KIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 130, 1903. Donderdag 4 Maart. 23e Jaargang, HISTORISCH CHRISTELIJK- VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN DE COALITIE. osm IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,026. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel ineer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 '•ent. ii Dooh laat ons nog wat dieper op de quaestie ingaan, want bij de naderende verkiezingen men kan er zeker van zijn zal de tegenpartij o, zoo gaarne gebruik maken van de haar wèl te pas komende ooneeiöntie-bezwaren, waarvoor zij veel meer eerbied toont te hebben, dan, vijftig jaren aohtereen, voor 's volks consciëntie-bezwaren tegen de neutrale openbare school. Meer dan op partij programma's, zal de «aandaoht gevestigd moeten worden op de beginselen onzer partjj. Al is het waar dat nu en dan de samen werking van C. H. met R. K. en A. R. ook bestreden wordt door ernstige mannen, waartoe ongetwijfeld mr. Van de Laar (alias mr. S. van Ruyssevelt) behooren, tooh dringt zioh bij het lezen hunner ar gumenten de vraag bij ons op, of daaronder soms niet ook zekere zelfgenoegzaamheid schuilt, die wij bij anderen gaarne ver- oordeelen f Ongetwijfeld behooren wij bij anderen te bestrijden wat wij verkeerd achten, ook dan als hetzelfde bij ons wordt gevonden; anders zouden wij altijd moeten zwijgeD, want wij zondigen allen in vele. Ook valt het soms gemakkelijker eigen fouten te bestrijden door, als wij ze bij anderen ontdekken, er voor te waar schuwen. Maar gaat dat nu zoo ver, dat wij aan die anderen enkel om huD tekortkomingen de oonversatie opzeggen, dan nemen wij den schijn aan van zekere zelfgenoeg zaamheid, alsof bij ons, Curistelijke-Histo- rieohen, nooit iets van verkeerde vermen ging van godsdienst en politiek gevonden werd. Mr. Van de Laar erkent, dat er vijf punten zijn,die hem de f,antithese-gedachte" niet ganschelijk zouden doen verwerpen. Zij zgn de volgende I. In erkenning van de Heilige Schrift als bijzondere Openbaring Gods, in de belijdenis van de souvereiniteit Gods, in de belijdenis vau denzelfden Christus, zijn Rome en wij één in getuigenis. II. Op tal van punten wacht ons van de zijde van het ongeloof dezelfde spot en hoon. III. Waar men van de zijde van het ongeloof de bestaande Christelijke grond slagen der maatschappij in huwelijks wetgeving of anderszins wil aantasten, xijllen wg schouder aan schouder staan. IV. Indien men al op punten van politiek tot dezelfde meening is gekomen, kan het niet anders dan winste zijn, dat deze onderscheiden olitieke beginselen zijn afgeleid uit dezelfde groddbegin- selen. V. Waar op politiek terrein gezamen lijk spontaan gehandeld moet wordeD, is een aanvaarding van eenzelfde bij- zoodere Openbaring Gods een onmisken baar voorrecht. Wie dit leest moet, dunkt ons, tot de slotsom komen, dat voor de reohtsche partijen coalitie, zelfs om des beginsels willeen dus niet en hel uit taktiek, zeer gewensoht is, vermits er omtrent verschil lende hoofdbeginselen van politiek wel degelijk tussohen de groepen overeenstem ming bestaat. Aldus Be Nederlander in haar nommer van 28 Februari. Men doe er ook vao anti-revolutionaire zijn voordeel mee. 3 Maart 1909. De heer Oudegeest, de held van het anar- ehistisoh avontuur, onzaliger gedachtenis, van 1903, dat in «de hel" eindigde, neemt in Het Volk een loopje metdePatrimonium- mannen van 20 jaar geleden die te Utrecht bij een feestviering onder voorgang van een ^afgescheiden" predikant, het feest inzetten met het PsalmversIk lag en sliep gerust, van 'sHeeren trouw bewust. Hij vertelt spottend dat «het begin van een feestvieriDg met de verzekering dat men slaapt, (heus) ietwat vreemd" voor kwam. De man schijnt dan ook zoo onder den indruk geweest te zijn van dat slapend Patrimonium, dal bij heelemaal niets anders verstaan beeft van 't slot van ditzelfde lied. En dat is jammer. Immers daar staat: Ik zal vol heldenmoed, Daar mij Gods hand behoedt, Tienduizenden niet vreezen, Schoon ik van allen kant Geweldig aangerand En fel gepraagd moog' wezen. Had de man deze woorden in zijne ziel kunnen opnemen, hij ware er allicht in 1903 op verdacht geweest toen hij de mis dadige woeling op touw zette. Hij had dan kunnen voorzien dut hij heel Patrimonium tegen zieh zou krijgen gelijk ook spoedig gebleken is dat de mannen van Patrimonium en van den Chr Nationalen Werkmansbond als leeuwen tegen hem en zijn revolutionaire bent zijn opgestaan om onder leiding van Talma en De Geer, De,Visser en Sybrandy het vader lijk erfdeel, met name het Gezag en de Vrijheid te verdedigenen dit deden in 't bewustzijn dat in dezen strijd «God aan (huD) zij" was. Het zijn dan ook de Christen-werklieden geweest, die door hun trouw aan het Chris telijk Nationaal Vaandel, aan de Koningin en aan 't Christelijk kabinet, 't Vaderland gered en de bende van Oudegeesten Domela Nieuwenhuis in hun boozen loop gestuit hebben. Oudegeest sohrijft dat hij «in latere jaren de sohoone regels Ik lag en sliep gerust. Van 'sHeeren trouw bewust, voor Patrimonium natuurlijk (heeft) leeren begrijpen". Dat kan waar wezen. Maar de overige, boven aangehaalde regels van dit Psalmvers heeft hij, zoo niet begrepeD, dan tooh aan den lijve kunnen voelen. Is het wonder dat hij Patrimonium haat I Mr. Patijn, de liberale afgevaardigde voor Zierikzee, overigens een hoogst bekwaam man, die naar 't ons voorkomt als minister van financiën in een unieliberaal-vrijzinnig democratisch kabinet geen kwaad figuur zou maken heef., in de jongste partij- vergadering der Liberale Unie gezegd: «Nergens heeft men gedaan wal nu de antirevolutionairen willen„bescherming van de nijverheid, zonder bescherming van den landbouw". Zoo'n leeperd 1 Stel u voor er stond bescherming van den landbouw op ons program. Met andere woorden graanrechten. Wat zou mr. Patijn dao doen Vermoedelijk zou hij ellenlange artikels sohrij-'en tegen die hartlooze antirevolu tionairen die den arbeider willen zegenen met «duur brood". Hij zou in klagende redevoeringen be cijferen dat de „kerkelijken" de sociale hervormingen door den armen werkman willen doen betaleD. Heel Schouwen en Duiveland zou weer galmen van het «dure brood" dat door hem of zijne satellieten in de volksver gaderingen werd uitgeroepen. Zijn district, en ook 't Goesch?, niet tegenstaande dit een chr.-historisch tegen stander van «duur brood" naar de Kas»er afvaardigt, zou besneeuwd worden met prentjes, gelijk in 1888, en zelfs nog in 1901, toen er ueeleroaal van graanreehïen geen sprake meer was; prentjes waarop de magere vrouwen en kinderen van onze werklieden stonden afgebeeld met 't pak kend onderschriftGeen brood meer, kin deren, want die olerioalec hebben 't zoo duur gemaakt I En nu nu er ook weer geen sprake is van beschermende graanrechten, nu werpt hij onze partij half heid of nalatig heid in 't aangezicht. Wat moet men hiervan nu denken? Dat in de Liberale Unie de politiek gevaar loopt den stembusstrijd door on waardige argumenten te vertroebelen. 01' moeten wij 't zoo opvatten, dat mr, Patijn ons helpen zou, wanneer wij „be scherming van den landbouw" in ons voordeel voerden? Maar waarom dan zelf niet gezorgd dat de Liberale Unie haar program op dit punt aanvulde P Indien 't waar is des neen 1 dat »de industrieelen de baten, de boeren de reke ning daarvoor krijgen" zouden dan heeft hij wel een schoone gelegenheid om dit te verhinderen, laten voorbijgaan. Maar misschien krijgen wij in de verkie zingsdagen van bovenstaande bewering nog wel 't bewijs. Weest toch barmhartig. Het program van actie der Liberale Unie bevat twee punten. Punt lo. grondwetsherziening om te ko men tot algemeen stemrecht. Punt 2o. Ouderdomspensi sneering in de richting van staatspensioneering. De keuze dezer punten is niet bepaald barmhartig. Maar de volgorde is bepaald onbarm hartig. Gesteld dat Links in Juni wint. Dan treedt er een kabinet op in overeenstem ming met den uitgedrukten wensch der meerderheid. De vraag of dit zoo behoort, laten wij in 't midden, dat het er logisch uit volgt, staat voor de Liberalen vast. Welnu dan. Dan komt dit nieuwe liberale ministerie met als punt I op zgn program Grondwetsherziening om te komen tot algemeen kiesrecht. Een zaak van zeer langen asem. Er is voor noodig een lange voorbereiding, dito bespreking, daarna stemming bij eerste en tweede lezing Aanneming van 't voorstel mot twee der des der stemmen, dus 67. Daarna langdu rige voorbereiding en dito bespreking in de Eerste Kamer, en stemming door de beide K»mers, ook al met twee derden van de stemmen. En ten slotte wordt dit afstem ming als het ooit zoover komt. Want men vsrgete niet: 67 stemmen voor een zoodanig voorstel tot grondwets herziening krijgt een dusdanig Liberaal kabinet niet bij malkaar. De kiezers moeten dus gaan vechten over een programpunt dat voor verwezenlijking onvatbaar is. Ea want wij Bpreken over de volgorde nu staat 't punt ouderdomsverzekering als no 2 op t program. Dat mag derhalve pas aan de orde komen, wanneer al die rompslomp van Grondwets herziening en Kamerontbinding en nieuwe verkiezingen achter het gat is. En dat, terwijl onze ouden van dagen wschten op de pensioneering. Men zal er in de verkiezingsdagen wel van hooren. Is dat nu niet het tegendeel van barm hartig Men ridiculiseert uit den treure zeker gevleugeld woord: zij kennen niet wachten; en men roept ondertusschen den wachten den toe: je moet en je zult wachten tot gg het kiesrecht hebt. Eerst een stembiljet, en dan eerst dan l pensioen. i Gezwegen nu nog van het ongehoorde f"it dat deze heeren wel ijveren voor dat p«i.sioen, maar niet de middelen aangeven, waaruit dat pensioen zal worden gevonden. Her. komt ons voor dat de Liberalen met dit avereehtsche, onbeholpen program in de hand, straks verbazend zwak sullen staan. Het zal er weer wel op uitdraaien,dat het program in den strijd op den achtergrond wnkt, en de leuze „Tegen Kuyper" van de Middelburgsche Courant, of „anti-olericaal" SS van den ouden heer Rengers naar voren ge bracht, wordt. Maar arme meerderheid, die van zulk een vooze, vieze, vunzige leus de vrucht zal zijnen arme kiezers, en arme ouden van dagen die roepen om pensioen. 1905 is hier het bekende baken in zee. Nadat wij het bovenstaande geschreven hadden kwam ons het Centrum in de hand, welks redactie ongeveer dezelfde waar schuwing zegt, met gelijke slot-conclusie „Maar mager is haar (Liberale Unie's) verkiezingsleus ten aanzien der sociale wetgeving, zoowel wat inhoud als volgorde betreft". jEen beau trio'''' Met opgewektheid is te Amsterdam de honderdste geboortedag1 Maart 1809 van dr. J. P. Heije gevierd. Wy behoeven geen verzen van Heije aan te halen, om te bewijzen dat hg een volks zanger bg uitnemendheid en tot op zekere hoogte eon goed volksopvoeder is geweest. Aan de hand van Het Handelsblad bren gen wij iets andors in herinnering. In Februari 1876 stierf Heijein Mei 1876 Groen van Prinsterer. En in Juni 1876 was het dr. Robert Fruin, de onpar tijdige geschiedschrijver, de liberaal die 't goede ook in den tegenstander waar deerde, die in een vergadering der «Maat schappij der Nederlandsche Letterkunde" zich over beide zoo pas gestorven mannen als volgt uitliet Dr Heije heeft jaren lang de plaats vervuld, die Tollens ledig had gelaten. Hij was volksdichter in denzelfden zin waarin Tollens het geweest was. Het volk, waarvoor beiden' dichtten en dat beiden aanhing,was de middenstand, de burgerij, in wier begrippen en gevoe lens zij deeldenniet de lagere klasse, de menigte, die men doorgaans onder den naam van volk verstaat. Met dat volk hadden zij weinig gemeens. Wel trokken zij het zich hartelijk, aan wilden het tot zich opheffen, maar te vergeefszij wis ten er niet eens toe af te dalen, niet den toon aan te slaan, die het gemoed der menigte van meegevoel doet trillen, en meesleept waarheen de dichter wil. Het volk, dat zij zich voorstelden en dat zjj aanlokten, had zgn leerjaren op de ban ken der gemeDgde school doorgebracht 't was opgegroeid in da boade dei Maat schappij tot Nut van 't Algemeen 't was doortrokken van den geest van 't chris tendom boven geloofsveidaeldheid. Groen van Prinsterer was insgelijks een volksman, een vertegenwoordiger van het volk, maar in hoegansch anderen zin I De burgerij, het volk waarvoor Heije dichtte en dat iD zijn gedichten zijn eigen karakter terugvond, bleef steeds vreemd aan Groen van Prinsterer, ja voelde zich van hem teruggestooten. Daarentegen de hoogere stand en de menigte, die doof bleven voor Heye's wekstem, waren het volk waarbij Groen gehoor en aanhang vond. Zoo min als Heye wist hij de taal te sprekeD, die het volk verstaatmaar hij gevoelde met de menigte, en deze wederkeerig voelde zioh als bij iDstinot tot hem aan getrokken, zonder den zin zijner woor den juist te vatteD. Zooals de gedichten van Heye den aard en de neigingen ODzer burgerg afspiegelen, zoo weer kaatst zioh in het woord en in het stre ven van Groen het karakter en het onbewuste willen der menigte. Groen had den blik gewend naar het verledene, naar den bloeitijd van het Calvinisme, dat nog als een zuurdeesem bg de menigte voortwerkt. Heije ver heugde zich in het heden, en hoopte op de toekomBt, die eigenaardig aan de vooruitstrevende middelklasse behoort. Het zijn dus vertegenwoordigende mannen, typen van volksklassen en rich tingen des geestes, die het vaderland in j deze twee uitstekende burgers verliest en betreurt. Onze maatschappij waar deert hen bovenal als voortreffelijke let terkundigen, den een als dichter vau menig liefelijk en rein lied, den ander als publicist vau zeldzamen smaak en geest Zoo eerde Fruin deze twee en zich- zelven. „Een mooi drietal", zetten wij hierboven. Al is voor ons, ook aan de hand van bovenstaande door Fruin gegeven tee- kening, Groen van Prinsterer de eerste,, en komt Hoge, ook in het staatkundige en religieuse,in menig opzicht zelfs,als de niet- geestverwant, de tegenstander verre aoh- teraan. TWEEDE KAMEB. De Kamer besloot met algemeens stem men, door aanneming van de motie-Tan Doorn, om de collectenwet, nog een over blijfsel uit de legislatieve nalatenschap der twee laatstgenoemde kabinetten, aan de regeering terug te zenden, met verzoek om een minder omslachtig ontwerp. Minister Heemskerk had te voren verklaard tegen dotzo toruggaxro gooxx boawuav t« Loloboaj en zoo overwon hg de tegensparteling van den voorzitter, die in de terugzending, terecht meenen wij, een poging zag om te ontkomen aan den grondwettelijken plicht der Kamer, de haar aangeboden wetsontwerpen te behandelen, te wijzigen en aan te nemen of te verwerpen. Dr. Kuyper, de vader van 't ontwerp,was bij deze te vondeling legging van zgn kin- deke niet tegenwoerdig. Het eenigszins nieuwe incident zal aan de journalisten-penteekenaars weer wel eenige stof tot aardigheden geven. Met 't beginsel der wet hadden overigens verscheiden leden instemming betuigd. Daarna deed de Kamer de belastingwet op de auto's af. Na verwerping van een paar amende menten en afwijzing van een paar adviezen om vermindering van belasting te verkrij gen voor huur-uuto's en electrisehe aapjes- auto's werd het belastingtarief, zooals minister Kolkman dit had verdedigd, on veranderd vastgesteld. Het is voor motor fietsen f 6 (één persoon) of f 8 (meer perso nen, ook als dit bereikt wordt door middel van een «sleepje", enz.) voor benzine-auto'sf 30 (tot en met 7 P.K.), f70 (tot en met 14 P.K.), f 120 (t. e. m. 24 P.K.), f180 (t. e. m. 40 P.K.), f250 (boven de 40 P.K.) voor electromotorische auto's f 120 voor bedrijfsauto's de helft van de hier boven genoemde bedragen en voorhuur- benzine-anto's een vierdeen voor huur-electr. auto's een vast bedrag van f 10. Twee eigenaardigheden gingen er bij deze gelegenheid door. De eerste is dat er van een rangschikking eener auto in een bepaalde klasse geen beroep zal zijn op den gewonen Raad vaH Beroep voor de personeele belasting, wijl het uitslui tend een vraag van juist rekenen en me ten en niet van appreciatie gold. Alleen zal er, bij reolame, een onderzoek door deskundigen plaats moeten hebben en de uitspraak van die deskundigen zal dan vast staan. Hetgeen wel een weinig in strijd is met het stelsel van de wet op de personeele belasting. De tweede eigenaardigheid is dat de wet terugwerkende kraoht heeft tot 1 Jan. 1909, waardoor mogelijk de houders van auto's nu dubbel zullen worden aange slagen. Eerst op den ouden voet, volgens de biljetten van het Personeel dfe ze nu hadden in te vullen, en strakB nrg ems op den nieuwen roet. Maar de Minister verzekerde dat wel restitutie zou worden verleend al moest men daarvoor met de^wet een weinig de hand lichten. En toen vond de Kamer het goed. De eindstemming wordt later gehouden

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1909 | | pagina 1