BIJVOEGSEL ÜSCHË COURANT, EEK KORT WOORD. DINSDAG 8 JUNI 1909. No. 66' Zij die zich met 1 Juli a. s. op dit blad abonneeren, ontvan gen de tot. dien datum verschij nende nummers gratis. Feiten zonder beschouwingen Als rechts gaat rsgeeren Mr. Lohman over de werk loosheid. Rede van mr. Goeman Borgesius te Wopum. "Vergelijk deze woorden met hetgeen de heer Loh man in de Kamer zeide over de werkloosheid. Dr. van Raalte In Goes. Kiezers Denkt niet dat er geen kans is om onzen eandidaat mr. H. Goeman Borgesius, ge kozen te krijgen. Die kans be staat wel degelijk Blijft dus niet uit lauwheid thuis, zegt niet „'t geeft toch niets", maar gaat op den hoer Borgesius stemmen en wekt uw kennissen op dit ook te doen. ïn 1905 waren de stemmen aldus verdeeld: Lotman 3184 Troelstra 216 Vorsterman v. O. 1936 Dat is dus 3184 tegen 2152. Thans zal het eijl'er dat de heer Lohman behaalt aanmerkelijk lager en dat van de linksche eandidaten heel wathooger zijn. De kansen staan goed. Houdt dat in uw gedachten! In de Tweede Kamer is door de heeren mr. H. Goeman Borgesius en A. F. de Savornin Lohman als volgt gestemd Amendement bij het Arbeidscon tract om uitkeering bij ziekte van den arbeider dwingend te verklaren Borgesius voor, Lohman tegen. Amendement om den werkgever, evengoed als de werkman, te ver plichten staangeld te deponeeren Borgesius voor, Lohman tegen.. Militiewetje Sabron om 2200 man te doen opkomen voor de aanvulling van het blijvend gedeelte, hetgeen een onnoodige uitgave van een half' millioen gulden eischte Borgesius tegen, Lohman voor. Amendement om den diensttijd van 8 Va maand volgens art. 107 Militiewet ook inderdaad 8 'la maand te doen blijven en niet 9, zooals nu geschiedt. Borgesius voor, Lohman tegen. Amendement om in art. 109 Mili tiewet de plaatsvervanging (num merverwisseling) tegen geld te schrappen Borgesius voor, Lohman t e g e n. Amendement om de herhalings oefeningen te bekorten Borgesius voor, Lohman t e g'e n. Amendement om het voorstel Sabron te doen vervallen waarin aan de 4-maanders de kans ontnomen werd om ook hun herhalingsoefe ningen te zien ingekort Borgesius voor, Lohman t e g e n. Amendement om na 7 maanden een af'gekeurden milicien niet meer te vervangen door een nieuwe (twijfel- nummer) Borgesius voor, Lohman t|egen. Amendement onj .eerst vergelij kende schietproeven te nemen met andere kanonrien dan van Krupp die volgens kapitein Thomson slecht en duur zijn (f470.000) Borgesius voor, Lohman tjegen. Amendement om de Marinebegroo- ting met f22000 te verminderen door twee schepen niet verwapenen Borgesius voor, Lohman tegen. Amendement om,de Marinebegroo- ting nnet 1 millioen gulden te ver minderen door den bouw van twee torpedojagers een jaar uit te stellen wegens de flnancieele moeilijkheden van het Rijk Borgesius v o o ïv Lohman tegen. i jjAmendement om de Marinebegroo- ting met f 500.000 te verminderen en slechts één torpedojager te laten bouwen. Borgesius voor, Lohman tegen. jjAmendement om f 13000 te be sparen op de verhooging van tracte- menten des districtschoolopzieners Borgesius voor, Lohman tegen. Amendement om voor 1 Januari 1909 de jaarwedden der onderwijzers te herzien Borgesius voor, Lohman tegen. Motie ten gunste van de staats exploitatie van spoorwegen ■borgesius voor, Lobman t e g e n. Motie tot invoering van een tien- urigen werkdag Borgesius voor, Lohman tegen. Wetsontwerp op de vaderschaps- aktie (om den vader van een onecht kind bij te doen dragen in het onderhoud van het kind) Borgesius voor, Lohman tegen. Amendement (Visscherijvvet) om de loophengel en de peur niet vrij te stellen van de akte Borgesius tegen, Lohman voor. Dit zijn enkele stemmingen waar uit de kiezers leeren kunnen hoe de beide eandidaten over belangrijke zaken denken en ook zullen ze er uit zien, dat de heer Lohman koud is voor eiken schijn van democratie. Toen onder de regeering van het ministerie-Kuyper er onder de coali- tie-genooten zelf verzet kwam tegen wat men daar noemde de „dwang verzekering", toonde De Standaard zich verstoord. Ook daarna, na 1905, werd herhaaldelij k gepolemiseerd over de vraag, of het aanging, dat door één der gecoaliseerde partijen enin met die partyen bevriende organen, verzet werd gevoerd tegen de voorstellen eener regeering, zoo die voorstellen steunden op het ge zamenlijk stembus-accoord. Op die wijze, meende De Standaard terecht, maakt men het een coalitie- regeering onmogelijk, het coalitie program ten uitvoer te brengen. Als Dr. Kuyper's wetsontwerpen in behandeling waren gekomen, zou den ze door Kamerleden uit een der gecoaliseerde partijen zelf zijn be streden. En ...zoo zal het ook na 1 9 0 9 gaan, als Rechts gaat regeeren! De (C.-H.) Nederlander toch schreef naar aanleiding van een staatkun digen brief van mr. van Houten, o.a.: „Tegen ziekteverzekeringsdwang heeft tot dusver de O.-H. Unie zich vrij eenparig verzet. .Nimmer is van die zijde instemming betuigd met het ontwerp-KuyperVeegens, en genoeg bekend is het, dat in de Tweede Kamer van links geen tegen stand geboden werd aan dien dwang, maai' dat de Christelijk- Historischen, evenals ons blad, steeds gestuurd hebben in de rich ting van liet in een regeeringsont- werp belichaamde Zwitsersche stel sel (vrijheid met krachtigen en doel- matigen steun van de overheid)." Nu is van minister Talma's plan nen met de sociale verzekering be kend, dat de z.g. „ziekte-verzeke- ringsdwang" voorop zal gaan. We zien daaruit, dat men liet in de coalitie oneens is over het eerste der sociale verzekeringsont- werpen, dat aan de orde komt, als het ministerie-Heemskerk aanblijft. Met andere woorden Als Rechts gaat regeerenkomt er van de sociale verzekering niets terecht. Bij de interpellatie over de in het land heerschende werkloosheid (Get. 1908) heeft de heer Lohman in de Tweede Kamer, een rede gehou den en o.a. het volgende gezegd „Wanneer de Regeering was het hoofd van een maatschappelijk be drijf, dat te zorgen heeft dat ieder in het land kan leven, eten en drin ken, en te voorzien heeft in alle nooden, dan zou deze Regeering, evenmin alseenige vorige Regeering, haar plicht gedaan hebben. Maar dat is niet de plicht der Regeering. Zij is niet het hoofd van den Staat. De maatschappij moet voorzien in haar eigen behoeften. Er is volstrekt niet alleen onder den werkmansstand werkloosheid, maar onder alle standen. Wanneer een winkelier een winkel opzet en geen klanten krijgt, is er dan iemand behalve misschien zijn vrienden, als hij die ten minste heeft die zich voor hem interesseert? Men zegt dan niet tot den Staatge moet zorgen dat die man klandizie krijgt, /naar men zegt tot dien winkelier ge moet het ergens an ders probeeren, of: waarom zijtge er aan begonnen Wanneer iemand die gestudeerd heeft of een akte heeft behaald, zijn kost niet kan verdienen, dan kunnen wij diep medelijden met hem hebbenhij lijdt dan misschien nog meer dan de gewone werkman, omdat hij nog minder spoedig naaf een armenkas kan gaan, maar ten slotte zullen wij zeggen ge moet u zelf redden, althans niet de Staat. Juist doordat men zich zelf in de maatschappij moet redden, wordt men gedwongen alle krach ten in te spannen en ook zijn werk daar te zoeken waai' liet te vinden is, en aan te nemen wat men krij gen kan. Zoo moet de maatschaappij zicli zelf helpen. Ook de werkman moet dat doen. Ook hij is in beginsel op zich zelf aangewezen. Men kan nu wel allerlei fraaie dingen zeggen over de werklieden, maar men zegge dan ook, dat de werkmans stand als getieel genomen veel te zorgeloos is, dat hy volstrekt niet, als hij in goeden doen is, gezamen lijk als stand, de noodige maatre gelen neemt om in dagen van tegenspoed zicli boven water te houden. Ik beweer daarmede volstrekt niet, dat wat ik hier zeg toepasse lijk is op degenen die op een gegeven oogenblik werkloos zijn. Onder die werkloozen kunnen zeer voortreffelijke en ijverige werklie den zijn, dat spreekt vanzelf. Men kan werkloos worden door omstan- digheuen waartegen niets is te doen. Maai ik spreek over den arbeiders stand in het algemeen en wij moeten dien stand het besef bijbrengen, dat hij in de eerste plaats, en eigenlijk gezegd alléén, zorgen moet voor zijn eigen bestaan, gelijk men in alle standen _te doen heeft." A ld us sprak op den 16en October 19Ü8 de afgevaardigde van Goes. Precies het zelfde wat hier boven staat had de heer Lohman veel korter kannen zeggen in deze woei- den We hebben niets met die werkloozen te maken. Als zij gebrek lijden moeten ze maar zien dat ze 'tuit houden. Ieder moet voor zijn eigen bestaan zorgen In Maart heeft de hoer Goeman Bor- g°sius ta Wognum eeae rede gehouden, waaruit we hieronder 't een en ander laten volgen. Er zijn er nog altijd, zeide de heer Goeman Borgesius, die zich om de politiek niet bekommeren, er niets van hebben moeten. Soms toch ontaardt de politiek in persoonlijkheden, in volksmisleiding. Echter, om die uitwaBsen mag men niet onverschillig zjjn. Politiek staat met het partjjieven in nauw verband, heeft op het staatkundig leven dus grooten invloed. Evenwel, de psrtjj zjj nooit anders dan middel, nimmer doei. Want is de partjj doel, dan juist dreigt het politiek bederf. Een opgewekt politiek leven big ft echter eisch, want met professor De Louter zegt ook sprekerongelukkig het land, waar de burgers politiek overschiilig zjjn, en de staat bestuurd wordt door avonturiers, die uit de politiek munt trachten te slaan. Te groot is nog bjj ons de onverschillighetd. Belasting be talen moet ik toch, is er gewoonljjk do verontschuldiging voor. Daartegenover wees spreker er op, hoe zeer algemeens deelneming aan het poli tieke leven noodig is voor de behartiging van de belangen van het g e h e e I e volk, voor het optreden uitsluitend in het algemeen belang door do Volks vertegenwoordiging. Daarbjj denke men echter nimmer, dat een maatregel ten gunste van eeno klasse genomen, ten nadeeie moet strekken van een andere. In dit verband vergiste zich de groote econoom Adam Smith, toen hjj door opheffing der staatsvoogdjj tot betore toe standen meende te kannen komen. Neen, de Rogeering zal altjjd corrigeerende en controleerende wetgevende bepalingen hebben vast te stellen, tot behoud van de voordeelen voor zekere klassen der maatschappjj bereikt. Opkomend tegen het laat maar loopen systeem, citeerde spreker Thorbecke ten betooge van de noodzakelijkheid, om niet alleen hervormingen tot stand te brengen, maar de economisch zwakken te big ven beschermen. In 1844 reeds vroeg Thor becke, wie don toon kon vinden om den dissonant tnsschen de verschillende klas sen der samenleving op te heffen Spreker kan thans nog hetzelfde vragen. En wan neer de verschillende politieke partgen haar programma's voor de kiezers ont wikkelen, geschiedt het daarvan kan men zich overtuigd houden met geen ander doel, dan om de gewenschte har monie op Bociaal terrein te bevorderen De Liberale Unie wil dit ook met haar program, dat spreker hier thans zal ont vouwen. Met handhaving van haar pro gram van actie van 1905, stelde de Liberale Unie in haar 27 Februari j.l. ta Amsterdam gehouden buitengewone algemeens vergadering twee punten op den voorgrond nl. een krachtige propa ganda voor de invoering van het Alge meen Kiesrecht en zorg voor de ouden van dagen, bjj voorkeur in do richting van Staatspensioen. Aliemans kiesrecht willen we niet. De niet-Nederianders, do gevangenen, de krankzinnigen en de bedeelden zullen niet tot de stembus worden toegelaten. In de groote steden wordt soms niet meer dan 3 of 4 procent van do bevolking tot de stembus toegelateD. Spreker, wjjzendu op de landen waar reeds A. K. is, acht Nederland er even zeer rijp voor. Hg stelt groot vertrouwen iD ons volk dat vrjjhoid- on ordelievend is. Door partjjscbappen wordt gelukkig het gezond verstand van ods volk niet verduisterd. En vraagt men of spreker niet bovreosd is, dat de togenstanders zullen winnen door de invoering van het algemeen kiesrecht, dan antwoordt hjj, dat het voor hem is een vraag van recht. Niet door kleine middelen, niet door verkrachting van het recht moet getracht worden de tegenstanders in hnn machts ontwikkeling tegen te gaan. Evenmin of de sociaal-domocraten er door zouden wmncn, hetwelk echter sterk door spr. betwjjfold wordt. De socialisten b.v. vindon juist in den strjjd voor het algemeen kiesrecht een krachtig propa- ganda-middel, waarmee zjj vele ontevre den maken jegens ons Staatsbestuur. De schaduwzjjdo van uitbreiding van het kiezerskorps van 700,000 800,000 tot een millioen erkent spreker, maar de voordeelen zjjn grooter. Do belangen der laagste klassen zullen beter behartigd worden, zoo ook die der g o h e e 1 e natie. Bovendien zal het A. K. opvoedend wer ken. Het recht en genot van de burgers die medezeggingschap in bet Staatsbe stuur hebben, zal leidon tot besef van hun plichten. Ook hot vslsche begrip bjj het volk, dat Staatsinmenging alle maat schappelijke kwalen genezen kan, zal verdwjjneu. Deze illusie zal den menschen, als ze allen door het stembiljet mede werken, worden ontnomen. Spreker kan dit zeggen. Hg is immers zelf voorstander van Staatsinmenging, maar erkent dat do kracht tot alles moet komen uit het volk zelf. Anders big ven do wetten een doodo letter, doen zg niet veel nut. In dit opzicht zegt ook spreker Herzie u zelve Wat nu de zorg voor de ouden van dagen betreft, herinnert de heer Goeman Borgesius aan den langjarigen strjjd hier voor reeds gevoerd. Verschil over de vraag of de Staut zich met deze zorg bemoeien moet is er niet meer, alleen is er verschil van meening in hoeverre de Staat moet ingrjjpen. Velen voeien voor het Belgische systeemondersteuning van het particulier initiatief. Ook spreker meent, dat als zaken door particulier initiatief kunnen worden tot stand ge bracht, do Staat niet moet ingrjjpen. Niettegenstaande echter Canada pas het Belgische stelsol heeft aangenomen, kan hg het niet aanbevelen. Het heeft in België niet aan do verwachtingen vol daan. Honderdduizenden zgn niet ver zekerd. De jonge man, die iets te missen heeft, denkt in de eerste plaats aan ziektovei zekering, begrafenisbus en werk- loozenfonds, en in de allerlaatste plaats aan ouderdomspensioen, dat ook zoo ver nog wog is, en waarvoor bjj zelf it. de allerlaatste plaats wat kan en wil af zonderen. In theorie mooi, is het Belgische stelsel in de praktjjk onvoldoende ge bleken, Het is mislukt. Taak is de zorg voor ouden van dagen een staatsbelang, dat mag niet worden op gegeven. Er worden thans in sommige fabrieken werklieden boven de 25 jaar niet meer aangenomen, tenzjj ze reeds begonnen zgn oen pensioen voor den ouden dag te vormen. Dit geldt niet voor een enkele maar voor tal van ondernemingen, n.l. dat werklieden na 2h of 30 jaar niet meer in dienst kunnen komen. MenBchen van 40 jaar vinden dikwerf geen werk meer na ontslag, omdat wjj geen pensioen hebben, en werkgevors bevreesd zgn na korten diensttjjd tot pensionneenag te moeten overgaan. Zoo ontstaat verlies aan productievermogen, bljjkt ook ten overvloede, dat het ouderdomspensioen wel iets meer is dan pure armenzorg, dat aan deze qunestie ook groote maat- scbappoljjke belangen vastzitten. Naast het Belgische hebben we nog te niezen tussohen twee stelBels, de dwang verzekering en de Staatspensionneering. Het eerste is in Duitschland ingevoerd, prikkelt ons tot navolging en sluit zich ook aan bjj onze Ongevallenverzekering, die, wat men ook van haar moge zeggen, uitbreiding behoeft tot andere bedrjjven. Dan ligt de dwangverzekering in het verzekeringssysteem, wat reeds wonderen heeft verricht en het volk tot voorzorg en spaarzaamheid leidt. Spreker zet de vsordeelea van verzekering niteen als goede hulp bjj vele ernstige evenementen in het leven. Veel is er dus voor de dwangverze kering te zeggen, maar ten opzichte van do zorg voor den ouden dag zgn er ern stige bezwaren aan verbonden. Niet de vrees, dat het zal leiden tot Staatssocia lisme is een bezwaar, maar wel dat niet alle behoeftige ouden van dagen door deze verzekering gebaat zouden worden. Alleen maar de loonarbeiders en niet de kleine neringdoenden en kleine winke liers. VoortB zullen velen niet geregeld de premie kunnen betalen, en anderen weinig om een behoorljjk pensioen te verkrggen. Dan verzwakt het reohtsgrond tnsschen patroon en arbeiders, en verder is het administratief veel te gecompli ceerd. Ten slotte is sprekers grootste bezwaar, dat znlk een dwangverzekering niet spoedig tot stand kan worden ge bracht. Jaren geleden reeds sprak men bjj de motie-Heldt de urgentie van ouder domszorg uit. Een paar ministeries zgn sinds- dien gekomen en gegaan. Minister Talma vond de premiebetaling zoo'n goede rem voor de hebzucht der arbeiders, 'n Mooie rem Maar wij hebben geen rem maar een auto noodig die ons het ouder domspensioen brengen zal. Is dns de dwangverzekering niet wen- Bcheljjk, dan bijjfi ons alleen over de StaatBpeusionneering geljjk Denemarken en Engeland bezitten. Hot Engelsche systeem hoeft hier den laatsten tjjd veel instemming gevonden. Na jaren vergeefs werken ten onzent, brengt Engeland in vier maanden tjjd het staatspensioen tot stand. Het heeft meer geld gekost, dan men gedacht had, maar dit heeft de zaak niet ge schaad. Er zgn meer armen geweest dun wjj gedacht hebben, zeide eenvoudig minister Aspuith. Velen moer dan ver moed werd, leden in Engeland stille armoede, kwamen nu huu pensioentje halen in groote dankbaarhuid. En het Engelsche parlement voteerde het hooge- re bedrag, de 10 millioen. die nog noodig bleken. Zoo moeten wjj ook doen. Maar nu het geld. Geven wjj op 65- jarigen leeftjjd allen een staatspensioen geljjk in Engeland, dan hebben wo 45 millioen noodig. Zulk een bedrag is niet te vinden. Maar een pensioen van f3 per week op 70 jarigen leeftjjd aau be- hoeftigen. kost 12 of 13 millioen gulden. En volgens den heer De Meester, oud- minister van financiën, is het niet on- ovei komeljj k om dit bedrag uit belastingen te vinden. Ten onrechte zegt men, dat dwangverzekering, maar zes millioen kost. Zeker, zes millioen uit de belastingen, maar de rest van de voor de dwunver- zekering noodige 25 millioen moet toch ook uit de zakken der bnrgurs komen. Verreweg dan verdient het bereikbare staatspensioen de voorkeur. Het geld is te vinden. Mr. Johan Belinfante gaf een een schets, waarin hjj becjjferde, dat de opbrengst der ver mogens- en bedrijfsbelasting, thans 9 millioen, is te verdubbelen. Spreker neemt deze cjjfers niet direct over, maar acht sterke progessie bjj groote vermogens en bedrjjven zeer wel mogeljjk. Ook uit de successierechten behalve bjj erfenissen in de rechte Ijjn kan een grootere bate werden gehaald. Eu wie zou er be zwaar hebben tegen een z.g. pensioen- tax, wanneer hjj op zgn belasting-biljet b. v. nog vjjf opcenten kreeg, die uit sluitend voor het ouderdoms-pensioen van den arme besteed mogen worden. Voor een volle zaal sprak Vrijdag avond dr. A. van Raalte uit Dordrecht over de candidatuur Borgesius. Van die rede geven we hier een beknopt overzicht. De spreker behandelde achtereenvolgens deze vier punten de antithese, het kies recht, de ouderdomsverzorging en den vrjj handel. De antithese is niet zooals Kuyper in zgn deputatenrede zeide, door Christus zelf gezaaid, maar is eerst in 1908 voor 't eerst scherp gesteld. Voor. dien tjjd hadden de rechtsohe partijen den sehool- strjjd en daarheen konden ze gezamenljjk oprukken. De school was 't eenige punt, waarin do rechtsche partjjen overeen stemden, maar toen onder het ministeiie- Kuyper de bjjzondere school zooveel ge kregen had als ze begeerde en toen dus dat punt van samenkomst niet meer be stond, toen moest iets anders worden bedacht en daarom vond Kuyper de antithese uit. Later heeft men rechts wel gepoogd Kuyper vrjj te praten hier van, maar het roomsoho blad Be Tijd schreef nog onlangs bjj de huldiging van Kuyper, dat het vooral daarom dr. Kuyper veel hulde brengt, omdat hjj de man is die de antithese voor 't eerst scherp hoeft gesteld. Die hulde van roomschon nemen de anti-revolutionairen wel aan en ook mogen de roomschen hen in verschillende distric ten helpen om zetels te behouden of te winnen, maar als aan de roomschen zelf ook eens ietB vragen aan hun coalitie broeders dan zjjn die «stoere Calvinisten" niet te spreken. Een roomsche verkiezen dat doen ze nooit, daarvoor is bjj hou de antithese te scherp en geen coalitie kan de ingeboren papenhaatbjj hen wegnemen. Hoe de heer Lohman denkt over kiesrecht, dat weet Bpr. niet en dat weet niemand. Hjj is niet voor en niet tegon algemeen kiesrecht, het gezinshoofden

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1909 | | pagina 5