NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 251
1909
Woensdag 28 Juli.
23e Jaargang*
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J
DE JONGc-VERWEST, te Goes
F. P. D'rïUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Tengevolge van de steeds
grooter wordende oplage
van ons blad, verzoeken wij Q.H.
Adverteerders de advertentiën zoo
vroeg mogelijk in te zendenvooral
voor de nummers, die Vrijdags en
Zaterdags verschijnen, gelieve men
te zorgen, dat de annonces vdór 12
nar in ons bezit zijn, wijl anders
plaatsing in de lste editie van dat
nnmmer niet kan verzekerd worden.
DE ADMINISTRATIE.
De verschrompelende en afbindende
werking der „neutraliteit".
Snippers uit de oude doos.
IEOEREN WERKDAG DES AVONDS.
Pri.3 per drie maanden franco p. p1,25.
Enk ,'le nummers0,02'.
car aaMiHÉFai
UITGAVE D'.R FIRMA
un van
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 ''ent.
riWPssBjsasusT
aBMraaresKïMK.':."/
De opgaaf van den spoordienst
komt in cit nommer voor op de ge
bruikelijke plaats.
Het weren van het Bijbelsoh onderwijs
uit de openbare soholen van lager en voort
gezet onderwijs, dus ook uit 83 nntsia an
hoogere Lurgerpoholen, is by de jonge
lieden onzer dagen oorzaak van
schandelijke onwetendheid en
onkunde om tan te rillen.
Het doet
schade aan het gemoedsleven ea is ook
schade op 't gebied van wetenschap.
Hij draagt de schuld van
o> geschiktheid om het heden en hei ver
leden te begrijpen en van
eenzydige verstandsontwikkeling
versmaadt een middel tot verfijning en
veredeling van het gemoedsleven;
brengt de beste elementen onzer besehaving
in gevaar en
doet een machtig en invloedrijk ins't ument
van volksontwikkeling en volksbeschaving
te loor gaan.
Ziedaar punten uit een aanklacht, in
gebracht tegen eene neutraliteit, die ver
oorlooft de leerlingen met de historie en
het oredo van elke religie bekeurd te maken,
met uitsluiting slechts van de Christelijke.
Eene dusdanige neutraliteit, wel niet
met dieu term voorgeschreven, maar krach
tens omsdhrijving en bedoeling werkelijk
gehuldigd, Iaat duidelijk en klaar zien,
dat er eene antithese is. Slechts uit kraoEV
vau eoop onoplosbare antithese kan de
hand gehouden worden aan eene nsutra-
liteit, die onder dien naam de kiem van
het godsdienstig leven, het „semen religi-
.ODis" metterdaad vernietigt.
Evenwel de aanklacht is niet van ans.
Te Gouda werd ie uitgesproken in de
jongste algemeens vergadering van de
leeraren van gymnasia. Dr. N. J. Singels,
reoior van het stedelyk gymnasium te
Utrecht, braoht ze in bij zijne beantwoor
ding van de vraagWat te doen aan de
gebrekkige Bijbelkennis bij onze leerlin
gen? Zs komt dus van onverdachte ziids.
De spreker heeft zelfs niet van de Chris
telijke soholen gerept, als ïDriohtingen,
waar die wonderlijke, partijdige onzijdig
heid niet de alzijdigheid voor de eenzijdig
heid wijken doet.
We nemen het verslag vaa het Han
delsblad.
Spr. was blij de uitnoodiging te ontvan
ger), om dit onderwerp in te leiden, daar
hij nu gelegenheid heeft zijn hart te luchten
over een misstand, die hem reeds gerui
te es tijd gehinderd had. Het betreft hier
toch een leemte, die zich maar al te v&ak
doet bemerken, die de leerling, volwassen
meneoh geworden, en in de maatschappij
verkeerend, moet gevoelen en, die wéér
nog ham moet hinderen, die hem als be
schaafd mensoh menigmaal beschaamd zal
doen staan. Wat spr. bedoelt, is de schan
delijke, nagenoeg absolute onwetendheid
van het tegenwoordige jongere geslnoht
omtrent den Bijbel, Bijbelsehe uitdrukkin
gen en z.g. Bijbelsehe geschiedenis, een
onwetendheid, die wij aanbellen bij de
leerlingen der gymnasia, bij die der H. B.
S bij <al van jongelieden en ook ouderen
uit de zoogenaamd «betere" kringen niet
minder ook bij he», die zich aanmelden
voor het tfleggen van allerlei examens,
met name voor het lager onderwijs.
Spr. slelt op dan voorgrond, dat hij de
zaak wee seat te beschouwen uiieenoig-
puat van besehaving en ontwikkelingen
elke kerkelijke verhouding ver van zioh
zet. Is die grove onkunde, vraagt spr.,
geen sobaode voor het volk, dat róóveel
aan hel choone Bijbelboek ia danken
heef( Ih het niet bedroevend, dat een
z.g. beschaafd inensoh (het is een historisch
feit!) op de vraag, w«t Githeema* is, in
vollen ernst i°b en'woord gaf: een K&r-
tha&gsche vesting En de leerlingen van
hoogere klasssn van een gymnasium zou
den spr.'s ondervinding kunnen beamen,
hoe ontwikkelde jrrgelieden sooh dege-
8ohicdeais vaa Noaih, noeh die »aa Absa
lom, noch die van Saul en David, of Kaïa
en Abel kenden niat wisten waar en in
welk verband uitdrukkingen alsrik
waseh mijn handen ia onschuld", „ik ben
niet waard uw zoon genaamd te worden"
vosrkomen P Minne;. van gevestigde po
sitie, dia niet wisten wat eigenlijk op
Goeden Viijdag wordt herdacht, wat hot
Pinksterfeest beteekant, mannen, die het
roerende verhaai van Job meenden terug
te vinden in de Jobsiade van Buzoh Al
te veel staaltjes van dergelijke verregaand*
onwetendheid wil spr. niet aanhalen, maar
hij kan t*oh niet nalaten op eenige te
wijzen, opgedaan aan de examentafel, aan
welke de eandidaten voor het lager onder
wijs werden geëxamineerd, die na eenigen
tijd de hun toevertrouwde kinderen zouden
moeten opleiden tst ehrizteljjke en maat
schappelijke deugden. Kan aspirant moet
lezen, en toonen het gelesene te begrijpen.
Er vras gekozen uit de Trouringh var, De
Veer, dat stukje waarin sprake is van den
zoon van den gymt asiumrector, die Salomo
heette, en die gepredestineerd was, knap
te worden. Gsnr&agd werd, wat dat met
Sal< mo te maken hac „Wie was Salo
mo? „Eod philosoof». „Dat kan*.
„Waar waonde bij „Te Athene". „Dat
is n>is". j>Nee?, ik vergis »fj ook. In
Ejiypte*. Een philosoof in Egypte, is dat
wel juist?* //Neen, Salomo was een ko
ningszoon". „Dat is waarmaar weet ge
wel iets meer vat» hes» Wel eens gthoord
van Salomo'e eerste recht „Neen". „Wel
eens gehoord van David, Saul, Mozes
„Nooit van gehsoïd".
Er werd gelezen van «zich kruisen" en
„kruisigen", 't Onderscheid was niet be
kend De examinandus! wist, dat 9en zeke
re Jezus gekruisigd was. Da examinator
vroeg «Wie gaf bevel, dat het vonnis aan
321 FEUILLETON.
soon
SOALDIS.
Breskens.
II.
Bij het verleenen van dit octrooi d.d.
6 April 1510 ontstonden er verwikkelin
gen met de geestelijken van de Abdij van
8t. Pieter te Gent, welke eindigden met
eene overeenkomst, waarbij de Abdij de
helft van de vruohttienden in den Kleef-
sehen- en den Gt unterspoldet werd afge-
staan.
Ook met het Gravinne-hospitaal teRijssel
ontstond verschil »over de palen en limiten
van 't voornoemo- B e wijl het aan
spraak maakte op eenige dei in de bedij
king begrepene gronden. Deze geschillen
werden echter, evenals die ruet het Col
lego van den Vrije "an B-ugge, onder
welks reohtsgebied. de schenen vaa Bres-
kenszand gelegen waren, bij overeenkomst
van 6 Sept. 1517 uit den weg geruimd.
Door den geduohten vloed ran 1 en 2
Nov. 1570, is de heerlijkheid wel eenigs-
«ins gekrenkt,maarde polder Oud Breskens,
Is destijds niet, zooals sommigen meenen,
besweken, «naar de ongelukkige kiijgsbe-
roeriogen rezen in Jnni 1583, ie daze stre
ken op. Wij hooren uit de geschiedenis,
dat >de stad Oostburg en ombggeode dor
pen verbrand zijn geweest", in genoemd
jaar «zulks dat alle de ii.woi.ers vau dien
verloepen zijn", d. w. z de verschrikte
inwoners vluchtten haastig naar de vestin-
g?n eo lieten hun verlatene erven aohter
Aan de rcofcuokt en plunderwoede van
farm's rüwb soldafen.
Brugge en Sluis stroomden vol en de
dorpen en open© plaatsen werden ledig,
slechts bewoond nog door de stoutmoe-
digsten en de armeten.
Dit waren de vraeselijke gevolgen van
een, dezen oord meer en meer naderend co
krijg, dit was hel voorspel der worsteling,
waarin het laatst van al Sluis in 1587,
bezweek. Ook Breskens deelde in het iot
van zoo menige plaats ten plaiten lande
het werd deor het krijgsvo'k verwoest en
zijfo grond tan de baren prijsgegeven.
Hoewel de S'aten von Zeeland in Aug.
1591 aan de eigenaars van landerijen
waaronder vooral het armbestuur van
Vlissingen, vrijdom van een gedeelte tier
belasting verletndeu, werd eeo rerzeek
van den hertog van Kleef, doorzijn Com
missaris Gilles Coucke, aan de Staten ;n
Aug. 1595 gedea», om Breskenszand weder
bewoonbaar te maken, afgtwezen omvat
«de viand hem aldaer soeokt te prevaleren
tegen desa landen".
Ook bevestigt dit laatste ons het ootrooi
van 11 Nov. 1609, waarbij viijheid ver
leend wordt tot herdij ken van Breskens
zand Uit dit ootrooi hooren wij o.a, dat
de landen „door 't verloop vaa oorloge
nu omtrent zes en twintig jnren woest,
onbewoond en door de zee ingenomen
zijn, waardoor de dijken zijn weggeloopeo,
gebroken en er drie groo'e zeegaten zi,ti
ingevloeid", dat eigenaren der gronden
„in zoovele jaren het hunne door dec
oorlog hebben moeten missen, behalv*de
sehade, die de arme landzaten, ten tijde
van hst eerste verloop, tot hunne ruïae
hebben geleden".
Wjj verpemen dat ca de herdyking van
den polder, „de stede mot inbegrip
d*r „priesterage en kosterage» sleobts uit
eon dertigtal woningeb heitond 6b de ga-
haele heerlijkheid drie- k vierhonderd in-
en opwonanden '-ad, terwijl een paar hui
zen op den dijk weggedreven door den
hoogen vloed op Allerheiligen 1570", niet
herbouwd waren.
Zes jaren later kreeg de heerlijkheid
haar eigen reohi, mo^ ap) èl op Schepenen
ven den Vrije. Aan hst oosteinde van
dezen polder verrees het tegenwoordige
dorp.
De inwoners kregen nu vrij wat voor
rechten, die dec bloei hunaer plaats moesten
bevorderen en het getal harer ingezetenen
sterk doen aanwassen, zooalstolvrijheid,
geheel Vlaanderen, ja al het gebied van
Vlaauderens machtigen graaf dooreene
week- en jaarma-kt en gedeeltelijken vrij
dom van lasten, gedurende twint'g jaren.
Ton jare 1583 bestond de heerlijkheid
uit de polders: Oud Breskens, Jont-Breskens,
den Kleefschen, St Barbara- en Grunters
polder Zij had, te" tijd© Tan hare grootste
uitgestrektheid 'a oppervlakte van 2000 ge
meten, en bracht aas nkomsten op 2379
Ponden, 9 stuivers en 8 penn. «in ponden
van 20 stuivers Brabantsoh, de schelling
van óéaen stuiver brabantsoh en de 12
pennirgen voor ééaen stuiver".
De polder Jong Breskens werd in 1510
a»BgewonB0D, «verstrcomde ia 1570 ec
werd bij ons genoemd octrooi van Nov.
1609 en pas omstreeks 1632 herd ijk'.
In dezen polder liggen twee buurten
Waterloo en het Nieuwveer, niet Ter van het
gehucht Nieuwersluis, zoo geheeten t aa*
eene in 1756 gebouwde uiiwaferingeluis.
Wij hebben aizoo in t kort het een od
ander vernomen ton opzichte der opkomst
en verdere lotgevallen vaa de heerlijkheid
Breskens en gaan nu een bezoek aan het
tegénwcördige dorp brecgen, 't is 41 uur
noord van Sluis gelegen.
Jezus ten uitvoer werd gelegd Na eenig
nadenken kwam hot antwoord«Judas".
Is het niet om te rillen en te beven,
vraagt spr., en zouden zulke eandidaten
niet reeds hisro n alleen verdienen te zak
ken voor bun fximei>? Hoe ban iemand
iets voelen van ai 't geen in ons volk, in en-
ze letterkunde leeft, wanneer hij zoo on
kundig is van dsn Bijbel en wat daarin
staat? De Bjibs! toch en zijn inhoud zijn
van zulk een onir.^glijkeD invloed geweest
cp onze taal, op onze litteratuur, op ons
heele volksbes ban. Hoe zal men Slamix'
Bijenkoif, Vondels Lucifer en Jephta, de
reien uit de Gijs'recht, hoe Da Costa's poë
zie genieten, die overvloeit van kernachtige
Bybelaehe termer Nederlandsehe kunst
blijft een met ze en zegelen gesloten boek
voor hem, die van ie Bijbslsche geschiede
nis niat op de hocgte is.
De leerlingen hebben hooren verhalen
van Helena en B>uuhilde; ze kennen de
geschiedenis van Andromacho; van Re-
land, van dan Vos Reinaerde, maar Saul en
David, Hsgar en Maria Magdalena, Tobias,
Johannes de Doop9r, ze zijn hun vreemd.
Het klassieke uit da letterkunde van alle
tijden en volkeren wordt hun voorgelegd
en verklaard, masr de aartsvader-legenda,
da dichterlijke psalmen, waaruit zoo tal
van woorden en termen en heele regels in
onze dagelijksch9 spreektaal overgingen,
Job en zijn lydon, het is bun alles «terra
incognita". Veltn an het jongere geslacht
hebben geheel v ïleerd den weg te vinden
door de grootscha wereld van den Bijbel,
waarin het zoo noed is te wandelenzy
zijn in werkelijkheid vaeemdelingen in Je
ruzalem. Als de tymnaeiast, of H. B. 8.-
leerling de school verlaat, dan weet hij van
Socrates en zyn philosophic van Boeddha
en zija streven, maar in jammerlijke on
kunde nagenoeg niets van Jezus, zyn loer
en leven, van de groote profeten en richte-
ren Israëls.
Als liberaal-voelend mensch mag men,
zegt spr, trouw willen blijven aan het
openbaar en neu'raal onderwijs van de be
waarschool af tot, de universiteit toe, noch
tans ms>g men het nog wel uiten, dat men
geen vrede kan hebben met den heerschen-
den geest. Niet alleen dat het gemoedsls
Van uit Vlissingen met een der pro-
vieeialestoombooten vertrekkende, moeten
wij aldra, na buiten de haven gekomen
te zijn, uitroepen Welk een waterplas I
Reohts ligt de open zee voor ons en
zien wij in 't verschiet de duinen van
Walcheren en Kadzand, en ter linker
zijde, landwaarts in, de breede rivier zich
tot aan den horzizon uitstrekkend.
Driemasters en reusachtige stoomschs-
psn draagt het vaarwater, en beat kunnen
wij ons voorstellen dat Neptunis hier meer
dan eens offers eisehtp.
Osk kunnen wy ons goed indeakoD, hoe
veel moeite en gevaren de reiziger naar den
overkant kon hebben, toen slechts roeiboot
en zsi'sohuit de middelen van vervoer hier
waven.
Maar minder genaakkelyk maken wy ons
vertrouwd met de gedachte dat hier, zooals
we in den beginne zagen, 'n nie'ig riviartje
Zeeland van Vlaanderen scheidde. Reeds
terstond ligt hier een bladzyde voor ons
opengeslagen van die geschiedenis, die
verhaalt, hoe mac tige stroomen vloeien,
waar eenmaal land is geweest.
Intu schen, zooalvoortmymerende, stap
pen wij, na slechts een half uur varens, te
Breskens san wal. Al dadelijk trekt het
onz9 opmerking, dat de heven hier ter
plzstse zeer smal is, zelfs zóó sma', dat ons
schip, onmiddellijk terugkeerende, niet
zwasienkan, en dus steeds aehteruit moet
stoomen wil net in 't ruime sop komen.
Wel werd de haven in 1826 veel verbe
te, d, doch door de toen ter tyd nog be
staande forten was men niet in staat de
havenkom te verbretden.
Deze verdedigingswerken, aan den mond
der Schelde,bestonden, tijdens de Fr arische
ovsrheersching. uit de forten Napoleon en
Imperial, wélke na 1814 de namen ontvin-
n
ven er door geschaad wordt, den Bybel
niet kennen ia óók schade en gemis op
't gebied der wetenschap. Want gelijk de
Grieksche knust het klassieke voorbeeld
blijft vsor alle kunst, zoo blyft ook Israëls
godsdienst het exempel van de religie en
blijft altijd spreken tot de innigste gevoe
lens van onze natie. Pierson zei het ter cht:
«Israël behoort tot onze geestelijke voor
ouders."
Zou niet, vraagt spr., nevens voetbal
spel en tennisgame, eenige kennis van de
geschiedenis van het Christendom noodig
zijn, te midden waarvan men nu tooh
maar eenmaal Ieefi Van Luther, Calvin
en Zwirgli komt allicht sprake bij da
algemeene geschiedenis; maar wit weet
een met voet en arm, pa'don, met hart en
ziel voetballend en tencis-spelend jong-
mensch van den tegenwoordigen tijd, van
de verschillende seoten in de Hervormde
Kerk, van den stand der godsdienstige
partijen en de riohtiDgen, daardoor geïn
fluenceerd in de politiek? Is de geschie
denis onzer dagen te begrijpen zonder
eenige kennis van Groen van Prinsterer,
van Kuyper, van het Réveil. Wie kan
oordeelen over clericalisms en Calvinisme,
wanneer men den oorsprong niet eenigs-
sins kent, en wanneer m.n op den geheel
vreemden bodem der onverschilligheid
staat Wat kan zoe iemand weten van
orihodox, ethipoh-ireniseb, gereformeerde
kerk A en B, doleerend. afgescheiden en
zooveel andere teioien op kerkelijk gebied,
die men elk oogenblik in dagbladen e. d.
tegenkomt
Spreker maakt ook in verband met de
klachten over eenzijdige verstandsontwik
keling, over het deftig; doen van onie
jongelingen opmeikzaam, dat voor verfij
ning en veredeling van het gemoedsleven
het lezen, kennen en genieten van den
Bijbel een middel is. Io den Bijbel schuilt
zulk ean schat van blijden levenslust, van
gezonden humor, van ernstige wijsheid,
van zedelijke kraoht. Is het te verdedigen,
dat tal van ouder3 dien Bjjoel voor hun
kinderen gesloten houden
Spreker stelt met nadruk, dat onze
besehaving in haar beste bestanddeelen
gemoeid is met het bedroevend feit, dat
gon van Frederik Hendrik ea Wilhelmus,
alsmede dan versterkten toren Gaffarelli,
aldus genoemd naar den beroemden géne
raal Louis Cnfi .relli en ns. het vertrek der
Franechen, toren Nassau gbheeten.
Ia 1835 werd hat haven iort, ook wel het
fort Breskem genoemd, als 'n onregelmatige
zevenhoek aangelegd.
Deze versterkingen,welke met de vesting
Vlissingen in verband stonden, begon men,
op last van den Keizer, in 1808 te bonwen.
Ze werden geslecht na de opheffing der
genoemde vesting in 1870.
Als eene krijgskundige bijzonderheid
vinden we nog vermeld, dat de Franechen
meermalen beproefd hebben om van uit de
vesting Vlissingen naar Bre tkens, depêches,
in een hollen kogel over de Schelde te
schieten, wat slechte enkel* malen gelukte.
Het daarvoor gebezigde amk geschut lag
nog tot 1870 te Vlissingen op den wal.
Onze wandeling van af de haven voort
zettende, slaan we den hoek om en passee-
ren aan onze rechterhand hot in 1868 nienw
gebouwd mooie post- en telegraaf kan'oor,
en aan onze linkerhand een verlengstuk der
haven hetwelk als te veal opgeslykt zynde
geen dienst meer doet, vermoedelijk is het
in vroeger tyden een spuiboezem geweest,
die zicb onder het dijkje door, wat we nu
overgaan, aan de andere zyoe ontlastte.
Verder gaande komen we ir dsdorpf raat,
wel voorzien van mooie w nkels, waar we
van alles to koop vinden. Aan de linker
zijde dier straat ontmoete! - we het welbe
kende logement «le camen d or". Dit is nog
dezelfde herberg, waarin Keizer Napoleon
in 1811 verto fde, toen h\ van daar uit,
bevel gaf de verdediginge /erken rondom
de haven op nieuw uit té breiden.
Worit terbolgd.j