NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 227. 1909.
Woensdag 30 Juni.
23e Jaargang
HISTORISCH
CHRISTELIJK-
VERfGHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGl-VERWEST, te
Goes
F. P. DV.UIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
De opgaaf van den spoordienst
bomt In cllt Kommer voor op de ge
bruikelijke plaats.
Tengevolge van de steeds
grooter wordende oplag.t
van ons blad, verzoeken wij H.H.
Adverteerders de advertentiën zoo
vroeg mogelijk in te zenden; vooral
voor de nummers, die Trijdags en
Zaterdags verschijnen, gelieve men
te zorgen, dat de annonces vóór 12
nar in ons bezit zijn, wijl anders
plaatsing in de 1ste editie van dat
nnmmer niet kan verzekerd worden.
New-York, Fort Amsterdam, Man
hattan island in den tijd van Henrik
Hudson en tijdens de West-Indische
Compagnie.
Zjj waren éen erdieping hoog, hadden
daken van stroo en houten sohoersteenen.
Id 1626 was het aangegroeid tot een dorp
van tweehonderd inwoners, dat zioh in
een paar jaar tot driehonderd uitbreidde.
Uit dezen tijd dateert de naam Fort
Amsterdam.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,02®.
UITGAVE DER FIRMA
^.N VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 ''ent.
DE ADMINISTRATIE.
Men ernstige beschuldiging
tegen Dr. Kuyper.
Onder dit opschrift bevat de Midd. Crt.
het volgende:
Onlangs werd door Het Volk de aandaeht
gevestigd op een uiting van den heer mr.
Tideman te Haarlem in een kiezersverga
dering te Ommen waarin hjj beweerde dat
dr. A. Kuyper, toen hij minister-president
was, f li.000 ontvangen had van iemand te
Amsterdam voor het toekennen een er rid
derorde.
Thans heeft een der redacteuren van
Het Volk een onderhoud gehad met mr.
Tideman en daarvan wordt een uitvoerig
verslag gegeven.
De heer Tideman handhaaft hetgeen
door hem <s beweerd en staaft dat door
overlegging van verschillende documenten.
Daaruit nljjkt dat de dame, die als tus-
sehenpersoon optrad, was inej. Mathilde
Westmetier te Amsterdam.
Deze dame stond in betrekking met dr.
Kuyper en met de heeren R. Lehmann en
E. A. Lehmann te Amsterdam-
De hoer R. Lehmann zou haar groots
sommen hebben beloofd indien zij Minister
Kuyper wist te bewegen hem een Neder-
landsche ridderorde te verleenen oudeheer
E. A. Lehmann zou ook in die richting met
baar werkzaam zijn geweest.
Mej. Westmeyer had geen bewijsstuk
ken omtrent hare correspondentie met den
heer Rudolph Lehmann omdat zij die terug
had gegeven aan diens secretaris, die haar,
onder die voorwaarde, f 1000 leende.
Wel was zy in het bezit van schrifturen
"FEUILLETON.
In het jaar 1009 zond de Oost-IndÏBohe
Compagnie Henrik Hudeon er op uit,
nieuwe verkeerswegen te zoeken voor
baar handelsvloot. In zijn klein vaartuig,
»De Halve Maen" geheeten, stak hij den
Atlantisohen Oceaan over en, na geland te
zijn te New-Foundland, Capo Cod en Dela
ware, voer de koene zeevaarder ten slotte
de haven van het tegenwoordige New-
rork binnen. Tusschen de-rotsen door,
voer hij de later naar hem genoemde Hul
a°ih °P» aan de plek, waar thaus
Albany ligt, onolertussohan handel drij
vende met de inboorlingen. Hij had de
noop gekoesterd, dat de oreede stroom de
i»ng gezoohte Westelijke doorvaart was
osar Iadiëmaar toen hij bij Albanië tot
e ontdekking kwam, dat hij sleohts een
eede rivier bevoor, koerde hij terug en
koen naar Holland, waar hij terug-
erde mat de mededeeling, dat de ont-
tei lauden xeeriijk waren aan pelsdieren.
vo!g«nde jaar zonden eenige Hol-
sehe kooplieden Adriaen Block met
H») lne?Jen^eel der bemanning van «De
Wfirfu j.aaa" wederom naar de Nieuwe
in k A., r.' ®4"! om handel tedrijven met de
Deze nam de beide zonen
FTnir.nH ^iaansoli opperhoofd mee naar
terug. Het waren de eerste New-
van mej. H. (S. S.) Kuyper waaruit blijkt
dat dr. K. door hare bemiddeling f 11.000
voor vcrkiezingsdoelei den ontving en dat
aanwijzingen werden gegeven hoe gehan
deld moet worden om een ridderorde te
bekomen.
De heer R. Lehmann werd benoemd tot
officier in de orde van Oranje Nassau en de
heer E. A. Lehmann werd op de ljjat ge
plaatst om geridderd te worden, maar in
middels? viel het het ministerie Kuyper.
Het Volk zegt het vermelde woordelijk
uit den mond van mr. Tideman te hebben
opgeteekend en niet te aarzelen het te pu-
bliceeren, omdat ook een eigen onderzoek
voldoende aanwijzingen gaf voor de juist
heid vaa het medegedeelde en de echtheid
der documenten.
Over deze geschiedenis, of liever over
deze door allerlei combinaties door een dr
Knyper gramme socialistische en vrijzin
nige pers tot geschiedenis bijeen gewron
gen voorvalletjes, wordt door deze objec
tie ;e saam vatting van de Middelburg sche
voldoende licht verspreid.
Maar niet alle bladen zijn zoo objectief
in hun weergeving.
De Nieuwe Crt. oppert twijfel van de
juistheid der combineeriugaDdere bladen
namen het verband der feiten als vaststaand
aan, en deden er nog een en ander van
zichzelf bij.
De Goesche Courantzeker gedachtig aan
Wilson den (liberalen) schoonzoon van den
Franschen President Gravy, schrijft beven
't gretig overgenomen relaas van Het Volk
„Handelaar in ridderorden"noemt de be
schuldiging „gegrond en bewezen" en
schrijft deze, stellig strafrechtelijk vervolg
bare, woorden neer: «Kuyper, handelaar
in ridderorden, Kuyper f 11.000 opstrijken
de voor een oranje Nassau lintje dat hij een
Amsterdamsch koopmanverscbafte; f 11000
waarvoor Kuypers dochter een bericht van
ontvangst en dank schreef'.
Iets verder schrijft deze, nog niet van
haar razernij bekomen redactie, van «ge
konkel* en ze schrijft aan het slot
«Voor het geval nu Koyper zijn zin
krijgt en weer minister wordt, weton lief
hebbers van lintjes den prijs en het adres
«Officicier in de Oranje Nassau-orde
f 11000.
„Ridder zal wel wat goedkooper zijn.
Men vrage prijsopgaaf aan dr A. Kuyper,
Kanaalstraat, Den Haag. Niet goed, geld
terng
Yorkers, die Europa bezochten.
In het jaar 1612 zonden eenige Amster-
damsche kooplieden twee schepen, «De
Tijger" en «Fortuna", onder Blok en
Christiaensen, wederom naar deze streken.
Ter hocgte van Albany riohtte deze laatste
fort Nassau op en begon een levendigon
ruilhandel met de Mohawks, tot welk doel
hij eenige houten hutten bouwde op Man
hattan Island, vijf huizen ven de plaats,
waar de kantoren der Holla&d-Amerikfe-
Lijn thans gevestigd zijn. Blook rustte een
nieuw schip uit, «De Onrust", en verkende
daarmede de kust tot Blook Island.
In 1614 verleenden de Staten-Generaal
aan eenige Amsterdauisohe kooplieden voor
den tijd van drie jaren het recht, op deze
landen handel te drijven, en in 1621 gaven
zij de concessie aan de West-Iodisehe
Compagnie, die zij hierbij toestonden ver
dragen te sluiten, soldaten in dienst te
nemen en recht te spreken. De W. I. C.
zond een aantal personen in haar dienst
verder de binnenlanden in, die met de
Indianen 't verdrag van Tasawentha sloten.
Tot 1624 waren het sleohts personen in
dienst der Compagnie, die zich tijdelijk
ia de kolonie vestigden, maar in dat jaar
kwamen de eerste emigranten uit Holland,
in hun schip «Nieuw Nederland de haren
binnen. Zij kwamen met hunne huiege
zinnen, hunne paarden en hun vee en vier
jaar later kwamen nog vier schepen mat
kolonisten uit Holland, die eveneens hunne
huisgezinnen en hun veestapel meebrachten.
De eerste afstammelingen van deze emi-
Alle bestellingen boven de f 10000 franco
aan huis door geheel Nederland I
„Zegt het voort t"
Wjj zyn benieuwd of dr Kuyper den
humanen schrijver van deigelyke grof
heden niet eens op zyn nommer zal laten
zetten.
Ontdoet men echter de quzestie van de
franjes, en haalt men den valschen draad
er uit, dien Kuyperhaat er door vlocht, dan
komt men tot de volgende feiten, door dr
Kuypsr zeiven in De Standaard van heden
aldue meegedeeld
In no. 2829 van Het Valk leest men de
mededeeÜDg van een interview, reeds blij
kens den titel: Lintjes handel, strekkend,
om den indruk te maken, als had ik in 1908
de verleening van een ridderorde bevor
derd, teneinde daaruit munt te slaan, niet
spreekwoordelijk, maar in eigenlijken zin.
Naar aanleiding hiervan veroorloof ik mjj
op te merken:
lo. dat ik het aanzoek om een decoratie
in Januari 1902 gedaan, terstond afsneed
door op te merken, dat hier voor geen enkele
titel aanwezig was. Bij het aanzoek werd
van geldaanbod ook niet met één enkel
woord gerept;
2o. dat anderhalf jaar later te mijner
kennisse kwaia, dat do Consul Generaal
van Griekenland zich in nationalen zin ver
dienstelijk had gemaakt, door aan do Ne-
derlandsche krijgsgevangenen uit den Boe
renoorlog, die de Eagelschen op één der
Bermuda-eilanden hadden geïnterneerd, de
middelen te verschaffen, om naar hun va
derland terug te keereD, alsmede door aan
de Nederlandseh© Kolonie op Ceylon gel
den te zenden voor de wederopbouwing
van haar monumentale kerk uit de 17e
eeuw,die in was gestort. Vooral in den Con
sul Generaal van een vreemde Mogendheid
mocht dit niet onopgemerkt blijven, en uit
dien hoofde is hij toen voorgedragen voor
een decoratie in de orde van Oranje Nassau.
3o. dat ik hst feit, dat de aanzoekater
van den gedecoreerde f25 per weekont-
ving, eerst zag uit het thans meegedeelde
interview. Wel wist ik, dat zij en hare fa
milie reeds voor jaren geholpen werden;
4o. dat na ot in verband met deze deco-
reeriug, door mij niets, onder wat vorm
ook, is ontvangen noch voor mijzelf, noch
met bestemming voor een verkiezingsactie,
die in 1901 bovendien niet aan de orde
was;
granten, te New-York geboren, waren
Jean Vigne, de latere brouwer en schepen
der stad en Snrah Ropaelje, de eerste
«New-York girl". Aan het boofd der kolo
nie stond kapitein Mey, in 1625 opgevolgd
door Willem Verhuist.
In 1626 kwam Peter Minuit, de nieuw
benoemde gouverneur in het fregat «De
Zeemeeuw" uit het moederland over. Hij
was de eerste van de vier meer bekende
Hollandsohe bestuurders der kolonie. Hij
kocht Manhattan Island van de inboorlin
gen voor een waarde van zestig gulden san
kralen, knoopen en andere snuisterijen.
Dit eiland, waar thans New York op ge-
bouwd is, was toen bosohrijk en heuvel
achtig. Bet kreupelhout herbergde panters
en wolven en onenig schaap der kolonisten
viel ten prooi aan de inheemsohe «grizzly"
beer. Op de open plekken stonden de wig
wams der inboorlingen en op de zuidpunt
van het eiland, de eerste nederige voor-
loopers der handelspaleizen van den
metropolis.
Het meerendeel der kolonisten, onder
Minuit's bestuur, wareD in dienst der W.
I. C. en hadden niet het recht het land
te bezitten of met de inboorlingen handel
te drijven. Zjj kwamen naar Manhattan
5o- dat 't volgend jaar by de Provinciale
3tembus van 1904 mjj niet f 7000, maar 2
maal f 2000 door genoemden consul-gene
raal ter beschikking is gesteld, gelijk hij
dit steeds bij elke verkiezing de gewoonte
beeft te doen; en geljjk hij ook nu by de
stembus van 1909, als man van Rechts, dit
deed;
6o. dat niet door dezen heer in 1905
mij f 11,000 zijn gezonden, maar dat deze
som van f 11,000 het totaal bedrsg was
van eene bijeenverzameling door bedoelde
jonge dame bij onderscheidene personen
voor de stembus gehouden, niet op mijn
verzoek, maar geheel eigener beweging,
gelyk zij, in echt Engelsehen stijl, nog
op allerlei andere wijzen bij de verkiezing
als agente zonder aanstelling ophad;
7o. dat ik mijné dochter verzocht haar
voor die energieke bemoeiing mijn dank
te betuigen, od zelf, toen alles aigeloopen
was, haar dien dank, vóór mijn vertrek,
herhaalde
8o. dat er nooit of nimmer tuasehen de
verstrekking van deze gelden, en boven
bedoelde deooratie eenig verband is gelegd
of beweerd, 't zij van belofte, 't zjj van
afspraak, 'tzij van beding in denzin van
een do ut des; dooh dat veeleer herhaal
delijk door mij, en zulks met nadruk,
verklaard is, dat al zulk verband recht
streeks was uitgesloten, hetgeen beaamd
werd. Dit herhaalde ik nog onlangs toen zij
wederom voor de stembus van 1909 gelden
aanbracht
9o. dat ik op een mij gedane vraag, of
mij ook nationale belangen in den vreemde
bekend waren, die om bijzonderen steun
riepen, ik door mijne dochter liet wyzen
op Smyrna en Groenland, zonder dat ik
hiervan verder iets boorde
lOo. dat de andere heer, van wien in
het interview gerept werdt, niet op do
lijst kon geplaatst zijn, daar het Kabinet,
dat aftrad, uiteraard geen lijst gearresteerd
heeft
llo. dat ik aan mannen van het vak
de vraag ter beoordeeling laat, of het niet
een res mali ex'mpli is, zoo een Curator,
die in zijn qualitait iets op het spoor meent
te komen, dat geheel buiten de zaak ligt,
brieven en kaarten, hem niet door zije
cliënt, maar door een derde, onder ver
band van geheimhouding, toevertrouwd,
zonder daartoe door dien derde gemach
tigd te zijn, laat registreereu en ze later
als politiek wapen, gelijk te Ommen ge
schied is, gebruikt,
om voor de Compagnie te werken en werk
was er in overvloed. Zij bouwden pak
huizen en molens en versterkten het fort.
In dezen tijd kwamen Hujek en Krol
uit het moederland ever als ziekentroos
ters en hielden de eerste openbare gods
dienstoefeningen. In de jaren 1629 en
1680 had de kolonie 180.000 gulden
waarde aan goederen naar het moederland
gezonden en had in het jaar daarop haar
eerste groote schip gebouwd. Het was de
«Nieuw Nederland", 800 ton groot en
bewapend met 30 kanonnen.
Ia 1683 aanvaardde de nieuwe gouver
neur Wouter van Twiller zijn post. Hij
kwam over in het fregat „De Zoutberg",
vergezeld door den eersten werkelijken
predikant der kolonie, dominee Everardus
Bogardus, en den eersten schoolmeester,
Adam Roelandsen.
De gouverneur kwam met honderd
soldaten en bracht dezen gedeeltelijk onder
in het fort, dat hij uitbreidde, en in ba
rakken. Gedurende zijn bestuur verloor
van Twiller zijn eigen belangen en dat
der zijnen geenszins uit het oog. Hij ver
zekerde zioh van het bezit Governors en
Blaekwells Island en schonk Roelof Jans
60 aren land, gelegen tussohen de North
River en Broadway. Queen Annesohontr
later deze gronden aan de Trinity Com-
munily (1703), die er de bekende Trinily
Churoh op bouwde, gelegen in het ver
lengde van Wallstreet.
De opvolger van Van Twiller was Wil
lem Kieft. Deze bestuurde de kolonie van
Bn 12o. dat ik in de meening van de
redactie van de Nieuwe Courant, aisof een
Minister in funotie zich volstrekt buiten
alle stembusaotie moet houden, niet geheel
deeldat Engeland cn Amerika deze
manier van doen veeleer eeren en dat
nog onlangs zelfs in do Nederlander het
spreken bij de stembus door een Minister
werd bepleit. Maar dat, ook al verschilt
men hierin van mij in opinie, het toch
wel nooit een Minister verboden zal zijn,
om van een hem bekende gelden, die met
het oog op de stembus bijeenverzameld
zijn, in ontvangst te nemen, teneinde ze
o^er te maken aan den Thesaurier van
het Comité, waarvoor ze bestemd zijn, en
waarvan hij zelf 25 jaren lang voorzitter
is geweest.
Kuyper.
'»-Gravenhage, 28 Juni 1909.
Na deze preoiseeiing van feiten, na deze
zachte veroordeeling van 't schunnig bedrijf
van een vryzinnigen ad vocaat om iemands
particuliere brieven publiek te maken,
zonden wij 't opschrift van de Middelburg-
sche Courant aldus willen wijzigen«Een
ernstige beschuldiging tegen dr Kuyper tot
haar juiste verhoudingen teruggebracht
Near onze meening en aan de moge
lijkheid hebben wij dan ook geen oogen-
blik getwijfeld is de beschuldiging
afdoende weerlegd.
Het doet ons pijn dat dr. Kuyper dien
men meer dan iemand kent in zijnopen-
bare en meer intieme leven gevolg ook
van minier kiesoh volgen van zijn gangen
cn bespr. k'ng daarvan in de hem g'amme
pers en kiezëtsnaeetings per ingezonden
stuk de infame verdenking van zich moet
werpen als zou hem geld zijn aangeooden
en door hem op dat aanbod zijn ingegaan.
Maar een deel zijner politieke tegenstan
ders staat voor niets, als 't hem maar
kan treffen.
Laat ons hopen dat alsnog de Goesche
Crt. hare vieze oonolusiün in dit gediDg
terugneemten, zoo zij hiertoe niet gezind
blijkt, dat dan de minister van Staat, in
wien de gansehe antire volutionaire partij
zoo schandelijk beieedigd werd, pogingen
doe er haar gerechtelijk toe te dwingen.
Wij hebben al heelwai in dat blad ge
lezen wat ons op 't kantje af onverdedig
baar voorkwam. Hier is, dunkt ons, een
poging tot opzettelijke beleediging, waar
tegen reoht dient gezocht.
1638 tot '47. Hij bouwde de eerste stee-
nen gebouwen op het eiland, waaronder
de Sint Nicolaaskerk. Hij was weinig ge
zien bij de burgers en wreed in zijn op
treden tegen de inboorlingen.
Na hem kwam Petrus Stayvesant. Deze
veteraan trad kraohiig op voor de belangen
der West Indische Compsgaie.Hij versterk
te de stad met een borstwering, loopende
van de East River tot de North River en
bouwde verschillende blokhuizen.
De zetel van het bestuur was op het
Stadthuys. Dit stond in de oudste straat
van New-York,de Perelstraat (Pearlstreet),
aangelegd in 1683. Geleidelijk ontstonden
er meer straten, als de Brnghstraat (Brid-
gestreet) en de Heerestraat (Broadway).
Wegen waren er slechts twee: de oude
Postronte naar Boston en die naar het
veer op Brenkelen (Brooklyn).
Buiten de versterkingen liep een voetpad
naar de poel, waar de vrouwen heengin
gen om het goed te wassehen. Het werd
het Mengde Paatje genoemd en vandaan
later Maiden Lane. Tussohen 1656 en'60
werden de velschillende straten, zeventien
in getal, aile geplaveid en werd er een
brandwacht ingesteld, de z g. ratelwacht.
Deze werd van uit Holland uitgerust met
250 brandemmers.
In 1664 maakte de verovering der kolo
nie door de vlost van den hertog van York,
een einde aan het bestuur van Stuyve-
sant, die zich daarna op z'jn buitengoed
aan de Bowery terugtrok, waar hij nog
vele jaren doorbracht. Band,