NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND,
No. 165» i9Ö9 Donderdag 15 April 23e jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
EEN KLINKEND METAAL.
VERSCHIJNT ZESMAAL ?ER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
12
FEUILLETON.
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Binnenland,
UIT m PJROTINCIE.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,02®.
iftt
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
IJK.
Wemeldinge, 19 April des namiddags, 20
en 21 April.
Irrseke, 22, 28, 24 en 26 April.
Kruiningen (met uitzondering van Hans
ween), 27 en 28 April.
Hansweert, 29 en 30 April.
Krabbendijke, ook voor Waarde, 3, 4 Mei
en 5 Mei des voormiddags.
Rilland-Ba'h, 10 Mei en 11 Mei des
ro'oi middags.
14 April 1909.
De zweep met het stukje worst aan de
punt.
Men kent zaissohien 't beeld dat //Onze
Courant" indertijd gaf van de Staatspen-
sioneericg voor den ouden werkman, door
de Liberale Unie zoo wat op haar program
gebracht, terwijl 't te bezien zal staan of de
aldus voor de liberale oandidaten gewon
nen ouderdoms-ataats-pensioen-kiezer ooi'.
hetzij levend of dood dat staatspen
sioen wei ooit krijgen zal.
Deze poging van Liberalen om arge
looze kiezers te lokken vergeleek 't Zwol-
sohe a. r. blad bij 't doen van den geleider
eener hondenkar die, om zijn honden tot
meerderen spoed aan te zetten een stukje
worst aan 't eind jijner zweep bond en
dit even boven den kop dier beesten houdt.
Het helpt, want, al krijgen de beesten de
worst niet, zij loopen took, en met spoed.
De Voorhoede heeft zich gehaast deze
zeer juiste voorstelling in plaat te brengeD.
Een kar, door twee honden getrokken,
Goeman Borgesius op de kar gezeten, in
de hand de zweep, aan welker uiteinde
het stukje worst zweeft boven den neiiB
van zijn tweespan en achter op de kar
mr. Druoker, vrijzinnig democraat, die in
tegenstelling met de overige leiders zijner
partij, nog wel iets voelt voor Staafspen-
siooeering. En op den weg een oude kiezer.
Kijk zoo staat er onder de plaat
kijk heb ik dat niet leuk verzonnen Mijn
hondjes Icopen als renpaarden.
Zoo spreekt Borgesius.
En Drueker antwoordtLoopen doen
ze; en ik rijd wel een eindje mee;
maar mooi is de manier toch niet.
DOOR
RUN A.
«Wat zie je er teleurgesteld uit, Hen rik 1"
zei zij glimlachend. „M»j komt gauw heb
nog maar een paar minuten geduld 1"
„Ik verheugde mij tooh jou te zien 1" zc-i
hij lachend. „Het is tooh werkelijk naar,dat
de minste verandering van gevoelens ziel;
dadelfjk bij mij verraadt".
„Dat is waarje kunt niet verbergeD,
•wat je voelt", zei zij. „Men ziet zelden
zulke sprekende trekken, als de jouwe
„Dat is akelig en lastig. Als ik maar wist,
wat te doen om het te veranderen 1"
„Zoo lang uien niets kwaads te verbergen
heeft, hindert het niets als bekend is, wat
er van binnen gedacht wordt".
„Maar wat gij zooeven in mijn gezicht
hebt gelezen, was dan tooh eene onbeleefd
heid tegenover jou, en dat spijt mij 1" zei
hij, en zijn glimlach scheen om vergeving
te vragen.
„Het wes eene vriendelijkheid tegenover
.Maj 1" verbeterde zij.
„Gij verstaat de kunst om alles tan goede
-uit te leggeD 1". zei hij hartelijk «Waar gaai
gij met die manden naar toe 7"
„Naar de armen en zieken in de huizen
hier in de buurt. Ik breng hun eten en
medicijn
„Gaat gij er dikwijls heen
»Elken dag. Zij wachten op mij ik heb
mij heden verlaat. Vaarwel dus 1" Daaimae
verliet zij Henrik en ging met den kneoht
naar het dorp toe.
„Wat sta je daar Barbara na te staren,
En de oude kiezer, voorbijgaand,
de alleszins juiste opmerking: „Ik won
maar liever dat ze de invaliditeit»- en
ouderdomsverzekering afwerkten, in,plaat
vau wc. r wat nieuws te verzinnen 1 Ik
vrees dat er nu beelemaal niets klaai
komt en dan zijn wij arbeiders het kind
•ai r'e rekening".
Ten vervolge schrijft De Voorhoede:
'tls meer daa ergerlijk, wanneer inen
nagaat, welk kiezersbedrog nu weer met
de Staatspensioneering wordt gedreven.
De Liberale Unie strijdt onder de leuze:
»voor het Staatspensioen I" o, neen
„zooveel mogelyk in de richting van het
Staatspensioen 1"
Dat is heel wat voorzichtiger en even
goedde domme kiezer verstaat alleen
net woord -. „Staatspensioen", en gaat op
den goeien man Borgesius stemmen, die
hem dit Staatspensioen schijnt te beloven.
Wat zal de man bedrogen uitkomen
Heel dat Staatspensioen is niets anders
dan een stukje spek, dat men voor zijn
neus houdt, om hem harder naar de stem
bus te laten loopen. Maar erin happen
Ho, maar, dat zit nog I
Wat doen nu de Vrijzinnig Demooralen P
't Blijkt uil alles, dat voormannen ais
mr. Treub en Dr. Boa niet voor Staats
pensioen zijn, en dat ook ronduit zeggen.
Maar mr. Druoker 't valt ons van hem
tegen schijnt tooh een weinig dubbel
zinnigheid niet te versmaden in elk geva).
Dr. B os komt er scherper tegen op. In
een jongste aflevering van de Vragen des
Tijde, sprsekt hij van „eene verkiezings
leuze van de Liberale Unia, die, met
terzijdestelling van haar staatkundig pro
gramma, naar staatspensioneering van
ouden van dagen stuurt en in de buurt
komt van de socialistische sohrijvers".
Daaruit blijkt reeds, hoe hij voor het
rauwelings, feitelijk bij verrassing inge
nomen standpunt der Unie weinig respeo'
heeft, maar nog duidelijker spreekt dit
uit hetgeen de heer Bos verder zegt. Een
enkel citaat slechts
„Wie het ernstig meent met stem bus-
beloften, wordt huiverig ook maar met
eene der klinkende leuzen, die in klinken-
en ziet mij niet zei een welluidende stem
vlak bij zijn oor,terwijl twee zaohto handjes
zijne oogen bedekten. Wie ben ik?"
Maj was zoo zachtjes naderbij gekomen,
dat hij haar niet gehoord had.'
Lachend nam hij hare handen en hield
ze -'ast.
„Je bewondert Barbara zeker meer dan
mij 7" ging zij met gehuichelde boosheid
voort.
„Ik bewonder haar goed hart", ant
woordde hij.
„En het mijne?" vroeg zij.
„Dat behoort mijl' antwoordde hij en
kuste hare hand.
Zij glimlachte tevreden. „Kom vlug",
maande zij aan, en trok hera mee naar den
tu'n. „Kern mee, zoodat wij weg zijn, voor
dat iemand ons ziet. Je moet namelijk
weten, dat ik deze wandeling buiten mede
weten van mijne moeder doe
„Maar dat ia toch niet goed, om zoo
wag te sluipen!" zei Henrik, hoewel zelve
maar Al te bereid om haar te volgen.
«Je kunt emkeeren als je wilt", ant
woordde zij en wierp met een spottend
gezicht het hoofd in den nek.
Mssr dat deed hij nietintegendeel hij
cam haren asm, en zoo gingen zij samen
nog dieper den tuin in.
„Barbara ie zeker outevreden,dat ik haar
beroof van je hulp bij de ziekenbezoeken",
zei hij.
„Ik ga nooit, mei haar raee", zei Maj.
„Gaat gij dan ie<i«r voor zich?'
„Neen, ik ga iu 't geheel niet. Ik houd
er niets van om z'ekte of armoede te zien
ik houd a Icon van zonneschijn en
vreugde 1"
Het w»s den joegen man te moede, alsof
hem bij die woorden plotseling etn koude
hand op 'i hart werd gelegd maar één
blik op zijne aanstaande verdreef alle zor-
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 '•ent.
i-J
BtssumarmxamBWBaamseaesrTjaBsesxez
■t 'IHW OHMS ue>
de munt moet worden omgezet, in te
stemmen, zonder breedvoerige toelichting
«Noodzakelijk is het, den ouderlingen
samenhang van het geheel steeds in het
oog te houden. Het is de schromelijke fout
die bij het aanheffen van de leuze „Staats
pensioneering" zonder meer, wordt ge
maakt, dat verzuimd wordt den samenhang
van deze pensioneering met het overige
stelsel in het licht te stellen.
„Daardoor wordt de tegenstelling „pen-
sioueering, geen verzekering; belasting,
geen premie, misleidend in hooge mate".
Het Huisgezin oiteert nog meer uit het.
artikel van dr. Bos en zegt dan naar aan-
'elding van de verklaringen van mr. Borge
sius in de Liberale Unie
„Nooit heeft met grooter lichtvaardig
heid een politiek man een stelsel, waar
van hij gisteren nog tegenstander was, aan
vaard, zonder daarvan de ftnanoieele ge
volgen te overzien en de plaats, welke het
in het geheele verzekeringsstelsel zou in
nemen, aan te wijzen.
«Zou het onderhand voor den heer Bor
gesius geen tijd worden,den politieken veld
tocht voor Staatspensioneering, die onder
de vlag zijner Unie gevoerd wordt, te
stuiten? Want dit staat vast: al mooht
links weer even 50 zetels halen bij de ver
kiezingen en den heer Borgesius opnieuw
het vormen vau een kabinet worden op
gedragen, het linksche ministerie en de
lioksohe meerderheid zuilen zelfs met geen
voors'el tot staatspensioneering kunnen
komen".
De leer Borgesius weet dit besluit
Het Huisgezin zoo goed als ieder ander,
en daarom is zijn optreden in de Unie-
vergadering, zijn later optreden voor zrjn
kiezers te Wognum in hooge mrate mis
leidend.
Met het blauoo-artikel heeft hij in 1905
de kiezers in de luren gelegd, in nog erger
mate doet hij het han thans met't Staats
pensioen.
Men verneemt dat de te Den Haag
verwschte jonge koninklijke spruit in
gen. Wat was haar gaeg tooh verbazend
licht 1 Zij raakte nauwelijks den grond aan;
hoe sirealden hare oogen, hoe teer was
zij 1 Dat alles wks ook wel iets voor eon
fijngevoelige ziel, slechts voor zonneschijn
en zachte lucht geschapen. Ruwe stormen
zou zij zeker in 't geheel niet kunnen
verdragen.
„Als ik nu ziek of arm werd, wat dan
vroeg hij.
Zij bekeek de krachtige gestalte in het
weelderige pak en lachte «Het ziet er niet
juist naar uit, dat zoo iets gebeuren zou 1'
Eéo oogenblik werd hij door hare
vroolijkheid meegesleept, maar dadelijk
daarop was hij weer ernstig. „Maar als
dat ongelooflijke nu tooh eens gebeurde 1"
„Wees niet zoo vervelend!
„Wat zou je dan doen Maj?"
„Dat weet ik nu niet".
„Dan zoudt gij mij moeten verlaten ik
zou niet verlangen, dat gij dan bij mij
bleeft", zei bij bijna heftig.
Zij keek hem half verbaasd, half knorrig
aan. «Zoo vind ik je aiets aardig 1"
„Waarom dan niet?"
„Ik wil mij de mogelijkheid, dat gij niet
altijd zoo voornaam en sterk zoudt kunnen
zijn als nu, n'et voorstellen. En dan kan
ik ook den ernstigen blik, dien je zoo af
en toe hebt, niet goed verdragen, die maakt
mij aan 't schrikken. Het is alsof je daar
mee een aantal dingen van mij eischt, die
ik niet kan doen. Als je eens wist, hoe
mooi je oogen sijn, ris je eens uit liefde
voor mij san niets anders denkt 1" Zij
pra&ttp levendig door over alles, wat haar
in 't hoofd kwam. En hij werd meegesleept
en keek haar aan met den blik, dien zij
zoo mooi vond.
Toen zij terugkeerden, ontmoetten zij
mevrouw Brette. „Je veroorlooft je wer
kelijk te groote vrijheden", knorde zij.
dezelfde wieg zal gelegd worden, waarin
de Koningin de eerste maanden van haar
leven hoeft doe rgebracht.
De verpleegsters, dia H. M. bjj do te
wacbteo gebeurtenis zullen verplegen, zijn
de zusters De Haan, tot heden werkzaam
aan de Rijksklinieken, onder prof. B. J,
Kouwer, en M. J. van Persjjn, te Dieren.
Gebeden voor een Prins.
Een inzender sohrijftin Het Huisgezin-,
Dezer dagen viel mij een geschreven
afkondiging, gelijk deze Zondags in onze
kerken pleegt te geschieden, in handen,
waarbij op den lsten Zondag van Maart
1808 de geloovigen werden opgewekt te
bidden voor de koningin van Holland,
Horteuse de Beauharnais, eehtgenoote van
ko>.iog Lodewijk.
Het kind, aat door onze Hollandsohe
voorouders toenmaals werd afgesmeekt is
niemand minder geweest dan keizer Napo
leon III, die den SOsten April van het
zelfde jaar 1808 het eerste levenslicht ta
Parijs aanschouwde.
De afkondiging der gebeden gesohiedde
in het Fransoh en het Nederlandsohin
't Nederiaadsoh in de volgende bewoor
dingen
„om aan alle onderdaanen van den
oonicg van Holland gelegenheid te gee ven
ter vervulling zijner godvrugtige begeer
ten», zo zal er dagelijks in de h. dienst
van 9 uren een bezonder gebed gelesen
vrorden, teneinde van den hemel te ver
werven een gelukkige en voorspoedige
verlossing van haaie Majesteid de ooningin.
Alle olmstene geloovigen worden aacge-
zogt hunne gebeden te vereenigen met die
van den Priester, dat het den Almaohtigon
God behagen hen deze dierhaare gunst te
verleenen".
Uit de woorden „ter vervulling zijner
godvrugtige begeertens" blijkt, dat van
regeeringswege een verzoek om gebeden
aan de kerkelijke overheid iagerioht. Ea
inderdaad is ook door de volgende regee-
riogen, zeker waar het dc geboorte van
een kroonprins betrof, een eensluidend
verzoek gedaan. In de geschiedenis van
ons vaderland is genoegzaam bekend, dat,
toen in 1816 onze latere koning Willem
III verwacht werd, een door de regeering
gedaan verzoek om gebeden in de zuide
lijke Nederlanden geen onverdeelde instem
ming vond. Integendeel. Niemand minder
dan Mgr. de Broglie weigerde er aan ge
hoor te ge«en.
Napoleon III eohter was geen kroon
prins, want hij had twee broers, waarvan
de een intussohen reeds in 1807 was
overleden.
Met het oog evenwel op een eventueel
kinderloos overlijden van Napoleon I was
de mogelijkheid niet uitgesloten, dat de
groote keizer een der zoons van zijn broer
Lodewijk tot opvolger kon uitkiezen. Het
sobijut zelf», dit Napoleon I aioh indien
zin had uitgelaten, niet bevroedend, dat
de jonge telg, die in 'April 1808 geboren
werd, op een heel andere wijze zich van
de regeering in Frankrijk zou meester
maken.
„Aoh, moeder, het is zoo grappig, iets
te doen, dat niet hoort", riep Maj.
„Zoo spreekt geen zedige jonkvrouw,
en zij gaat ook niet alleen met haren
aanstaande wandelen. Ga dadelijk naar
binnen, Maj, tn haal het verzuimde in I"
Het jonge meisje ging zacht neuriënd
naar het slot, maar keerde zioh bij de
deur om, en w erp Henrik een kushand
taetoen verdween zij.
Henrik kon een glimlach niet onder
drukken, toen bij de versohrikte uitdruk
king bemerkte, die Maj's gedrag op bet
gelaat der wel wat vormelijke mevrouw
Brette deed komen. „Wees u niet boos op
Maj, beste tante, het was mijn schuld",
zei bij verontschuldigend.
„Zag zij er misschien berouwvol uit
Kan het haar iets schelen wat ik zeg?"
„Maar was er den zooveel te berouwen
vroeg hij.
„Als zij je vrouw is, kunt gij zooveel
alleen zijn, als gij wilttot dien tijd geeft
het geen pas 1" zei zijne tante beslist.
„Maar wij zijn tooh zoo goed a!s neef
en nicht', en hebben elkander al van
kindsbeen af gekend", vond Henrik.
„Dat is dan ook de reden, dat ik niet
zco streng ben, als ik wel moest zijn",
zei zij wat zachter gestemd en betrad met
Henrik een klein mooi vertrek, waar zij
op de canapé plaats nam, en Henrik een
stoel naast haar aanwees.
Mevrouw Brette was een s'atige dame,
met een moGi gelaat, dat op dat van haren
broeder geleek. Het hooge kapsel, de stijve,
wijde rok, en de nauwsluitende taille gaven
aan hare houding en aan haar geheele
wezen eene stijfheid, die heel goed bij
haar paste.
„Ik wilde, dat ik je aanstaande vrouw
beter had kunnen opvoeden", ging zij
voort. „Soms vrees ik, dat zij zioh niet
Met ingang van 1 Mei 1909 ia door
den Gommissaais der Koningin aan den
heer jhr. H. A. Wttewaall van Stoetwegen,
secr. van de gezondheidscommissie, zetel
Oostburg, wegens vertrek naar elderi,
eervol ontslag verleend.
Heden is gevankelijk naar het Huis
van Bewaring te Middelburg overge-
braent A. G. v. d. S., 20 jaar, veldarbei-
der, geboren te Biervliet, wonende te
IJsancijke, verdacht van poging tot dood
slag op 12 April 1909 te IJzendijke door
alstoen aldaar met een met hagelsoherp
geladen sohutgeweer een sohot te hebben
gelost op J. F. D. aldaar.
Vlissingen. De le luitenant M. A. van
der Lijve (au het 8e reg. inf. alhier
wordt gedetacheerd bij de koloniale reser
ve en ingedeeld by de reconvalesoenten-
afdeeling te Zutfen.
Door den Commissaris der Koningin
is benoemd tot gemeente-veld wachter te
's Heerenhoek, M. Knopjes, onbezoldigd
rijks veld waohtcr-jaohtopziener te Nienw-
dorp.
Bij kon. beslnit is de met verlof in
Europa aanwezige le luitenant der infan-
altijd zal gedragen, als dat voor eene
gravin Faikerhorn past. Zij is zeer zor
geloos."
„Ik ben niet bezorgd voor de toekomst",
zei Henrik vol vertrouwen. „Wordt de
bruiloft niet al spoedig vastgesteld 7"
„Dat zal nog wei een jaar dHren 1"
„Zóo lang
Mevrouw Brette glim'aohte. „Je moet
leeren om geduldig te zijn. Maj is de
lieveling van haren vader; hij wil haar
nog niet zoo gauw kwijt zijD. Bovendien
schijnt zij bein nog te jong; hij ziet niet.
dat zij de kinderschoenen ontwassen is,
Gij hebt voorloopig veel te doeneerst
de reis naar Stockholm, die verscheidene
maanden zal duren en dan moet gij, naar
je vader meedeelt, leeren om zelfstandig
zaken te doen, en landgoederen te be-
heeren".
„Ik ga naar Stockholm om eenige zaken
voor inijn vader af te wikkelen", beves
tigde Henrik, bljjkbaar irotsoh op dat
vet trouwen.
„Je vader heeft groot gelijk, dat hij je
gelegenneid geeft om ervaring op te doen",
zei zijn tante en knikte veelbeteekenend.
„Ik vermoed dat hij je het oppertoezicht
over Ristorp zal latendaar zult gij
immers woren, Maj en gij!"
„Ja, antwoordde Henrik, „er is daar
nog ve-1 te doen, ofsohoon de plaats goed
in orde gehouden ismaar ik wil, dat
Mai er als een prinses zal wonen".
Naar je woorden te oordeelen, zult gij
haar niet veel beter opvoeden, dan wij
allen".
Henrik glimlachte, dooh gaf geen ant
woord. Hij luisterde want in de eetzaal
hoorde hij Maj's lichten tred.
Wordt vervolgd.