NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 171 1909 Donderdag 22 April 23e Jaargang EEN KLINKEND METAAL üaiteBlaiftstt Overziebi. HISTORISCH CHRISTELIJK- ijit m pms. Binnenland. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes IJK. FEUILLETON. F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN 1EDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,02'. UITGAVE DER FIRMA EN VAN Ierseke, 22, 23, 24 en 26 April. Kruiningen (met uitzondering ran Hans- weert), 27 en 28 April. Hansweert, 29 en 30 April. Krabbendijke, ook voor Waarde, 3,4 Hei en 5 Mei des voormiddag?. Killand-Bath, 10 Mei en 11 Mei des voormiddags. De politiek van den Dag. Staatsp, nsioneering. In mr. Treuba vierde tot en met, het zevende opstel, allen aan becijfering ge- wyd, herinnert hy aan zijn eigen bereke ningen in de brochure van 1906. Ook deze waren, erkent hij, te laag en worden hier gerectificeerd. Maar eveneens te optimis tisch zijn alle andere becijferingen, die hem onder de oogen kwamen, trouwens allen van voorstanders van staatsponsionneering. Passeeren de revue de cijfers samenstellen van den heer Vliegen, van B. B. F. (in een brochure»Staatspensionneering'' en van den heer Wibaut. Alleen dr. J. E. Millard (//Het vraagstuk der verplichte pensioen verzekering") die door de even genoem den eenstemmig voor een pessimist werd gehouden kwam nader tot de waarheid. Toen was ook dr Millrrd nog niet hoog genoeg. In Engeland is 15 jaar over de voorbe reiding der aldaar ingevoerde staatspen- sionneering gewerkt. Msn ging daar niet over één nacht ijs, maar er is hoogst voor zichtig gearbeid. Niettemin heeft men ook daar zich niet minder dan vijftig p. r- cent vergist. Mr. Treub's slotsom van de bespreking van het Engelsche stelsel luidt aldus «De invoering eener ouderdomspension- neering naar Engelsch model, met inbe grip der bedeelden, zou dus hier te staan komen niet op f 12 of f 15, maar op f 25 millioen per jaar. Werd de maximale uit- keering van f 3 op f 2,50 per week terug gebracht, dan zouden de kosten met ruim f 4 millioen verminderen en ten naastenbij f 21 millioen bedragen. Bij het doen ingaan van de pensioenen op 65-jarigen leeftijd 15 DOOR KTJN A. nIs dat Vallargiirde vroegen zjj aan een jongen. Die keek hen verwezen aan, zonder te antwoorden. Daar kwam eene vrouw aan. Half schuw, half brutaal keek zij de jongelieden aan. Henrik herhaalde zijne vraag en kreeg een bevestigend antwoord. „Waar ligt het slot?" vroeg hij daarop. De vrouw keek hem vol ontzetting aan. z/Daar wil mijnheer tooh niet heen P" „Zeker, dat is ons plan F' z/Dat is doelloosDo oude Stafian, zijn doofstomme vrouw en de nijdige hond laten niemand binnen, al was bij ook nog zoo voornaam 1" „Ook niet graaf Henrik Falkenhorn 1" vroeg Henrik. De vrouw sloeg van schrik de handen ineen. »Graaf Henrik Falkenhorn riep zij. «Zeker, die ben ik, en ik denk, dat nie mand mij en mijn vriend zal kunnen ver hinderen 't slot mijner vaderen te betreden. Waar ligt het?" De vrouw wees op een smallen weg, die aan het andere eind van het dorp een met bosoh begroeiden heuvel op ging. «Daar l Tamelijk ver van het dorp. Maar rijd u er maar niet heen, mijnheer Als u er in komt, dan is 't voor u nog erger 1" //Wij zjjn niet bang zei Henrik kortaf', en zij reden Bamen door. Intusschen had de komst der voorname zouden deze getallen met ruim V3 moeten worden verhoogd en komen resp. op f42 millioen en f35 millioen. Voorts mag men niet vergeten, dat, alleen wegens de natuurlijke stijging van het aantal ouden van dagen bij toeneming der bevolking en verlenging van den levensduur, op een j&arlijksohe toeneming der uitgaaf van omstreeks 2 pCt. is te rekenen". Deze slotsom wordt in mr. Treub's zesde artikel verdedigd tegenover de oonolusiën, waartoe het Volk kwam ten aanzien van het Engelsche stelsel oonolusiën, die eveneens als te blijmoedig worden afge wezen. Het laatst versohenen artikel bevat een bestrijding allereerst van het (vrijz.democr.) Haagsche Weekbl., dat de staatspension- neering wil bekostigen alleen uit een belasting naar draagkracht. Mr. Borgesius, blijkens diens rede te Wognuna, had dit Haagsche Weekbl, ijverig gelezen, merkt nar. Treub op. Volgens dit blad zon het EngeUehe stelsel hier 12 millioen kosten, die uit vermogens-, bedrijfs- en successie belasting 'wel te vinden zouden zijn. Dit laatste spreekt mr. T. allerminst tegen. Maar niet f 12 millioeD, doch wel het dubbele bedrag is noodig. En wat zou er dan overblijven voor weduwen-, weezen-, iïivaliditeits- en ziekteverzekering?... De opmerkingen, daarna, aaa het week blad de Vaderlander besluit mr. T. aldus Ik wil het deze bevriende mogendheid niet ie lastig maken en de cijfers aan den lagenkant houden. Zij zal eohter wel willen erkennen, dat als ik naast haar f 30 millioen voor ouderdomspensionneering reken op totale kosten van f 60 miilioen daarenboven voor invaliditeits-; ziekte- en weduwen en weezenverzekering, door mij zeer bescheiden gerekend wordt. M n w vaderlandsohe" vriend, hoe krijgt ge die soin jaarlijks bijeen De Kinderwetten. Ds. Rudolph schrijft hierover in de Standaard o. m. Naar mijn innige overtuiging zijn er eohter ook nu nog leemten overgebleven, die zioh spoedig zullen doen voelen en ruiters hij de dorpsbewoners opzien ver wekt. Uit alle huizen kwamen mannen, vrouwen en kinderente voorschijn, en staar den hen nieuwsgierig aan. Henrik beant woordde hun groet vriendelijk. Het werd hem steeds angstiger te moede. Was het mogelijk, dat deze mensehen, die in zulk eene ellende leefden, ondergeschikten waren van zija rijken vader Zelfs de drukke vroolijke Harald Braa was een heelen tijd zwijgend en ernstig. //Misschien is 't tooh wel niet het gced van je vader", zei hg eindelijk toen zij het dorp door waren, en de paarden den ateilen weg opgingen, die naar h9t slot voerde. Het schaamrood kleurde bij die woorden Henrik's wangen. Hij keerde zioh in den zadel om, en wierp een langen blik op het armzalige dorpmidden tussohen de huisjes stak het soheeve torentje van de vervallen kerk uit, „Als het wal zoo is, zal het hier niet meer zoo lang blijven als het nu is", zei hij ernstig. De mensehen stonden hen in groepjes na te kijken zij vroegen zich waarschijnlijk af, wat dit bezoek wel te beteekeuen kon hebben. Na een steilen berg te zijn opgegaan zagen de ruiters hun doel. Een beetje verwijderd van een praohtig helder bergmeer verhief z:oh uit het diehte bosoh een somber ge bouw, dat veel leek op eene ruïne. Op één plaats was de grijze muur ingestort. De groote steenen, die waarschijnlijk eens den hoogea toren hadden gevormd, lagen op een hoop, v? aaruit mos en struikgewas kwamen groeieD,wat bewees dat reeds lang geleden die toren moest zijn insestort. De jonge lieden volgden een weg langs het meer, en wierpen er zoo langs rijdend den eersten blik op het slot, toen onttrok het bosoh het weer aan hunne blikken, waarin nu ook beslist voorzien moest zijn. Ik heb hierbij vooral 't oog op de zoo hoogst noodzakelijke strengere behsnde- iing der ontzette ouders. Tegenover dezen had de wetgever radicaler moeten op treden. Dit had deze hoogst nuttige wetten nog populairder gemaakt. En ik vrees, dat de Kinderwetten op den duur meer impopulair zullen worden, wanneer daarin op den duur geen verandering komt. Of hoe? De Kinderwetten zijn nog sleohts twee jaar in werking en nu reeds zijn er ruim duizend voogdijkinderen nagenoeg geheel voor rekening der re- geering geplaatst. Waar moet 't heen, wanneer dit zoo voortgaat? Naast het instituut voor de'ontzetting uit do ouder lijke macht is m. i. een tweede eorreetief instituut volstrekt noodig, nl. dat van werkhuizenwaarin de ontzotte ouders gedwongen worden eenige dagen nu eens geen „heeren-dieusten" maar kinder diensten'te verrichten, dit wit zeggen, zoolang te werken in dienst der regeering, totdat zo den kost hebben verdiend voor hun kinderen, die grootendeels voor reke ning van het Kijk worde» opgevoed. Op die manier wordt de rekening gelijk ge maakt en ontvangen niet alleen de ontouderde kinderenmaar ook de ontzette ouders een nuttige opvoeding. Dit is geen trouvaille van mij. Als ik me niet bedrieg, bestaat dit instituut reeds in Saksen en werkt 't allergunstigst. TURKIJE. Het ia het beste bij de tegenstrijdige telegrammen der laatste dagen, maar niet te veel nieuws uit Turkije te melden of te gelooven. Op éen punt zyn de berichten eenstem mig, namelijk dat hot Jong-Turksche, libe rale, comité voor Eenheid en Vooruitgang, nu het te Saloniki is gevestigd,flink op weg is da fouten die het te Constantinopel heeft gemaakt weer uit te wisschen. Iedere stap, die 't in de laatste dagen doet, is blikbaar van te voren kalm overdacht en de uitwer king van iederen maatregel is ernstig over wogen. Op militair gebied is het Comité te van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 ''ent. Spoedig daarop kwamen zij bij een hoog ijzeren hek inet spÜ3e punten. z/Het ziet er uit, alsof hier wilde dieren of gevangenen waren opgesloten", zei Henrik. „Of, alsof hier schatten verborgen waren", voegde ziju vriend er bij. »Dat ijzeren hek, al is hot dan ook roes tig, ziet er tooh nog al stevig uit", zei Henrik, en reed er langs om een deur te zoeken. Een woedend knorreD, en daarop luid blaffen klonk plotseling door de stilte vau den avond heen. «Flink zoo, baasje, roep jij ze maar 1" riep Harald Braa. De hond ging rechtop tegen het hek staan, en liet zijn tanden zien. Ylalr bij hem was een dubbele deur van ijzeren hekwerk, met twee sloten. Toen Henrik er aan rukte, huilde de hond. Men zag van hier uit weinig van het slot, en toen de oogen der beide ruiters wat aan hef schemerdonker gewend waren van het dichte bosoh, dat eens een park moest zijn geweest, ontdekten zij een klein huisje, dat aan een met gras begroeiden weg stond. Daar soheen nu een man uit te komen. z/Daar komt eindelijk iemand, die be hoorlijk kan spreken!" zei Harald. //Wie is daar?" vroeg de man barsoh. Hij ging voor het hek staan en legde zijne hand op den kop van den hond. //Stil Fido 1" «Opent graaf Falkenhorn 1" beval Henrik. De man, wiens geheele gestalte, ondanks zijne grijze haren, op groote kracht wees, keek den jongen maa met hoonend wan trouwen aan. „Graaf Falkenhorn ken ik „Ik ben zijn zoon, en in naam van mijn vader beveel ik je te openen Constantiuopel weder meester van den toe- sUudde troepen, op welke de reactie hare hoop had. gebouwd, zyn niet alleen werk loos gebleven, zy hebben- zelfs de zaak, waarvoor zij eerst de wapens hadden opge vat, niet alleen volslagen in den steek ge laten,maar zelfs heeft zich een detachement artilleristen naar de Kamer begeven, om daar een betooging te hondon voor de handhaving der constitutie. De kans op het voorkomen van een bur geroorlog is hierdoor grooter geworden. In dien geest he6ft een der vertegenwoordi gers der troepen te Saloniki dan ook ge sproken tot een der uit Constantinopel ge zonden gedelegeerden. Hij zei: //Wij zijn geenszins van plan een broederoorlog te veroorzaken. Wij denkon er zelfs niet over zulk een misdaad jegens het vaderland te begaan". Zoo hier werkelijk de meening van het comité is weergegeven, dan is de kans op terugkeer van het comité naar de hoofdstad, en de ferigkeer der dingen tot hun gewonen loop niet gering. Intusschen hebben, zooals steeds wan neer de Turken het onderling oneens zijn, de niet-Moslim het weder moeten ont gelden op tal van plaatsen in Klein-Azië is Christenbloed weder bij stroomen ge vloeid. Het is te hopen en ook te ver wachten, dat nu de mogendneden oorlogs schepen naar de Turksohe wateren hebben gezonden vandaar een wakend oog te honden, aan die slachtiog spoedig een einde zal komen. Vau de telegrammen nemen wij alleen deze over Een divisie van het Turksohe eskader, dat te Smyrna voor anker ligt, heeft zioh verklaard voer het jong-Turksohe oomité. Generaal Dohevit is van Ipek vertrok ken met 4 bataljons en te Mitrowitza aangekomen. Djevad bey, de eerste secretaris van den Sultan, heeft heden verklaard dat Abdul Earned van hem geen brief heeft ontvangen, waarin zijn aftreden wordt geëisoht. De groot-vizier en de minister van oorlog hebben hun ontslagaauvrage inge trokken. De man sokeen geen plan te hebben om te gehoorzamen, doch in zijne stem klonk meer eerbied, toen hij zeide „Ik heb geen opdracht om dat te doen en weet ook niet, of gij diegene zijt, voor wien gij u uitgeeft. Graaf Falkenhorn heeft mij streng verboden iemand binnen te laten." Een toornig rood kleurde Henrik's wan gen. Hij keek naar de hoogte van het hek, en overlegde of Apollo er over zou kunnen springen. Harald Braa nam hem bij de linkerhand, en stak die den man toe. //Kijk eens hier, Staffaa", zei hij, den naam ineens weer wetend. „Kom eens wat dichter bij, en bekijk dien ring eens, dien mijnheer aan zijn vinger heeft. Je bent het wapen van Falkenhorn. Gij hebt den ouden gi aaf gezien, dan kent gij ook dezen zegelring die hem behoort". Staffan bekeek den ring heel nauwkeurig. „Ja, ik herken hem", zei hij langzaam, z/het moet dezelfde zijn. »Maar", voegde hij er met een besluiteloozen blik op Henrik bij, //Graaf Falkenhorn heeft mij streng verboden iemand anders dan hem zelf open te doen. Ik weet niet of ik zijn zoon wel binnen mag laten". Henrik's toorn ontvlamde opnieuw, maar Harald kwam nog eens vergoelijkend tussohen beide. „Wind je toch niet op; de man doet eenvoudig zijn plicht", zei hij in 't Fransch tegen Henrik, en wendde zich daarop weer tot Staffan. z/Maar ge ziet immers, mijn goede man, dat graaf Henrik den zegelring van zijn vader draagtdat beteekent tooh onvoor waardelijk vertrouwen. Hij is hier in op dracht van zijn vader, dus kunt ge hem den toegang niet weigeren. Open de poortl" z/Het verbod van mijn vader kan tooh Onmogelijk mij gelden 1 Vooruit I Laat ons Er wordt medegedeeld, dat in het vilayet Adana reeds 5000 mensehen vermoord zijn. De Lazaristen en vele duizenden Ar meniërs zijn te Akbes door de Koerden omsingeld. Vierhonderd galeiboeven zijn in vrijheid gesteld en van wapens voor zien in het district Payas. In een door hem afgezonden telegram spreekt Husni pasja, de chef van het op Constantinopel aanrukkende legeroorps, zijn afkeuring uit over den militairen opstand en verzoekt hij de soldaten de wederindienststelling der offioieren, die op den Koran een eed zullen afleggen, zioh niet meer met staatkunde te bemoeien, niet te bemoeilijken, zich alleen te wijden aan hunue militaire pliohten en bij de maatregelen tot onderdrukking van den opstand niet tuseohenbeide te komen. Wanneer de troepen vau Konstantinopel dit beloven, voegt Hussi daaraan toe, dan zullen wij in geen opzicht hun overlast aandoen het doel van het leger is de oonstitutioneele regeering te versterken te bewijzen, dat geen wet en geen maoht boven de grondwet staat en een laatste les aan de verraders te geven. Als verjaringsgeschenk ontving Prins Hendrik van de Koningin een prachtig ry- paard. In de vacatures in het Centraal- Coroi'é van de anti-revolutionaire Partij, ontstaan door periodieke aftreding van de heeren dr. A. Kuyper, dr. J. Hania en J. H. de Waal Malehjt (allen terstond herkiesbaar), zijn de volgende dubbeltallen gesteld dr. A. Kuyper, 's-Gravenhage, en mr. J. C. de Marez Oyens,'s-Gravenhage; dr. J. Hauia, Steenwijk, en ds. G. Hofstede, Blokzijl, J. H. de Waal Malefijt, Utrecht, en mr. N. de Ridder, Leiden. In de vaca tures ontstaan door bedanken van de hee- ren Van Alphen, Van Beeok Calkoen, professor Fabius, mr. Heemskerk, Serec, ds. Talma en Wormser, zijn gesteld prof. c'r. H. Vissoher, Utreoht, en prof. jhr. mr. D. G. Rengers Hora Siooama, Ütreeht; mr. A. A. de Veer, Middelburg, en H. v. Andel, Utreohtprof. mr. Anne Anema, er in I" zei Henrik ongeduldig. Nu gehoorzaamde de oude man, al was het dan ook met zichtbaren tegenzin. «Hebt u plan naar 't slot te gaan vroeg hij. «Natuurlijk, dat spreekt van zelf 1" ant woordde Henrik, en reed door de geopende poorten, gevolgd door zijn vriend. „Wilt u niet eerst een uurtje in 't huisje van mij wachten, terwijl ik naar 't slot ga, om te zien of het er niet al te woest uitziet?" vroeg Staffan. „Neen, wijs ons dadelijk den weg !"zei Henrik, «wij willen in 't slot overnachten". «Dat is onmogelijk; er zijn geen meu bels. Mijn huisraad is wel weinig, maar de heeren zullen 't bij mij tooh beter hebben!" zei Stsffau, moeite doende,zijn onrust te verbergen. Dat scheen den graaf niet pluis. «Logeert mijn vader dan niet op 't slot, als hij hier komt „Mijnheer de graaf blijft nooit een naoht over 1" Zwijgend reed Henrik door op den smallen met gras begroeiden weg, die naar 't slot veerde. Het was een smalle laan, en de takken hingen er overheen, maar plotseling werd het uitzicht ruimer, en men zag een klein da! vol rozen, die daar door niemand gezien, geurden en prijkten. Een murmelend beekje bevochtigde de vergeten rozen in hnn verwilderde praohi. Toen werd het park weer diohter en moesten de ruiters zioh vaak bukken om onder de takken door te komen. Henrik reed voorop, aohter hem Harald, en het laatst kwam Staffan met zwaren stap en peinzend gelaat, gevolgd door den hond, wien de loop van zaken ook niet soheen te bevallen. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1909 | | pagina 1