NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 141.
1909. Woensdag 17 Maart 23e Jaargang
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
De tien-uren-dag.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
Snippers uit de oude doos.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Gopi
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,02*.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
Zi], die zich met 1 April a s op ons
blad abonneeren, ontvangen het tot
dien datum gratis.
- - i
De opgaaf van den spoordienst
komt in dit nommer voor op de ge- j
brulkelijke plaats.
ÏJIC
Wolphaartsdijk, 17 Maart.
Heinkenszand, ook voor 's-Heer Arende-
kerke, 22 en 23 Maart.
's Heerenhoek, ook voor Borssele en
Nieuwdorp 24 en 25 Maart.
Baarland, ook voor Oudelande, 26 Maart.
Ellewoutsdijk, ook voor Driewegen, 27
Maart.
Ovezande, ook voor Nisse, 28 Maart.
Hoedekenskerke, 80 Maart.
Dat de sooiaal-demooraten, en misschien
ook wel de vrijzinnig-democraten en een
deel der unie-liberalen met de motie-
Sohaper een verkiezings-trucje hebben be
doeld, valt na de tweede rede van den
heer Schaper kwalijk meer te ontkennen.
Trouwens Eet Volk geeft op dit punt
geen onzeker geluid.
Praotisoh resultaat had de motie dan
ook niet.
En de Kamerleden die haar afstemden,
hebben zioh door deze overweging dan ook
zeer terecht laten leiden.
In zijn lange, zelfs door liberalen ge
prezen voortreffelijke rede heeft minister
Talma aangetoond, dat hier een beslissing
stond genomen te worden over een quaes-
tie, die men niet had onderzocht of door
gedacht; dat a^n de regeering iets werd
opgelegd, wat zij bjj gebrek aan gegevens
niet zon kunnen ten uitvoer brengen.
Snijdend door haar juistheid was de op-
merking van den heer Lobman in het
laatste stadium vao 't debat»Wat hebben
wij er aan een regel te stellen in een
motie, waarvan wij zelf, indien wij eerlijk
zijn, moeten zeggen, dat wij niet weten
of die regel goed is".
318
FEUILLETON.
BOOK
SCALDIS.
Renesse- Noordwelle.
IV. (Slot).
Eene hernieuwde poging tot opheffing
der combinatie werd sedaan Dit het ver
trek van ds. G. JORISSEN 1797 tot
1820 maar ook nu had dit geen ge-
wenseht gevolg. Tijdens dit verzoek han
gende was werd er intusschen handopening
verleend tot beroep op den ouden voet
en beriep men 29 Deo 1820 ds. Seetermeer
van Burgh. Het antwoord op het verzoek
bleef eehter zéó l«Dg uit, dat de beroepene
bedankte.
Eindelijk werd, bij missive van 20 Aug.
1821 door Z Ex. den Dir -Generaal be
last met den eeredienst, namens Z. M. den
Koning medegedeeld, dat de eombinatie
moest voortduren, dooh dat het gewone
landstraotement van 745 op 900 gld. ge
bracht was. Nu werd ds. Soetermeer ander
maal beroepen met aanbod van nog eene
toelage uit beide gemeenten, dooh hij be
dankte opnieuw. En zoo is de toestand tot
op heden gebleven.
Vroeger hebben wij reeds gezien, dat
de grondslagen voor de Hervorming in
Schoutoen en Duiveland gelegd werden in
1566, en woonden wij, in Juli van dat
jaar de eerste predioatie bij.
Nog in 't zelfde jaar werd er 'n kerkeraad
voor de beide eilanden benoemd en werd
het eerste Avondmaal voor de verstrooide
broederen gehouden. Tooh moesten er nog
een twintigtal jaren verloopen eer de ver-
sohillende gemeenten geordend en er vaste
leeraars beroepen werden.
Eu niet minder raak was de opmerking j
van dr. De Visser »dat dit alleen dienen t
kan om allerlei verwachtingen op te wek
ken, om dan naderhand, wanneer de kiezers
zullen hebben gezegd wat zijt gij brave
mensohen, die zulke verwachtingen bij ons
hebt gewekt, te moeten zeggenja maar
wij kunnen toch eigenlijk gezegd die
sohoone verwaohtiogen niet vervullen".
Tooh mag bij dit alles niet over het
hoofd gezien worden dat het een belang
rijke quaestie was, waaraan drie dagen
nationale tijd werd verpraat en door weike
een minister die het druk heeft, en nog heel
wat heeft voor te bereiden, aan zijn depar
tement onttrokken werd.
De motie-Sohaper sprak niet alleen van
ude grootst mogelijke beperking van den
nachtarbeid", maar ook van ffeen betere
bescherming van kinderen en jeugdige
personen".
Dit laatste werd er zoo in dén adem
ook maar bijgenomen.
Maar waarom dan zoo vroeg men
terecht, en wij herinnerden er in een onzer
vorige nommers ook reeds aan er ook
de gehuwde vrouwen aiet bij genomen P
Was dat overleg, dewijl in de S. D. A.
F. op dat punt nog lang geen eenstem
migheid bestaat?
Is hier de invloed van de sociaal demo
cratische onderwijzers te bespeuren
Het is nu eenmaal een feit dat de sociaal
democraten de bescherming der gehuwde
vrouw niet aan durven, omdatat er onder
hen zijn die van volslagen gelijkstelling
van man en vrouw spreken, en dezen niet
tegen zioh in het harnas behooren gejaagd
te worden.
Hoe het zij, de reer Schaper bleef bij
de toelichting zijner motie in eerste in
stantie, behoudens een enkele hatelijkheid
over de Speetwet, vrijwel in de zake
lijke lijn.
Hij vertelde er natuurlijk bij dat de
werkdag van tien uren niet het ideaal was
der sociaal democraten dat deze werkdng
nog heel wat korter moest zijnen dat
dit ook in den landbouw best kan.
Dat de strijd der sociaal democraten om
Ook te Renesse ca. had, door allerlei
omstandigheden de omkeering van zaken
een lang verloop. Niet weinig zal daartoe
ook bijgedragen hebben hst vrij groot
aantal doopsgezinden, welke vooral te
Renesse werden gevonden. Tot zelfs tegen
het midden de 17a eeuw vinden wij er
gewag van gecuaabt.
Zoo hoorden wij uit de notulen van de
Staten van Zeelandvan 1648, dat de on-
verdraagzame Staatskerk van dien tijd er
streng tegen optrad. In genoemd jaar gaven
de Staten het bevel „dat men" te Renesse
/desnoods de stoelen zou weghalen uit
het vertrek waar de Doopsgezinden zich
vereenigden".
Geen wonder dan dat de „nieuwe leer"
gezinden te Renesse hunne gemeente zoo
langzaam zagen ontwikkelen, en wij eerst
in 1587 hooren van den eersten, vasten
predikant voor de beide gemeenten.
Als zoodanig vinden w>j het eerst ver
noemd
CAREL VAN DEN BROECKE.
Zooals wij al zoo vaak van anderen
hebben gehoord, had ook deze leeraar
Teeds een veal bewogen leven aohter zioh
eer hij hier werd aangesteld. Op welke
wijze en wanneer hij in de eombinatie in
dienst kwam zullen wij nu hooren.
Van Vlaamsche afkomst was ds. Van
den Broeckeals leeraar iu dienst te Pit gem
in Fransoh Vlaanderentoen de Hervor
ming aldaar bloeide.
BlykeD8 de sota der Cl. te Waescapelle
d.d. 9 M°i 3 581 diende bij toen tijdelijf
te Stalhüle. Op die van Dudzeele van 3
Juli 1582 komt hij voor ats pred. te
Moerkerke, waar hij voor drie maanden
was aangenomen en ontving daar de last
om zioh te Dudzeele te laten hooren, waar
van evenwel het gevolg niet blijkt.
Hij stond te Oostende, toen hij Daar
een 10-urigen werkdag een hunner mid
delen is in den klassenstrijd toonde dr.
De Visser aan, onder andoren met een
woord van dhr. Wibaut:
//Daarnaast ondermijnt zulke verkor
ting van arbeidsduur de ondernemers
winst, althans belet op eenig gebied
hare uitbreiding, verzwakt dus de econo
mische positie der ondernemersklasse,
verscherpt het inzieht in hare schadelijk
beid verhaast dus eenigermate den
overgang van partieuliere voortbrenging
op particuliere winst gericht, tot maat
schappelijke voortbrenging».
De heer De Visser stelde voorts de onbe
trouwbaarheid in het lioht van vele ge
gevens, verzameld door de sooiaal-demo-
oratisohe studieclub en verwerkt in een
brochure „Arbeidersleven in Nederland",
uitgegeven door het soeiaal-demoeratisohe
vakverbond. Glashelder bleek uit dit debat,
over hoe weinig vertrouwbare gegevens
men in ons land omtrent den arbeidsduur
beschikt, zoodat het reeds daardoor onge
raden zou zijn tot het stellen van een
algemeen geldend maximum over te gaan.
Een beroep op de wet-Millerand voor
Frankrijk gaat niet op, daar deze wet voor
de gemengde bedrijven alleen geldt en er
voor werd bepaald, dat bij haar invoering
de arbeidsduur op 11 uur, na 2 jaar op
lO'/a. na 4 jaar op 10 uur zou worden
gebracht.
De wet-Millerand moest den Marxist dr.
Van Ravenstein dan ook dezer dagen in
een lezing, te Amsterdam gehouden, dienen
tot bewijs van de ODmaoht van het „revi-
eionistisoh" optreden.
„De wettelijke tien-uren-dag", zeidehij,
„is voor de arbeiders door de talrijke
excepties van weinig of geen waarde".
Bovendien toonde dr. de Visser aan, dat
toen deze wet werd ingevoerd, de reëelo
arbeidstijd in Frankrijk reeds op lO'/a uur
gebracht was.
Wat blijkt uit dit alles nu vroeg dr„
de Visper verder.
„Dat toen in Frankrijk ec in Zwitserland
de maatschappij den tienurigen arbeidsdag
Moerkerke beroepen werd, en bad vroeger
»ok de dienst te Glemskerke waargenomen.
Toen echter de Vlaamsche gewesten enkele
jaren later zioh weder onder de Spaansche
oppermacht teruggevoerd werden, moesten
ff- Hervormden en vooral de leeraren
hunne woon- en standplaatsen ontruimen,
Oi« nu in menigte de wijk namen Daar
Zeeland en Rolland.
Etr zoo" werd dan ds. van den Broecke
iet vasten leeraar alhier aangenomen, dooh
r>«n re-don hem den dienst bij deze ge
meenten allengs te zwaar begon te valleD,
hij naar verplaatsing, waarin hij
ie- jare 1591 mocht slagen, zoodat hij in
«!•- Cl. von Tholen, den 21 Aug. 1591 werd
i a gesteld tot dienaar te Scherpenisse.
l i da vergadering der Cl. van 10 April
1596 te Tholen, diende hij eene klaeht in,
uat, <an wega de Magistraat en de kerk
■e Scherpenisse gansoh niet voldaan werd
aan d« verplichting om te zorgen voor
een eerlijk ODderhoud en zijne huishuur.
Een beroep taar Ooltgensplaatop hem
uitgebracht, was hem in dien toestand
zo welkom, zoodat hij, in de vergadering
- sc 15 Oot 1696 verklaarde dit beroep
i hebben aangenomen. In de Cl. aeta van
Vooi ne c a. lezen wij het volgende over zijn
beroep„28 Juli 1596Is ingeroepen
Koerle van den Broecke, dienaar te Scar-
pemssedie op den olasse geoom-.n
was ?nde hem gevraeght, of hij voor de
c'•"380 wel een oortfc propositie wilde
doeu om sijn gajaa te laeton hcoreD,
Oi'idat men daarna mochte sien of men
ergens onder onse olasse moohte oonnen
gcbruijokeD, soo heeft bij Kaesle voorss.
't solve a-ingenomen ende eeuo propositie
gadaen over den texst Tit. 2 11, weleke
de broederen al 't samen wel heeft be-
bseoht, eude is hem voor antw. gesëgt
dat men sien sal waer men hem best
soude mogen reeomandereD, hem afvra-
vati 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 vent.
■na
zoo goed als voorbereid had, de wetgever
is gekomen om de kroon te zetten op deze
richting, haar verder te ontwikkelen en in
de wet vast te leggen of voor te stellen".
Eu waar men in deze beide landen met
den wettelijken maximum arbeidstijd dus
gewacht heeft tot de maatschappij zioh in
die richting bewoog daar moet men,
meende dr. de Visser, ook in ons land
zoo voorzichtig zijn.
Het wil mij, zoo zeide hij, voorkomen,
dat, zoo men op dit terrein iets zal be
reiken, de weg zal moeten worden be
wandeld, die door den minister Kuyper is
ingeslagen. Men moge over zijn Arbeids
wet ia bijzonderheden denken zooals men
wil, ongetwijfeld was daarin een sohoone
poging gewaagd om, zieh aansluitende aan
wat in de maatschappij zioh had ontwik
keld, de wettelijke bescherming der arbei
ders uit te breiden, ook door den arbeids
duur van den volwassen arbeider aan
enkele regels te binden".
De heer De Visser herinnerde allereerst
aan de beperking van den normalen ar
beidsdag voor vrouwen en jeugdige per-
sonen van elf uren in de tegenwoordige
Arbeidswet tot op tien uren, met de be
kende uitzondering van spinnerijen en
wollen-stoffen-fabrieken.
Voorts, wat de beperking van den arbeids
duur van mannen aangaat, van de drie be
ginselen die in het wetsontwerp waren ge
volgd de beperking van arbeidsduur voor de
mannen die 's naohts in fabrieken en werk
plaatsen arbeiden die voor mannen welke
in fabrieken en werkplaatsen aan schade
lijke invloeden blootstaan, en ten laatste de
beperking van den arbeidsduur van mannen
werkzaam bij openbare middelen van
vervoer.
Minister Kuyper ging voorzichtig te
werk, maar met dat al zouden, ware hij
minister gebleven, deze zaken reeds ge
regeld zijn.
De sooiaal-demooraten beroemen er zioh
eohter op, den val van het kabinet-Kuyper
veroorzaakt te hebben. En «ier jaren later
komen zij immers met een motie.
De heer v. d. Molen plaatste zieh in
gende ofte hij wel van sijn keroke soude
eonnen ontslagen worden, waertoe bij
goeaen aaoet hadde". Iu de aole van 20
Aug. dearna lezen wij //Wort voorgestelt
den noot van die van de Plate, deweleke
begeeren een dienaer enda alsoo in de
voorgaende olasse gehoort is Kaerle van
den Broecke, hebben de broederen beslo
ten, dat een huDDer soude reijsen ter To
ten, ende aen andre dienaerg, om te ver
nemen van de conditie des voorss. per-
soons. onde soo de get uygenisse hem
welgevallen sal, mogen beroepinge doen
uyt den name der olsssis ende der ge-
meijnle".
De informatiën waren voldoende en
onze van den Broecke kwam te Ooltgens
plaat in dienst, zooals wij dan ook ver
der hooren d.d. 21 April 1597: ,tCarel
van den Broecke heeft getoont sijn attesta
tie van de kcreke te Searpenisse ende van
de olasse van ter Tolen, ende heeft den
broederen wel bevallen ende hebben hem
voor een ordinaire dienaer bekent ende
aengenomen".
Den 7 Aug. 1600 was bij nog te Oolt
gensplaat in leven, wijl bij op dien dag
met anderen, door de broeders //gedepu-
teert werd om in de Synode te treeken".
Als pred van Renesse c. a huwde hij
27 Juni 1587 te Leiden met Franaijntje
Rachiswed. van ds. Jan Ghijs, de eerste
predikant van lerseke-, zijne weduwe had
bij zijn dood nog één zoon ia leven, uit
haar eerste huwelijk, mede Jan Ghtfs
geheeten.
Ds- van den Broecke werd door een' en
dertig ambtgenooten in de combinatie op
gevolgd. Het levensboek van een dezer,
een lid ziinde van de bekende predikanten
familie Leydecker, willen wü nog even op
slaan, n. m. van
MELCHIOR LEYDECKER.
■■■■■■■BMaaaaaaMK
zijn bestrijding der motie op het stand
punt van Patrimonium, die geen eenvor
migheid wil; de werklieden uit Patrimo
nium wensohen integendeel de regeling in
verband met den aard der plaatselijke
gesteldheid en de eoonomisohe ontwikke
ling van het bedrijf, omdat die arbeiders
overtuigd zijn, dat zij ten slotte niet alleen
gebaat zijn met een beperking van hun
arbeidstijd, maar dat zij in de allereerste
plaats en voortdurend behoefte hebben
aan arbeidsgelegenheid, die hun in hun
bedrijf en in de gezonde regeling van
hun bedril geboden moet worden».
Ook uit het weinige dat wij uit de
redevoeringen van de heeren Taima en
Lohman aanhaalden, blijkt wel dat de
regeling door de motie-Sohaper aanbevo
len niet de juiste was.
De beste weg werd dan ook naar onze
meening ingeslagen door de motie-De
Visser, welke door den heer Lohman aldus
werd toegelicht
„Er zijn reden van algemeen belaag die
den wetgever kannen moveeren het be
drijf te stellen onder zekere beperkende
maatregelen, ook wat den arbeidsduur
van volwassen mensohen aangaat. Deze
eisehen brengen mee dat er aan dea ar
beidsduur een bepaalde grens moet wor
den gesteld, binnen welke de arbeider
behoort te werkendit geldt voor elk
bedrijf".
Verder kan dan ook eene regeering,
die op dit terrein alle gegevens mist, niet
gaan. Maar dan is er vast een begin ge
maakt; en dat vordert de oprechtheid
ook in de staatkunde.
16 Maart 1909.
Februari hield zioh, wat de opbrengst
der Rijksmiddelen aangaat, niet zoo flink
als de inzet van 'tjaaT deed verwachten.
Er was bij Februari 1908 weer achteruit
gang. Het verschilt oiroa een half miljoen.
Dat zit 'm in de mindere ontvangst op
den suikeraoojjns f 271000 suooessiereeh
ten f 377000 en gedistilleerd f 99000 ter
wijl nog andere middelen tussehen de
Geboren te Middelburg 21 Maart 1642,
was hij de zoon van Joachim L., koopman
en ouderling aldaar, en Geertrnid Manteau.
Hij studeerde te Utrecht en te Leiden waar
hij in Jnli 1675, na verdediging eener dis
sertatie nde providentia Dei" tot theol. dr.
werd gepromoveerd. Als prop. bjj de cl.
van Walcheren werd hij in 1663 alhier pre
dikant en was te dezer plaatse 15 jaar in
dienst, toen hij in 1678 benoemd werd tot
theol Prof te Utrecht, welk ambt hij aan
vaardde 26 April met 'n rede //de Sootanda
veritatis io amore" ovar Efese 4 25.
In 1689 of '90 benoemd tot Prof. te Gro
ningen op een jaarwedde van 1800 gld. be
dankte hij, waarvoor zijne jaarwedde te
Utreeht met 800 gld. verhoogd werd. Hij
overleed aldaar 6 Jan. 1721, oud nagenoeg
79 jaren.
De Staten van Zeeland vereerden hem bij
resol. van 22 April 1690 met een zilveren
lampetkan ter waarde van 600 gld., ver
sierd met het wapen der Provinoie, wegens
de opdracht van zijn werk //Hi itoria
Ecclesiae Apiconde illustrate".
Door zijn tijdgenooten wordt Leydekker
geprezen als buitengewoon vroeg ontwik
keld, daar hij reeds op 17jarigen leeftjjd
door een Hebreeuwsch gedicht, veel lof in-
oogstte- Hjj wordt geroemd als buitenge
woon geleerd, rad van tong en vlug met de
pen, zeldzaam belezen,.zonderling beleefd,
maar ook een vijand van alle nieuwigheden
en zeer vasthoudende aan de rechtzinnig-
in den geest van Voetius. Als bewijs zijner
vaardige pen, noemt de la Rue, meer dan
zestig zoo groote als kleine geschriften van
hem op.
(Bevolking Renesse in 1824 386 in
1908 612 zielen; Noordwelle in 1824
319in 1908 446 zielen.)
—o—