Er wordt mei f9iteB aangetoond dat de strijd om de afschaffing van den N. A. in het baitenland veld wint. Noorwegen, Italië, Finland en het kanton Tessino in Zwitserland gingen ons reeds voor in het wettelijk verbod. Ook in Belgis is een krachtige beweging in het belang der af sobaffiog gaande. Een belangrijke plaats wordt ingeruimd aan do bespreking der vraag of de ocöpe- ratieve bakkerijen buiten de wet behooren te vatten. De redaotie toont aan van niet. Wij zija 't gelijk wij reeds vroeger op- FEUILLETON. Er gaan verschillende anecdotische ver halen omtrent het verblijf van Napoleon I in Nederland. Wij laten er hieronder enkele volgen Het was in Den Helder. Bij gelegedheid, dat Napoleon ziebaan boord bevond van het vlaggesehip, waarop de admiraal Verhuell was, gaf de Keizer te kennen, dat men bij het lichten van 't anker op alle oorlogsschepen zooveel beweging maakto, dat men elkander nauwelijks kon verstaan, waarop de admiraal, door eer zucht geprikkeld in zesr bescheiden ter men 't tegendeel beweerdetoen de Keizer voortschertste en dit in twijfel trak,bewoog dit den admiraal om de proef op de som te geven. Terwijl Napoleon in de kajuit over een en ander met den admiraal Verhuell sprak,had deze ongemerkt aan den kapitein De Man, als eerste officier aan boord, deu last gegeven, het anker te lichten en in zee te steken. Daar er reeds bij Napoleon's komst aan boord een zware deining stond, kon hij de beweging van het schip niet onderscheiden. Toen 't sohip een eind in zee was, kwam de officier van de wacht, namens den kapi tein De Man, in de kajuit de bevelen van den admiraal vragen, er bijvoegende, dat ze reeds de Engelsche vloot in het gezicht hadden. De keizer dit hoerende, sprong op en liep naar het dek, alwaar hij met zijn aangeboren tegenwoordigheid van geest gelastte onmiddellijk te wenden, terwijl hij den admiraal onder herroeping zijner vroe- merkten, met de beweging tot afsobaffiog van den nachtarbeid voor bakkersknechts hartelijk eens. Alleen zouden wij ons nog niet durven verklaren voor een wettelijk verbod aan alleenwerkende bakkerspatroons. Ter.zij men ons overtuigt dat zuiks geen inbreuk op 't huisrecht zou zijntenzij men ons aantoont dat de wetgeving zich iu de huiselijke omstandigheden van zooda nige bakkerspatroons mag mengen, houden wij ons er aan dat een dergelijke inmen ging, een dergelijk verbod is ongerijmd en ongeoorloofd. Doch wij herhalen, voor steekhoudende argumenten op dit punt zullen wij ons niet ongevoelig toonen. Zorgeloosheid. Bjj het werkeloosheids-debat in de Tweede Kamer werd door een der sprekers van rechts gewezen op de zorgeloosheid van vele arbeiders, die, door verkeerde vojrlicbtiag verleid, van alle selfhelp afzien en in het leunen op den Staat hun toevlucht voor den ouden dag zoeken. Vinden ze dien steun dan onverhoopt niet, dan doet de Staat zijn plicht niet, en is de Staat harteloos. De waarheid dier voorstelling is ont kend. Zij, die zich de arbeidersvrienden bij uitnemendheid achten, spreken van „schelden", als op die wijze de dingen bij den naam worden genoemd. Maar zoo nu en dan illustreeren de feiten dan toch de beschuldiging van zorgeloos heid. En een buitengewoon sterk-sprekend staaltje valt thans te vermelden. Wij geven het niet omdat wij er ons in verblijden. Integendeel. Wij betreuren 't als kort zichtigheid eigen belang zoo schromelijk voorbij ziet, als blijkbaar gebeurd is in het geval, dat door de Alg. Maatsch. van Li3 vensverzekering en Lijfrente, in haar we- kelijksche mededeelingen wordt publiek gemaakt. Een onzer inspecteurs was onlangs in onderhandeling met het hoofd esner vrjj uitgebreide zaak, waaraan een vrij tal rijk personeel vetbonden is. Het 25- jarig bestaan van deze onderneming zou gevierd worden en de patroon stelde zich voor, bij die gelegenheid iets te doen voor de verzorging der toekomst van zjjn gere onvoorzichtige woorden, eon zeer vleiend compliment maakte over da behen digheid zijner officieren en matrozen. Een tweede anecdote is deze Toon Napoleon op Zuid-Beveland kwam, werd hij begroet door een boerea-maire.die zich in 's keizers oog wat links gedroeg, waarop de keizer hem toesnauwde «vous êtes fou l« De man verstond geen Fransch en vroeg de vertaling, waarop hij verzocht, dat men aan Z. M zou zeggen, dat hij, Maire.den keizer complimenteerende,sleshts 's lands gebruik volgde: want dat men in Zeeland wijzen tot wijzen, gekken tot gek ken en hem tot den keizer zond. Te Gent (België) hadden de slagers van de kleine vlseschhal een chassinet doen vervaardigen met deze twee regels »Les petits bouchers de Gand, A Napoléon le Grand In V Hertogenbosch had eveneens een varkensslachter voor zijn raam 'n chassinet geplaatst, waarop was afgebeeld een kolos sale beuling, omgeven door een menigte saucijsjes, met het volgende bijschrift «Gelijk de benling is onder de worsten, Zoo is Napoleon onder de Vorsten«. Het volgende overkwam Napoleon in Middelburg Napaleoa was met zijne gemalin en ge volg ovor Rammekens in Walcheren geko men. Na èen kort verblijf in Vlissingen, kwam hij des avonds tuaschen 6 en 7 uren, met een klein gevolg te paard naar Middel burg. Aan de herberg «Het Groenewoud« werd hij opgewacht door burgemeester Schorer, de Wethouders tn de Vroedschap pen, vergezeld van eene compagnie burger grenadiers. De heer Sohorer verwelkomde van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel ocdergessnikten. Hij kwam tot het be sluit, -pop «Ik hiïnner eennensioenboefeje bij onze Maatschappij te namen en daar op een flinke, eerste storting te doen. Maar hij had buiten den waard gerekend. Het personeel kwam hem mededeelen dat het van dezes vorm van jubileums- gave niet gediend was. Natuurlijk zou het een gift dankbaar accepteeren, maar dan contant, in geld, en niet in den vorm van een pensioentje voor de toekomst. De illusie van den werkgever, dat hy op deze wjjze den grondslag leggen zou voor de toekomstige verzorging van zijn personeel en dit zou aanmoedigen op denzelfden weg voort te gaan, door ver dere stortingen op de pensioenboekjes te doen (bij wilde hun ook daarin wel ge deeltelijk tegemoet komen), werd hier mede verijdeld. Hij zwichte voor den den drang, die op hem werd uitgeoefend, zeg van het nemen der pensioenboekjes af en stelde aan de verschillende leden van zijn personeel het bedrag der stor ting, dat hij voor elk hunner bestemd had, in contant geld ter hand. Hjj is er van overtuigd, dat dit geld weldra ver bruikt zal zijn en nietahijd voor strikt noodige zaken maar hij wilde zich ter gelegenheid van het feest, dat voor de deur stond, niet blootstellen aan onaan genaamheden van de zijde van zijn per soneel, die een wanklank in de stemming zouden hebben gebracht. Dus hij gaf toe om des lieven vredes wille 1 De door dezen patroon opgedane ondervinding heeft niets verrassends. Herhaaldelijk heeft men ook elders dezelfde of een dergelijke ervaring op gedaan. In principe kan men natuurlijk aan niemand het recht onthoudeD, te doen wat hij wil met wat hem door anderen wordt toegelegd. Maar even min kan mrn er eenig principieel be zwaar tegen hebben, dat de patroon die toelage alleen d&u geve, wanneer zij wordt aangewend voor ïoekomstverzor- ging. Eu c'aarop komt het nemen van zoo'n pensiot nbaekjo neer. Eén ding mag hierbij echter niet over het hoofd worder gezien, n.l. dat bet personeel, dat aldus de toekomst aan het heden offert, geen recht heeft, later wanneer de oude dag gekomen is zich er ov&r te beklsgen, dat de den keizer met een korte aanspraak, hem tevens dem sleutel der stad aanbiedende, en nu had het volgende gesprek plaats De keizerIk wil uwe sleutels niet. Heeft de sleutels aan de Eogelsohen ter hand gesteld bij hun binnenkomst en de siad geïllumineerd Da BurgemeesterSire, de sleutels zijn den Eagelsohen nooit Ier hand gesteld en de stad is niet geïllumineerd geweest. De Keizer: Wie is uP De BurgemeesterSire, ik heet Sohorer. Da Keizer: Wat doet u? De BurgemeesterSire, ik ben burge meester. De Keizer De burgemeester is een boos wicht, hij zal ernstig gestraft worden. Terstond gaf hij zijn paard de sporen en reed stadwaarts. De voor bem rijdende generaal Giiiy verwittigde de ingezetenen van 's keizers aackcmsl en wekte hen op om i/rive l'Em,)ereur I" te roepen. Napoleon reed met den generaal naar de Abdij, waar bij zijn verblijf zoude honden. De regeering en de gewapende burgers keerden mede naar de stad terug. Spoedig verspreidde zich de ma'e van de beleediging, den burgemeester aangedaan, waardoor de harten der burgers met gram schap en verontwaardiging vervuld werden «n men zelfs moeite had, da uitbarstingen te beteugelen. De regeering had zioh naar haar raadzaal begeven en besloot, na over weging van het voorgevallene, eene korte memorie ter verdediging van den burge meester zoo mogelijk nog dienzelfden avond den keizer aan te bieden. (Den inhoud dier memorie laten wij ruBten.) Zij werd naar het hotel gezonden, kon meer 10 -"ent. rgsaessgagaBsSasaaag.'! Bis patroon „nooi* 'ets voor hun ouden dag gedaan beeft". Maar do Maatschappij voegt aan haar saededeeling de onmerking toe, dat zij er niet zeker van is, dat die klacht niet zal worden gehoord //Wij voor ons», zegt zij, //hadden het verstandig gevonden, wanneer de patroon er maar wat booxe gezichten aan gewaagd had en aan zijn oorspronke lijk voornemen had vastgehouden. En voor hemzelven (die toch mettertijd zijn //oude getrouwen" niet zonder meer op straat kan en wil zette;èo voor het personeel zelf, ware dat verre te verkiezen geweest. En wij gelooven, dat op den duur dat personeel zeker tot de overtuiging zou zijn gekomen, dat de patroon verstandig en in het welbegrepen belaag zijner onder gesobikten gehandeld bad." Zijn zulke feiten niet, bedroevend P vraagt De Nederlander, waaraan wg dit ontleenen. En ze komen helaas niet enkel voor in wat men gewoon is de arbeiderskringen te noemen. Het feit is recent, dat een Vereeniging, die «oor haar leden op zeer aannemelijke voorwaarden een pensioen verzekering tot stand bracht, slechts een klein deel bereid vond om van die self- help voor den ouden dag gebruik te makeB. De Nederlandsoho Bond van Chr. Prot. Post- en Telegraoföeassbten »Door plicht tot reehtc begint zioh kraohtiger te orga- niseeren. Op zijn eersten Bondsdag te Utreeht 31 Mei 11. gehouden, werd vastgesteld, da, de Bond met 100 leden was toegenomen. Op 't oogenbhb tracht de Bond leden en donateurs te winnen in onze provincie. Wij hopen, dat de circulaire, vanwege den Bond deze week verspreid, zal ge lezen wordenen men zijn steun aan dezen Bond niet zal onttrekken. Er zijn nog tal van Chr. brievenbestellers en andere postbeambten, die tot nu toe lid van den neutralen Bond bleven. Nu er een Chr. Bond ia, lig 't op hun weg zich aar dien neutralen Bond er zijn in vloed te onttrekken, en den nieuwen Bond, waarbij zy overeenkomstig hun beginsel behooren, door hun lidmaatschap te ster ken. Geldelijk nadeel lijden zij door deze ver andering nietook niet inzake 't pensioen. Dus dat is geen reden om te weigeren. echter niet worden aangenomen, wijl de keizer zioh ai ter ruste had begeven. Den volgenden morgen (10 Mei) ver gaderde de Stedelijke regeering al vroeg en deed audiëntie vragen bij den keizer. Za werd tegen 10 ure toegestaan. De regee ring en corps derwaarts gegaan, vond Na poleon, omringd van zijn gevolg, in luister rijke vertooning. Met waardigheid deed de heer Sohorer den keizer, zoo in naam der Municipaliteit els der burgerij van Mid delburg, eene zeer doelmatige aanspraak, des keizer vooral bepalende bij het neg voortdurend dankgevoel der ingezetenen aan Koning Lodewijk over het besluit van can. 6sn Juni 1809 (P) en bij hun vurig verlangen, dat zooveel goeds door de ver eenigicg met Frankrijk niet venr altijd mooht verloren zijü voorts aller belaogen 's keizers welwillendheid aanbevelende. Napoleon sokeen met aacdaoht de aan spraak te hooren en beantwoordde ze kortelijk, met verklaring vaa zijn goede gezindheid jegens Zeeland. Het kwam vervolgens tot een gesprek, en, daar er tooh bij den keizer eenig* voeringen omen heid doorstraalde, nam de heer Schorer het woord, en hield voor de vuist en met een uit het hart vloeiende welsprekendheid, tot den keizer aen rede voering. die de Fransohe hovelingen en ambtenaren daar tegenwoordig, verbaasde, daar hij de dr>e aangevoerde beschuldi gingen volkomen vernietigde, roorts de regeering van Middelburg vrijsprak, en eindelijk, daar hij persoonlijk door Napo leon was aangevallen, ook ziohzelven krachtig en manmoedig verdedigde, terwijl hij zijne rede aldus besloot Doch daze Bend heeft ook geldelijken steun van begunstigers noodig. Immers elke organisatie, die propaganda bedoelt, heeft geld noodig. En deze Bond geeft een eigen orgaan uit, behartigt door vergade ringen, geschriften en besprekingen de geestelijke en stoff*lyke belangen der ambtenaren steunt bij ziekte, gezins- vermeerhering en sterftebepleit en be hartigt de belangen der ambtenaren, zoo noodig, bij de auteriteiten en bij de regee ring; kortom, al wat tot zijn roeping behoort, en lange den geoorloofd en weg te bereiken is, doet de Boud in het belang van de straks genoemden. Wie nu meent zijn steun kieraan te moe ten geven, en die zullen er velen zijn, die late zich door gezette lezing en overweging der hem gezonden circulaires in dit gevoe len versterksn. O Zendeling John Elliot. De vredelievendheid van den zendeling Elliot, dien meu gewoonlijk den „Apostel dor Iudianen" noemt, en zijne moeite om alle Christenen te vereenigen was buiten gewoon groot. Als hij predikers hoorde klagen, dat eauigen in de gemeente hun bet ambt haast te zwaar maakten, bestond zijn raad in den regel in deze aanwijzing «Broeder, leer den zin verstaan van deza drie wsordeu draag verdraag vergeef Zijn liefde tot den vrede verleidde hem zelfs, soms het recht op te offeren. Toen aan eene vergadering van geestelijken een aantal papieren voorgelegd werden, die bijzonderheden bevatten over een strijd tussohen twee partijen nam hij haastig deze bescheiden, die voor dezen of geaen natuurlijk noodlottig waren, en wierp ze in het vuur, zeggende//Broeders, verwon dert u niet over wat ik gedaan hebik deed het dezen morgen alreeds op mijn knieëo, voordat ik onder u verscheen. Op den sterfdag van dezen zendeling, die tsehtig jaar weid, vond men hem be zig een Indianen-kind, dat naast zijn bed zat, het A B C te leeren. //Waarom rust ge niet van uwen arbeid vroeg hem een vriend. «Omdat ik God gebeden heb",zeidede waardige man, //mij tot mijn einde nuttig te maken. Hij heeft tot hiertoe mijn gebed verhoord, want nu ik niet meer prediken l z/Ik weet, Sire, dat mijn lot in uwe handen is. Gij kunt met mij doen, wat gij wilt. Ik vrees zelfs den dood niet nB mijn rust, mijn gezondheid en het grootste deel van mijn leven woor de liefde vaa miju madeburgers geofferd te hebben. Ik beroep mij op hun geweten, ik beroep mij op dat der EugelseheD, als zij mij kunnen bewijzen, dat ik hun toegedaan was of dat ik een daad heb bedreven, die de beiangen van Holland of Frankrijk sebandde. Hst is waar, de Hollanders hou den niet van de Engelsehen. Zij houden sleohts van hun land en men zal ze trou wer aan hun meester vinden dan men van hen denkt. Het is de godsdienst, waar aan zij deze beginselen te danken hebben. „Voor 't overige, Sire als een ander velk dan de Engelsoheu, als de EBgel- sohen zelf in deze stad terugkwamen, sou ik niets anders weten te doen dan heigeen ik gedaan heb, dat is te zeggen, te han delen als een eerlijk man". De aanspraak scheen op Napoleon een hem ocgewonen indruk te «akeneen kwartier lang onderhield hij zioh met de regeering van Middelburg over onder scheidene onderwerpen, doeh vluchtig en oppervlakkig. Hij bleef echter gedurende al dien tijd, volgens de getuigenis zijner boveliogeD, in de beste luim. Dat de keizer inderdaad door 's burgemeesters aanspraak buitengemeen moot getroffen zijn geweest, mag men besluiteu uit de getuigenis welke Genoraal Dureo kort na de audiëntie ervan gaf„Jamais enoore l'eospereur n'a harangué de eetie manière jamais enoore il a ditj'ai ea tort".

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1909 | | pagina 1