NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 191 1909 Zaterdag 15 Mei 23e laargang. HISTORISCH CHRISTELIJK- MercitW Militair Oilemctt- iattenHseh Overzicht, VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Pri.s per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,02®. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 ''ent. O Ingevolge het bepaalde in de Regeling van bet Voorbereidend Militair On derricbt, aal de aanmelding tot deelne ming aan dit onderrioht, dat kosteloos worot verstrekt, moeten geschieden vóór den laten Juni eerstkomende en wel a. in plaatsen waar Infanterie of Vesting Arlilleiie in garnizoen ligt, bij den Com ma: jende-Officier der Infanterie of dar Vesting-Artillerie h. in de overige plaatsen bij den Bur gemeester der gemeente. Bedoelde Commandeerei.de Officieren en Burgemeesters zenden vóór of op 1 Juli aan den Inspecteur der Infanterie een staat in, vermeldende onder meer, welke jongelieden zioh tot deelneming hebben aar gemeld. Vermits nu door genoemden Inspecteur na ontvangst van bedoelde staten, aile verzoeken om alsnog tot het onder richt te worden toegelaten, zullen worden afgewezen, tenzij de belang hebbenden knnner aantoonen, dat zij door verblijf iu het buitenland of om andere redenen onschuldig zijn aan te late aan melding, meenen we de jongelieden, die aan het voorbereidend militair onderrioht wenschen deel te nemen, dat 1 October a. s. begint, nadrukkelijk opmerkzaam to moeten maken, op de noodzakelijkheid «oh daartoe vóór 1 Juni a s aan te melden, terwijl we tevens in herinneripg brengen, dat gelijke aanmelding ook moet geschieden door hen, die ten vorigenjare reeds aan het onderrioht deelnamen. «Een bedriegelljk uithangbord Al wordt de antirevolutionaire partij niet met name genoemd, tooh werd zij klaarblijkelijk bedoeld, toen onlangs een geschiedkundige vau naam gewag maakte van partijen, die een «bedrieglijk uithang bord" vooi hun deur hangen en zioh dus anders voordoen, dan zij werkelijk zijn. Dr. H. T. Colenbrander heeft vooral veel studie gemaakt van onze geschiedenis gedurende de laatste helft der achttiende en den overgang van deze in de negen tiende eeuw. Zijn werk over den «Patriottentijd", toen de beginselen der Revolutie wortel schoten in ons vaderland en vrucht zetten, mag een standaardwerk heeteu en 'tis maar jammer, dat er zoovele publieke boekerijen zijn, waarin het ontbreekt trouwene onze tijd staat niet in het toeken der geschiedenis. Enkele maanden geleden nu heeft de zelfde schrijver een boek in 'tlioht ge- geven over de «Bataafsohe Republiek", een treffelijk werk, waaruit ook voor onzen tijd heel wal te leeren valt. Wij waarschuwen elkaariegenwoordig zoo vaak met een: Ziet naar Frankrijk 1 We mooh- ten wel wat beter onze eigen historie kennen en zeggenZiet terug naar Hol land 1 Dooh dat is nu niet aan de orde. In de inleiding tot dit werk, is het, dat dr. Colenbrander zonder haar te noe men de antirevol. partij bij de ooren neemt en van politieke eerlijkheid be schuldigt, en van het voeren eener vla» die niet de lading dekt. Hij sohrijft «Zoo heeft, niettegenstaande het her stel der nationale onafhankelijkheid, de Fransohe Revolutie in onze geschiedenis een zoo diepe insnijding gemaakt, als misschien nergens elders, buiten Frank rijk". Daarmee is ieder onzer het eens. Dat hebben we altjjd beweerd. Grom van Prinsterer is ons daarin voor gegaan en heeft onvermoeid aangetoond, hoe er in 1813 wel andere paarden voor den wagen kwamen en den koetsier een Oranje kokarde werd op den hoed gezet, maar hoe de koers dezelfde bleef en de richting niet veranderde. Zoowel het conservatieve bewind van Willem I, als het liberalisme *-an Thorbeclce lag op de lijn der Fransche Revolutie volkomen waar 1 Doch nu gaat de schry ver voort «De nieuwe positie van ons vorsten huis zelve is ondenkbaar zonder haar (de Revolutie n.l.) en van de in ons laad be staande partijen is er, niettegenstaande bedriegelijke uithangborden, feitelijk geen enkele, die tegen hot eindresultaat der jaren van revolutie en onderwerping reageert in verzet komt)". Die kunnen we, als men zegt, in den zak steken«Gijlieden noemt u wel" dus luidt de beschuldiging »anti"-revolutio- nair en uit u in harde en felle taal tegen die schrikkelijke Revolutie, maar de resultaten dier Revolutie zouat ge toch niet graag willen missen en aan haar vruchten doet ge u gaarne te goed". Als het waar is, geen mooi bsdrjjf Het afdalen in den provisiekelder, om er de spijzen weg te nemen, streng veroordee- leu, maar heeft een ander het eenmaal ge daan, dan mee den lepel in den gnleipot steken, om van de zoetigheid te snoepen Onvervalscht politiek farizeïsme Edoch men kan een groot geschied- vorscher z\jn en zich tooh geen goed bogrip vormen van de grondbeginselen eener hedendaagsche partij. Dit schijnt hier een weinig zoo te zijn. Hier dook, zouden we zeggen, de oude verwarring weer op van anti en contra. Dr Colenbrander beweert, dat we de uit komsten der Revolntie niet ongedaan wen schen te maken en dat we daarom ons niet „anti"-revolutionair mogen noemen. De conclnsiedeugt niet. Daarom mogen we ons niet noemen neon W-revolutionair. Zulke contra-revolutionairen zijn er geweest. Da Costa, in 't begin van zijn strij J, was het. En in hroen's tijd staken, nu in Gouda, dan in Goes of op andere plaatsen, zulke lieden het hoofd op, die Koning Willem III den raad gaven, om met de Grondwet zijn pijp maar ean te steken en de volksvertegenwoordiging met 'n vrijkaart enkele reis op 't spoor te laten brengen. Tooh dat is niet anti-revolutionair Groen ging daar vierkant tegenin. „Ik ben uit de school van Willem van Oranje en niet uit die van den Spaansohen modelkoning Filips II", zeide hij. En zoo kras mogelijk heeft hij het uit. gesproken, dat de stormvloed der Revo lutie een vruchtbaar slib had achtergelaten, dat de velden bedekte en dat Groen niet wou missen. De woorden van Chantepie de la Saussaye maakte hij tot de zijne, dat usen van de beginsel.n dïr Revolutie wél onderscheiden moet de orde van zaken tijdens en tengevolge der Revolutie tot stand gekomen 1 Dat is toch, dunkt me, duidelijk. Tot die nieuwe „orde ven zaken" be hoort o. mo. de eenheid van deo Staat, die vóór 1795 veel te wensohen overliet het wegvallen van alle slagboomen voor het onderling verkeer dar provinciën en gemeentende gelijkheid van alle gods diensten voor de Wet; de grondwettige regeeringafschaffing der pijnbank en andüiö smadelijke straffen Op dezen weg willen we niet terug. Ea dankbaar erkennen we, dat God door de Revolutie de totstandkoming dezer nieuwigheden heeft willen bespoedigen. Daarom zijn we niet „oontra"-revoiuti- onair. Een omwenteling in tegenovergeslelden zin en »1 evenmin een geleidelijken terug keer tot het oude régime, bc-geeren w ij niet. Dus tóoh een «bedriegelijh uithangbord*. Ia geenen deele 1 Zie als (laar ie sa and is, die van da genade Gods in Christus afkeerig is, maar wiens wandel sierlijk en wiens geheele doen de somma is vsn vele burgerlijke deugden, dan erkennen we dit met waardeering. Je, dan wekken we soms onszeijf en anderen op, om ons door zoo iemand te laten beschamen I Maar als dan de viaag komt, o! we met zoo iemand ook zouden willen ruileD, dan driewerf neen! En wel, omdat „de wortel der zaak" niet iu hem gevonden wordt. Zoo is 't nu ook hier. J)e «wortel" der Fransohe Revolutie deugt niet. Ea ais dam mannen gelijk dr. Colen brander ons toevoegen, dat we daa tooh, ondanks onzen naam, maar stillekens vrede hebben met het feit, dat siads 1848, toen de lijn vau 1795 werd doorgetrokken, de wil des volks tooh eigenlijk de hoogste wef is in Nederland en dat wij, ais ons de stembus mee was, even kalmpjes dien volkswil in wetten gaan omzetten, als onze tegenstanders dit doen dao heeft hij het tooh met zijn groote geleerdheid in de kennis onzer beginselen niet ver gebracht Niet den wil des volksDiet den wil der meerderheidniet den wii eener be paalde klasseniet den wil van enkele geboien «regenten" zelis niet den wil van vorst of vorstin willen wij in toepassing zien gebracht. Maar alleen den wil van God. En dat kim óók iD de meest demoora- tisohe republiek. De Staatssom heeft daar maar 'n heel klein beetje mee te maken. En daarom kunuen wij dankbaar zijn voor de verbeteringen in den staatsvorm, die de Revolutie ons bracht, terwijl we tooh de grondgedachte dezer Revolutiede los making van God en Zijn Woord met de meeste kracht bestrijden. Oü3 uithangbord bljjjt dus aan z'n staag Turkije De Zwaardomgording. De bladen melden uitvoeriger berichten over de plechtigheid van Maandagmorgen in Constantinopel. Het was prachtig weer en er was een ont zaglijke volksmenigte op de b6enmen schat dat er langs den weg dien de stoet nam wel een twee-honderd-duizend men- schen stonden. De orde werd schitterend bewaard en dat was niet gemakkelijk in de nauwe stralen van bat oude Stamboel, maar de voorzorgsmaatregelen waren uitmun tend Er was wol geestdrift onder de menigte, maar tooh niet zooveel als men ge wend is bij de kroning van een westersch vorst. Waarschijnlijk was het volk nog onder den indruk van da jongste troebelen. Om halftwaslf verliet de Sultan, in gene- raals-uniform gekleed, het paleis Dolrna Bagdsje en stapte onder de tonen van het constitutioneele volkslied in een bootje, waarmee de Gouden Hoorn werd overge stoken. Alle schepen die daar lagen waren versierd en de matrozen juichten den Sul tan toe. Bij de moskee van Ejub (den vaan deldrager van den profest) stapte hjj aan land. Daar ontvingen hem de ministers en waardigheidbekleeders en had ds plechtig heid der zwaardomgording plaats. Deze was kort maar indrukwekkend Eerst werd het openingshoofdstuk uit den Koran ge lezen, toen sprak een geestelijke een gebed uit, waarin hij den goddeljjken zegen af smeekte op het hoofd van den nieuwen sul tan en dan, binnen de omheining van het graf van Ejub, nam de geestelijke 't zwaard van Osman es gordde het Mohammed V om Daarop gingen allen heen, de Sultan uitge zonderd, die alleen werd gelaten om Allah te danken. Om óan uur werd de stoet gevormd bui ten de moskee van Ejub Vooraan gingen twee gepantserde auto's met een kanon, dan kwamen da Macedonische soldaten, atu'op geestelijken, senatoren, kamerleden en eindelijk de ministers. En vervolgens, voorafgegaan door de grooten van 't Mace donische leger (Sjefket Pasja in zijn khaki uniform voorop) het rijtuig van den Sultan, rood en goud, waarin Mohammed gezeten was met Gazi Pasja tegenover zich. Daarop weer soldaten, officieren en hovelingen Bjj de moskee van Mohammed II, den verove raar van Constantinopel, steeg de Sultan uit en badtoen ging het terug naar het paleis. Frankrijk. Als een bewijs hoe do staking van een deel der post- en telegraafbeambten allen die er mee te maken robben in zenuwach tige stemtaing heeft gebracht, mag wel dienen dat gister te Parijs eeu drietal dag bladschrijvers, die UR&r de stakingsmeeting gingen door da contróle, welke de stakers hebben in het leven geroepen, werden aan gehouden. Op hun verkli.riijg van slechts te fcomsn om te zien en te hooren en om in vob komen onafhankelijkheid er over te schrij ven en op hun besliste weigeren, iets anders te verklaren, war 1 bun de toegang geweigerd. Toen zs heengaande opmerkten dat deze weigering geen bewijs van kracht der beweging verried, werd hun vry boes gezegd,dat de regeering gebluft heeft in de Kamerzitting en dat de beweging krachtig voortgaat. Toch schijnt het tegendeel wa-ir; al wordt de spanning er niet minder op Ook van dit laatste leverde de Kamerzitting van gister een droef staaltje De leider der socialisten Jaurèa was op de tribune en betoogde, dat twee maanden geleden uit de rede van minister Barthou iedereen begrepen hed, dat Simyan spoedig zou verdwijnen. De radicaal Combrouze protesteertJaui èa antwoordt scherpCombrouze antwoordt met een persoonlijke grap op het nieuwe socialistische Kamerlid Compère Morel. Deze wil antwoorden, maar door he^ lawaai in de Kamer moet hij driemaal denzelfden zin beginnen. Dit brengt de Kamer aan het lachenCompère Morel wil zijn aanvangszin niet veranderen en gedurende een kwartier begint bij telkens met dezelfde woorden opnieuw, terwijl telkens de Kamer hem door luidgillend gelaoh onderbreekt. Tot aller verwonde ring komt president Brisson niet tussehen- beide; de socialisten worden woedend, de scóae wordt steeds kinderachtiger en schan daliger. Als de Kamer voor de tiende maal Compère Morel door gegier ouaerbreekt, staan een aantal socialisten op en zingen bij wijze van protest Ge «Internationale". Honderden Kamerleden springen woedend op, alien schreeuwen en dringen wild door een. Men hoort door elkander de Inter nationale en de MarsaiiUiae zingen en van reehts «Leve de Koning 1" roepen. Onder een onbeschrijfelijk tumult schorst de pre sident de vergadering en gaat heen. Een royalist beklimt de tribune en schreeuwt «Leve de KoningEen ander lid der rechterzijde beklimt den voorzitterstoel en belt luidebodes komen aansnellen, de publieke en de perstribunes worden ont ruimd. Zoo luidt een telegram van esn oogge tuige in de iV. R. C. Eerst een uur later ken de zitting worden hervat. Over de rede van Jaurès zullen wjj niets zeggen Zjj was revolutionair omdat zij voor de staatsambtenaren het recht tot het vormen van vakvereenigingen opeischte en de regeering tegenover hen in 't onge lijk stelde. Maar zij was treffend tegelijk iu letterlijken zin voor die socialistischs re- geericgspersonen (Barthou, Clemenceau, Viviani) welke vroeger ditzelfde, toen zjj nog gaon regeeringspersonen waren, voor gestaan doch nu afgezworen hadden. De minister Clemenceau nam het op voor de partij van het gezag tegen de revolutie. Hjj verzocht aan het eind zijner rede do Kamer te kiezen tusschen een politiek van j republikeinsche wettigheid en de politiek van avontuur en ontwrichting Er werden hierop verschillende n oties ingediend. De voorrang voor een motie van afkeuring werd met 381 tegen 121 stemmen verworpen. Het eerste gedeelte eener door de regeering aanvaarde motie, luidende «De Kamer, besloten het recht tot staken aan alle ambtenaren te octzeghen an vast besloten de regeering van hen te zien eischen een volstrekten eerbied voor da wet en tucht jegens de natie", werd met jj 454 tegen 59 stemmen aangenomen. Het tweede gedeelte waarbij het beslait tot wettelijke regeling van den rechtstoestand der ambtenaren wordt gehandhaafd, werd bij handopsteking aangenomen. Het laatste gedeelte, luidende vertrouwen stellende in de regeering om de bewaking der alge- meene belangen van 't land te verzekeren' ging er met 365 tegen 159 stemmen door. Hierna werd de geheele motie bij handop steking aangenomen. Het stakend deel zul zioh door deze uitspraak der volksvertegenwoordiging wel niet laten intimideeren. Tooh zal 't de niet-stakers sterken in hun aarzeling om tot hen toe te treden. De vereecigde vakvereenigingen in het departement der Seine hebben zich met de stakers lotgemeen verklaard. Over te Parijs uitgesproken oproerige redevoeringen met bedreigingen zwijgen wij liever. Uit de ambtelijke mededeeiingen blijkt voorloopig dat de staking zioh niet uitbreidt. Er zijn 1076 poststakers, van welke 444 op dan spoor. De postspoorwegdienst is tengevolge daarvan gestaakt, de post wordt door de postkantoren reehtstreeks verhan deld. De regeering heeft van de stakers ontslagen60 beambten van den spoor- postdienst, 45 klerken, lagere beambten en werklieden van bet hoofdtelegraafkantoor, 44 juffrouwen en werklui van de telefoon, 46 beambten van het hoofdpostkantoor en 26 beambten van de bijkantoren. Ia de provincie wordt sleehts hier en daar gestaakt. Sabatage had nog niet plaats; alleen in den omtrek van Rijssel zijn tele graaf- en telefoonlijnen van de verbindin gen met Duinkerken en Hazebroek door gesneden. UIT DE PROVINCIE. Ia de week van 5 tot en met 11 Mei 1909 zijn iu Zeeland voorgekomen 9 gevallen vaa roodvonk, waarvan 2 te Clinge, 1 te Eede, 1 te Koudekerke, 1 te St. Maartensdijk, 1 te Stavenisie en 3 te Zsataslag4 van diphtheritis, waarvan 1 te Hoek, 2 te Neuzen en 1 te Zonnemaire. Bij besohihking van Z.Exo. den «noisier an Bmnenlaudsohe Zaken is aan de Provinciale Zeeuwsche Vereeniging «Het Groene Kruis" wederom voor den lijd van 1 jaar (ingaande 1 Juni 1909) een Rijks subsidie'verleend van f 100 ter tegemoet koming in de kosten voor desinfeotie bij gevallen van besmettelijke ziekten. Te Kapelle werd Woensdag 12 Mei het Julianafeest gevierd. Een der ingezetenen, J. M., droeg bij die gelegen heid hetzelfde Oranjest ikje dat hij 47 jaar geleden, op deDzelfden 12en Mei, van 'tjaar 1862, te Oostkapelle had «aan" gehad bij 't bezoek van wijlen Z. M. Koning Willem III aan die gemeente. Den 10 Mei 1852, op zijn tooht door Zeeland, bezocht Z. M. Middelburg; den 12e Mei Oostkapelle, waar hij logeerde op Over- duia bij jhr. de Jonge van Eliemeet. De 12e Mei was tevens Z. M.'s kroningsdag. Het oranjestrikje dat sinds dien dag naar Kapelle verhuisde, kon nog geschikter dienen, dewijl 't nog even mooi was ais toen M. 't aioh voor 't eerst bad op de borst gespeld. Vlisslngen. Da telegramjongen De Jonge is eergisteren bij het voetbalspel gevallen en heeft daarbij zijn arm ge broken. Colijnsptaat. Donderdag werd alhier do geboorte van H. K, H. prinses Juliana feestelijk gevierd, 's Morgens kwamen reeds vroeg de schoolkinderen, getooid met oranje en vlaggen om gezamenlijk van beide scholen een rondgang door het dorp te doen, begeleid door het fanfaregezel- schap, dat een ovatie bracht bij den burge meester on den voorz. der feestcommissie, dhr. J. Vermeulen. Ook zongen de kinde ren eenige mooi8 nieuwe versjes ter eere van de jonge prinses en het voorstelijk huis. Nadat de burgemeester hiervoor een woord van dank gesproken had en het feest ge opend had met een korte gspasto toespraak

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1909 | | pagina 1