NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. EEN KLINKEND METAAL. No. 161 Vrijdag 9 April J?3e Jaargang. CHRISTELIJK- HIST0RISCH VERfGHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUU, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Uil m PERS. FEUILLETON. DOOB BUNA. Aoh, mijnheer Henrik, ik ben nog heele- maal in de warIk ontwaakte midden iu den naeht door een sohoide knal scheen uit de kamer ran dan baron te komen. Ik vloog er heen, en vond hem dood op den grond liggen, met het pistool in de hand. Ik was radeloos, en wist niet, wat ik doen sou; toen kwam gelukkig mijnheer de graaf met graaf firaa aan. Zij zeiden dat zij een aohot hadden gehoord in deze richtirg. Wij wiesohen het bloed af, kleedden hem uit, en legden hem te bed. Toen sloot mijnheer de graaf de deur, en verbood mij aan iemand te zeggen wat er gebeurd was. Hij beval mij te zeggen dat de baron plotseling naar huis was gegaan. „Ik wil dat het feestjongestoord zijn voortgang hebbe", zei hij. Ik zou wel willen weten, hoe latg ik den doodenog zal moeten herbergen 1" „Onze gasten vertrekken over eenige dagen I" antwoordde Henrik „waarschijn lijk wil mijn vader geen maatregelen voor het overbrengen van het lijk nemen, voor dat zij allen zijn vertrokken''. „Zeker, dat begrijp ik 1" „Goedendag, meester Johannes 1 maak u niet bezorgd. Gij zult van mijn bezoek niet de minste onaangenaamheid ondervinder. Gij kunt het niet helpen, dat ik 't ontdekt heb", zei Henrik. De oude man bedankte hem, en deed zijn vroegeren leerling uitgeleide. Die steeg te paard, en reed near 't slot toe. „Welk ongeluk is jou overkomen mijn zoon 1 Je ziet er uit als een onweerswolk", zei graaf Falkenhorn, toen hij Henrik alleen zag. Henrik was blij eindelijk met zijn vader over datgene te kunnen spreken, wat bem drukte. Hij vertelde eerljjk alles van zijn bezoek aan den kapeltaa. Zijn vader luisterde zonder de minste ont roering te verraden. „Daardoor hebt ge iets vroeger, dan ik gedaoht had, de ware toedracht der zaak vernomen", zei hij kalm. „Ik was van plan js dat alles te vertelieD, als oeze gasten weg waren. Ik heb de arme weduwe iu een wel verzegelden brief mee gedeeld wat gebeurd is en haar beloofd het lijk zoo spoedig mogelijk naar Edsmo te laten overbrengen en den stoet zelve te leiden. Ik heb dat sohrij vee reeds door een bode te paard afgezonden". „Weet u, wat baron Sparrekors tot zelf moord heeft gebracht, vader vroeg Hen rik en trachtte in de gelaatstrekken ven zijn vader te lezen. Maar de ijskoude trekken verrieden niets, j „Traoht eens, een doode ij a geheimeD te ontlokken, als gij kunt", antwoordde graaf Falkenhorn schouderophalend. HOOFDSTUK III. De wind suisde raoht door de hossehen van Skaras, het buiter goed van majoor Bret te, en sprsk lentelucht en bloemen geur. Wel waren de takken van de boemen nog kaal, maar het sap steeg tooh al er in op. Ruisohende beken vloeiden raar het meer,dat bevrijd van ijs, zijn blauwe golven naar den oever zond de natuur luisterde naar het gezang van den eersten leeuwerik en de smeltende sneeuw fluisterde de kie men in de aarde toe »komt er uit, komt er uituw tijd is gekomen ik ga nu been 1" Een ruiter galoppeerde door de lange laan, die nsar het hoofdgebouw op Skaras voerde. Het was Henrik Falkenhorn Z ijn oog zag vol blijde verwachting het do el van zijne reis tegemoet. Men had blijkbaar de hoefslagen van Apollo vernomen,want een stalkneohtstond bij de trap van 't slot te wachten, en in de openstaande deur stond majoor Brette het vriendelijke gelaat was nog vriende lijker door een hartelijken glimlach. Henrik gaf den stalknecht de teugels, en die bracht het met schuim bedekte paard dadelijk naar deu stal. „Welkom, mijn zoon, hartelijk welkom!" riep de majoor, Henrik omarmend. „Wat zal Maj blij zijn I" In de hal ontvingen mevrouw Brette en Barbara Henrik, en verwelkomden hem allerhartelijkst. „Maar waar is Maj P" vroeg de majoor rondkijkend. „Zoo even was zij nog hier", zei me vrouw. „Altijd onberekenbaar I Wat moet dat nu beteekenen, dat zjj haren aanstaande niet veiwelkomt", zei de majoor boo», en riep den naam van zijn jongste dochter, doch zender eenig gevolg „Laat haar maar; er is niets aan te df er>jij komt tooh niet eerder dan zij wil", zei Barbara. „Gij móet haar haar onbetamelijk ge drag maar niet kwalijk nemen, Henrik", zei de majoor„zij is wel wat bedorven en gewend om te doen wat zij prettig vindt; maar dat zal, hoop ik, beter worden. Het is onmogelijk om boos op haar te zijD, dat is etgenljjk het ongeluk". Henrik glimlachte, en verborg zijne teleurstelling zoo goed mogelijk. De majoor bracht hem naar de vertrekken, die hij gedurende zijn verblijf op Skaras zou be wonen. Daar wachtte zijn kamerdienaar hem reeds, die met de bagage vooruit gereisd was, en alles in orde had gemaakt. Met zijne hulp veranderde de stoffige ruiter zich spoedig in een voornaam heer. Toen hij gereed was, zond hij den kamerdienaar weg, en ging zitten om na den langen rit een uurtje te rusten. Maj was sedert eenigen tijd zijne aan staande. Het was hem gelakt hare toe stemming tot die verbintenis te verkrijgen reeds verscheiden jaren was het de wenseh geweest van de ouders onderling, en nu daoht hij aan haar, nu hij zet uit te rusten. Zou zij nu misschien wel tevoorschijn zijn gekomen? Hij wilde trachten om haar te vinden, en stond op en opende de deur. Dooh verrast trad hij een stap terug, want op de hooge balustrade van de hal zat Maj, naar het soheen, op hem te wachten. „Komt gij eindelijk? Wat zit ik bier al lang op je te wachten 1 Ik dacht dat je sliep 1" zei zij, hem blij toelachend. „Waarom ben je voor mij weggeloopen Maj vroeg hij, toen zij eikander hadden begroet. „Ik was ineens zoo bang voor je zei zij. „Zag ik er dan uit om bang van te worden „Neen maar zal ik je iets zeggen P" „Zeg mij allep." „Ik heb eerbied voor je, en dat heb ik anders voor niemand". „En hoe komt dat P" vroeg hij lachend. „Ik voel, dat je niet met je Iaat spelen". „En daarom speel jij schuilvinkje met mij Is dat je logica Het was voor mevrouw Brette niet mokkelijk om Maj te bewaken en binnen de grenzen te houden, die zij voor een geëngageerd inei?j«parsend vond. De listen en dolle in vellen van het jónge meisje waren door niemand te voorzien, of te vermoeden, en zij verstond altijd goed do kunst om de haar toegedachte straf te ontloopen. Men had bepaald dat Henrik zoo onge veer eene maand op Skaras zou vertoeven. Daarna zou Herald Braa hem komen af halen, en zouden zij samen naar de hoofd stad reizen om daar eenige gewichtige zaken af te handelen. Op een morgen eenige dagen na zjjne aankomst op Skaras, liep Henrik langzesm op de binnenplaats op en neer. Hij wachtte op zijne verloofde, die beloofd had, hem hier te zullen ontmoeten. De deur ging open, en de jonge man liep er met haastigen tred heen, maar bleef toen staan, terwijl zijn stralende glimiaoh veranderde in een vriendelijk lachje want in plaats van Maj, kwam Barbar* naar buiten. Zij was zeer eenvoudig gekleed en aan haar arm hing een klein mandje, terwijl de huisknecht haar met een grootere mand volgde. Wordt vervolgd. 1EDEREN WERKDaG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,02®. —«VS» 1 VVb.V.-.-JJUZy' UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 ''ent. Van prof. Lindeboom ontvingen wij een stuk, met verzoek het in ons blad te plaatsen. Wij voldoen hieraan gaarne; doeh plaatsen 't wegens zijn uitgebreidheid in tweeën. Daarna hopen wij het te bespreken. Prof. Lindeboom schrijft: Christel ij ke politiek. I. Den 22sten April staat de „Deputaten- Vergadering" der Antirev. Kiesvereeningen weder gehouden te worden. Dagelijks geven reeds onderscheidene bladen de namen der stemgerechtigde Deputaten te lezen, vergezeld van vele andere, soms zeer vele uit kleine plaatsen, die gaarna den tijd en de kosten over hebben voor het bijwonen van die groote vergadering. Die vergadering zal beslissen, in welku richting de regeering des lands zal wer den geleid, als zij haar wenseh verkrijgt. Tot nu gold als regel dat het program, door het Centraal Comité ontworpen, met if zonder geringe wijziging tot program van aotie wordt geproclameerd. Dat is eehter, als we ods niet vergissen, geen wet. Deputaten kunnen, als zij het noodig achten, en fluk genoeg zijn om te staan en voet bij stuk te houden, het oonoept-program in debat brengen, met voorstellen van wijziging, af- doen, ör bij- doen. Ieder ohristenmensch is niet alleen ah burger, ook als christen, verplicht medt te werken, ook door zijne stem, tot het oefenen van invloed ren goede op de volksvertegenwoordiging en de regeertn?. des landsopdat God, bij Wiens gratie de Koningen regeeren, in alles geëerd worde naar Zijne ordinantie. Doorgaans laten de meeste burgers, ook de ohristenburgers, de zaken der verkie zing over aan een kleinen kring, die in stad en dorp deze algemeene belangen meestal in stilte afdoet, om daarna met program en oandidaten voor den dag komend den kiezers te zeggen, wat zij hebben te willen en te doeD, en wien zij moeten kiezen, als zij willen handeleu gelijk aan goede ohristenen en antirevo lutionairen betaamt. Groot is daarom de verantwoordelijk heid van de Kiesvereecigiogengroot inzonderheid die van den leider der Kies verenigingen het Centraal Comité en zijn Voorzitter. En niemand der kiezers mag in blind vertrouwen, dat „de heeren wel weten zuller, hoe 't hoort," zijne verantwoor delijkheid voorbijzien. Ieder, in S:aat en Maatschappij, zoowel als in de Kerk, is voor God en voor de mensohen verant woordelijk, welk gebruik hij van zijn reoht en plicht maakt bij 't „stemmen". En niet alleen bij de stembus, maar ook vóór en na moet ieder getuigen in zijnen kring tegen wat zijns inziens niet is naar den eiseh des wegs, en voor hetgeen reoht en goed is, naar het recht Gods in Zijn Woord en Zijne werken. „Christelijke Politiek" is iu den laatsten tijd een geliefkoosde term. Redevoeringen van Kamerleden en Ministers worden on der dezen titel saamgevoegd en te markt gebraoht. Voor »Christelijke Politiek" zul len straks aan alle oorden des lands de antirev. èo de ohrist. hist., èi de room- eohe kiezers worden opgewekt en aange zocht hun stem uit te brengen. Het zij zoo. Etsn christen moet „chris telijk" zijn en handelen in al zijn optre den, in geheel zijn verborgen en openbaar leven. Ook zijn Politiek moet Christelijk zijnwant Jezus Christus belijdt hij als den Meere. Christus, dien Hij aanbidt als den Verlosser vaa zcndesobuld en satan, den Zaligmaker voor tijd en eeuwigheid, is ook a de Overste van de Koningen der aarde Hij is met Zijn volk, hun Leids man door Zijn Geest en Woord op alle terrein des levens, hun Zon en Schild want „Mij is gegeven alle mecht in hemel en op aardezóó sprak Hij tot Zijne apostelen en dat roept Hij al den Zijnen voortdurend toe uit den Hooge. Voor de aanstaande Kamer-verkiezing is onder de gemeente liat christenvolk in zijn geheel en ai zijne geledingen, nog weinig bezieling. En waar het belang niet wordt beseft, en waar de vooropgestelde belangen niet spreken tot hart en cons ciëntie van het volk Gods, daar is ook weinig gebed te verwachten. Dat is een ernstig en kwaad verschijnsel. Want al leen de Heer der Heeren kan ous doen (riuHtfeeren. Alleen een zege, in Zijn Naam en door Zijn zegen verkregen, zal waar lijk een zegen zege blijken te wezen. Aan wie de schuld, wanneer opnieuw triumfeeren de partijen die niet willen weten van Christelijke Politiek, die Jezus Christus niet eeren als den Zoon van God en de H. Schrift niet erkennen als Gods onfeilbaar Woord Ik wecechte wel, met dit getuigenis al de Deputaten en hun Kiesvereenigingen, ja, al de leiders van Rechis te kunnen bereiken. Om hun bescheidenlek te zeggen, waarin m i. de fout schuilt. Opdat zij nog, vóór de verkiezingsactie »n gang gezet wordt, het het program zóó stellen, dat niemand der christer.kiezero redelijkerwijze kan twijfe len, of wel inderdaad Christelijke Politiek geoefend wordt. Daarom doe ik vóór de Depntatenvergado- ring mijne stem hooren, opdat later niet ge zegd kunne wordengij komt te laat, gij hadt moeten spreken toen het nog tijd was om in anderen koers te sturen. Volgens de bladen wordt door het C. C. bizonder de aandacht gevestigd op het huismanskiesrecht, de verplichte verzekering herziening der tarievenen meerdere gelijk stelling wat den scholenbouw betreft tusschen openbaar en bijzonder onderwijs. Die dingen zijn dus in Juni de hoofdschotel, het „ide aal". Doch nu wordt, niet alleen door mii, govraagd, of die „punten" nu kenmerkend antirevolutionair, kenmerkend Christelijk zijn. Dat men ook die zaken begeert, laat zich denken maar dat.nu daarin 't „Chris telijke" van de antirevolutionaire, óf vari da „Ooalitie"-Politiek in helder licht treedt dat is mij en velen niet duidelijk. Om alleen maar van de „verplichte verzekering" te spreken heeft niet de voorzitter van het C. C. zelf, Dr. A. Kuypar, vroeger daar tegen gewaarschuwd als strijdig met da antirevolutionaire beginselen en opkomend uit den woïtel .van staatssocialisme Zijn de bezwaren "van prof. Fabius weerlegd P Of jmoet men, omdat prof F. geen betereD weg weet aan te wijzen, om toch wat te hebben aan te bieden, du de christenkie zers er toe drijven, maar genoegen te ne men met dit principieel af te keuren en in zijn werking te vreezen product van socia listische staatskunstp' ilosophie en staats- mschtvereering Heeft dr. K. zijn bezwaar van vroeger nu grondig weerlegd En die „meerdere gelijkstelling" van bi- zoudere mot openbare scholen is dat niet een verloochenen van het oude program de bizondere school regel, de openbare aan vulling Dat al meer en meer leunen op de Staatskas, is dat geen hoe langer hoe groo- ter wordend geyaar voor het christelijk on- deru ijs Om van andere bezwaren te zwijgen is er voor wie op de teekenen der tijden acht geeft geen reden van bezorgdheid, dat wel eens spoedig aan de geldelijke Staats hulp voor de scholen verbonden kunnen worden wat Van Houten in 1889 noemde „noodzakelijko condities"; voorwaarden, die de christelijke scholen eerst zachtjes aan, van stapje tot stapje, en straks met ge weldigen vaart, tot scholen van „godsdien stig" Staatsonderwijs willen maken Is het geestelijk, christelijk, gehalte onzer scho len en onderwijzers toegenomen naar de mate en de verbetering der uitwendige be langen door de subsidie? Is niet menig christenhart ganschzeer bezwaard in dezen deele P Ook al wordt de tegenpartij in Juni a.s. geslagen, cr is geen zekerheid, dat zij niet weldra, liberalen en socialisten in bond, weer op het kussen kome en wie of wat waarborgt u dan de veiligheid uwer scholen Hoe meer gij, leidende mannen, het christenvolk blij maakt met al meer en al meer geld voor de scholen, des te meer bouwt gij do christelijke school op oeverzand niet op de rots, niet in 't geloof! Maar ie het dan niet al te erg, zulke „punten", als de pit en kern van christelijke. politiek te maken tot parool in den, immers heiligen,christelijken, strijd bij de stembus, den strijd voor Christus op het gebied van het staatkundig leven Die bezwaren zijn het niet alleen waar door de a.s. verkiezingsactie gedrukt wordt. Er zjjn ook bezwaren tegen de christelijke Kamerleden en weldat zoo zelden een getuigenis voor den Christus wordt ge hoord dat zoo velen, als het op „belijden" aankomt, hot woord aan liberalen en socia listen laten, dat de hoogste belangen,waarin waarlijk de christelijke politiek haar licht kan en moet laten schijnen, meermalen als onopgemerkt aan hun oogen en lippen voor bijgaan. Wie heeft het tegen Borgesius op genomen voor Jezuseere als de Zone GodsP Ia er naar bohooren gotuigd tegen de mi- nisterieele toegefelijkheid aan „de gewoon te van het land", toen het gold een bepaald gebod Gods, dat de Belgen vertreden door hun tentoonstelling ook op des Heeren dag open te stellen P W ie getuigt tegen de, jaar in jaar uit, in bloedvergieten volhar dende „pacificatie" van Atjeh f Heeft ook het Centraal Comité niets daartegen te zeg gen aan de christenkiezers (Slot volgt.) „Beestachtige" werkgevers. Onder dit opschrift lezen wij in De Tijd, dooh ontleenen het aan De Rotterdammer Op de zetterij van Het Volk heeft de meesterkneoht den regel trachten te handhaven, dat de werklieden op tijd in de werkplaats moeten zijn en een zetter, die „naar de meening van den chei" niet genoeg zet, met II dagen opzegging ontslag willen geven. Hij heeft van beide maatregelen moeten afzien, omdat de zetters begonnen te staken. Nsar aanleiding hiervan lezen wij in liet Typografenblad, nitgave van de onaf hankelijke Typografen-Propsgandaolub. „Is 't niet beestaohtig? „Laat ieder die dit leest 't van de daken uitschreeuwen: dat op de druk kerij „Vooruitgang" de gezellen worden verdrukt en beleedigd dat hun deso- oiaal-demooratiaohe zuigponap op het liohasm wordt gedrukt in die mate, dat men er bijna onder verstikt, allemaal ter wille van de aandeelhouders en ter meerdere glorie van Het Volk, dat anders niet kan bestaan. „Schreeuwt hst uit van de dakeD, dat de gezellen van H t Volk moreel worden mishandeld op een wijze, waarvoor de grootste geld prots van 'n uitzuiger zioh zou sohamen. „Schreeuwt het uitTe lang reeds is gezwegen en is de kliek, die daar heerscht en tyranniseert, ontzien en de hand boven het hoold gehouden. Maar vooralmaakt het bekend aan die orga- risrties, welko op deze inrichting hun werk klaar laten maken. „Uat de gezellen er een paar oenten in de week meer verdienen dan op somni'ge andere winkels, geeft den heer sobers daar tooh geen vrijbrief om ploer-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1909 | | pagina 1