Mr.
P. I. FRUIJTIEIt.
l
Jhr
Jhr
No. «7
De candidaat De Muralt.
BIJ VO
frui
De
INLICK
Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman.
Laat men zoo vroeg mogelijk
gaan stemmen. Liefst voor één
uur. Men maakt het dan de Kies-
vereeniging gemakkelijk.
Mee betalen.
In verschillende districten kan
de uitslag der verkiezing van één
stem afhangen. Groot is dus de
verantwoordelijkheid van hem, die
verzuimt om te gaan stemmen.
Laat men zoo vroeg mogelijk
gaan stemmen. Liefst voor één
uur. Men maakt het dan de Kies-
vereeniging gemakkelijk.
Geen eenheid.
Wie niet stemt, bevordert daar
door de verkiezing van een Libe
raal of Socialist.
Kunt gij dat met uw geweten
overeenbrengen?
Die domme Boeren.
P. F. F R U IJ T I E R.
De Opcenten.
Een Eereschuld.
uti-revolutionaire Kiesvereeniging
ct Goes beveelt voor een lid der
- stemming Vrijdag 11 Juni a.s.
an het hoogst bekwame, eerlijke
t heer
DE COALITIE.
De Centrale Antirevolutionaire Kiesvereeniging Vreest God,
eert den Koning" in het district HONTENISSE, besloot met
algenieene stemmen voor de stemming op II Juni a.s. de candi-
datuur te steunen van dhr.
aftredend lid,
welke in 't ware belang van land en volk, met den meesten aan
drang door onderstaande Antirevolutionaire Kiesvereenigingen wordt
aanbevolen.
Zoo moei
er uilzien
stembus $ot
Rechtschen
lo. Gij hebt e
ontvangen,
naar 't Gei
Stembureau
daar van
stemkaart,
den lessen
een potlooi
het puntje
uw candid
2o. Wie zijn op
is, kan op
een andere
„Gedenkt do weduwe en den,
wees!"
Wie zich .over Ide weduwe en den wees
ontfermt, handelt C hri stel ijk Schrif
tuurlijk.
Zoo is hiet stelsel-Kuyper dan méér
dan een copie naar Duilsch model.
Het staat véél hooger.
Het draagt een eigen, een Schriftuur
lijk merk, door onzen grootsten Christetn-
Staatsmain daarin gesneden.
Moge het minister Tal ma gegeven wor
den ran bet stelsel-Kuyper met zijn eigen,
heerlijk Christelijk merk, hier in te voeren.
La en wij Ier stembus gaande, denken
aan, de invaüeden, d> arm - weduwen en
wee zen, waarvoor (noch de Liberale Unie,
noch de Bond va nStaatspensioneering,
noch Goeman Borgesius iels doen wil.
Daartoe stemmen wij ook niet op hem,
al belooft hij nog zooveel dat hij nooit
kan, en zeker nooit zal nakomen; maar
stemmen wij op
Niet .omdat wij precies zouden weten
wat deze wel wildoch om te voorko
men dat een ander gekozen wordt die den
kiezers een Staatspensioen belooft, waar
van hij zegt, dat 't kan warden uitgevoerd,
terwijl groot» mannen van allerlei rich
ting hebben berekend, dat het zooveel
geld zaJ kosten dat de belastingschuldi
gen 't nooit zullen kunnen opbrengen
en er dan ook geen meerderheid in de
Tweede Kamer voor zou te vinden, zijn.
Mien late zich dus niet verschalken.
Eik jaar stijgt het bedrag der Staats
uitgaven; en de sociale wetgeving zal
daarenboven onze schatkist op nog vele
millioenen komen te staan.
Waar moet al het noodige geld van
daan komen.
De man van de straat weet het wel I
Als ge hem het antwoord vraagt op
deze moeilijke vraag, zet hij even zijn
ktuiwagen neder, verschuift de pruim ta
bak, welke hij achter de kiezen heeft,
en zegt:
„Haal het van de rijken I"
Ónze straat-politicus vergeet echter,
dat de rijken er hartelijk voor bedanken
om zich bovenmate te laten plukken.
Hooge successierechten zouden zij een
voudig ontduiken door schenkingen vóór
hun dooden voorts is ons landje heel
klein; de grens dichtbij en vinden de
mannen van kapitaal het in Brussel of
Parijs zéér goed wonen
En is (hoe men er ook over denken
Jhr. de Mutalt heeft zijn politiek© rede
voor de Kiezers in ons district gehouden,
gewichtig genoeg geacht om haar af te
staan aan de Liberale of Vrijzinnig-
Democratische Kiesvereeniging te Krab-
bendijke, die ze door den druk verspreidde.
Die brochure hangt aan elkander van
halve waarheden en slimmigheidjes, die
wij in een kort bestek als 't onze niet
altegaar kunnen recht zetten.
Wij nemen er een enkele uit.
De witte das.
De Muralt, als hij van de Rechtsch©
partijen spreekt, noemt ze de „zooge
naamd Christelijke"; maar de liberalen
noemt hij de „vrome Christenmannen",
Vaii zichzelf zegt hij tot meermalen toe,
dat hij heeft „kerkelijke betrekkingen" j
dat hij omgaat met „vele predikanten";
die predikanten zijn natuurlijk moderne
dominees, van ouds de felste tegenstan
ders van 'tChr. geloof in den lichame
lijk opgestanen Heilanden die kerkelijke
betrekkingen de man is diaken en
kerkvoogdwat zeggen die in een
kerkeraad die heelemaal modern is en
zichzelf aanvult, en daardoor de ge
legenheid heeft om ieder kerklid, mits hij
maar modern zij en tegen de fijnen, in
zijn college te benoemen.
En zulk een man is De Muralt.
Hij omhangt zich met het kleed 'der
vroomheid, doch zoo schreef ons nog
pas iemand die oen debat met hem had
aangehoord, wanneer hij uitgekleed wordt,
maakt hij zich kwaad en begint zelfs te
vloeken.
Trouwens, men behoeft nog geen zeer
fijne voelhorens te hebben, om te weten
dat een persoon, die zich als Christelijk
aandient, het daarom nog niet is, ook al
heeft hij de witte das aan.
Hy schiet met spek.
„Het volk" zegt De Muralt riep
in .1905 Kuyper toe: „tot hiertoe en niet
verder".
Mis, de Muralt!
Ruim 50.000 kiezers van Rechts heb
ben er in 1905 meer gestemd dan van
Links. De liberalen waren 50000 stem
men in de minderheid. Maar de onge-
rechtige districts! n deeling door de
Liberalen, toen zij de meerderheid had
den, ingevoerd, was oorzaak dat er toch
meer Liberalen tot leden der Kamer ge
kozen werden dan „anti-Liberalen".
Een socialist met een wit dasje aan.j
Dat is Jhr, de Muralt.
Hij zegtDe zoogenaamde Christelijke
partijen in de Eerste Kamer hielden lie
ver alle soldaten aan voor hel blijvend
gedeelte, ook met het oog op hun brand
kast
Ziehier de socialist
Maar wij wilden slechts de aandacht
vestigen op de leugen in deze woorden
van Jhr. de Muralt.
Want voor den maatregel van minister
Sabron tot inperking van 't blijvend ge
deelte slemden al die „zoogenaamd" Chr.
heeren in de Eerste Kamer; en waarom
zij tegen dien van 5taal stemden kan
inen elders in ons blad lezen.
De Muralt zegt dat minister v. Swin-
deren behoort tot „een gematigd onver
schillige richting".
Dat is verzonnen.
Dat „gematigd onverschillig" is ren
vindsel van een vrijzinnig blad, hetwelk
dezen minister had verward met een zijner
bloedverwanten, die zichzelf wol eens zoo
betiteld had.
Naar men meent te weten, is minister
v. Swinderen Chr.-historisch.
Hij spreekt in raadselen.
De Muralt erkent de antithese
„Er zijn er", zegt hij, „die hun levens
beschouwing grondvesten op de uitspra
ken van de Heilige Schrift. Er zijn and©
ren, die hun levensbeschouwing hebben
opgebouwd eenvoudig door hun nadenken
en alleenlijk in verband met de rede.
Weer anderen meenen voor het vormen
van hun levensopvatting te rade te moeten
gaan hij de rede en de bijzondere open
baring, maar ik ontken ten sterkste,
dat het in het belang van ons land wen-
schelijk, ja noodzakelijk is, dat de bron,
waaruit de levensbeschouwing ontspringt,
hij het maken van wetten op den voor
grond treedt. De levenswandel en-handel
en -opvatting van de mannen die ons
land moeten helpen besturen, moeten ze
delijk en maatschappelijk hoog staan zon
der meer als een eerste eiseh; van der
gelijke mannen, de ervaring leert hel,
kunnen vanzelf geen onchristelijke daden
worden verwacht, ook al trekken zij hun
levensbeschouwing niet direct uit de Hei
lige Schrift".
Welk een wartaalDie opgebouwde be
schouwing; dat te rade gaan „bij de red©
en de bijzondere openbaring", die te voor
schijn tredende bron eener beschouwing,
die hoog staande wandel en han
del!
Overigens zijn 't niet de „onchristelijke
daden" van bewindslieden waarlegen 't
'verweer der Rechtsche partijen gaat; het
is de principieel© tegenstelling door jhr.
De Muralt zelf erkend, in de belijdenis
van den Heere onzen God en Zijnen Ge
zalfde, en Hunne erkenning niet alleen
in de binnenkamer, maar ook op 't pu
blieke terrein des levens, niet alleen in
de Kerk maar ook in het Staatsrecht,
welke de scheiding maakt; en waarover
deze „vrijzinnige" candidaat de schouders
ophaalt, alsof het niet zoo erg was dat
iemand zijn levensbeschouwing niet direct
haalt uit de Heilige Schrift.
Niet minder verward is zijn heioog over
de vrije school.
Wij nemen er alleen dit uit
„Al die sektescholen helpen mede om
het kleine volk van Nederland, dat zoo
noodig „één" moest zijn te verdeelen. De
jonge kinderen ondergaan reeds vroeg de
nadeelige inenting van een splijtzwam
ten koste van de latere eensgezind
heid"
Jhr. De Muralt zegt: Kuyper heeft met
de antithese van de verkiezingen in 1905
een „godsdienstoorlog" gemaakt.
Het zijn juist Jhr. De Muralt en zijn
geestverwanten geweest die het fanatieke
krijgsgeschreeuw „tegen Kuyper" hebben
opgewekt; De Muralt was een der leiders
van dien krijg in Zierikzee, welke met
een beestenboel is geëindigd, waarbij
niet alleen 'tvolk buiten, maar ook
groote heeren, zich allerschandelijkst heb
ben gedragen.
Hij is niet op de hoogte.
Van 't vorige ministerie zegt hij, dat
Staal de zware persoonlijke en ook f i-
nancieele lasten van het volk wilde
verlichten.
Ons antwoord vindt men elders in ons
blad.
Minister Veegens' ouderdomsvorzeke-
ring noemt hij „milder dan die van
Kuyper".
Waarheid is, dat minister Veegens de
oudjes op 65-jarigen leeftijd wilde pen
sioneeren, en Kuyper op 70-jarigen leef
tijd. Maar De Muralt vergeet (I) er bij te
zeggen dat Kuyper tegelijk de invaliden
wilde helpen; alle menschen, ook al wa
ren zij nog maar 40 jaar, die niet meer
werken kunnen.
En invalieden loopen er in elke ge
meente heel wat meer rond dan oudjes
van boven de 65.
Van minister De Meester zegt hij, dat
hij den middenstand wilde verlichten.
Dat is onjuist.' De Meester begon met
een voorstel lot. heffing van opcenten op
de bedrijfsbelasting.
De Minister is tegen een tariefwet, zegt
De Muralt, waar Kolkman voor is.
De Muralt had moeien zeggen dat
Kolkman niets anders wil doen dan het
geen Pierson (een liberale minister) in
1901 heeft voorgesteld: een tarief wet
waarbij uit de bestaande invoerrechten
gehaald wordt wat er uit te halen is;
tot bescherming van de eigen binnenland-
scbo industrie en Jot stijving van de Rijks
kas uit de zakken van de buitenlanders.
Do Meester wilde alles halen uit de
zakken der belastingplichtigen.
De Murait, die altijd zoo schermt met
zijn liefde voor de arbeiders, had
moeten zoggen dal een zoodanige tarief-
verbetering a.ls Pierson en Kolkman wil
len, onze handel en industrie en daar
door den arbeider in 't voordeel is.
Van de sociale wetten zegt hij
dat zij van vrijzinnige ministeries zijn en
Hat 't Kabinet Kuyper geen enkoio sociale
'wet in 'I Staatsblad bracht.
Dat is mis.
Van 't ministerie-Kuyper zijn o. a. de
Schoolwetten, de Caissonwet, de wel. lot
uitvoering van de Ongevallenwet, terwijl
't Arbeidscontract van minister Veegens
was overgenomen van 't vorig Kabinet.
Wat waar is?
Dat in de heele 19e eeuw van Liberale
zijde geen enkele sociale wet is tot stand
gebracht, dan alleen 'l wetje v. Houten
op den Kinderarbeid.
Het eerste sociale wetsontwerp ging uit
van het Christelijk ministerie-Mackay.
I
Wijlen de (liberale) hoogleeraar Buys
schreef in 1891 in de G i d s tegen de
komende Juni-verkiezingen, terwijl er een
Rechtsch ministerie en de liberale partij
in de minderheid was:
„Hetzij de tegenwooidige regceiing
sterker wordt of zwakker, in elk ge
val zal de liberale partij in Juni haar
plicht doen, a 1 wil ik ook
gaarne belijden dat, mocht
de s t e mu b s h a a r w ede!r o n-
gunstig z ij n, ik har e n e d e r-
1 a a g, o m meer dan én r c den,
m a a r w e i n i g zou betreulren.
I m m e r s er ontbreekt veel aan
dat zij nu reeds als een krach
tige eenheid zou kunnen o p-
t re d e n".
Zoo schreef een Liberaal in 1891.
Kon de man zijn oogen nog eens op
slaan en de jammerlijke verdeeldheid der
Liberalen zien, hij zou zijn opmerking,
sterk aangedikt, nog wel eens zoo
hard herhalen.
Want op 't oogenblik liggen zij met en
legen elkander, jammerlijk en hopeloos-
verdeeld in: Liberalen, oud-Liberalen,
Viijzinn'gdemocraten, Soc'aal-democraten
van de S. D. A. P., Sociaal-democraten
van de S. D. P. en vrije socialisten.
Ziedaar 't tweedrachtig gezelschap van
„anti-clericalen" als Linkerzijde bijeen te
houden, en geschikt om er een vrijzinnig
Kabinet op te doen steunen!
Het Kabinet-De Meester van 19051907
heeft 'tgetoond, wal van zulk een meer
derheid, in zichzelf verdeeld, voor een
Kabinet van zoo zwakke constilulie is
te verwachten.
Zulk een Kabinet doet niets, kan niets
doen, sterft ©en vroegen, ontijdigen dood,
onder de slagen van zijn eigen geest
verwanten; en is dan ten slotte nog blij
toe, wanneer 't „met eere" kan aftreden.
Vergeet niet, in 1907 waren 't, met een
deel van rechts, ook een Unie-liberaal
(Thomson) een viertal vrijzinnig-democra
ten en de sociaal-democraten die door
hun votum tegen de begrooting van oor
log aan dit vrijzinnige, droevig-zwakke
Kabinet gelegenheid boden om heen te
gaan.
Gelukkig dat mr. Heemskerk bereid was
om den faillieten boedel ovter te nemen.
En niemand zal ontkennen dat het nu
goed gaat.
Het kan trouwens niet anders. Immers
tegen de verdeeldheid van Links staat
de aaneengeslotenheid van Rechts.
Hetgeen voor de toekomst meer belooft
dan een wcer-optreden van een vrijzinnig
Kabinet.
Want een meerderheid in de beide Ka
mers der Staten-Generaal krijgt de Libe
rale partij nooit weer.
Eenige jaren geleden heeft de liberale
professor Fokker te Groningen in oen
kiezersvergadering („Nieuwe Rolterd.
Crt." van 28 Juni 1901) gezegd:
„DIE DOMME MENSCHEN JN DE
DORPEN STEMMEN NATUURLIJK VOOR
IIET MEERENDEEL OP DE CLERICA-
LEN".
Deze professor noemt derhalve onze
landbouwers, die op den h,eer Pruylier
stemmen, DOMME I30EREN.
Dit wenschen wij te onthouden.
Deze kleineering van den boerenstand
in den mond van een hooggeleerden hoog-
lieeraar geeft geen grooten dunk van de
achting die de vrijzinnigheid voelt voor
den staatkundigen tegenstander; vooral
wanneer hij tot don boerenstand behoort.
Maar onze candidaat, zelf uit den
boerenstand voortgekomen, heelt de be
langen van dien stand er niet te minder
om gediend, al is hij clericaal.
Wij blijven trouw aan
Vorig jaar heeft de Kamer de door
minister Kolkman gevraagde 10 opcenten
op Vermogens- e,n Bedrijfsbelasting toe
gestaan.
Niemand was er tegen.
Bewijs dat zij noodig waren.
En zij waren noodig.
Het Kabinet-De Meester, dat ook hij zijn
optreden de 10 opcenten had voorgesteld
en er door gehaald, liet hij zijn heem-
gaan in Dcc. 1907 een toestand na
natuurlijk buiten zijn schuld van een
le wachten te kort van zes tien miljoen!
Nu werd minister Kolkman verweten
dat hij de opcenten van zijn voorganger
had tegengestaan, en ze nu zelf voor
stelde.
Dat hij de heffing der opcenten van
zijn voorganger tegenstond is waar, maar
dat kwam omdat hij ze niet noodig achtte.
Do toestand was zoo slechl niet, zei hij.
En de uitkomst heeft hem in 'tgelijk
gesteld.
Antirevolutionaire Kiezers! Overal in
't land W'. rk, n de Rooms,'h© Kiezers mee
om den Antirevolutionairen de meeretor-
heid Ie bezorgen.
Niet anders, Vergadering, is heit in den
strijd onzer dagen.
Wanneer wij hij hel oogenblik leven;
wanneer allerlei voorstellingen, tijdelijk»
vraagstukken, valsehe sleinhusleuzen ons
aftrekken en de hoofdzaak, liet ware ka
rakter van den strijd, voor ons verbergen,
dan loopen wij gevaar om in twijfel en
onzekerheid den strijd le ontvlieden en do
zaak des Heeren in den steek te 'laten.
Maar wanneer de Christus zelf in onze
i onsciëntie met zijn geboden en ordinan
tiën ons tegenkomt; wanneer de strijd
en het lijden van ons Christenvolk ons
voor oogen komt te staan; dan wordt het
ten slotte weer de allesbeheerschend©
vraag, of wij onzen Heere ©n Heiland
zullen getrouw zijn, dan wel of wij zullen
worden afgetrokken op de paden van hel
ongeloof.
En als dan, gelijk in 1905, eenerzijds
in onzinnig straatkabaai het gezang wordt
gehoord van „twee en vijftig acht en veer
tig, hi, ha, ho", dan hoop ik dal. wij
allen zullen gevonden worden aan die
andere zijde, waar in heiligen ernst het
lied van Nederland eu van Oranje weer
klonk
Mijn schild ende betrouwen
Zfjf. Gij o God mijn Heer,
Op U zoo wil ik houwen
Verlaat mij nimmermeer t
De coalitie der Protestanten eu Roomschen
is gerechtvaardigd, vooral door deze op
merking vroeger ging de strjjd oin de
vraagOp welke wijze moet God gediend
worden r Nu of men God al of niet zal
dienen en hierop geven Protestant én
Roomsche een bevestigend ahtwoord, terwijl
men de wijze van dienen aan ieders geweten
overlaat, vandaar de samenwerking.
De Kiesvereeniging te RILLAND-RATH
G. Vettf, Voorz.
P. Ruster, Vice-voorz.
J. Weststrate, Secr.
A. Hirdes, Penningm.
W. Lobbezoo.
De Kiesvereeniging te KRUININGEN
T. Hamelink, Voorz.
Jacob Blok.
W. Sterk.
C. Lavoojj.
J Serier.
Chr. Verrijzer.
De Kiesvereeniging te RAARLAND:
P. Elenbaas, Voorz.
J. de Jager, Secr.
A. Moerdijk, Penningm,
H. Schout.
Joz. Elenbaas
De Kiesvereeniging te TERSEKE:
Iz. Willemsen Jr. Voorz.
J Steenblok, Secr.
Ph. Bom, Penningm.
J. Sinke.
Joh. Nieuwenhujjze.
De Kiesvereeniging te OUDELANDE:
D. de Leeuw, Voorz.
P. v. Wingen, Secr.
P. v. Schaick, Penningm.
J. M. van 'tVeer.
J. de Jager.
Het Bestuur der Centrale voornoemd,
G. DE JAGER. Voorz. C. P. VOGELAAR. J. ZEGERS.
De Kiesvereeniging te DRIEWEGEN
C de Jager, Voorzitter.
J. de Muijnck, secretaris.
L. W. B. A. Mulder.
M. de Dreu.
W. Neels.
J. Verlare.
De Kiesver. te KRABBEND1JKE:
C. Haverhoek, Voorz.
C. P. Vogelaar, Secr.
G. Tramper, Penningm.
C. Zeevaart.
P. de Hamer.
De Kiesvereeniging te KAPELLE:
J. Zegers.
D. Mallekote
J. Burger.
J. Ganzeman Sr.
B. v. d. Vrie.
De Kiesvereeniging te BIEZELINOE
P. Fraanje Jz., Voorz.
A. Slabbekoorn, Secr.
H. Burger, Penningm.
j P. Zuidweg.
W. Slabbekoorn.
Oil
op dit ook te
In 1905 wa
aldus verdeelt
Het
voor de T
Onz
Ministerie-
Onz
waarborg
periode va
Onz
hebben
wetgeving,
Onz
maatstaf vz
Onz
slechts kaï
Het
stembus trt
Het
drang, om
I. WILLEMSE, Penningm.
L. W. B. A. MULDER, Secr.
J. MINNAAR.
J. HOFFTUS.
P. FRAANJE Jz.