VOOR ZEELAND. No. 242. Zaterdag 17 Juli 23e Jaargang, GHRISTELIJK- HISTORISCH Da Fransehe Revolutie. VERfGHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JCNGE-7ERWEST, te Goes F. P. D'r!ü:j, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN xfimimilancL 1EDEREN WERKDAG DES AVONDS. Pri,s per drie maanden franco p. p1,25. Enk 'le nummers 0,02'. UITGAVE DER i-'lRMA UN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 ''ent. II. In ons vorig artikel bezagen wij de eers'e antirevolutionaire stelling van den vrijzinnigen' oir. v. Bommeler. Niet minder belangrijk is de ontwikke ling der tweede stelling, dat nameljjk de Fransohe Revolutie voor Frankrijk een buitengewone rauip is geweest. Schrijvers betoog dient om aan te too- nen, dat indien de Revolutie niet gekomen ware, de veranderingen die in het oude régime broodnoodig waren, geleidelijk en op vreedzame wijze zouden zijn gekomen, evenals in Engeland, waar men sedert lang bet schouwspel ziet vau zulk een geleidelijke verandering, waarin de mid deleeuwen ea het oude régime langzaam verdwijnen, om plaats te maken voor al de instellingen, zeden en richtingen, goede en kwade, van de nieuwere samenleving. Frankrijk is zoo gelukkig niet geweest. En toch, zonder de Revolutie had dit ook hier kunnen gebeuren. Maar door nieuwe wijsgeerige, godsdienstige, politieke en maatschappelijke ideeën waren de breinen verhit; men verwijderde zioh van het bestaande en wierp zioh hals over kop in het nieuwe en het onbekende. En dat nieuwe In zioh zelf negatief, en dus niet maoh'tig om op te bouwen baarde Frankrijk slechts ellende en sobande. Immers er waten, lang voor 1789, reeds tal van hervormingen in 'i leven geroepen. Geweld was onnoodig geweestwant de burgerij was rijk, onderwezen en machtig, en met hare maatschappelijke onderge schiktheid niet langer tevreden. De oude instellingen van de Koninklijke macht en den adel werden door de algemeene opinie niet meer gedragennoch in de regee- ringskringen en in die der bevoorrechte standen, noob bij de burgerij en de grooie massa. Het koniogsohap, de adel en de aristooratisohe geestelijkheid wareD in vol slagen verval, niet in staat te strijden tegen de krachtige klasse der burgers en van het volk. Had men een vreedzame oplos sing gezocht, men zou haar hebben ge vonden. Maar men was in een roes, men zocht er tiet naar 1 De mennen der revolutie hebben slechts de ;goede en kwade denkbeelden hunner voorgangers uit het midden en de tweede helft der achttiende eeuw verwezenlijkt. De vrijheid en gelijkheid die zij predikten, de rechten van den mensob, desouverei- niteit en de zaakgelastigden des volks, de geheele leer der demooratie, de afschaffing der onwenaohelijkheden in de lijfstraffe lijke rechtspleging, van dat alles Was Vol taire reeds de welsprekende advocaat ge weest. Buiten Frankrijk had Beooaria bet reeds geëisoht. De eenigeu die er tegeu waren, waren de overheidspersonen. Waarom heeft Frankrijk dea beteren weg om tot hert orming te komen niet be wandeld f Er was reeds een neiging tot hervorming (de schrijver somt er onder scheidene op), maar nu werd het proces gewelddadig gestuit. Het onderwijs der revolutie bestono i_> ;e^ .i gloosheid en tirannie, gevolgd straks door despotisme. En wat hei Frsnsohe volk nu mist, dat is de Engelsohe vrijheid, die geen juk kent nooh duldt, die zioh weet te doen eerbiedigen, omdat allen die eenige open bare macht uitoefenen een onmiddellijken, vastbesloten en algemeenen tegenstand verwachten, bij den minsten aanslag tegen den persoon, hst huis, het privaat of pu blieke recht, plaatselijk of algemeen, van wie het zijn moge De gouvernementen die na de revolutie ziju gekomen vervielen dan ook licht weêr in willekeur, onder drukking, despotisme. Aan de andere zijde heeft de Revolutie Frankrijk een viervcudige Lezoeking vermaakt: onvastheid in de politiek, een verwoeden strijd der staatkundige partijen, overdreven uitzetting en eentralieeerlng der regeeringswerkzaamheden, en de heer schappij van hel demooratisoh beginsel, dat ui'gaat van de onderstelling dat ieder het recht heeft om te heersohen, dat ieders wil of goeddunken de eenige wet voor zijne heerschappij is, van het absolute reoht der meerderheid en het niet beslaan van het recht der minderheden, en eindelijk dan de stelling dat de regieringen de dienaais zijn der geregeerden. Men ziet dat aan het vonnis van dezen rechter niets ontbreekt. Het is zoo scherp en besüat mogelijk. Maar men beschonwe eens het tegenwoordig Frankrijk, in zijn politieke stuiptrekkingen, zijn eikaar ver scheurende partgen en zijn sukkelen van het eene jaar op het andere, altijd in staat van crisis, en men vrage dan wat de oorzaken mogen zijn vat» zooveel ellen de f Frankrijk is inderiaad niet wat het wil doen gelooven het model van Europa 1 In plaats van de Revolutie te kronen, zal het wel doen haar vaieche legende, als een legende te gaan betohou wen, haar eeredienst te laten varen, en nieuwe baneu in te slaau om zijn grootheid te herwinnen. ii De Revolutie is voor Frankrijk een reden lot verontschuldiginggeenszins een zaak om zich op te beroemen'', zoo besluit hg tereoht Ook het betoog naar aanleiding van zijn derde stelling is belangrijk De zedeleer der revolutie en dChristelijke eedeleer zijn tegenvoeters. Zulks te meer omdat hij als vrijzinnige onze antirevolutionaire,Bybelsehe uitspraak dat 't beginsel der (Fransche) revolutie was opstand tegen God, niet beaamt, maar be strijdt. Doch dit laten we voor het oogenblik rusten. Het beginsel dus niet, maar de zedeleer dier twee Fransche revolutie en Chris tendom staan volgens hem dan toch wel tegenover elkander. En hij zegt daarbij sohoone waarheden, op historisch onderzoek gegrond. Met instemming volgen we hom dan ook, waar hij schrijft „De revolutionaire moraal decreteerde öp allerlei wijze rechten, maar van plicht werd niet gpsproken. Het recht voor iedereen op de heerschappijhet recht voor de moor- derheid om op tiranni8che wijze haren wil op te leggen aan de dissideerendo minder heden. Het recht op de vrijheid en de ge lijkheid, en hot recht om die met geweld te bemachtigen, maar niet den plicht om hear vrijwillig toe te staan aan anderen. Van plicht wordt slechts gesproken ten aanzien van de gehoorzaamheid aan de (revolntio- naire) wetten en de diensten die men aan de maatschappij verschuldigd wan of ge- ljjk in de constitutie van '93, van den „hei ligen en onaficijsbaren plicht d;is lolkn en van elk deel des volks, om opstand te maken, wanneer de regeering de rechten des volks mocht schenden". „De revolutionaire zedeleer zoooon- oludeert de Bohrijver is dus een zede leer vaD ae zelfzucht. Zij spreekt iot hare belijders: „Denkt ia hat politieke aan nietB dan hot uitoefenen van uw recht en het doorzetten van uwen wil; duld!geen maatschappelijke meerdeiheid van iemaod anders boven uverdraagt goeD macht die niet voortvloeit uit den wil des volks waarvan gij deel uitmaakt, of uit die der meerderheid maakt opstand tegen elke schending uwer reehtan." De Christelijke zedeleer daarentegen, zonder te verklaren dat in omstandigheden het niet loffelijk zou ziju met de wapens in de hand, zijn vrijheid, zijn eigendom, zijn rechtsgebied te verdedigen of te hernemen, heeft zioh niet gehaast den mensoh het wreken van zijn rechten voor te schrijven. Daarentegen leert zij hem verootmoediging en verloo chening, geduld en vergaving, liefdadig heid en toewijding, den zedelijken plicht en het ofier; terwijl zij veroordeelt de begeerlijkheid ea dea nijd, het verlangen om te heersohen en het niet kunnen dra gen dat een ander boven ons gesteld zij. Deze voorschriften der Christelijke moraal zijn da zuivera tegenstelling vou de zode- leer der revolutie." Acht men dit teveel gezegd en beweert men dat dtz> tweeë'lei moiaal op staat kundig ge Verf elkaar niet weerspreker, omdat de christelijke zedeleer enkel over het persoonlijk leven spreekt en de poli tiek ongemoeid laat dan betwist de schrijver ook deze meaning als ongegrond. „Met het Christendom was het anders dan met de tegenwoordige volksgodsdien sten het verbreidde zioh in de toen be staande maatsohaprijen en leefde in een omgeving waaraan net vreemd was eerst in het groote romeinsohe rijk, later in de germaansohe wereld die zich ilacgzaam uit den toestand der barbaarsobheid op hief. Dit verklaart waarom het Christen dom, het evangelie en do kerk, slechts een ersoonlijke zedeleer hebben onder wezen, die over de staatkundige zedeleer het stilzwijgen bewaart. Desniettemin vloeien uit den geest van de persoonlijke zedeleer, welke het onderwijst, van zelf gevolgen voort, die de uitoefening der tijdelijke maoht raken. Dié gevolgen zijn niet, gelijk hij de moraal der ouden, oorlog te vuur en te zwaard tegsn tirannen, niet toewijding aan het vaderland of de stad, als aan een wezen dat boven de burgers verheven is, waaraan zij gehouden zijn zioh op te offeren, en waaraan hunne hoofden gereoh<i;d zijn hen zonder schroom op te offuen. Het voornaamste gevolg is ongetwijfeld dit, dat alle uitoefening van macht in de maatschappij moet beschouwd worden als de vervulling van een zede lijken plicht jegens de maatschappij of den naaste, en niet als de uitoefening van een recht of een middel om zijn wil te doen triomfeeren. Deze zedelijke plicht rust noodwendig op allen die geroepen worden een deel, zij het ook het aller geringste, uit te oefenen van de macht in de maatschappijop den minsten kiezer, evengoed als op eiken ambtenaar of over heidspersoon of op de vorBten der aarde. Derhalve is op staatkundig gebied de Chris telijke zedeleer inderdaad de zuivere tegenstelling vau de revolutionaire moraal, die iu baar uitgangspunt onzedelijk is." De schrijver beweert dan ook dat de naam van patriotten, vaderlandslievenden, door de revolutionairen geheel ten onreohte werd gedragen want het vaderland waren niet zij, die eeD oproerige factie daarin vormden en de geschiedenis wilden doen stilstaan, maar de slaohtoffers der revolutie, de uitgewekenen en de legers, die tegen deze revolutiemannen hebben gestredOD. De eenige deugd, die uit den revolutie tijd te prijzen valt, ziet hij in de zelf verloochening dergenen, die in het begin hunDe privilegies (eu cffir gebracht hebben op het altaar van het vaderland. Oage- lukkig m iet die cohter niet op naam der omverwerpers van het oude régime, maar op dien der slachtoffers van de revolutie worden geboekten de eenige dank, dien de revolutionairen hun daarvoor hebben toegebracht, is geweest laster en vervol ging. Do naam aristocraat toeh stond gelijk met verrader of openbare vijand, en baande den weg tol vogelvrijverklaring, of erger, tot de lantaarn of de guillotine. 16 Juli 1909. Bij de stemming voor den gemeenteraad in Middelburg III viel 't op dat er vele briefjes waren ingevuld met: Verhage en Ooderdijk De Middelb. Crt. concludeerde daaruit dat vele antirevolutionairen gestemd heb ben op den socialist. Maar allicht is 't omgekeerde ook waar dat vele socialisten hebben gestemd op den antirevolutionair, voegt zij er bij. Wij weten 't niet. Niemand weet 't. O ik ai houdt Het VolU een lofspraak tot de 34 antirevolu tionaire kiezers die hun stem aan Onder- dijk gaven. Wij aanvaarden nooh dien lof voor de 34 antirevolutionairen, nooh den twijfel of die 34 ook socialisten kunnen geweest zijn. Enkel omdat wij 't niet weten. Alleen herinneren wij er asn, dat er bij j ielere stemming kiezers zijn die een can- j didaat van een bepaalde partij stemmen, en uit vriendschap of dankbaarheid of uit kraoht vau goede buurschap of ver- pliobting, of uit aardigheid of makeloos heid, of uit wat oorzaak dan ook, er een caodidaat bij stemmen die niet door de partij is aanbevolen of Z9lfs door deze be streden wordt. Dergelijke individualisten, partijloozen, kleurlooze-middonsstofkiezers brengen een partij wier oandidaat 't won, onverdiend in opspraak. Intussohen doet 't ons genoegen uit Het Volk te vernemen dat 229 biljetten alleen Oaderdijk «auwczeD; 34 alleen Sohorer. Liberalen en antirevolutionairen samen hebben derhalve 428 stemmen uitgebracht nu bleven er nog 219 kiezers thuis waar onder volgens Het Volk 25 socialisten. Rist 194, welke, gevoegd bij de 428 van Verhage, een overwegend stemmenoijfer kuuoen bezorgen aan hen, die in tegen spraak met de meening van het Volk (fit bericht uit Middelburg in.'t no. van heden) overtuigd ziju dat de maatschappelijke belangen van den ohristelijken arbeider bij den sociaal democraat niet het vei ligst zijn. De „Utr. ch'sche (oud liberale) Kieaver eeniging" besloot met 89 tegen 12 stemmen behalve de liberale en vrjjzinnig-d<m( cra- tische caudidaten ook de sociaal-democra tische candidaten voor den gemeenteraad tegenover de antirevolutionaire en chr. his torische candidaten te steunen. Wat dr Bronsveld hierop zeggen zalhg die altijd zoo groote sympathie toonde voor deze Utrechtsche Kiesvereecigingen wiens chr. h;storieche Kiesvereeniging altijd dezelfde candidaten stelde als ge noemde Utrechtsehe 1 Mr. O. J. H. Graaf van Limburg Stirum. f Te Godesberg is op 54 jarigen leeftijd overleden mr. O. J. H. Graaf van Limburg Stirum, die gedurende eenige jaren lid der Tweede Kamer was voor Sohiedam. Door zijn verblijf iu Iudië behandelde hij bij voorkeur koloniale aangelegenheden, met name die der koffie cultuur en de Chris telijke zending in de buitenbezittingen. Hij rangschikte zioh bij de Cbr.-Histori- sche Partij. I Mr Tideman opnieuw aan 't onthullen. Dp heer mr Tideman heeft een nieuwe wereldschokkende ontdekking gedaan. Wij lezan ziju blaadje riet, maar Haarlem's Dagblad kDipt daaiuit het volgende: „In Haarlem en omstreken moet zioh i eene vereen'ging vormen van winkeliers, r.-k. en anti-revolutionaireD, die onder- liog zioh, op straffe een »Iouterings- j proces'' te zullen ondergaan, verbinden, f niét aan vrijzinnigen te leveren, of een maal geleverd hebbende, onder geen voorwendsel betaling te verlangen." Wij hebben naar dit bericht niet verder geïnformeerd, want wij kunnen ook zonder nat wel verzekeren, dat het onzin is," zegt het H. D. daarbij. Gelukkig dat ze deze verzekering ver nemen, de winkeliers, die voor zoo vree- selijk dib'Enma werden gesteld van óf een loutering-, proces te ondergaan, óf een reeks sohadep-'P'en te lijden. Maar moet men nu werkelijk een man, die zulke onthullingen doet, voor vol aan- j zien Naar wij vernemen, zal de indertjjd eervol, doch niet op verzoek, uit den In- dischen militairen dienst ontslagen majoor der eavalerie Posuo, die herhaaldelijk bij regeering en volksvertegenwoordiging op herstel van onrecht heeft aangedrongen, binnenkort worden herplaatst in den dienst van het gouvernement, en wel bij den Iadisohen burgerlijken vé érinairen dieDet. Middenstands congres II. Behandeld werd: Het kredietvraagstuk van den middenstand. Dr Neuwens gaf praeadvies met deze oonolusie: Het door den middenstand te gdven krediet moet worden beperkt binnen öe grenzen van het redelijke, en alleen bij uitzondering mag een lang krediet worden toegestaan. Allen moeten samen werken, maar vooral de middenstanders zelf, om aan de misbruiken van hei krediet geven ten spoedigste een einde te maken." De heer v. d. Maesen concludeert lo. De oprichting van kredietinstellingen voor den handeldrijrenden en industrieelen middenstand, ter verstrekking van tijde lijke kredieten, is beslist noodzakelijk. 2o. Daai het oprichten van krediet instellingen voor den middenstand een levensvoorwaarde is, is de Regeering ver plicht het initiatief tot opriohing te steunen. 3o. Op plaatsen waar de middenstand Diet bij machte is het benoodigde kapitaal geheel of in voldoende mate bjjeen te brengen dient het Rijk tegen lage rente kapitaal beschikbaar te stellen. Aan het einde van z\jn preadvies, geeft Mr. Korthals Altes de volgende conclusies. lo. De staat zal door hot verleenen van subsidies de oprichting van plaatselijke middenetandskredietbanken op coöperatie ven grondslag hebben te beïorderen. Van deze credietbanken zullen alleen sjj leden kunnen zjjp, die zelfstandig onderne mingen drijven in klein-bedrijf of klein handel- De te verstrekken kredieten zullen alleen mogen strekken om het voortbestaan der onderneming te verzekeren (niet voor op richting noch voor uitbreiding der onder neming) 2o Voorzoover plaatselijke kredietban ken niet krachtig genoeg zijn om recht streeks met de geldmarkt 't noodige verkeer te kunnen onderhonden, zullen meerdere plaatselijke banken tot een groep of tot een grootere bank (districtsbank) moeten wor den vereenigd. Ook voor de oprichting van deze groepen of distrietsbanken en ter bestrijding van de kosten, verbonden aan de onmisbare eontt'óla, uit te oefenen door bet bestuur van de groep of van de distriotsbank op de plaatselijke banken, zal van staatswege subsidie moeten worden veriaend. 3o. Alleen dan zal van staatswege de oprichting eener centrale middenstands- kre rietbank al of niet met geheele of gedeeltelijke voorziening iu het benoodigde bedrijfskapitaal,moeten worden bevorderd, indien mocht blijken, ca. de groote plaat selijke middenstandskreiietbanken en de groepen ef distrietsbanken geen of niet voldoende steun mooht vinden bij de geld markt. De praeadviseu W. H. Nederhoed uit Leeuwarden kwam tot de volgende con clusies ij Het oprichten van kredietbanken voor en door den middenstand is gebleken wensohelijk en mogelijk te zijn. 2 De wijze waarop in hst noorden des lands wordt voorzien in het verstrekken van krediet aan middenstanders verdient de aandacht van alle bij den bond aan gesloten vereenigingen. 3. Het bevorderen *au de opriehticg van middenstands-kredietbanken is een dure plioht van den Middenstandsbond. De heer Fiedeldy Dop herinnert dat als de middenstand ging decreteeren»wij sohsffen het erediet af" dit geen gevolg zou hebben. De quaestie is hier evenwelin welke richting zal gestuurd worden. Wanneer men bestudeert het „waren- huis 'bedrijf en dat der coöperatieve ver eenigingen ziet men, dat het krachtigste middel, dat die instellingen hebben is de contante betaling- De slotsom waartoe spr komt is niet „wy moeten het crediet ar-chsffm", maar „de Middenstand sture aan op contante betaling".

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1909 | | pagina 1