UWSBLAD VOOR ZEELAND No. 160, 1903 Donderdag 8 April 23e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH EEN KLINKEND METAAL. VERfGHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JQNGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN IJK. uit ii® pers. FEUILLETON. Roomsche Candldatuien. 1EDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,02s. UITGAVE DER FIRMA EH VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 ''ent. Wemeldinge, 19 April des namiddags, 20 en 21 April. Ierseke, 22, 23, 24 en 26 April. Kruiningen (met uitsondering van Hans- weert), 27 en 28 April. Hansweert, 29 en 30 April. Krabbendijke, ook voor Waarde, 3, 4 Mei en 5 Mei des roormiddags. Riiland-Baih, 10 Mei en 11 Mei des voor middags. De «neutrale" openbare school. Onder dezen titel schrift een sociaal democratische onderwijzer (zekere heer Dijkgraaf) een artikel, waarin hij de ont stemdheid lucht van de sociaal-democra tische onderwijzers over de poging van sommige liberale Kamerleden en Over heidspersonen om de openbare scholen van bet naar hun opvatting neutrale karakter te berooven. Natuurlijk hindert het dezen menschen voeral dat er, in verband met de verwachte blijde gebeurtenis, op de openbare school uitingen plaats hebben van liefde voor Oranje en dank aan God. Het artikel begint met de volgende scherpheden aan het adres van liberale toongevers In deze dagen van Or»D je waanzin be gint 't meer en meer duidelijk te worden, dat voor de neutraliteit der openbare school van de liberalen niets meer te wachten is, beginnen zich de duidelijke teekenen te toonen, dat de vrijzinnigen de liefde voor het werkelijk openbaar onderwas hebben afgezworen en dat het aanpassingsvermogen van dhrn Rink, Borgesius en Lieftinck, zooals zich dat voor kort in de Kamer manifesteerde bij de debatten over 't al of niet gewenschte van bjjbelsche historie, enz. in de open bare school, b(j een groot deel van de liberalen uitstekend in den smaak valt. Mij dunkt, er zijn een massa van die liberale oomes, met gelegenheids-witte- dassen en dito-dito Oranjestrikken, die de school wel als schakel zouden willen bezigen tusschen de conservatieve chr.- historischen en den rechtervleugel van de vrijzinnigheid. 10 DOOR RUNA. Hij ging naar de deur toe, en Maj, die verbaasd aankeek, volgde hem. „Waarom moet je hem zoeken? Deukje 'teen of ander?" «Denken? Wat bedoel je?' zei hij. In de volgende kamer gingen zij uiteen. «Hebt go de treurmare al vernomen P" vroeg een slepende stem. Hij wendde zich om en zag graaf Johan Braa langzaam naar hem toe komen. «Welke treurmare P" vroeg Henrik onge duldig. Johan Braa was hem even onsym pathiek, als diens jongere broeder hem sympathiek was. «Dat baron Sparrekors van naoht het tijdelijke met het eeuwige heeft verwisseld", *ei graaf Johan zoo onverschillig, alsof hij «prak over den dood y»n een hond. Henrik draaide zich haastig om. „Wat is er gebeurd P" «Ken beroerte, naar ik hoor". „Weet mijn vader het?" „Natuurlijk. Hij heeft met mijn vader het ongeluk ontdekt, toen zij 's avonds laat, of eigenlijk beter gezegd 'soohtends vroeg den ttrmen Sparrekors in zijn logies wilden opzoeken. Toen lag hij dood in zijn bed. Mijn vader heeft mij verboden om de ge schiedenis verder te vertellen. Ik daoht, dat jij 'tal wist. Nu zal je natuurlijk zwijgen •is 't graf, nietwaar? zoodat de feestvreugde Verder haalt hij hier Lehman en de De- putaten vergadering bij en ruept dan de S. D. A.P. op „om voor een werkelijk neutraio openbare school te zorgen", want „wan neer het door moet gaan op de wijze, waar mee men aangevangen is om de neutraliteit den hels om te draaien, dan is de tjjd zeer naby, dat men in tsl van plaatsen geen be hoorlijk onderwijs meer voor zijn kinderen krijgen kan". Art. 35 al. 1 en 2 van de wet op het L. O. luidt «Het sohoolonderwijs wordt onder het aanleeren van gepaste en nuttige kundig heden dienstbaar gemaakt aan de ontwik keling van de verstandelijke vermogens der kinderen en aan hunne opleiding tot alle christelijke en maatschappelijke deug den. Da onderwijzer onthoudt zieh van iets te leeren, te doen of toe te laten, wat strijdig is met den eerbied, verschuldigd aan de godsdienstige begrippen van anders denkenden." Als bewijs hoe hier en daar lustig ge zondigd wordt, {[haalt hij onder anderen het versje aan dat op de openbare school te Schoonhoven «ter viering van het kindje" moet worden gezongen Dankt, dankt nu allen God, Met blijde feestgezangen Voor zulk een heug'lijk lot, Voor theil, dat wij ontvangen I Hij ziet in liefde ons Altijd genadig aan En heeft ons dag aan dag Met goedheid overlaan. Het schijnt, dat er op de openbare school aldaar onderwijzers zijn, die èu tegeu 't bestaan van God èn tegen de O rat je-liefde bezwaar hebbenwant de schrijver vervolgt: Het liberalisme, uit vrees voor kinder verlies, uit zucht tot naapetij van de bijzondere school, vindt het prachtig, dat de openbare school meedoet en ziet met leede oogen de soeiaal-demo- oratisohs onderwijzers aaa die school daartegen ageeren. Waar bliift de neu traliteit als op dergelijke wijze een persooulijk, weldoend God aan de kinderen voorgehouden wordt, ook aan dis, wier ouders dit absoluut niet willen. Wordt het niet meer dan tijd die hoeren vrijzinnigen eens te herinneren aan wat niet wordt gestoord. Weet gij ook waar de jonge dames zijn Ik hsb er nog geen een gezien Henrik gaf geen antwoord, dooh spoedde zich heen om zijn vader op te zoeken. Hij vond hem in gezelschap van vereoheideD hoeren en dames en kon hem niets vragen. «Maar, Bgiliue, wjnr blijft baron Sparre kors tooh den geheelen dag vroeg gravin Blanka plotseling. «Aohheb ik zijne groeten nog niet overgebracht P" zei haar man. „Sparrekors kreeg een gewichtige tijding van huis, fu moest van ochtend ai heel vroeg vertrek ken. Hij kou Diet wachten en vroeg mij ona zijne groeten en dank aan je over te brengen. Het is onvergeeflijk, dat ik het vergeten heb". „Het is niet te hopen dat het een treurig bericht was, dat ons zoo plotseling van zijn gezelschap heeft beroofd", sei mevrouw Ingrid Breite. «Ik hoop het niet", antwoordde graaf Falkenhorn. Henrik raakte in de war. Wie bad nu de waarheid gesproken, zijn vader of Johan BraaP Het was toeh niet mogelijk dat zijn vader die treurige zaak op ruik een kalmen toon zoo onwaar kon meedeelen zoo iets vond Henrik eerder iets voor Johan Braa. „Een dergelijke aardigheid was juist iets vcor hem", dacht hij woedend. Na 'n poosje verliet hij da kamer om Johan te zoeken en hem er oyer te onder houden. Maar graat Johan was met zijn zuster Gerda eu julï ouw Maj Bretfe uit garede*. Toen Henrik dat hoorde, werd hij nog toornigcr. Hij liet dadelijk zijn vluggen Apollo zadelen, en gallopeerde minister van Rappard 11 Juli 1857 in de Kamer zei „Eindelijk ben ik tot de overtuiging gekomen, dat openbare scholen, van overheidswege deargvsteld, toegankelijk moeten zijn voor alle kinderenzonder onderscheid van godsdienstige gezindheid, en dat alzoo de oprichting van openbare scholen voor verschillende gezindheid met de Grondwet onbestaanbaar is", of aan de volgende woorden van den heer Godefroy (Kamerzitting 30 Sept. 1868); „Scholen beschikbaar voor kin deren van alle godsdienstige gezindheid, maar daarom ook een neutraal onderwijs, dat zich niet op het terrein van gods dienstige begippen begeeft: ziedaar de inrichting van het openbaar onderwijs, die de Grondwet gebiedt." Woorden, in 1878 door minister Kappeyue in de Memorie van Antwoord op het Voor- loopig Verslag van het afdeelingsonder- zoek der wet van 1878, uitdrukkelijk en volkomen tot de zijne gemaakt. Zoo wordt de historie van het neutraal onderwijs in 't aangezicht geslagen, zoo maakt men naast de vele scholen, in deze buurten, waar men nog bidt eu bijbeleohe verhalen vertelt, telkens nieuwe niat- neutrale scholen er bij en vertrapt daar mee het reoht van minderheden, of tellen niet-godsdienstige ouders niet mee Die «godsdienstpropaganda" eu de „wal gelijke Oranje-opdrin -erij" zijn dezen man een doorn it» 't oog. En hij verhaalt er met leedwezen bij „dat de oud-predikant de Nuts-seeretaris Bruin wold Riedel "indertijd op de volgende wijze zijn «wrevel luchtte" tegen de bekende motie van Rotierdamsohe see. dem. onderwijzers Motiëu als die, welke door 21 leden der afdeeliug Rotterdam van den Bond van Nederlandsohe Ouderwijzers in Juli 1906 werd voorgesteld, waarin wordt afge keurd, «dat door kinderen der openbare school wordt meegedaan aan en deze in de school worden voorbereid voor een aigetneece nationale feestviering en waar bij deze voorbereiding wordt voorgesteld als een betrekken van schoolkinderen in propagandistische betoogingen van poli- tieken aard", zijn zóó onzinnig en ploertig, kenmerken de voorstellers als zulke voor de opleiding tot „christelijke en waal weg in de richting, die de anderen naar hij vermoedde, hadden ingeslagen. Na een poosje liet hij zijn paard lang zamer loopen. De vlugge rit had hem goed gedaan hij had zijn opgewondenheid weg gereden, liet zijn paard keeren, en reed huiswaarts. Dezen weg schenen zij niet op te zijn gegaananders zou hij ze zeker hebben ingehaald. Dieht bij het slot sloeg hij een zijweg in hij wilde langs broeder Johannes rijden, in wiens afgelegen huisje baron Sparrekors gelogeerd had. Hij spreng van zijn paard, bond de teugels om een boom vast, en trad het huis binnen. Het lag vlak bij het park, en het had Bleohis twee kamers, ea een keukendie werd door den ouden kapelaan als rommelkamer gebruikt, daar bij in het slot at, en er geen bediening op nahieldde weinige diensten, die hij noodig had, werden door de dienstboden van den graaf verricht. De jonge man riep broeder Johannes, dooh kreeg geen antwoord. In de studeer kamer van den ouden man, waar de vele boeken, bij gebrek aan d6 noodige plan ken, op den grond lagen opgestapeld, vond hij niemand, ook niet iu de keuben de.arop ging hij naar de kamer, waar baron Sparrekors had geslapen, dooh de deur was gesloten, en de sleutel was er af. Dat verbaasde Henrik, omdat hij wist, hoe zeer zijn vroegere leermeester het sluiten van deuren verafschuwde. Hij stond juist op het punt om weg te gaan, toen de gedaohfe bij hem opkwam, dat Johan Braa nr^chien toch gelijk had gehad, en zijn vader misschien alleen maar had wil len vermijdeD, dat de dames van het vree- schappelijke deugden- ongeschikte op voeders en als partymannen van zóó wei nig en avereohts nationaal gevoel, dat zij door de niet-Booialistisohe ouders onmo gelijk als geweusohte leerkrachten voor bot nationaal volksonderwijs kunnen worden aangemerkt." En nog erger zegt hij maakte het de gemeenteraad van Schoonhoven, die na weigering van een paar onderwijzers om aan de laatste Oranjefuif mee te doen een artikel in een instructie opnam, waarin den onderwijzers o. a. wordt opgedragen „aan- kweeken van vaderlandsliefde, liefde tot het Vorstenhuis en eerbied voor het gezag". Voorts verhaalt de schrijver dat te Groot Ammers op vastgestelde dagen na schooltijd op de openbare school de kin deier van een gewonen klasse-onderwijzer les krijgen uit hunne bijbeltjes. Niemand behoeft te blijven zitten, maar hoeveel kinderen gaan er weg? Dan is officieel het leerplan niet «ver rijkt met zeer onpaedagogisoh onder wijs, msar officieus wel degelijk en de schade voor öe kinderen blijft preoies gelijk. Ea wie hebben dat geleverd De Groot-Ammerseho vrijzinnigen, die door zoo te handelen, meenden een bij zondere school te keeren. Bijbellezen noemt deze onderwijzer „on paedagogisoh" en «schade voor de kin deren 1" Natuurlijk is hij er niet achter. Maar waar hij wel achter is? Dat op die wijze èu de liberale partij, èa de neutraliteit, èn de openbare school, èa de aoo.-dem. onderwijzers in 't gedrang komen 1 Zouden deze laalsten niet gaan inzien dat de antirev. en Chr. Historische leus; »de vrije school voor heel de natie", dus ook de vrije school voor soo.-dem. nog maar de beste weg is? r De Rotterdammer geeft eenige uitknipsels uit een hoofdartikel Van De Tijdwelke ook door ons dienen gereleveerd te worden. De Tijd heeft goede verwachtingen van den uitslag der Kamerverkiezing. «Nu zijn er voor de kalmte en ge rustheid, waarmede door de Katholieken gelijke geval hoorden. Waar was broeder Johannes dan toeh? Die gesloten deur bewaarde zeker een geheim, en dal wilde hij uitvorsohen. Zijn jeugdig ongeduld maakte hem het wachten moeilijk. Hij haalde een sleutelbos uit zijn zak, en probeerde den eenen sleutel na den andere, en zie 1 een paste I Hy trad binnen. Eén blik op het bed toonde hem, dat de kamer niet ledig was. Er lag iemand in die toegedekt was, en toen Henrik naderbij trad, en een punt van het dek oplichtte, zag hij het bleek gelaat van baron Sparrekorshet hoofd lag zóó op zij, dat de Deus het kussen aanraakte. Buitendien bemerkte hij vol ontzetting eene wond door een schot gemaakt in de linkerslaap. Met angstige klaarheid traden de ge beurtenissen van den naoht hem voor den geestzij pasten als schakels van één keten aan elkaar. Baron Sparrekors had de spookkamer wiwhopend veriatenkort daarop had het schot door de stilte van den nacht weerklonken en hier lag hij nu dood, in den slaap geschoten. Ook de nachtelijke wandeling van zijn vader en graaf Braa bracht bij in verband met de mededeeling van Johan; dio twee hadden zeker reden gehad om te vermoeden, wat werkeljjk gebeurd was, daar zij tooh hierheen gegaan waTen, nadat zij in de stilte van den naoht het schot hadden vernomen. Henrik keek naar de bleeke trekken, en rilde. Een onschuldig tijdverdrijf kon het spel niet zijn, dat dergelijke gevolgen had. En waarom dat geheimhouden, die gesloten deur, dat gelogen vertrek HIMIIIIUI—BE': over het algemeen de verkiezingen wor den tegemoet gegaan, wel redenen aan te wijzen- De kansen der Rechterzijde staan inderdaad gunstig en wanneer aan die zijde geen ernstige fouten worden be gaan eu de kiezers over't algemeen hun plicht doen, mag men den afloop der ver kiezingen met vertrouwen tegemoet zien. Maar die beide voorwaarden moeten dan ook over het geheele land in vervulling gaan 1" In vele districten zegt De Tjjd zou 't stellen eener Roomseha oandidatuur een zetel voor Rechts doen verloren gaan. Daarom zij men daarmee voorzichtig. «De ervaring, die wij ten opzichte van dit punt hebben opgedaan, is zeker lang durig en bitter genoeg, om ons geen illusiën meer over te laten. Wij geven het toeer komt verbete ring er is reeds wezenlijke verbetering merkbaar. Niettemin zijn de vooroor- deelön en antipathieën, te onzen opzichte bij een zeker nog altijd betrekkelijk groot aantal geloovige Protestanten zóó sterk,dat bjj 't stellen van roomsche can- didaten in districten, welke allee* door samenwerking der drie verbonden reoht- sohe groepen te winnen zijn, het verlies van honderden stemmen voor de Rech terzijde met stelligheid te voorzie* is. En van enkele honderden stemmen of minder ook wat dit aangaat was de ervaring een strenge meesteres kan de omzetting van de geheele Tweede Kamer derhalve ook van het Kabinet in de eene of andere riohting afhangen" Daarom heeft De Tijd den volgende* uiterst praetischen raad „Ira het gegeven geval mag niets worden gewaagd. Verkiezingen zijn een zaak van verstandelijke berekening, die zoo nuchter mogelijk moet worden volbracht. Sympa thieën en anhpathieën, hartstochten en menschelijke gevoeligheden behooren daar bij te zwijgen. De vraag daarbij kan alleen wezen wat wil men bereiken en welke zjjn de beste en meest bekwame middelen (ongeoorloofde of onedele middelen na tuurlijk uitgesloten) welke tot bet ge wenschte doel leiden. Ons doel thans is: het behoud vau „Zijl gij 't, graaf Hentik Ik meende, dat het uw vader was, toen ik de deur open vond", deed zich plotseling de stem van den ouden kapelaan hooren. Henrik keerde zich om. «Zeg mij", fluisterde hij, op den doode wijzend«heeft hij zioh zelf van 't leven beroofd t" «Ja, God erbarmc zich zijner!" ant woordde broeder JohanneB. „Zeg mij, koe is hij zoo ver gekomen »Hier niet", antwoordde de grijsaard en bedekte het gelaat van den doode weer, terwijl hij Henrik met een zekere ver bazing aankeek. Zij verlieten samen de kamer. «De deur 1" zei broeder Johannes. De jonge graaf sloot haar af. „Dat is de goede sleutel niet", zei de oude man. „Naen dien had ik niet", antwoordde Henrik lioht kleurend, daar hij zioh nu bewust werd, te hebben gehandeld als een inbreker. De grijsaard nam hem onrustig op. „Ik meende dut graaf Falkensom u den sleutel gegeven had hij heeft hem namelijk mee genomen. Ik vermoedde, dat hij u alles verteld had. Wat zal de graaf nu van mij denken, nu ik het geheim niet beter be waard heb?" zei hij. „Ik heb mijn vader heden nog niet alleen gesproken, anders zou hij mij het treurige geval zeker hebben meegedeeld", antwoordde Henrik. «Maak u Diet ODge- rust, meester Johannes, mijn vader zal u er niets over zeggen. Maar nu ik tooh van de zaak weet, vertel mij nu, hoe alles is gegaan, alles wat gij weet 1" Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1909 | | pagina 1