NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 197. 1909 Maandag 24 Mei CHRISTELIJK- 23e Jaargang. HISTORISeH yöiiiM Milair OiMtft EENKLINKEND HETML VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JGNGt-VERWEST, te Goes F. P. DY!iL>\ te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN B^dit nummer behoort een Bijvoegsel 29 FEUILLETON. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Pri,s per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,02'. UITGAVE DLR 1TRMA EN VAN van 15 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 <-ent. Ingevolge het bepaalde in de Regeling ven het Voorbereidend Militair On derricht, zal de aanmelding tot deelne ming aan dit onderricht, dat kosteloos wordt verstrekt, moeien gesohieden vóór den lsten Juni eerstkomende en wel .- a. in plaatsen waar Infanterie of Vesting. Artillerie in garnizoen ligt, bij den Com- mandeerer.de-Officier der Infanterie of der Vesting-Artillerie j b. in de overige plaatsen bij den Bur gemeester der gemeente. Bedoelde Commandeerer.de Officieren en Burgemeesters zenden véór of op 1 Juli aan den Inspecteur der Infanterie een staat inr vermeldende onder meer, welke jongelieden zioh tot deelneming hebben aangemeld. Vermits nu door genoemden Inspecteur na ontvangst van bedoelde staten, alle verzoeken om alsnog tot het onder richt te worden toegelaten, zullen worden afgewezen, tenzij de belang hebbenden kunnen atmtoonen, dat zij door V or blijf ia bei buitonlattd O** o»* ra nen onsohuldig zijn aan te late aan melding, oaeenen we de jongelieden, die aan het voorbereidend militair onderricht v ensohen deel te nemen, dat 1 October a. s. begint, nadrukkelijk opmorkzaam te moeten makeD, op de noodzakelijkheid «oh daartoe vóór 1 Juni a s. aan te melden, terwijl we tevens in herinnering brengen, dat gelijke nanmelding ook moet gesohieden door hen, die ton vorigen jare reeds aan het onderricht deelnamen. Neutraliteit. Die neutraliteit is tooh een vreemd ding. Wij hebben in de laatste dagen van «neutrale" onderwijzers en onderwijze ressen gehoord, die niet mee wilden doen aan eenOraojefeest voor de schoolkinderen. De school mag immers geen partij kiezen in politiek opzioht, zoomin als in het godsdienstige. Men moet dus zwygen over God en Zijn dienst, maar ook over de aardsche DOOR RUNA. Hij keek haastig om, on toen hij zich overtuigd had, dat niemand in de nabij heid was, zei hij. «Juffrouw MajIk moet u een hartelijken groet overbrengen 1" Zijn hart begon hevig te kloppen. Zij lachte aanmoedigend, in volle blijde verwachting. »Van wienf „Van Henrik Falkenhom". De glimlach verdween dadelijk. Harald merkte hoe haar gezioht veranderde, en vroeg zioh af van wien zij eigenlijk een groet had verwaoht. „Ik heb hem ontmoet", zei hij, „hij is niet ziek, zooals men zegt". Maj's lippen trilden even, en hare fijne neusvlengels werden wat grooter door de opwinding, maar zij zeide niets en hij ging voort, traehtend haar opkomenden toorn te bedwingen. «Hij laat a vragen, hem te vergeven. Hij heeft u oprecht lief". «En dat zou ik moeten gelooven viel Maj hem in de rede, en richtte zioh in hare volle lengte op. Eindelijk had zij haar spraakvermogen weer terug. Wat zij, on danks de verklaring van graaf Faikenhorn, ia Btilte had gevreesd, was dus waar Hen- rik was haar ontrouw geworden. Hij was niet ziekzijn wijze van handelen was dus niet te verontschuldigen. Zij nam den jongen graaf, die voor haar stond, met: vlammenden blik op. «Wat gaan Henrik Falkenhorn's gevoelens mij aan Ik hab voor altijd met souvereine, onze Koningin. Nismands overtuiging mag worden gekwetst wat feitelijk op deze wij'.e moet uitloopen op een volkoman zwijgen Maar is zwijgen wel neutraal Kan men, door niets to willen zeggen, ook niet veel zeggen? Is, waar spreken plijht was, het zwijgen geen demonstratie? Het Centrum wijst op het gebeurde in een feestelijke vergadering van de afdee- ling Utreoht en omstreken van den Ned. Bond van Post- en Telegraaf beambten. Er waren op deze vergadering afge vaardigden uit Frankrijk en België. En no stelde een der buitenlandsche afgevaar digden vooreen telegram van gelnkwensoh te zenden aan H. M. de Koningin. Dit voorstel werd met gejuioh ontvan gen. En tooh deelde de voorzitter mede, dat het telegram niet kon worden verzon den, omdat de Bond neut-aal is. Toen zonden de buitenlandsche afge vaardigden zelf een telegram Als men zoo iets leest dan valt het toch moeilijk zijn verontwaardiging te bedwingen. Die ellendige „neutraliteit" Zenen des lands mogen aan de Koningin geen gelukwensoh zenden. Dat moeten Lruiivulautloio Ü06D Zonen des lands, nog wel ambtenaren, moeten vanwege de neutraliteit zulk een antwoord geven aan buitenlanders, die wel vreemd zullen hebben opgezieD. Ta- reoht zegt het Centrum Maar deze neutraliteit komt dan zij het ook in strijd met de bedoeling Van den voorzitter en de meerderheid der vergadering eenvoudig neer op een demonstratie, welke in haar nega- t even vorm zich lijnrecht stelt tégen 't Koning schap, het fundament en de kroon van onze nationale en constltutioneele instellingen. Dat men aan het Hoofd van den Staat de hem of haar toekomende hulde bewijst Is een elsch van goede burgerschap. Dat men die hulde door buitenlanders voorgesteld opzette- 1 ij k achterwege laat, is een handelwijze, die een bepaald karakter vertoont en wel een poli tiek karakter van zeer bedenkelijke soort. Wij zullen dit wel niet nader behoeven uiteen te zetten. Te allen tijde en onder alle omstandigheden zal men het wettig hoofd van den Staat hebben te eerbiedigen. En a fortiori is die eerbied geboden in sen land als het onze, waar volk en hem gebroken zeg u hem dat. En voeg u er bij, dat ik heat haat en veracht". Na deze opgewonden toon uitgesproken woorden verliet zij haastig den pijnlijk- verbaasden Harald. De oude doove dame moest lang op het beloofde handschrift wachten, en toen do jonge, man het eindelijk b-acht, vroeg zij zioh af of het papier soms de een of andere too verkracht bezat, zoo veranderd was haar zooeven nog zoo vroolijkeen aardigepratar. Zij volgde de richting van zijn blik, en meende de reden van zijne verstrooidheid te hebben ontdekt. Hij keek namelijk Daar Maj die midden tusschen een groepje heeren stond, waarmee zdruk schertste. De oude dame maakte hare gevolgtrek kingen. Zij keek vol medelijden naar den jougen man naast hzar, en raakte zachtjes zijnen arm aan. Hij schrok uit zijne gedac-hien op, en vroeg duizendmaal om vergeving zonder te weten waarom. «Wend uw blik liever in eene andere richting, graaf Harald", zei zij welwillend glimlachend, en hare woorden deden hem zeer ter wille van zijnen vriead. Den volgenden dag, toen het nog donker was, werd hij wakker en stor.d hij dadelijk op, want hij kende de gewoonte 'an Bar bara om 's ochtends vroeg uit te gaar, en hoopte haar te zullen zien. De sterren waren nog aan den hemel, en onder zijue voeten kraakte de sneeuw toen hij langzaam het tuinpad afliep. In het slot was ailes nog donker en stil; alleen in de keuken en .n de bediendenkamer was eenig leveD. Eén raam boven in huis was verlicht. Harald keek naar boven en vergat de felle koude. Toen het licht uitging, duurde het niet lang of er werd een kleine zijdeur vorstenhui, door den loop der geschiedenis zoo nauw aan elkander verbonden zijn. Maar nu komt plotseling de neutraliteit tusschenbeide en verbiedt aan Nederlandsche postambtenaren te doen, wat voor buitenlanders, voor Belgen en l'ranschen welke laatsten in hun eigen land onder den republikeinschen regcerlngs- vorm leven geer. beletsel is De Koningin mag niet worden gekend, zij mag althans niet worden gelukgewenscht en ge huldigd nis de draagster van het hoogste gezag, ter wille der onzijdigheid 1 Zij moet als souve reine worden genegeerd Het is dezelfde rede neering, welke op enkele plaatsen onderwijzers zich deed kanten tegen de viering der „heuglijke gebeurtenis" op de openbare school. Die school, welke neutraal moest zijn, mocht óók geen partij kiezen, of positie nemen I Alsof het Koningschap ten onzent de inzet was van den strijd der partijen I Alsof het niet de erkende grondwettelijke vorm was van ons Staatsbestuur I En alsof, afgezien nog van alle andere overwegingen, de eerbied voor de wet niet eischte de nationale instellingen te erkennen en zich dienovereenkomstig te gedragen I Moet men echter deze handhavers eecer wonderlijke neutraliteit al te lastig vallen Neen. Zij trekken eeavoudig de conse quentie uit de liberale leer. Op de school moei men neutraal zijn en van God en Zijn Woord, van onzen u.vr»i~9 vw U.UVAW uvavio GUUOtuo unuz ken. De neutraliteit gebood dat. Alsof een mensoh ooit neutraal zou kunnen zijn ten opziohie vau zijn boog- sten plicht 1 Waar zulk een schuldig zwijgen tegen over den Koniog der koningen betamelijk wordt geacht daar kan het natuurlijk nog veel minder onbetamelijk zijn, dat men zwijgt over de aardsohe overheid. Deze neutraliteit is een vreeslijke uit vinding. Zij is een uitvloeisel van de leus der revolutieGeen God, geen meester. Want wie de souvereiniteit Gods aan randt, neemt ook den eerbied weg voor- 't aardsohe gezag. 22 Mei 1909. Liberalisme en Godsdienst. De heer Lohtuan heeft ia zijn politieke rede te Groningen overigens een zeer goed woord, want de liberalen zijn er door ontstichtontkend dat alle liberalen te gen 't Christendom zijn. Met deze ontkenning stemt iedereen na- geopend, en Barbara trad naar buiten. Zij was in een warmen pelamantel gehuld, en had een bontmuts op. Achter haar ver- soheen de trouwe knecht Ralph, die een lantaarn en een mand droeg. «Goeden morgen juffrouw Barbara". Zij schrok lioht, maar glimlachte, toen zij bij het flikkerend licht van de lantaarn Braa herkende. „Waarom zijt u heden zoo vroeg op, graaf Braa vroeg zij en reikte hem de hand. „Mag ik heden Ralph's plaats niet in nemen", vroeg hij, en voegde er haastig bij, toen hij haar aarzeling bemerkte „Ik heb u iets bijzonders mee te deeleD, juf frouw Barbara, dat voor twee, die ons lief zijn, van groot gewicht is 1" «Maar" zij wendde zioh om, en keek besluiteloos naar de mand, die Ralph droeg. Harald, die dat bemerkte, nam den ouden knecht zonder iets meer te zeggen de mand en de lantaarn ai. „NeeD, graaf Braa, laat u Ralph die diagen dragen; zonder he m ga ik het dorp niet inmaar u kunt we) met ons mee gaan", zei Barbara. Hare stem klonk wel is waar verlegen, doeh beslist, waarom Harald den knecht de mand terug gaf, dooh de lantaarn be hield. Zoo gingen zij ssmen in den vroegen wintermorgen er op uit, terwijl Ralph hen op eenigen afstand volgde. „Waar gaat u heen vroeg Harald hij vergat alles door de zaligheid zoo goed als alleen met Barbara te ziju, want Ralph kon niet hooren waarover zij spraken. «Naar het dorp toe. Ik heb op't oogen- blik maar drie ziekeD, en dat is goed, daar ik juist nu niet veel tijd over heb", antwoordde zij,en hare stem klonk vroolijk. t.iurlijk in. Niemand is hartenkenner, en niemand heeft derhalve 't recht of de macht ts oordeelcn over de inwendige roerselen des harten. De strijd gaat trouwens niet tegen de per sonen, maar tegen de beginselen. Eu nu brengt 't Liberals beginsel, wel eenige minachting of onverschilligheid voor dan geopeubaarden godsdienst mee. In Duitschlaud ia dit vooreen liberaal eerljjk srkand. De heer R. Wielandt te Heidelberg schreef onder den titelDer Politische Liberalis- mus und dis Religion* in brochurevorm een waarschuwing aan het Duitsche Libera lisme*. De schrijver beweert dat het Liberale hart over 't algemeen koel is tegenover den godsdienst. Deze onverschilligheid, zegt hjj, heeft, haar grond in de algemeene on verschilligheid der zoogenaamde ontwik kelden tegenover een kerk en een gods dienst in 't algemeen. Een droevig gevolg dier liberale onverschilligheid is dat da strjjd voor de belangen der kerk en voor een godsdienst zoodoende aan Roomschen en Conservatieven wordt overgelaten Zon der sterken persoonlijken godsdienst is TTiBérafisme "dên" weg Van den godsdienst niet meer vindt, dan bewijst het dat 't oud giwordon is. Zonder verbroedering tus schen Liberalisme en Godsdienst is geen zegenrijk Liberalisme mogelijk. Tot zoover deze schrijver. Zijn waarschuwing zal ook wel voor het Liberalisme in ons land gelden. Viel zij in goede aarde, het zou den aan staanden stembusstrijd heel wat aan scherp te doen verliezen. Doch helaas, er valt ook hier een proces waar te nemen. Bijbelacha of Supratu- ralistische Conservatieven, ook onder de li beralen, zijn langzamerhand, dank zij het werven door Groen en zijn volgelingen in die kringen, tot ons of de Christelijk Histo- rischen overgekomen. En onder wie over bleven, zijn de voorstanders van den Ge- openbaarden Godsdienst zoo ze er nog zijn 1 te tellen. Staatspensioen en Ouderdomspensioen. In een verkiezingsrede heeft een rede- Hij keek haar stil van terzijde aan. Zij liep met vasten stap naast hem voort elke beweging verried jeugd en gezondheid. De kleur op de ronde wangen was frisoh, het dikke bloBde haar was goed verzorgd, het kwam krullende onder het bonte mutsje uit en bedekte haar oor half. De kleine neus had ondanks de bittere koude hare natuurlijke kleur, en de reine, innig goede uitdrukkmg in de heldere oogen deed het hart van den jongen man warm kloppen. »Wat was het, dat u mij wilde mededee- len, graaf Harald F" met die vraag stoorde zij hem in zijne besehouwmgen. „Ik heb Henrik Faikenhorn ontmoet", antwoordde hij, besloten recht op zijn doel af tegaau. Zij bleef staan. „Waar?" „Dat mag ik niet zeggen ik heb beloofd dat ik zijn verblijfplaats niet zou verra den", antwoordde hij op beslisten toon, al moest hij zioh verontschuldigen. „Is hij zeer ziek «Neen I «En oom zei het." zei zij verwonderd. «Hij is niet ziek". «Maar dan houdt oom ons allemaal voor den gek 1 Waarom sOm te verbergen dat het tusschen hem en Henrik tot oen breuk is gekomen. De oorzaak weet ik niet. Io zijn woede en wanhoop heeft Henrik plotseling alles er aan gegeven, zelfs zijne aanstaande, die hij nog altijd hartelijk liefheeft". „Arme Majl" zei Barbara en liep door. «Als hjj haar heeft opgegeven, valt het mg moeilijk, ja, bijna onmogelijk om hem te vergeven 1" „Als u hem hadt gezien, juflrouw Bar bara, dan zoudt n weten, hoezeer bij haar naar, niet a aar de eerste de beste, maar de oud-minister, Goeman Borgesius te Wog- num,_ gezegd dat dr Knyper een staats pensioen geniet van f4fOD waar hjj niets aan heeft bjjgedragenterwijl hjj het niet op dezelfde manier gunt aan den ouden arbeider. Dit is zeer onjuist voorgesteld. Een arbeider is niet in staatsdienst, dus kan zjjn pensioen niet „staats'pensioen ge noemd worden; recht er op heeft hjj althans niet. Maar de verzekering met premiebetaling, onzerzjjda gewild, verschaft aan den ouden dag en aan den invalieden werkman pensi oen, terwijl da staatspeneioneering door Goeman Borgeeius voorgestaan,een uitgaaf vordert die nooit door de natie zal kunnen worden opgebrachtzoodat men gerust zeggen kan daar komt niets van. Maar ook die vergelijking met het Staats pensioen der ministers gaat niet op. Een minister heeft in den regel een goed gesalarieerde betrekking vaarwel moeten zeggen. En nu weet men ook hoe wissel vallig een ministrieel leven is. Zoo is hjj op zjjn post, en zoo ia hjj er af gestooten. En dan komt hii in den regpl niijf in «i i» Zoo bijvoorbeeld een minister van oorlog die een hoogen rang in hot leger bekleedde; een minister van justitie die lid was van den Eoogen Raad, een minister van kolo niën, die gouverneur-generaal waszjj vinden bjj hun terugkeer in het ambteloos leven in den regel hen plaats door aen ander bezet. Neem een directeur eener groote verze keringsmaatschappij, eene b.v. als waarvan mr Goeman Borgesius mede directeur is, en biedt hem een minister-portefeuille aan ge hebt kans, dat hij om louter finantieele redenen weigert 1 Neen, wie tot de hooge eer van het ministerschap geroepen wordt, rekent niet allereerst met zjjn geldbeurs I Integendeel, hij offert in den regel zijn positie en met haar zjjn geldelijk voordeel op aan datgene, wat hjj zich geroepen voelt te kunnen doen in het belang des Lands. Onder deze omstandigheden is een ministerpensioen, zooals dit nn geregeld is, eerder te laag dan te hoog. liefheeft". «Maar waarom heeft hjj haar dan ver laten „Hij heèft mjj slechts dit gezegd, dat er een vloek rust op zijne familie. Hij kau juffrouw Maj niet tot zijne vrouw maken, omdat de vloek dan ook haar zou fr ff en „Het komt mij voor, dat de vloek haar voor 't minst al heeft aangeraakt. Die arme Maj! Het verdriet heeft haar heeiemaal veranderd", zei Barbara treurig. «Henrik heeft juffrouw Maj door mij oenen groet laten zenden", begon Harald weer; >maar toen ik haar dien groet over bracht, wilde zjj hem volstrekt niet aan nemen". „Zij kan het niet verdragen, dat rijn naam genoemd wordtwij vermijden het allen om over hem te spreken". «Toe, juffrouw Barbara, neemt n't tooh op u haar zijn groet over te breDgen, en hem te verontschuldigen. Misschien luistert juffrouw Maj eerder naar hare zuster, dan naar mij. Henrik boezemt mij innig mede lijden in hij is onschuldig. Ik kan daar voor instaan met mijn eer en mijn leven; ook, dat slechts de meest edele beweeg redenen hem er toe brengen", «Dat zegt u, graaf Harald riep Bar bara, en keek hem zoo dankbaar aan, alsof zij zeer verlioht was. „Ik zou Henrik, dien ik altijd heb bewonderd, zoo graag van niets dan goede dingen verdenken. E« nu kan ik het; uw woord van eer staat mij daarvoor borg 1 Als u eens wist, hoe gelukkig u mij hebt gemaakt, graaf Braai Hoe luidde ziju groet?" Worlt vervolgd

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1909 | | pagina 1