NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND,
i
NËT
ouders!!!
No. 178
1909
Vrijdag 30 Aprii
23e Jaargang.
HISTORISCH
Zielsziekte.
sgel-
k
CHRISTELIJK-
e i rit
elburg.
INGKN.
/VEZIG.
e prezen
N.
SCHE
Dinsdags;
erdags en te
ongemalen
itte en ronde
Ochtendvoêr
ikens.
Yleeschmeel.
Yarkens
U's.
aszaden.
draak
veeren,
d e k e r k e.
lar oud, mak
gd ook Kar
bij M. C
'li Kanaal.
>urg, wegens
otopfiet-
Is, voor bil
letter G aan
Middelburg.
P
lel een aan-
bg
mor uw kind
we LOOP-
De beste
kleinen te
afgewerkte
op de wan-
len). (Is be
ste cadeau).
>1 Nederland
Mej. VAN
ft.
nkomende
P. (ii.,
Beschuit-
r d e.
N REEDE,
'isje M
2LISSE,
1
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
S, J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
est Goa*
Mr. J. H. M. ST1EGEB.
De Deputatenvergaderinq.
Onze houding bepaald
Buiteilutfsck Overziebi.
Turkije.
J»
kKBL,
LISSINGEN
>ne keuze,
currentie.
nco
seeartoa
3.1©».
LEN,
nidekerke.
IERIKZEE.
n s morgens
Zierikzee al-
or
Zierikzee.
1 6,30
1 7,30
7,30
f6,30
6,30
2,30
3,-
3,-
3,-
6-
5,30
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 ''ent.
—IIII I nahem—T—3i
O IV,
Voor de Statenstemming op 4 Mei a s
Bteunen wy de candidatuur van den can
did lat der Rechtsche partijen
(Slot.) IV.
Os ze leider waarschuwde eohter hierbij
tegen verflauwing der grenzen. Wij zijn
ussus de Calvin.
Maar hoe ernstig ook wij uit dien hoofde
de roeping verstaan om, waar het even
kan, met andere Christelijke partijen saam
op te trekken, nooit mag die drang naar
coalitie tot verilauwing der grenzen leideD,
en steeds moet door ons als geesteskinderen
van Calvijn de zelfstandigheid van onze
eigen groep verweerd worden.
In duizend en duizend gezinnen heeft het
nakroost van de Calvinistisohe vaderen
zioh voortgeplant, in duizend en nogmaals
duizend harten klopt nog na, wat eens het
hart der vaderen in gloed zette. Het Cal
vinisme leefde steeds in ons volk, nooit
stierf het geheel uit, en weer liet het een
krachtige, frissohe scheut aan den stam
van ous volksleven uitschieten. We zijn
geen miniatuur-oopie van wat Calvijn eens
was, zelfs braken we voor altoos met zijn
Staatskerk, maar gesproten uit zijn geest,
issus de Calvin, gelijk Groen het zoo tref
fend kort en juist uitdrukte, bleven we
nog steeds.
Voor ditmaal wijs ik hierop met meer
dan gewonen nadruk, omdat de stembus,
die ons tot vernieuwd krachtsbetoon op
roept,ditmaal saam valt met de vierhonderd-
jarige gedachtenisviering van den man van
Genève. Die vier eeuwen lang is Calvijn
op alle manier door het slijk gesleurd. En
wat zien we thans f Die steeds gesmade,
gehoonde en met laster als achtervolgde
Calvijn is nu op eenmaal onder de mannen
uit alle land de keld van den dag gewor
den, en te Genève zal een schitterend
monument, hem tot hulde en eere, worden
opgericht. Ons doet dit goed aan het hart,
en het is of iets van den glans, waariD
men thans Calvijn's nagedachtenis doet
gloren, ook op ons straalt.
Wat ons alleen huiveren doet om zei ven
ons in dit koor zijner lofzingers te mengen,
is de heroön-vereericg, die ook in deze
Calvijnhulde zioh uitspreekt. Helden-,
heroën-vereering is die trek ouzer eeuw,
die den wortel van alle geestelijke groot
heid in den mensoh zoekt. Voor ons daaren
tegen is Calvijn geen heros, maar onze
geestelijke vader, wien we de liefde van
ons hart wijden, en daarom moet onze
hulde voor Calvijn een hulde als van zijn
geestelijke familie blijven. Voor ons staat
vast, dat Calvijns kraeht juist daarin school,
dat hij zichzelf als mensch zoo klein en
nietig voelde, en zoo diep-eerbiedig boog
voor de Majesteit des Heeren.
Naast het issus de Calvin plaatste Groen
van Prinsterer daarom deze tweede stel-
liig, dat in het Calvinisme de oorsprong
en de waarborg ligt van onze constitutio-
neele vrijheden, en het is wederom als
geesteskinderen van Calvijn, dat ook wij
voor die oonstitutioneele vrijheden het
pleit voeren. Dies schamen we ons den
naam van Calvijn niet, maar blijven als
zijn trouwe geesteskinderen het Calvinis
me hoog houden, ook al klemt het ons
in de antithese. Waarom toch gaat het
bij die antithese? Wearom anders dac
om Calvijns groote levensvraag, of ook
in hst Staatsbeleid de Koning der Ko
ningen zijn eere zal hebben en naar Zijn
wil alle volk zal worden geregeerd. Op
die vraag nu isoleert al wat uit 1789
leeft, geheel het staatswezen en alle staat
kunde van den levenden Godwil van
geen vermenging van godsdienst en staat
kunde wetengunt u uw vrijheid in de
bidcel, en wil in de Troonrede nog wel
van een Goddeljjken zegen hooren maar
voorts moet ge met uw religieuze over
tuiging van het Staatsterrein afbJijveD.
De Staat wast uit den vo'kswil of uit zijn
eigen wortel op, en met God almachtig
en met zijn heiligen wil heeft het staats
beleid niets, niets hoegenaamd, uitstaande.
Religie en staatkunde zijn twee eigen
sferen, die elkander op niet ééa punt
raken mogen. Al is er een God; zoo
roept men on6 toe, en al ontvangt ge
van dien God de bezieling voor uw inner
lijk leven, op het staatkundig erf zult ge
van dien God zwjjgen de Staat zal zonder
God zijn.
En dit nu juist is het, waar Calvijn
met heel zijn hart, en heel zijn ziel zoo
rechtdraads tegenover stond.
Met welk recht wil men dwang aan
onze overtuiging aandoen, en het twee-
draoht-zaaien schelden, zoo we opkomen
voor wat ons het heiligste in ons hart is
Servets dood op den brandstapel werpt
men Calvijn tegen, maar wat sprak hier
anders uit dan dat Calvijn zich nog niet
ten volle aan de toenmaals heersohende
traditie had weten te ontworstelen.
Niemand heeft warmer dan Calvijn voor
de volksvrijheden gestreden, en er is in
het Calvinistisohe Holland, het Calvinisti
sohe Schotland en straks het Calvinistisohe
Amerika, een geestelijke vrijheid opge
bloeid, die de Staatkunde der verdrukking
in een Staatkunde van vrijmaking heeft
omgezet en onze oonstitutioneele vrijheden
deed geboren worden. Een worsteling
voor de vrijheid, die bij Calvijn niet met
zijn opstuiven voor de eere Gods streed,
maar er mee in oorzakelijk verband stond
en er rechtstreeks uit voortvloeide. Niet
de Vorsten tooh hadden de volken gescha
pen, en daarom mochten de volken niet
der Vorsten ploegland zijn. Vorst en volk
dankten beiden aan eenzellden God hun
oorsprong. En niet het minst in dien no-
beien vrijheidszin hebben onze vaderen,
heelt Groen van Prinsterer en heeft de
Antirevolutionaire partij zioh steeds gees
teskind van Calvijn gevodd en betoond.
Wat elders om afwjjkende denkbeelden
verbannen werd, vond hier herberg. Tosn
zelfs Thorbeoke de verdrukking der Af
geseheidenen vrijpleitte Dam Groen van
Prinsterer hat pleit voor hen op. En wat
is de lange, bange strijd voor onze vrije
school anders geweest dan een worsteling
om het ouderreohteen worsteling om
het volk zich vrij in geestelijken zin naar
eigen aard te laten ontwikkelen ja, waar
en wanneer is ooit een strijd voor de
volksvrijheden gevoerd, dat wij Calvinis
ten, er niet bij te hoop liepen Ik zeg
daarom niet, dat ook wij niet maar al te
vaak beneden ons ideaal bleven, en dat
er ook onder ons niet vaak wanklanken
zijn opgegaan. Schuldbesef heeft ons steeds
achtervolgd.
Nu verheft het ongetwijfeld onze positie
als Calvinisten, dat thans uit alle landen
en onder alle geesteskringen de wierook
wordt aangedragen, die men in Juni te
Genève voor Calvijn ontsteken wil, en
niets zou ons liever zjjn, dan zoo we als
geesteskinderen van den Reformator van
die hulde getuigen konden zija. Dat we
dit niet kunnen, is alleen ornaat or onder
deze lofzingers zoo tal van tegenvoeters
van Calvijn's geest zijn, die, verfoeiend
wat hem het heiligst was, alleen kooge
mansohelijke grootheid in hem gaan eeren.
Maar -juist daarom roep ik u, eer ik be
sluit, tot een geheel andeTe hulde op, die
gij thans aan Calvijn's nagedachtenis bren
gen kunt. Voor die anderen is Calvijn een
petrefact in de historie, maar voor ons
leeft zijn geest nog. Wij voelen nog het
aloude trekken van het bloed, dat ons,
zijn geesteskicdeien, aan hem als onzen
geestelijken vader verbindf. En daaron,
laat ons Calvijn een levend getuigenis,
een nationaal getuigenis geven bij de stem
bus die straks open gaat. Laat ons bij die
stembuB werken zooals Calvijn gewerkt
heeft, nobel, onversaagd en onverdroten.
En laat ons daarbij, als Calvijn, ook den
politieken strijd voeren, niet voor eigen
macht, maar voor Gods eere, en voor het
welbegrepen heil van ons volk.
Zij bij die worsteling, die straks aan- j
gaat, ook nu onze sterkte in het gebed en
in de keur onzer wapenen. Laat niet één
goed Calvinist op het appèl ontbreken.
Laat er, dank zij ds nagedachtenis van
Calvijn, ditmaal een ijver voor ons opvlam
men, zcoals er nog nimmer gebrand heeft.
En hetzij dat we dan geslagen wordeD,
hetzij dat ons de zegepraal blijft, laat het
in de historie mogen geboekt wordeD, dat
in het gedenkjaar van CalvijD, wij Cal
vinisten in Nederland, een moed, een
veerkracht, een volharding ontplooid heb
ben, zooals ons zelfs in onze beste jaren
nog nimmer van onzen God gegeven was.
29 April 1909.
Men lette er wel op dat wij met 1 Mei
den Greenwiohiijd aan onze »Sporen"
kwijt zijn.
Wij namen gister 't staatje zomerdienst
op van de uit Vlissingen vertrekkende en
daar aankomende treinen. Het is ongeveer
heelemaal aan dat van den nu haast afge-
loopen winterdisnst gelijk dooh er is 20
minuten bij elk vertrek- eD aankemst-uur
bijgeteld.
Na 1 Mei zijn derhalve de uren in 't
spoorboekje of op de spoorlijst de juiste
er moet geen 20 minuten meer bij.
Wij vreezen dat nog velen door deze
plotselinge verandering teleurstelling of
schade zullen ondervinden.
D&arom ooTdeelen wij onze lezers uit
hunne kennissen op deze verandering die
a.s. Zaterdag ingaat de aandacht te ves
tigen.
V
Nog niet hetzelfde.
De organisatie van het bedrijf eersten
dan daarbij aansluitende een sociale ver
zekering, waarin het beginsel vars decen
tralisatie zooveel mogelijk werd doorge
voerd, zou zoo langen tijd vorderen, dat
de anti-revolutionaire partij nu reeds ver
plichte verzeke. ing vooropsohoof. Maar in
deze verzekering moet reeds zooveel
mogelijk rekening gehouden worden met
de juiste gedachte, dat niet de staat, maar
hel bedrijf zelf datgene moet geven, wat
een goede .sociale toestand als vsreischte
stelt.
Staatspensionneering zou dien prikkel
tot zelfwerkzaamheid wegnemen en de
sociale organisatie eenvoudig lam slaan.
Nu wijst men wel op Engeland, dat de
staatspensioneeriDg invoerde. Maar de ge
vallen staan lang niet gelijk.
Vooreerst was inzake armenzorg het
Eogelsohe volk reeds lang gewoon aan
een verkeerden gang van zaken.
De staatspensioneering is inderdaad een
middel, dat zeer storend zal werken op
het sociale leven in Engeland.
Maar al kan de Eugelsohe samenleving
dit foutieve middel verdragen, daarmee is
nog niet gezegd, dat onze Nederlandsohe
samenleving er tegen zou kunnen.
Het particulier initiatief werkt in het
Eogelsohe volk overigens gezond en
krachtig. Het Engelsehe volk heeft een
energie en kent een prikkel tot WBelihalp",
die in geen land in die mate tot uiting
kwam.
De constitutie van dit volk is het aller
minst door de revolut. „geneesmiddelen"
aangetast. Ons volk heeft er al vrij wat
meer van geleden.
Eu wat een anders gezond lichaam kan
dragen, is .daarom nog niet aan te bevelen
voor een ziekelijk gestel.
Een robuste kerel kan het guurste weer
trotseeren, zonder dat het hem hindert,
terwijl een zwak gestel, dat hetzelfde zoti
probeeren er door ten onder zou gaan.
Wat voor Engeland dragelijk is iets
wat trouwens nog blijken moet kan
noodlottig zijn voor Nederland. Laat men
dat niet vergeten. N. Pr. Gr. Ct.
De brug,
Het Friesch Dagblad vertelt, dat op een
liberale kiesvereeniging in 't district Sneek
het voorstel werd gedaan, direct te komen
met ern sociaal-democratischen candi-
daat. Met éen stem meerderheid werd het
dankbeeld verworpen,om met de S. D. A. P.
samenwerking te zoeken voor een candida
tuur-Horreus de Haas.
De moderne dominé de brug, waarover
de vrijzinnigheid, uit haat tegen het Chris
telijk beginsel, dringt naar de sociaal-de
mocratie.
Het is een teeksnend feit.
XIX.
Wanneer wij zeggen dat onze houding
bepaald is, dan bedoelen wij dit op poli
tiek terrein, en hebben we inzonderheid
het oog op de gehouden Deputafenverga-
dering. Het Program van Aotie is daar
vastgesteld. Wij anti-revolutioDairen weten
dus waar wij ons aan te houden hebben
en welke gedragslijn door ons moet wor
den gevolgd. Niet genoeg kan gewaar
deerd worden de arbeid van het Centraal
Comité, en tevens niet genoeg erkend de
zegen en invloed die er van zoo een ver
gadering uitgaat. Waar zoo een groot ga-
tal mannen bijeen zijn van één richting,
door ééa beginsel gedreveD, daar gevoelt
men iets vrd nieuw ontwakend leven.
Het voordeel van een Deputateuvergade-
ring is voor ons eenvoudige kiezers ge
legen in het feit, dat wij weten voor welke
beginselen en voor welke zaken men op
trekt. Van een in den blinde werken kan
alzoo geen sprake wezen. Al onze krachten
kunnen zioh nu samentrekken op 't groote
doel. En waarlijk, het vastgestelde Pro
gram van Aotie is een gang naar de stem
bus waard. Drie voorname punten tooh
zullen in den komenden stembusstrijd op
den voorgrond worden gesohoveD. Dit
verblijdt ons te meer nu het zulke gewich
tige zaken zijn die als nummer één aan
gegeven zijn. Onze partij is altijd bedacht
geweest op uitbreiding van den volksin
vloed. Nooit is angstig gevraagd of dat
de maoht onzer leiders niet breken zou.
Hoe zou het ook. Nu wij de foisohe rede
Wij, Calvinisten van den voorzitter
der DeputatenvergaderiDg voor ons hebben,
was hij het die Calvijn schilderde als den
kamp.eohter voor de volksvrijheden. En
ook zijn geesteskinderen^. Knyper voorop,
waarvoor anders was zijn strijd nu reeds
jaren lang om meer volksvrijheid en volks
invloed. Ea daarom kunnen wij nu op
trekken ter stembus voor kiesreoht-
uitbreiding in organisohen zin. Het gezins-
hoofdenkiesreoht moest wel aaD de orde
komen. Onze antirevolutionaire partij is
organisch samengesteld. En daarom kon
men van onze mannen niet verwachten
dat opgetrokken zou worden voor algemeen
kiesrecht. Dat tooh zou in strijd geweest
zijn met dool en grondslag der antirevolu
tionaire partij.
Maar ook ous heeft het meer dan een
maal tegen de borst gestuit, hoe een aan
tal hoofden van gezinnen eenvoudig van
de stembus werden uitgesloten. Nu moet
dadelijk er bij gezegd dat dit getal ten
platten lande in de laatste jaren sterk
verminderd is. Maar tooh komt het uog
voor. En daarom mag niet gorust voor
dat hei laatste gezinshoofd tot de stembus
toegelaten is. Waarom zom ook hij zioh
niet mogen uitspreken in welke richting
dan ook. Zoo bezien kan de aanstaande
strijd ons bezieling geven. Ook wat het
tweede punt betreftVerpliohte Verze
kering is een zaak waar jaren aaneen cm
geroepen is, en da»r< m urgent kan ge
acht worden. Op het terrein der verze
kering komen wij in Nederland nog ver
achteraan. Eéam&al heeft er een ster der
hope gesohi'terd toen het Ministerie Kuy-
per het Verzekeringswezen in wetsont
werpen had belichaamd. Toen was er in
onze kringen hope dat in de asaste toe
komst deze hoogernstige zaak haar beslag
krijgen zou. Maar het woeste krijgsge
schreeuw der vrijzinnigen heeft onze hoop
in rook zien verdwijnen. Ea dat was nu
nog zoo erg niet gewast indien het vrij
zinnig Ministerie ons die wetten had ge
geven. Maar het kwaad heeft op bittere
wijze zijn meester beloond. De gestelde
periode van een Ministerschap dat 4 jaren
duurt kon het niet uitdienen. Gebroken
was de kracht der oonoeDtratie die door
allerlei bijoogmerken waren vereenigd,
maar geen wortel hadden in zioh zeiven.
En thans op het oogenblik is er weer
groote verwarring en gedeeldheid in het
vrijzinntge kamp inzake het Verzekerings
wezen. De Bond van Staatspensioneering
speelt een groote rol. Het socialisme als
zijnde de partij van de Sta&tsalmaoht, bij
haar sprak het vanzelf dat het Staats
pensioneering wezen moest. Reeds zagen
wij de Liberale Unie en een deal der
Vrijzinnig-Democraten naar de Staatspen
sioneering afzakken. Alleen de ernstigen
onder de Vrijzinnig-Democraten getuigen
tegen dit stelsel als zijnde praotisoh on
uitvoerbaar wegens de hooge kosten. Het
zelfrespect dreigt bij vele Kamerleden en
oandidaat-Kamerleden verloren te zullen
gaan. Wanneer men het mes op de keel
gezet wordt; geplaatst voor dit dilemma:
óf Staatspensioneering steunen óf den steun
van de mannen van dien bond te moeten
derven, dan begrijpen wij dal in sommige
gevallen een keuze gedaan wordt, die,
ware het dreigement er niet tussohen
gekomen, anders was uitgevallen.
Zoe dre'gt deze stembusstrijd voor een
deel vertroebeld te zullen worden. Onze
an}!-revolutionaire partij heeft zioh uitge
sproken voor: Ver, lichte verzekering met
premiebetaling. De bij te dragen premiën
zijn in De Zeeuw voorgehouden, zoodat
wij nu weten waarvoor wij in deze zaak
werken. Gelijkstelling van openbaar en
bijzonder onderwijs is geheel in overeen
stemming met Ons Program en er is jaren
lang ook in dit opzicht geploegd op hope.
Een rijk program dus waarvoor wij ge
roepen worden alle krachten in te spannen
om het te verwezenlijken. Dat zullen wij
dan alleen kunnen onder den zegen Gods,
wanneer eendrachtig opgetrokken wordt
voor de candidaten der Rechterzijde. Onze
houding bepaald, laat ons anti-revolutio
nairen daar goed op letten en op elk
woord den vollen klemtoon laten vallen, 't
Wau mij daarom weer zoo een groot ge
noegen een artikel van de hand van
Z.Ew. ds. Littooij in Zeeuwsch Kerkblad
te lezen. Een artikel als altijd, klaar en
duidelijk, om aan te toonen hoe profesor
Lindeboom met zijn artikel //Christelijke
Politiek" niet m de rechte sporen is ge
bleven. Nog altijd even helder en frisoh
is hetgeen wij van Z.Ew. met graagte
lezen. Voor alles is dus noodig bij de
stembus: eensgexindheid. Waarom zouden
wij streven naar het onbereikbare. Wan
neer de Christelijke groepen ook bij de
komende stembus eendrachtig zjjn, dan
is er hope voor de bestendiging van ons
huidig Ministerie. C. H.
P. S. Nu ons artikel „Trouw aan de
Organisatie" versohenen is, en onze hou
ding bepaald door het vastgestelde program
van aotie, waar nog bijkomt, dat door den
voorzitter der DeputatenvergaderiDg't op
treden van oandidaten tegen de landbouw-
ongevallenwet geteekend is als een neer
halen van de politiek in het moeras van
het egoïsme, zou het tijd verspillen zijn
nog verder met den heer Sohoonejongen
te debaiteeren. Nogmaals, onze houding
is bepaald. C. H.
De uitroeping van den nieuwen Sultan.
Het laatste bedrijf der lange tragedie,
welKe de regeeriag van Abnoel Hamid
altijd zal blijven zoo wordt uit Kon-
stantinopel gemeld is met een wettigen,
bij ia zonder bloedvergieten voltrokken
staatsgreep zooeven afgespeeld. De geners-
lissimus, Mohammed Sjofket pasja, stelde
er gisterochtend vroeg den Kamervoorzitter
van in kennis, dat thans de veiligheid der