NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 203. 1909.
Woensdag 2 Juni,
23e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
EEN KLINKEND METAAL
Binnenland.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J.
DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. DVaJ:J, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Pri,8 per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
LN VAN
De opgaaf van den spoordienst
komt in dit nommer voor op de ge
bruikelijke plaats.
Zierikzee.
Hoe heet en fel 't daar toe gaat, is
haast mat geen pen te beschrijven.
Wanneer de redaotie van de Nieuws
bode noh niet een weinig inbindt, beleeft
men, eer 't 11 Juni is, aan haar bureau
nog ongelukken.
Haar toom nadert 't kookpunt al.
Zij sohreeuwt en scheldt er maar op los.
En als zij even ophoudt om adem te
scheppen, geeft zij 't woord aan „geen
paganist", aan „een strenggeloorig libe
raal'', of aan „een liberaal kiezer en
Christen die er niet van houdt wien ook
te stemmen".
En dan begint zp zelf weer.
En tusschen deze bedrijven door kan
men haar vindeD in de kiezersvergade
ringen met bet onde liedje van „Pompen
of verzuijen om het volk, gelijk in 1905,
tegen de „lijnen" op te hitsen.
Er zullen nog wel meerdere staaltjes
volgen. Uaar één er van vinde bereids
hieronder vermelding.
Wy plaatsen 'tnu eens niet onder de
Ingezonden Stukken, maar op de eerste
bladzijde onzer oourant.
Liberale verdraagzaamheid.
Het onderstaande is te opmerkelijk, dan
dat het niet der vergetelheid zou worden
onttrokken. Wat is het geval Vrijdag
avond 1.1. sprak mr. R. J. H. Patijn voor
de kiezers te Zierikzee. 't Spreekt van
zelf, dat op die vergadering ook vele anti
revolutionairen tegenwoordig waren,omdat
men wist, dat de heer Vegtel, onze oan-
didaat in dit district, met hem zou debat-
teeren.
Verbeeld u nu, mijnheer de redaoteur,
wat men vóór den aanvang van de verga
dering, van liberale zijde deed- Tot groo-
ten grief van ons, antirevolutionairen,
verspreidde men in zeer grooten getale het
volgende stukje, dat door den voorzitter
der liberale kiesvereeniging, mr. Fokker,
lid der Provinciale Staten, aan het eind
der vergadering bestempeld werd met den
naam van „Het Patijnslied". Het rond
gezonden blaadje luidde aldus:
PAGANISTISCHE MEDITATIE,
op het welbekende sohutterslied van
Speenhoil.
Ons dierbaar Vaderland
33
FEUILLETON.
BOOK
RUN A.
De zieke zat half opgericht in het bed;
gedurende den iaateteH tijd waren hare
krachten aterk afgenomen, en Henrik wist,
dat hij zijne moeder niet meer lang zou be-
aitten. Hare trekken waren doorzichtig,
haar blik waa mat en has.r leven leek op
een flikkerend kaarsje.
Zjj lag dicht bij het op6n venster. Hy
boog zich over haar, en zag dat het uur ge
komen was, dat hjj met weemoed, doch zon
der emart had verwacht. .Moeder, geliefde
moeder!" zei hij zacht.
Zy keek hem glimlachend aan. „De klok
ken roepan my 1" fluisterde zy met helde
ren blik. Het geestelijk duister scheen by
het naderen van den dood te wijken.
Henrik knielde naast haar bed neer, en
legde haar hand op zyn hoofd. „Zegen mij!
moederl" smeekte hij.
Zy streek zacht met haar hand over zyn
baar, en keek hem aan, alsof zy hem kende,
en hem veel te zeggen had Plotseling zonk
de hand neer, het hoofd viel zwaar achter
over, en de oogen sloten zich ala van ver
moeidheid. Een diepe rust trad in; de dood
breidde zyn sluier uit over het vredig ge
tut.
Vevsohsurd door felle twisten 1
Do schoolstrijd weer ontbrand 1
Eu dan die Paganisten 1
Pa Kuyper zit in nood
En als je soms gaat varen
Geen borrel op de bootl
Geen bitter en geen klare.
Daar komen de anti's zij schreeuwen
[van pijn,
Za razen en tieren: Weg met Patijn 1
Ze maken een herrie, och kom wat een lef 1
Dat komt van de „wortel" en 't plicht
besef 1
Patijn is onze man 1
Ons kranig eandidaatje
Die duchtig spreken kan
Hij geeft ze op hun baatje.
O wee I roept Vegtel uit
De angst gaat mij bekruipen 1
De anti's roepen luid
Een Pomper of verzuipen I
Daar kooien de kiezers ze stemmen
[Patijn 1
Ze houden van waarheid ei klaren wijn,
Je hoeft niet te vragen, wie 2»1 hat nu zyn I
Wel, vriend I natuurlijk, het is Patijn
Ziehier, mijnheer de redaoteur, het Pa
tijnslied volgens dhr. Fokker, dat werd
verspreid op een vergadering belegd door
de liberale kiesvereeniging te Zierikzee,
waar sprak de tegenwoordige afgevaar
digde Daar de Tweede Kamer.
Elk weldenkend mensoh veroordeelt
zulk doen ten zeerste, 't Is krenkend en
grievend voor andersdenkenden.
Wat zou men dan ook ook verwacht
hebben? Dat beeren als mr. Fokker en
mr. Patijn getoond hadden tegen- en hunne
verontwaardiging hadden getoond over zulk
een handelwijze.
En wat hebben wij gezien en gehoord
De heereu, die wisten, dat het stuk ver
spreid was dhr. Vegtel bracht het op
juiste wijze ter sprake in zijn debat
hebben geen woord van afkeuring er over
te hennen gegeven, hetgeen beu gesierd,
sou hebben, als zij het gedaan hadden.
Nooh mr. Pa ijo, coeh mr. Fokker keurde
het af. Sterker nog, veel sterker I Er kwaan
hunnerzijds geen woord van protest.
Wat dan wel 1 Tot mijne groote ver
bazing heb ik mr. Fokker aan het einde
der vergadering het volgende hooren zeg
gen. Aan het einde der vergadering be
dankte bij dhr. Vegtel voor het debat,
dhr. Patijn voor het gesproken woord en
onder meer sprak hij het toen openlijk
Nog dienzelfden avond mocht Sara in het
huisje van den slotbewaarder gaan slapen;
zij was er bijzonder bly om, doch begreep
niet, hoe de graaf met de doode alleen dorst
te zyn. Maar zij was zoo gewend aan de
eigenaardigheden van haren jongen mees
ter, dat zij zich al sinds lang niet meer ver
wonderde over iets wat deze deed.
Het was een vrij lichte nacht. Henrik
werkte alleen aan het familiegraf. Met bij
na bovenmenechelijke inspanning wentelde
hy eerst de eene helft, en daarna de andere
hslft van de zerk er af, en toen bleef hij on
afgebroken doorgraven totdat zijn schop
op de vermolmde doodkisten van zyn voor
vaderen stootte. Nu hield hij op om te rus
ten. De xuatn scheen flauw. Naast hem
stond een open leege kist. Na een poosje
ging hy het slot in, en haalde het lijk van
zijne moeder. Voorzichtig logde üy haar in
de kist, schikte hare kieeren recht, en be
strooide de doodo t.en s'.c te met een groote
hoeveelheid rozen. Toon knielde hy lang
in stil gebed naast de kist. De rozt n op het
witte kleed geurden, het vale maanlicht be
scheen het bleeke gelaat. Do eerste mor
genkoelte streek door de boomtoppen, en
diep in het bosch zong een vogel zijn wee
moedig lied.
Henik Falkenhorn las nu in stilte 'n lijk
rede, zette de kist bij, en legde eindelijk de
onde zerk weer op zijne plaats Intnsechen
begon de morgen al te grauwen, en lang
zaam keerde de eenzame doodgraver in zijn
verlatenhuis terug.
Na dien dag was er iets nieuws in Hen-
van 1—5 regels 40 èent, iedere regel meer 8 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 "ent.
ik zou zoo zeggen officieel uit, dat hij
wensohte, dat den llden Juni a.s. als de
overwinning behaald maoht worden, dit
Patijnslied weer langs onze straten mocht
sohallen.
Hoe vindt u dat, mijnheer de redaoteur
Is dat verdraagzaamheid jegens anders
denkenden Ieder weldenkend mensoh
gruwt van zulke handelingen. Van harte
hoop ik dan ook, dat de mensohen eens
nuchter mogen oordeelen over zulke lage
praotijken, zulk klein gedoe, en ale ze dat
doen dan weet ik het gevolg wel.
Hartelijk dank, mijnheer de redaoteur,
voor de mij verleende plaatsruimte.
Uw dw. dn.,
G. DE JAGER.
Bruinisse 29 Mei 1909.
Hoe wij 't vinden, vraagt ds. de Jager.
Na hetgeen wij in 1905 te Zierikzee heb
ben zien gebeuren, verbaast ons vaodaar
niets meer, dan alleen ditdat iets derge
lijks al niet eer gebeurd is.
Ea wij zijn er nog niet.
Moge God onze vriendon daar sterken
en hen begiftigen met kalmte en wijsheid
dat zij alleen Zijn eere bedoelen en het
vaandel onbesmet hoog houden.
Van de Zuid-Afrikaansohe vereeniging
ontvingen wij, reeds vele weken geleden,
een vlugschrift, waarin medegedeeld wordt,
wat door de door haar verbonden en
vriendschappelijk samenwerkende vereeni-
gingen gedaan is in het belang van den
Nederlandsehen stam in Zuid-Afrika.
Uit dit geschrift blijkt weer van hoe
groot nut dezo Vereeniging is, en van
hoe groot belang 'tis dat hij algemeen
gesteund wordt.
De eerste der bovengenoemde vereeni-
gingen is het studiefonds voor Zuid-Afri
kaansohe studenten.
Voorheen studeerden de Z. A. studenten
bij ca zonder uitzondering aan Engelsche
hoogesoholen.
Hel studiefonds tracht den stroom dier
studenten naar Nederlandsohe Universi
teiten te leiden.
En niet zonder vrucht.
Op dit oogenblik stnde8ren reeds een
dertigtal Z.-A. jongelingen aan onze hooge
scholen en elk jaar neemt dit getal toe.
De tweede vereeniging is het Fonds ten
behoeve van het Hollandseh Onderwijs,
in Zuid Afrika. Ook dat fonds werkt met
vaak verrassende xesuHaten.
rik'a toespraken; eon ijverig trachten naar
het onzichtbare, en iets zegevierende, dat
heel sterk uitkwam.
Het was Zondag. In de oude kerk weer
klonk de krachtige stem van den jongen
redenaar, en da menschenmenigte luisterde
aandachtig naar zijne woorden.
Niemand merkte, dat de buitendeur werd
opengedaan, en dat een man, gehuld in een
wyden ruiteramantel, binnentrad, en in den
donkersten hoek van het voorportaal staan
bleef. Zyn scherpe adelaarsblik rustte op
Henrik's gelaat, en nauwelijks was diens
preek geëindigd, of de onbekende toehoor
der verliet de kerk even ongemerkt als hij
gekomen was.
Spoedig daarop liep Henrik het park in
het hek was niet meer gesloten. Toen bij,
in gedachten verzonken, den weg naar het
slot in sloeg, schrok hij plotseling, want er
werd een baad op zijn arm gelegd. Hij
keerde zich om en zeg zijnen vader. Eenige
minuten bleven 2ij elkander aanzien.
„Hebt gij geen welkomstgroet voor je
vader vroeg de graaf.
„Ik heb geen vader en geen moeder
meer", zei Henrik koel en trad een stap
terug.
„Is zij gestorven
„Ja".
„Wanneer
„Eenige maanden geleden."
„En je blijft hier Wie besoherm je nu
„Ik blijf hier omdat mijne plaats hier is 1"
„Neen 1zei graaf Falkenhorn beslist, „je
is niet hier. Ik beb je zooeven ge-
Men leze slechts wat daaromtrezt ge
meld wordt:
„In de Kaapkolonie werd nooit zoo-
„veel aan de beoefening der Neder-
«landsohe taai gedaan als tegenwoordig.
„Het aantal kandidaten dat zioh jaar
lijks aanmeldt voor de vrijwillige
„examens in de Nederlandsohe, door den
Z.-A. Taalbond afgenomen, neemt steeds
toe en bedroeg in 1908: 3233.
Een derde vereeniging onderhoudt in
Pretoria een Nederlandsoh Hospitaal,
waardoor Nederlandsohe belanglooze toe
wijding voor de stamgenooten in Zuid-
Afrika nogmaals kan blijken.
Terwijl een vierde vereeniging Neder
landsohe leatuur in Zuid-Afrika verspreidt
Met dit doel heeft die vereeniging sinds
1 April 1908 niet minder dan 555 kisten,
elk inhoudende ongeveer 100 Nederland
sohe werken, naar Zuid-Afrika gezondeD,
waar thans in 185 middelpunten Neder
landsohe boekerijen zijn gevestigd.
De Zuid-Afrikaansohe vereeniging en
alle vereenigingen, welke met haar vriend
schappelijk samenwerken, verdienen de
sympathie en den steun van ieder, wien
het welzijn van den Nederlandsohen stam,
zoo in Europa als in Zuid -Afrika en elders
ter harte gaat.
Wij betreuren het, niet meer te kunnen
overnemen.
Maar de beperkte plaatsruimte in ons
veel te kleine dagblad belet 'tons,gelijk
wij ook door plaatsgebrek al sedert weken
verplicht waren de Zuid-Afrikaansohe
vereeniging te laten waohten.
r
Ben woord van minister De Meester,
blijkens 't verslag van de N. E.
„Aoht millioen besteed voor onder
steuning van arme behoeftigen bij wijze
van staatspensioen geeft ongeveer f 1 a
1.25 per week.
Tooh spreekt men van f3 a f5, wat
24 it 40 millioen moet kosten. Spreker
begrijpt niet, hoe dat tegenwoordig te
vinden is".
Oud-ministor Do Meester is 't heelemaal
met ons eens't kan niet.
Maar onder den druk zijner politieke
vrienden heeft hij later verklaard, dat 't
op soberder wijze zou kunnen ingericht wor
den voor 13 miljoen.
Gevolg waarvan geweest is dat verbis-
zingsredenaars zioh op „den bekwamen
financier" zijn gaan beroepen en zeggen
hij zegt ook dat 'tkan; hij is er ook voor.
Toen werd 't „zou knDzten" een axioma
maar 't „op soberder wijze" werd cadeau
gedaan.
Ja volgens de Nederl. moet 't al voor
gekomen zijn dat een van die kiezertjes-
lijmers zei: een pensioen van f3 op 70-
jarigen leeftijd kan bestminister De
Meester heeft gezegd dat 't maar 13 mil
joen gulden zal kosten 1 en dat dan die
zelfde redenaar, wanneer in 't debat door
een politieken neef betoogd werd dat 70
jaar een onbehoorlijke en onbarmhartige
leeftijdsgrens was, in zijn repliek ant
woordde „aan die 70 jaar hecht de Li
berale Unie niet" 1 Vergetend hoe die 70
jaar de basis was van heel zijn vorig be
toog.
Om te onthouden.
De vry liberalen willen het algemeen
kiesrecht desnoods ook, mits de Eerste
Kamer dan het recht van amendement
krygt. Spr. heeft daarop maar twee woor
den te zeggen dat nooit 1 We hebben in
de laatste jaren al genoeg van de Eerste
Kamer ondervenden, zonderdat zy 'treoht
van amendement hadwij zullen haar dit
niet er nog bygéven.
Aldus mr, J. Limburg (vryz. democra
tisch Kamerlid) in een verkiezingsspeech te
's-Gravenhage [N. R. C. van 25 Mei 1909).
De doop van Prinses Juliana.
De doop van de Prinses op 12 Juni zal
voorafgegaan worden door het volgend
ceremonieel
De Koningin en de Prins benevens de
vorstelijke verwanten zullen kort voordat
de jonggeboren Prinsss in de met 6 paarden
bespannen gouden koets door de groot-
meesteresse van Hare Majesteits Huis naar
de Kerk zal worden geleid, in het kerkge
bouw aanwezig zyn. Het staatsierijtnig
wordt voorafgegaan door den ceremonie
meester en kamerheeren in ry tuig en bege
leid door een militair eere-escorte.
Aan het paleis in het Noordeinde zal een
eerewacht van het regiment grenadiers en
jagers met de mnziek der Kon. Mil Kapel
en aan de Willemskerk de muziekkorpsen
der jagersbataiilons en van de veldartillerie
zyn opgesteld.
De Koningin zal haar doohter ten doop
houden.
hoord, en mij verbaasd over je redenaars
talent. Je woorden hebben een groote
kracht I Verspil je gaven niet hier in deze
afgelegen streek. In 't publieke leven zult
gij een arbeidsveld vinden, dat uwer waar
dig is; in de politieke wereld zult gij een
prachtige toekomst hebben de lauwereD,
die de wetensohap schenkt, zullen voor je
bloeien, als gij er slechts de hand naar wilt
uitstrekkenzelfs in de wereld van de
kunst zult gij naam weten te maken. Ik ben
het moede geen zoon te hebben, volg mij
terug in de wereld. Laten wij ons ver
zoenen".
Een blik vol bittere verachting was Hen
rik's eenig antwoord, maar de graaf trok
zijn uitgestoken hand niet terug.
»Gij hebt zooeven met veel talent over de
deugd gesproken maar zeg mij eens leeft
gij zelf wel naar je woorden Is onverzoen
lijkheid eene deugd
»Ja, tegen de verstokten 1"
»Wie is de meest verstokte, die ver
zoening zoekt, of die weigert haar eau te
nemen
„Hebt u berouw van uwe zoada vroeg
Henrik ernstig.
„Wat is zonde?" vroeg graaf Falken
horn, schouderophalend.
„Wat tegen Gods geboden en tegen het
geweten indruischt."
„Ik heb nooh een God, nooh een ge
weten."
„Dan ken ik ook mijn vader niet
Graaf Falkenhorn liet zijn hand zakken.
„Dweper 1' zei hy, en wierp een bijna
medelij denden blik op de monnikachtige
kleeding van zijn zoon. „Je verblijf hier
begint bekend te worden, en men vertelt
erbij wat gy alzoo voor je dronken boeren
doet Eenige dwazen houden je voor een
heilige, maar de meesten noemen schouder
ophalend je naam.''
„Voor mijn part mogen zij hun schouders
tot hun haren ophalen ik bekommer mij
niet om hen 1"
„Maar ik bekommer mij om hen. Ik wil
niet dat mijn eenige zoon zioh zelf ten
gronde riohtik wil niet dat mijn naam zal
uitsterven", zei graaf Falkenhorn, en een
gevaarlijke blos kleurde zijne wangen.
»Ik heb besloten, dat die bevlekte naam
door mijn toedoen niet verder zal worden
ovc-geërfd", zei Henrik.
„Stijfkop 1 Het zal mij tooh nog gelukken
je de baas te worden", mompelde de graaf,
en zijn hand tastte naar het pistool, dat hij
in den gordel droeg.
Henrik merkte het, en gliralaohtte spot
tend. „Wilt u mij missohien doodschieten,
opdat uw naam niet uitsterft?"
De graat bedacht zioh en liet zijne hand
zakken.
„Henrik, hebt gy geen bart 1" vroeg bij
haastig. Het klonk als een noodkreet. „Ik
zoek verzoening en gij stoot mij terug
Een eigenaardig gevoel maakte zioh van
den jongen man meester, iets als een Da-
galm van de liafde van vroeger.
Wordt vervolgd