NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND D No. 181. 1909, Dinsdag 4 Mei 23e Jaargang, CHRISTELIJK- HISTORISCH Stembillef Cii riasdag 4 Mei 1909, g-aë 3 Kaketeke. Stiepr. mr J. I. M. ff. BaiUBlamisck Overzicht. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel Verkiezing van een Bid voor de Provinciale Staten Zoo moet uw stemkaart er uitzien als u ze in de stembus gooit en u voor den Reehtsehen candidaat zijt. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Pri.s per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,02®. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 '■ent. voor do in het Kiesdistrict GOES 3" Namen. Voorletters. 3 Mei 1909. Men lette er wel op dat de Zomerdienst op onze Spoorwegen is ingetreden met den Amsterdamschen Tijd. Dus geen 20 minuten meer bij tellen. Men sohaffe zich nu een Zomerdisnst- regeling aan en honde zich dan aan de daarin opgegeven cijfers. Dat wil zeggen de gewone tyd van thuis op de klok, is nu ook de tijd van de Spoor- klok. De „grintweg" tijd behoort tot het ver leden. t Schriftverknoeiers. Dr. Kuyper is door de vrijzinnige N. Am- hemsche Courant aangevallen op zijn aan haling van 'b Heilauds woorden uit Lukas AH on Matth. X over ien Christus als brenger van tweedracht en verdeeldheid. De N. Arnh. Ct. vertelt daarbij de onjuist heid dat de Christus zou gezegd hebben het hoogste is de liefde, De Standaard dient deze moderne pra- tebol over zoo lichtvaardig bedillen van hetgeen ze blijkbaar kent nooh verstaat een afstraffing toe. En zij laat er op volgen »Hieruit blijkt dat op het redaotiebureu van de IV. Arnhemsche geen Bijbel te vinden is. Het zou geen weelde zijn, zoo bet Bij belgenootschap aan zulk een redactie eens een Bijbel te koop bood". Dat kan wezen. Maar De Standaard moet niet denken dat het kwaad hiermee verholpen zou zijn. Eer zouden wij beweren dat 't dan nog erger zou zijn. Wij kunnen dit met een voorbseld uit onze omgeving ophelderen. Aan hat redaotiebureau der vrijzinnige Ooesche Courant heeft men wel een Bijbel. Die redactie leest daar veel in. Zij dient haar tegenstanders herhaaldelijk afstraffin gen met bijbelteksten toeja wat meer doet zelfs aan exegese en dog matiek. Een ergerlijk staaltje hiervan vonden wij in haar nommer van 4 Maart j.l. Daar opent zij eeD, overigens magere, artikelenreeks „Over Politiek" met een uitstapje in den Bijbel. Gewagende van een bekeerden Zoeloe die na het lezen van Exodus 2120 en 21 „den ohriBtelijken godsdienst opgaf", gaat zij voort Willen de oleriealen hiertegen aan voeren dat die v«orsohriften zijn uit het oude testament en dat zij hun leer gron den op het nieuwe, dan zonden we hen moeten wijzen op Joh. 7 210, waarin de leugen teordt vergoelijkt en op 2 Tim. 4 14, waarin Paulus zijn vijand ver vloekt (Alexander, de kopersmid, heeft mij veel kwaads betoond. De Heer ver- geïda hem naar zijne werkenop 1 Tim. 1 30, waarin Paulus zegt dat hij twee lasteraars van hem aan den setan heeft overgegeven, op Mare. 6:5 waarin van Jezus gezegd wordt„En Hij konde aldaar geen kraoht doen", op 1 Pet. 2 13 waarin bevolen wordt „Zijt dan alle men8ohelijhe ordening onderdanig." 't Is een gemakkelijk werk om in den bijbal voorsohriflen te vindon die niet, nooit opgevolgd worden, waaraan nie mand zich ooit stoort; ieder die een bijbel heeft kan ze met bandon vel grij pen. Maar toch willen de reohtsohe partijen uit hetgeen in dat boek vervat is hun staatkunde afleiden er, bestrijden zij de vrijzinnigen omdat die meer te rade gaan bij de geschriften en gedachten van de 20ste eeuw in plefits van bij boeken en meeningen van voor vele eeuwen. Nu staat er in dat artikel nog wel meer nonsens, dooh wij laten dit rusten. Wij onderstreepten sleohts aen pnar woorden in bovenstaand beioog om lo De Standaard er op te wijzen dat het bezit van een bijbel geen waarborg biedt voor vermindering van uitvallen als do door haar gewraakten van de N. Arnhemscheen 2o de aandacht te vestigen op de onbe schaamdheid, waarmee de Ooesche Courant hier den staf breekt over den H Apostel Paulus, en over den Heiland zelf. Want met haar zeggen dat in Joh. 7 2—10 de leugen vergoelijkt wordt, schijnt zij te bedoelen dai de Christus daar een onwaarheid heeft gesproken. leraars in Joh. 7 210 siaat dat de broeders des Heerezk in Galilee* van hem kwamen vorderen dat hij naar Judeazou gaan, op het feesten dat de Heiland antwoorddeik ga nog niet op tot het feest. En dan volgt, vs. 9 en 10„En als hij deze dingen iot hen gezegd had, bleef hij in Galilea. Maar als zijn broeders opge gaan waren, toen ging hij ook zelf op tot het feest, niet openlijk maar als in 't ver borgen."» Derhalve, zoo oordeelt blijkbaar deze Goesohe exegeet, Jezus had gezeid ik ga niet, en hij ging toch; dus dat was ge logen maar Johannes zegt1 ij ging wel, doch niet openlijkdus hij vergoelijkt de logen van Jezus. Ziedaar een staaltje van averechtsoh bijbelgebruik, dat wij nog wel met een paar zouden kunnen vermeerderen, dooh wij aohten dit eene staaltje voldoende om te doen zien dat de aanwezigheid van een bijbel op een vrijzinnig redactie- bureau niet altijd het goede gevolg heeft dat De Standaard er zich van voorstelt. Oeen debat. De Nederlander heeft dezer dagen een lans gebroken voor afschaffing als regel van het organiseeren van spreekavonden mot debat met tegenstanders. Op de bekende motieven. Hef wordt een propaganda voor de parlij. Wij zijn 't met De Nederlander op dit punt al lang eens. En ook de socialisten beginnen al be perking van dergelijke debafteergelegen- heden te bepleiten. Met name Pieters en Loopuit hebben iD Het Volk van 24 en 29 April) zich in dien geest uitgelaten. Natuurlijk met een draai er bij om aan dien maatregel eenigen schijn van recht te geven. De beperking zou alleen gelden tegen over lastige debaters, zooals bijvoorbeeld Samson en Wijnkoop. Loopuit noemt 't een nood-positie. En Pieters neemt den maatregel met tegenzin. Maar de hoofdzaak is dan toch dat zij hem aanprijzen en uitvoeren. Zoo wint 't de praktijk van de theorie, de nuchterheid van de dwaasheid. Al even opmerkelijk als het geval- Masereeuwdit is de sooiaal-demooratisohe drukker van Uet Volk. Deze heeft'taan den stek gehad met zijn personeel over slechte loonregeling en dergelijke. Eu wat schrijft, de raan nu in Het Volk Dat hij zijn affaire niet in stand kan houden om enkelen partijgeuooten een lui en lekker 1 centje te bezorgenen dat bij niet in 't openbaar met een knecht debatteert over deze dingen. Het Volk schreef laatst onder een bericht „Goed gebruld, leeuw". Deze woorden had zij onder 't stukje van den drukker van haar blad ook wel mogen zetten. Intussohen heeft deze man, die zioh ge heel plaatstop het patroonssfandpunt, van uit dit standpunt volkomen gelijk. Maar waar is hier de oonsekweniie der loer van den klassenstrijd en der liefde voor den „uitgezogen" arbeider? Dooh ook hier zwicht, de theorie voor de praktijk. En zoo zal 't straks in den sooiaal- demooratisohen toekomststaat ook wel moeten gaan. In Het Weekblad, marxistisch bijvoegsel van Het Volkvangt de heer v. d. Goes een opstel over herstemmiDgstaktiek" aan met de volgende woorden „Wij noemden het een gunstig ver schijnsel dat het anti-klerikalisme, indien misschien niet bij de massa van het zelf standig denkend proletariaat, dan toch zeker bij veie partijgenooten als een ver ouderd en overwonnen standpunt kan worden beschouwd." Een verouderd en overwonnen stand punt 1 Hoe kan de man 'f zeggen 1 Dat heeft 1905 toch wel anders geleerd, toen alle sociaal-democraten, behouders een enkele marxist, te hoop liepen met v. Houten, Borgesius en tutti quanti «tegen Kuyper* en tegen de «oleriealen*. De eenige die er tegen geprotesteerd heeft was dr. v. Ravenstein, en die is later uit de partij gezet. Op dezelfde manier al waarop men den lastigan debater buiten de „gelegenheid voor debat" sluit. De sooiaal-demooraten zijn nog anti- elerioaal. Wacht maar; het zal straks wel blijken. Wij hebben er reeds de aandacht, op gevestigd hoe de herr Reijce van anaichist tot unie-liberaal teruggegaan, en sinds uit de Liberale Unie getreden, hoofdredaof sur is geworden van het oud-liberale Utrechtsch Dagblad. Het Volk laat dezen ouden kennis niet los; blijkens het volgende berichtje dat zjj aan zijn benoeming wijdt Steeds achterwaarts Tot hoofd redacteur van het meeat canssrvatieve liberale dagblad uit ons la$d,'t Utrechtsch Dagblad, is benoemd het tegenwoordig Kamerlid voor Kampen, Klaas Reijne, de veelbelovende jongeling,die als anarchist begon, daarna sociaal-democraat werd, toen radikaal, vervolgens Unie-liberaal Kamerlid en nu bij het conservatieve liberalisme is aangeland. Wat nu P Wat nu P Wij weten het tiet. Maar laat ons hopen dat deze jonge man van talent en energie nog eens terecht komt in de anti-revolutionaire gelederen natuurlijk uit beginselen daar plaats neemt in de rijen der vooruitstrevend™ in Christelijke Historische richting. Daarvan zijn de oud-liberalen, men leze slechts het verslag eer.er politieke rede vaa mr Ter Spill, en van mr Da Beaufort, de felste tegenstanders. Misschien komt da heer Reijne daar nog wol eens achter. Een merkwaardig oogenblik. |Een merkwaardig oogenblik Donderdag in de Tweede Kamer. sc^scwssssessamtn^sceriw. Het ging over de retributie voor het gebruik van de visohhal te IJmuiden. Dï interpellatie-Blooker was «sn de orde. De minister van Waterstaat, de handige Mr. Regout achtte op dit «ogenblik elke verandering in den bestaanden toestand ver keerd. Want wel had de heer Blooker zijn interpellatie eeu jaar geleden aangevraagd, dooh nu stonden we teoh vlak voor de verkiezingen, waarmede het leven vau hot Kabinet kan gemoeid zijn. Ons dunkt, hiermee had Mr. Regout niets miszegd. Maar de heer Blooker trok zioh dit aan, als had hij „de politiek" in de zaak be trokken. Dr. Blooker werd boos. Ja in zijn repliek zboos, dat hij rood werd van toorn, en hartstochtelijk uitriep „Of men zal zeggen de verlaging vsu de retributie is te danken aan een rechtsch minister of: zij is een gevolg van de inter pellatie van den heer Blooker, die tot de linkerzijde bahoort, dat laat mij koud 1" En nogmaals rièp hij luidde, heftig ver ontwaardigd tdat laat mij geheel koud''. Daar klonk echter plotseling de stem van den vrijzinoig-democrar.t Mr. Merchant: waarom maak je je dan zoo warm?" Toen barstte de gaische Kamer het uit van het lachen. Ea Dr. Blooker deed maar verstandig spoedig zjjn redevoering te stasen. Rotterdammer. Turkije. De afgezette Sultan, Abdoel He.mid, zal in de villa Allatini te Saloniki zeer streng gevangen gehouden worden. Honderd sol daten worden in de aangrenzende gebou wen geherbergd. De regeering wil de yilla koopen en met vijf meter hoogen muur om ringen. Het uitzicht op de zee zal daardoor worden weggenomenwel echter was de gevallen heerscher Vrijdag in de gelegen heid uit zijn sieuwe woning da illuminaties en het vuurwerk te zien, ontstoken uit vreugde over zijn vardwyniug, Abdoel Hamid zal een beperkte hofhouding en eon eigen keuken worden losgestaan. Vrijdag zijn te Constat!tinopel negen doodvonnissen voltrokken o. a. van de raoordoHaren van minister Nasim Pasja en den aanstichter der muiterij van het vierde bataljon jagers van Soloaiki. Volgens de Turquie verloren de Macedonische troepen iu Pera 53 dosden en 65 gewonden, de mui ters 240 dooden on 475 gewonden. Het heet dat de afgezette sultan van Sa loniki naar Monaatir zal worden gebracht. Vrijdag had het eerst» Selamlik van den nieuwen Sultas plaats. Er was een ontzet tend gedrangd» toegangen tot de Aj* Sofia waren afgezet. Precies 12 uur kwam de Sultan, die de eenvoudige groen-brnine uniform der garde-artillerie met den fez droeg onder daverende toejuichingen dei- omstanders aan. De priesters droegen hem wierookvaten tegemoet en slachtten op den drempel van den ingang der Moskee twee offerdieren, welker bloed voor de» Sultans voeten op het tapijt vloeide. Het gebod duurde byna een uur lang. Omtrent de overbrenging en de ont vangst van de afzettings-boodachap aan den Sultan Abdoel Hamid, geeft de N.M.Ct. het volgende verhaal vaa een ooggetuige Nadat het parlement tot de afzetting van Abdoel Hamid besloten hsd, krrg-en twee Kamerleden (Carasso cffendi en Es- ssd pasja) en twee senatoren (Aram eff*ndi es Arif pasja) opdracht den Sultan de boodschap yan zjjn onllroning over te brengen. Carasso effendi, een der leidende persoonlijkheden van het comité vaa een heid en vooruitgang, vertslt hst volgende Nadat wa onze opdracht van do natio nale vergadering gekregen hadden, ver lieten we 's middags te half drie het par lement. Juist knalde het eerste kanonschot. We naderden het paleis en werden meer malen door da schildwachten staande gehouden, maar da officieren van Saloniki keuden ons reed* van aanzien. We ver telden wat ons dos! was eti men liet ons pesseeren, de wacht presenteerde het ge weer. Wij traden Jildis Kiosk binnen. Aan da groote poort stonden drie officieren uit Saloniki. De o»«Ur hen geplaatste troepen bestonden uit Macedonische vrijwilligers, jonge Mohammedanen van goede familie. De officieren salueerden ons op militaire wijze. Het oogenblik der bevrijding na- dorde. We gingen door een tweede poort. Overal heersohte groote stilte, de rust van een kerkhofwe hoorden slechts onze eigen stappen. Galib bei, de chef der Macedonische gendarmerie, braeht ons in een kleine wachtkamer waar we jas en hoed aohtorlieten. In diezelfde wachtka mer, zeide Carasso effondi, werd ik negen maanden geleden als gevangeae gebracht on ondervraagd Dat was kort vóór het herstel der grondwet. Ik wa» geboeid en werd door soldaten van den Sultan op ruwe wijze naar binnen geduwd. Eenige minuten verliepen. Wij zwegen en keken naar Essad pasja.Hij haat Abdool Hamid doodel\jk, daar deze zijn broeder op da Galata- brug door gehuurde moordenaar» heeft laten ombrengen. Ik was bang, dat hij zich tegenover den Sultan niet zou kunnen bedwingen. Maar hij was zichzelf meester. We namen intusechen onze voorzorgsmaat regelen. Want Abdoel Hamid heeft altijd oen revolver bij zich en hij heeft al vele onschnldigen in zijn nabijheid wegens een verdacht gebaar neergeschoten. Daar hij bovendien goed schiet, keken we onze revolvers eens duchtig na of alles wel in orde was. Als Abdoel Hamid zou gesohoten hebben, dan zenden we onmiddellijk een eind gemaakt hebben aan zijn leven. Na een poosje verscheen een ambtenaar met de woorden: „De heeren worden bij den Sultan verwacht". Achter dien ambte naar liepen ongeveer twintig zwarte eunu chen. Gevolgd door eenige officieren en soldaten traden we een ruim salon binnen. De officieren plaatsten zioh voor de deur. Eerst verscheen Abdoel Rehim, de jonge zoon des Sultans. Hij was binnengekomen door een deur, die waarschijnlijk naar de harem leidde. Daarna kwam Abdoel Hamid van achter een scherm te voorschijn. Mot verschrikte blikken staarde hij ons aan. Hij was in burgerkleeren, zelfs wat slordig gekleed en met in staatsiegewaad, sooals we verwacht hadden dat hij de vertegenwoordigers des volks zou ODtvan- gen. Zijn lichaam was nog meer voor overgebogen dan anders en zijn handen beefden. Na een zwijgenden groetnam Essad pasja het woord. Op beslisten toon sprak hij luid en langzaam de woorden, die een eind asaskten aan Abdoel Hamid's regeering. Plechtig kloeken zijn woorden in de stilte van de zaal, waar 33 jaar lang een wenk van den Suitan voldoende was geweest om schrik en ontsteltenis in een ganech Rijk te verspreidtn. E»>ad pasja zeide: „Wij zijn gekomen om u mede te deelen dat het volk u door een fetwa van den Sjoioh oei Islam onttroont". Abdoel Hamid kromp na deze woon en ineeD, hij sid derde over 't heele lichaam. Een pijnlijk zwijgen volgde en we wachtten tot Abdoel Hamid zou spreken. Het waren laffe woor den, die hij sprak. „En mijn leven", vroeg hij met rauwe stem. Essad pasja ant woordde „Het volk is edel en grootmoedig, hot heeft geen besluit tegen uw leven ge nomen", Abdoel Hamid daoht eenigeoogen- blikken nehij vertrouwde het blijkbaar niet. „Hoe zal ik mijn leven redden? herhaalde hij sinds twee dagen heb ik ternauwernood bedienden meer, ja van mijn voedsel ben ik niet eens zeker. Ik moet met de vrsuwan leven". „Ik verzoek het volk, zoo voegde bij er op smeeken den toon bij, mij het Tsjeragan-paleis ten woDiag aan te wijzen. Daar ben ik ge boren en daar heb ik mijn broeder Moerad dertig jaren lang onderhouden. Ik zou door den tuin kunnen gaan en het paleis be-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1909 | | pagina 1