NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 222, 1909.
Donderdag 24 Juni.
23e jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
„R e c li t".
EEN KLINKEND BETAAL
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGt-VERWEST, te
F. P. DV.UÏJ, te Middelburg.
Goes
PRIJS DER ADVERTENTIËN
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Pri.s per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,02®.
UITGAVE DkR i-'IRMA
L.N VAN
pf* Wie zich met 1 Juli op ons blad
abonneert, ontvangt 't tot dien datum
gratis.
Het recht is een teere zaak.
Deen ongelukkiger toestand is er voor een
Uud denkbaar, dan wanneer er geen recht
te kriigen is, of zelfs indien er gegronde
twijfel rijst, óf er wel recht is te krijgen-
Als de kinderen Israels een Koning bt -
geeren, dan ia dit niet het minst, omdat de
zonen van Samuel geschenken aannemen
en het recht bulgen.
En als naderhand de profeten den treuri-
gen toestand schilderen willen, die erin
het land heerscht, waar het volk den dfenst
des Heeren verlaten heeft, dan wijzen zjj er
telkens weer op dat het recht struikelt op
de straten; dat de arme, de wee; en de we
duwe verdrukt worden en de rechters zich
laten beïnvloeden, om de stem van hun ge
weten te doen zwijgen, als ze op den rech
terstoel gezeten zijn.
Men kent het verhaal van den eenvoudi-
gen Pruisischen molenaar, di„ den keur
vorst zijn molen niet verknopen wou en
toen deze dreigen ging, bedaard ten ant
woord gaf, dat er gelukkig nog rechters
waren te Berlijn.
Zie zulk een vertrouwen is heerlijk.
Als zelfs de eenvoudigste burger wéét,
dat hem recht wedervaart, al zou ook een
graaf of prins zijn tegenpartgder zijn.
Nu is het echter zóó, dat lang niet èlle
onrecht valt onder 't bereik van den straf
rechter, ai lijkt dit op 't eerste hooren wat
vreemd.
De voorbeelden zijn voor 't grijpen.
Met name op 't terrein van den arbeid.
Gesteld een patroon heeft zijn arbeiders
op bepaalde voorwaarden in 'twerk. Nu
komt er echter een tijd, dat er veel werk
loosheid heerscht en het aanbod van werk
krachten dos groot is. Iu ztfn tak van be
drijf, gaat het dezen patroon echter goed.
Maar wat doet hij na? Om méér winst nog
te behalen, wel wetende, dat in deze slech
te tijden zijn arbeiders weerloos staan ver
laeg' hjj hun loon, niettegenstaande ze
waarlijk zoo vet niet soppen.
Zie, dat is onrecht,
Onrecht, dat gezien wordt, naar de H.
Apostel zegt, door den Heere Sebaoth.
En waar toch de strafrechter niets aan
doen kan. Als mavr de patroon de geldende
regelen is nagekomen, heeft geen enkele
a ""'aider eenig verhaal op hem.
Br aijn andere voorbeelden.
Daar is een ijverig werkman, op wien
niets te zeggen valt, die jaren lang zijn
ouden patroon trouw heeft gediend. Maar
de oude is gestorven, de jonge is nu heer
en meester, de jonge, die altijd, om wat
reden dan ook, een „pik" op dezen arbeider
heeft gehad en hem nu dag aan dag »zoekt".
Hoe dat afloopt, is te voorzien.
Wie een hond wil slaao, kan lieht een
stok vinden en onder een nietig voor
wendsel wordt tenslotte de trouwe knecht
j ontslagen en werklouB de woestijn van
het leven ingejaagd.
Dat is onrecht, zwaar onrecht.
Maar de strafrechter doet er niets aan.
Als de patroon behoorlijk den opzeg
gingstermijn heeft in acht genomen, dan
is hij wettelijk tenminste volkomen
vrij, om te ontslaan, wie hij wil.
Nu staan de arbeiders niet weerloos.
Als ten slotte Diets helpt, dan kunnen
zij tot staking hun toevlucht netnen en
als ze dan de publieke opinie op hun
hand hebben, kan dit een scherp wapen
zijn.
Een uiterste middel, voorzeker 1
Maar juist gegeven in zulke gevallen,
waarin er niemand is, wiebs tussohen-
komst kan worden ingeroepeD, om het
recht te handhaven en waarin er, alleen
langs den weg der staking, neg kans is
op rechtsherstel.
Nu zijn er eohter gensehe groepen van
mensohen, die in 's lands dienst zijn en
niet staken mogen.
Om maar iets te noemen, alle arbeiders,
46
FEUILLETON.
Dooa
RUN A,
„Maar I Margarete I'* Die uitroep ont
snapte hem.
Dadelijk richtten alle blikken zioh naar
de plek waarMargarete Sparrekors zat. Ha e
moedor en Barbara Braa vlogen naar haar
toezij was bewusteloosvoorzichtig leg
den zij haar op een canapé, en algemeene
schrik volgde op het blijde welkom.
•Brengt water", zei Barbara jóö kalm,dat
allen verlicht adem baalden.
Haar man gaf dadelijk gevolg aan haar
verzoek, maar Henrik Falkenhorn girg
naar het jonge meisje en keek onrustig
naar het bleeke gelaat. „Is zij vaak be
wusteloos?' vroeg hij aan hare moeder.
Deze schudde het hoofd. »Nooit, maar
zij is zoo veranderd sedertZij hield op.
„Heeft zij het niet het eerst gemerkt, dat
ik mij bewoog?" vroeg Henrik, alsof hij
sich ïueenB iets herinnerde.
„Neen, dat was ik", riep Karei.
•Maar zij was er bij", zei majoor Brette
verschrikt.
•Ik had een gevoel van hare tegenwoor
digheid", zei Henrik.
•Arm kind, hoe moet ik haar aan het
schrikken hebben gemaakt 1"
Op hetzelfde oogenblik sloeg Margarete
de oogen op, en keek hem verbaasd aan.
Hij greep hare hand, en sprak op gerust
stellenden toon tot haar.
•Zij keek vragend rond, en toen zij weer
geheel bij kennis was, bloosde zij van ver
legenheid dat zij het voorwerp was van
aller «andaeht.
„Zij heeft de ziekte niet gekregen", zei
Hem ik, blijkbaar verlicht,
beambten en ambtenaren, die in dienst
i zjju van den Staat. De Overheid moet
ten éllen tijde op haar mannetjes kunnen
rekenen, zal niet het welzijD des volks
en het bestaan van den Staat zelve in
gevaat worden gebracht.
Vandaar dat te onzent, gelijk ook elders
tegen het s/aken van dienaren der Over
heid straf is bedreigd.
De socialisten cn anarchisten vinden zoo
iets wel verschrikkelijk, maar alle orde
Bevende burgers hebben het bijv. in 1903
toegejuicht, dat sü'k staken bij de Wet
strafbaar werd gesteld.
Als men nu ook maar goed wil inzien,
hoe daardoor deze arbeiders en beambten
ook verstoken zijn van hot meest afdoende
middel, om op te komen tegen onrecht.
Zij kunnen het «hooger-op" zoeken, zal
men zoggen.
Betrekkelijk is dit juiat.
Eu langs dien weg kan soms het onrecht
door de iageren begaan, door de tussohen-
komst der hoogeren worden goedgemaakt.
Maar zelfs bij de onkreukbaarste recht
vaardigheid, kan het niet anders, of bij
de hoogeren móét een streven zijn, om
zoo weinig mogelijk in te grijpen, opdat
de discipline die er in elk korps heerschen
moet, zal 't goed gaan, niet te zeer schade
lijde.
En dan is er nog iets.
Wie van het onrecht, hem door een
legeren ambtenaar aangedaan bij een hoo
geren in appèl komt, die komt feitelijk
van den Staat in appèl bij den Staat, want
het zijn in beide gevallen Staats-ambto-
naren.
In een fabriek gaat men ook van den
onderbaas naar den meesterknecht en van
dezen naar den patroon, net sis op den
ambtelijkon laddermaar dan komt
pas hst verschil 1 Dan kan in 't particu
liere leven de arbeider, die zich veronge
lijkt ineeut, staken en desnoods ai zijn
kameraden met hem, maar dat juist mogen
zij, die in Staatsdienst zijn, niet doen.
Zij zijn dan uitgepraat.
•Dat vreesde ik eerst. Nu zijt u hot, die
mij aan 't schrikken hebt gemaakt, juffrouw
Margarete", voegde bij 8r glimlachend bij,
„Dat spijt mij", stamelde zij.
„Dat hoeft u niet te spijten", troostte hij.
„ïïn maakt u »ieh over mij ook niet bezorgd
hier, voelt u mijne hand, dat ik leefzij
is zelfs warmer dan de uwe I"
•Ja,du bevalt mjj de uitdrukking van hare
oogen weer", zei Barbara, die over Heurik's
schouder heen naar Margarete keek, «haar
verstrooide blik heeft mij de laatste dagen
vaak verontrust". Zij keek hel jonge meisje
vriendelijk verwijtend aan, wat deze met
dtn verlegen eerbied van een zestienjarige
door een glimlach beantwoordde.
Toen allen nu weer gerust gesteid wareD,
ontstond er een druk gesprek- «Waarom
hebt gij haar bij mij binnen gelaten
vroeg Henrik, en liet de eeoe hand van
Margarete los om de andere te nemen en
warm te wrijveD.
„Niemand wist het 1" zei hare moeder.
„Wat moest je eigenlijk in de zieken
kamer doen P" vroeg Barbar».
Margarete bloosde.
«Zij wilde mij een laatsten vriendschaps
dienst bewijzen", antwoordde Henrik voor
haar, „ik rook den geur van mijne rozen,
die zij om mij en over mij heen strooide.
En Margarete", ging hij levendig voort,
«aan u heb ik het te danken, dat ik niet
levend begraven ben. Ik herinner mij nn
zeer goed, dat een doren, zonder dat ik
het merkte, mij stak, en daardoor herkreeg
ik de macht om mij te bewegen, wel is
waar, slechts de hand, die ik had gekwetst,
maar dat was voldoende. Als dat niet ge
beurd was, lag ik nu waarschijnlijk onder
den grond".
«Hun zei Barbara rillend en drukte
Henrik's arm. Mirgarete's gezicht straalde,
maar zij zeide niets.
Had u er eenig begrip van, wat er om
u gebeurde,graaf Henrik Pvroeg mevrou tv
von Sparrekors.
Zeker nu eeiis in minder, daD weer
in meerdere mate, soms verwinden mijne
phantasieën zioh mat de werkelijkheid",
antwoordde hij. »Iiet was ais een droom.
Hoe het) ik mij niet ingespannen om een
vinger .e verroeren. Het gelukte eerst met
awa hulp, freule Margarete I" Terwijl hij
sprak, wreef hij nog steeds zaoht hare
hand tussohen de zijnen. «Zie zoo, uu is
die geloof ik ook warmHoe voelt u
zioh nu P"
„Dank u, weer heelemaal goed 1" ant
woordde zij.
«Het verbaast mij, dat u niet bang waart
voor de besmetting", zei Henrik tot Mar
garete's moeder.
De epidemie was zoowat voorbij", ant
woordde zij, „en bovendien wasgt men
wel iets voor u, heer graaf. »U zijt de
eenige, onbaatzuchtige mensoh, dien ik
ken".
Er ging een schaduw over zijn gelaat.
«Lof doet mij altijd pijn, omdat ik zelf
het beste weet, hoe onver liend die is. Ik
kan slechts met schaamte en berouw op
mija leven terug zien. Mr.ar Gods genade
heeft door middel van uw dochter mij tot
een nieuw leven opgewekt", ging hij op
hoopvollen toon voorten nog vroolijker
sprekend, wendde bij zioh tot Barbara cn
zeide»Ik heb je woorden bij mijn ziekbed,
en het lioht, dat toen yoor mij opg'ng, niet
vergeten. Van nu af, wil ik door Gods ge
nade in dat lioht wandelen'.
Hij zweeg, en keek peinzend het raam
uit, waarvoor hij naast Margarete zat, die
nog altijd op do canapé lag. Barbara stond
achter hem, met hare hand op zijn
sohouder.
Het soherpe oog van de vrijvrouwe zag
hem vol deelneming aan.
„Welk lioht?" vreeg zij.
„Het licht, dat uitgaat van den Verlosser",
antwoordde hrj ernstig.
«Wat beteekent het, om in dat Hebt te
wandelen vroeg zij op een minachten-
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 ''ent.
En het ie juist daarom, dat reeds van
overlang wordt aangedrongen op een on
afhankelijke rechtspraak in dergelijke
gevallen, wanneer feitelijk de Staat zélf
party is tegenover den een of anderen
zijner loontrekkende dienaren.
Het recht is een teere zaak.
Men k an niet te veel waarborgen geven,
cm de mecechon fegen onrecht (e vrijwa
ren. Ea 't zal een zegen zijn, als ook
eenmaal het groote korps van beambten
en ambtenaren in dienst van den Staat,
met versohuldigden eerbied, gepaste vrij
moedigheid en volkomen vertrouwen zeg
gen kaD, dat er «nog reohters te Berlijn
zijn", als langs ambtelijken weg hetreeht
mocht worden gekrenkt.
23 Juni 1909.
Wij moeten twee vergissingen herstellen.
Eeu van de Voorhoede.
Dit blad meende dat v.d.Zwssg nu waar
nemend Commissaris der KoniDgin in Fries
land is.
Dit is niet zoo want er zijn nog twee (li
berale) collega's, ouder dan hij die dus
voorgaan.
En een van ons.
Niet te Heerenveen, maar te Waddittxveen
woont de kiezer die door zijn mijnheer is
afgezet wijl hij op den a. r. oandidaat was
gaan stemmeD.
Het feit blijft er even lakenswaardig om.
Nog eens: theorie en praktijk.
Er is geen antithese, zegt men.
Jhr. De Muralt is onlangs te Ter Neuzen
een uur bezig geweest, om aan te toonen,
dat er geen antithese is.
Zelfs niet in het buitenland.
Om dit te bewijzen, werd met ve«l aan
doening verhaald, hoe de Vredesconferen
tie geopend was met het bidden van het
Onze Vader en hoe zelfs Japanners en Chi-
neezen met dit gebed tot „ons aller Vader
hadden ingestemd.
Die antithese is dus niets dan een uitvin
ding van Dr, Kuyper voor verkiezings-
den toondoch dat ontging Henrik, of
maakte geen indruk op hem.
«Daar heb ik nu nog sieohts een ver
moeden van, maar hoop dat in mijn toe
komstig leven te begrijpen", zei hij vol
vertrouwen.
De vrijvrouwe sprak het niet uit, maar in
haar hart noemde zij dat, wat graaf Henrik
zooeven had uitgesproken«vroom ge
teem". Zij werd door gravin Blanea in do
aangrenzende kamer geroepen, en verliet
de groep bij de sofa.
«Ik zie dat Margarete je graag iets zou
willen vragen Henrik", zei Bsrbara, het
jonge meisje toeknikkkend.
Deze keek verbaasd op. Hoe kwam kat,
dat men haren onuitgesproken wensch had
kunnen' lezen
•Ik ben tot uw dienst", zei Henrik be
reidwillig.
Margarete bloosde en aarzelde, maar hare
verlegenheid, die als hare moeder afwezig
was, altijd geringer was, verdween geheel
bij den vriendelijken aanmoedigenden blik
van den graaf.
Zij vatte moed. »AIs u, heer graaf, dit
een nieuw lioht noemt, welk lioht heeft dan
uw vroeger leven bestraald vroeg zij.
„Het lioht van den nacht, het sterre-
lieht, niet de stralende zon", antwoordde
bij. „Mijn leven was een klinkend metaal,
een luidende sohel, want de liefde was
niet de drijfveer".
«Maar Henrik", viel Barbara hem in
de rede ^wat zal je dan wel in jo nieuwe
leven beginnen Zal je niet voortgaan
met voor anderen te leven, van je goede
ren te geven, je veel te ontzpggen
»Ja, uiterlijk zal het wel alles zoo onge
veer hetzelfde zijn, maar de drijfveer zal
een andere wezen. Ik zal niet meer trach
ten om door mijne goede werken mijne
zaligheid te verkrijgen, dooh ik zal daar
door getuigeD, dat ik die verkregen heb.
Dat schijnt mij een van de eerste waar
heden van het Christendom. Is het niet
doeleinden. Ook wij zyn zeer godsdienstig.
Zoo is de liberale theorie.
Hoe is eehter de practijb?
De heer De Muralt is, meenen wij, lid van
den Raad in Zierikzee.
Laat hy eens voorstellen, voortaan de
zittingen van den Raad te openen met het
bidden van het Onze Vader en ons daarna
eens vertellen, welk gezicht zijn vrijzinnige
medeleden by het doen van zulk een voor
stel gezet hebben. Lucior et Entergo-
Kruipend bloed.
Hebt gy wal eens, myn Lezers! can kind,
dat in benauwdheid zat, hooren roepen in
Hollind
«Moeöèrl Moeder!"
Welnu dén kunt ge u een voorstelling
vormen van de wyze, waarop de vryzin-
nigen van alle gading,terstond na de eerste
stemming, huilden om de hulp der socia
listen.
Nu, die smeekbede zal niet onverhoord
blijven.
Het bestuur der S.D.A P. adviseerde den
kiezers om vooral op links te gaan en tegen
rechts te stemmen behalve als de linksche
oandidaat vrq liberaal isen de liberale
bladen van alle kleur riepen hun mannetjes
op om op den socialist te stemmen,wanneer
zyn tegen-candidaat een man van rechts is.
Zoo ziet men het bloed kruipen.
De afkeer van een Christelijke Staat
kunde drijft de linksche partyen op éen
hoop.
Wat hebben de kinderen misdaan.
Onder dezen titel vestigt het Katholiek
Zondagsblad de aandacht op advertenties
als onderstaande, waaraan Hervormde,
Gereformeerde, Jocdsche, Roomsche en
Neutrale personen en vereenigingen, kort
om ongeveer allen zich bezondigen.
Gevraagd een echtpaar zonder kinde-
ren om als Vader en Moeder in 't werk
huis (weeshuis, armhuis, gasthuis of der-
geiyhe) op te treden.
zoo, Barbars?'
«Ja zeker 1" zei Barbars blij.
„Maar wat is dan de grondtoon der
verlossing?" vroeg Margarete wier ver
legenheid s eeds meer week, daar het
gesprek haar boeide.
„Christus", antwoordde Henrik ernstig.
«Het is wonderlijk, hoe gehaat ons het
woord genade is, totdat men ziohzelf vol
doende kent, om haar noodig te hebben.
Ik heb de plaatsen, waar over genade
werd gesproken, altijd overgeslagenik
meende, dat die alleen maar waren voor
kruipende zielen, en niet voor een geest,
die zioh, zooals. ik, wilde opheffen tot het
licht. Ik arme dwaas!"
„Maar, Henrik; alles in je vroeger
leven, is toch niet zoo verwerpelijk als je
denkt 1" vond Barbara.
•Alles, behalve dit éanemijn oprecht
verlargen om God te vinden. Ik heb hem
gezocht op verkeerde wegen, maar Hij
heeft mij het goede spoor gewezen".
Hier werd bet gesprek afgebroken door
Harald Braa. „Overschat je je krachten
niet, Falkenhorn", vroeg hij, »waarcm kies
je dat kleine lastige bankje nu juist om
op te zitten
•O, inplaats van mij moet u hier op de
canapé liggen!" riep Margarete opspiiu-
gend, en was boos over haar gedachte
loosheid.
„Onder geen enkele voorwaarde", zei
Henrik beslist, „ik ben in 't minst niet
moedeHij voelde den onwil van den
gezonde, om als lichamelijk zwak te wor
den behandeld, en dat te meer, daar het ia
zijn aard lag, meer voor anderen te zorgen,
dan zelf zorg te vragen. Maar Margarete
was er niet meer toe te bewegen, weer
op de canapé te gaan liggen. Zij was ge
heel beter, beweerde zij.
«Ik ook", antwoordde graaf Henriksen
osn aan zijn woorden kracht bij te zetten,
stond hij op en girg nrar de andere
gasten. Wordt vervolgd.