No. 100.
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
1909.
Donderdag 28 Januari.
23e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Buitenlandsch Overzicht
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
IJIT m PEKS.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,02'.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 "ent.
Het Arbeidscontract en de Werk
gevers.
De verplichtingen van den werkgever
*ijn volgens de wet vele.
Een er van is dat hij den arbeider het
verdiende loon uitkeert. Dat loon is in
de meeste gevallen tnssohen «partijen"
vastgesteld. De wet bepaalt waarin het
loon al dan niet mag bestaan.
Dit loon nu is de werkgever verschul
digd van 't oogenblik af, dat de arbeider
in dienst treedt tot aan 't einde der dienst
betrekking; mits de arbeider ook wezen
lijk werkt.
Heeft hij niet gewerkt, dan is geen loon
verschuldigd. Als alleen in sommige ge
vallen namelijk ziekte of ongevalalsdan
behoudt hij gedurende een korten tijd aan
spraak op aijn loon.
Bij rersohil over dien tijd, kunnen «par
tijen" naar den kantonrechter gaan, die
dan den tijd vaststelt. Indien echter ziékte
of ongeval door opzet of onzedelijkheid
van den arbeider veroorzaakt is, of het
gevolg is van een lichaamsgebrek, waar
over de arbeider opzettelijk valsohe inlich
tingen aan den werkgever heeft versohaft,
dan is deze tot geen enkele uitkeering
verplioht.
Wanneer de arbeider bij ziekte of on
geval uitkeering krijgt uit een fonds, dan
wordt het loon daarmee verminderd.
Dit geldt natuurlijk voor alle arbeiders.
Er is nog een geval.
Bij zeer bizondere omstandigheden, waar
door de arbeider gedurende korten tijd is
verhinderd geworden zijn werk te ver
richter, moet toch het loon worden uit
gekeerd.
Bijvoorbeeld. Als hij een korten tijd
verzuimen moet, om te gaan stemmen.
Als hij door de Overheid voor enkele urea
wordt opgeroepen tot een of anderen dienst
waarvoor hij geen geldelijke vergoeding
ontvangt. Als zijn vrouw bevallen moet.
Als een zijner huisgencoten of een zijner
familieleden in den eersten of tweeden
graad doodziek is of pas gestorven of be
graven wordt.
Een derde geval is het volgende
Indien de arbeider wel werken wil,
maar de werkgever hem het werk niet
laat verrichten, dan moet deze hem tooh
zijn loon uitbetalen. Alleen „overmacht"
(force majeure) is uilgeslolen. Bijv. als
de werkplaats afbrandt of overstroomt, of
op het veld de regen 't werken onmogelijk
maakt; en dergelijke, niet van den wil
van den werkgever afhankelijke gebeur
tenissen meer.
Men lette eebter wel op. De voot deze
drie gevallen voorgeschreven betalings-
plioht is geen dwingend recht. Het is
«partijen" toegestaan van het voorschrift
der wet af te wijken. Werkgever en arbei
der kunnen dus van te voren overeen
komen dat deze bepalingen niet zullen
gelden. Dit mag echter nooit mondeling
worden afgesproken. Het moet schriftelijk
gebeuren.
De bepalingen, welke we hierboven
bespraken, - hebben betrekking op alle
arbeiders, uitwonende en inwonendedus
ook de dienstboden.
Maar voor de inwonende arbeiders gel
den nog andere, bizondere bepalingen.
Indien n.l. een inwonend arbeider ziek
wordt of indien hem een ongeval treft, dan
zal de werkgever hem niet alleen zijn loon
moeten uitkeeren, maar ook voor behoor
lijke verpleging en geneeskuudige behan
deling moeten zorg dragen, tenminste voor
zoover hierin niet op een andere wijzeis
voorzien.
De verplichting bestaat, zoolang de
dienstbetrekking voortduurt, maar in geen
geval langer dan ze3 weken.
Geen werkgever zal zioh ooit van deze
verplichtingen ten opziohte van een in
wonend arbeider kunnen ontslaan.
Al zou hij dus van te voren een schrifte
lijk contract maken, waarbij bij in geval
van ziekte of ongeval tot niets verplioht
J», het helpt hem niet; dat contract is nul
en geeuer waardehij is verplicht voor
behoorlijke verpleging en geneeskundige
behandeling te zorgen.
Men wete dus dat de knechts en dienst
boden, die bij den baas inwonen zes weken
lang moeten worden verpleegd en van
dokter en geneesmiddelen voorzien.
Als regel geldt, dat de huisheer en de
huisvrouw bij ziekte voor den knecht en
de dienstbode doen moeten, wat ze voor
een hunner eigen huisgenooten zouden doen.
Niet noodzakelijk is eohter, dat de ver
pleging in 't huis van den werkgever ge
schiede. Hij kan ze ook doen geschieden
in een ander huis of in eenig ziekenhuis,
mits hij betaalt, wat het kost.
Bovendien is de werkgever van zijn ver
plichting onthevenindien de verpleging van
den zieke reeds op andere wijze gesohiedt
of indien op andere wijze geneeskundige
hulp wordt versohaft.
In een vorig no. hebben wy er dan ook
reeds op gewezen dat de inwonende dienst
bode in een ziekenfonds ga, en de baas of
vrouw dit geheel of gedeeltelijk betalen.
Men lette in dit verband, wat de risico
aanbelangt op 't schrijven van den „Genees
kundigen Kring" in ons laatste no.
Wanneer zij de meid of den knecht bij
zich aan huis willen verzorgen, doch de
ouders van de meid of den knecht halen
hun zieke kind liever naar huis, dan houdt
de verplichting van baas of vrouw om voor
de zieke te zorgen, op.
Wat nu de kosten betreftGedurende de
eerste vier weken mag de werkgever daar
van niets op den inwonenden dienstbare
verhalen. Daarnd bestaat er recht van ver
haal.
Maar indien de ziekte of het ongeval te
wijten is aan opzet, onzedelijkheid of een
opzettelijk verborgen gehouden lichaams
gebrek, dan mag de werkgever al zjjn on
kosten op knecht of meid verhalen.
Indien bij overeenkomst of reglement
geen bepaald loon is vastgesteld, heeft de
arbeider aanspraak op zoodanig loon als
gebruikelijk was ten tijde van het aangaan
der overeenkomst en ter plaatse waar de
arbeid moest worden verricht.
Wordt dus een dienstbode uit Westka-
pells gehuurd om te Middelburg in dienst
te treden, dan zal, indien omtrent het loon
vooraf niets is bepaald, de meid aanspraak
hebben op het loon, niet dat teW estkapelle,
maar dat te Middelburg in gelijke betrek
king gebruikelijk is.
Men is niet verplicht met 1 Febr- al een
contract aan te gaanmaar wij hebben 't
reeds gezegd bij de beantwoording van
een tweetal desbetreffende vragen uit
Kruiningen 't is gewenscht dat men 't
doet.
Immers zonder contract loopt men bij
ingetreden geschil, allerlei gevaar voor
drukte en schade, wat bij een schriftelijk
contract niet zoo groot is.
27 Januari 1909.
Arbeidscontract en Onderwijzers
De Nederlander noemt in haar 2e artikel
tal van artikelen op in de wet op het
Arbeidscontract, welke, werden zij ook
op den onderwijzer toegepast, alleibespot-
telijkst zouden zijn.
Plaatsruimte verbiedt ons dat betoog
op te nemen.
En inderdaad 'tis ook bespottelijk.
Maar dr. Kooien zal hierop antwoorden,
en wij zouden, als leek, hem gelijk, geven:
Gaat 't niet met sommige artikelen dan
dient wetswijziging te volgen.
De Nederlander laat voorts de zaak aan
de beslissing van den reohfer over.
Belanghebbenden weten dan nu dat de
rechtsgeleerden in de pers 't over deze
quaestie niet eens zijn.
Het zal later wel blijken wie gelijk krijgt.
A og te veel.
De MaixJst R. Kuyper komt in Het Volk
in verzet tegen de brochure van den heer
Gerhwd over vroomheid. Hij vindt dat het
beter ware, indien deze brochure niet was
geschreven. Zeker, de heer Kuyper heeft
«eerbied" voor religieuse partijgenooten,
maar desniettemin kan hij zelfs der heeren
G er hards „vrocmheid" niet best verdragen
De heer Kuyper zegt, dat hij het gesol
met din woorden vroomheid en religie ver
derfelijk vindt.
Wij vinden, zegt de heer Kuyper, het gesol
met die woorden vroomheid, religie verderfelijk
Reeds het feit dat Gerhard aan historische inter
pretatie van het woord vroomheid gaat doen,
wijst op de zwakke positie. De woorden vroom
en religieus worden tegenwoordig door haast
iedereen bedoelt als onder meer inhoudende de
erkenning van een mystieke macht, van een
godheid. Zeker, die godheid wordt door ve;en
steeds minder concreet gedacht. Zij vervluch
tigd steeds meer in veler hersenen, soms zelfs
tot niets. Een reden te meer echter om de god
loochenende wereldbeschouwing door scherpe
formuleeiing voor verwatering te behouden.
Men betooge dat er in het atheïsme plaats is
voor zedelijkheid, voor idealen, voor het eerbie
dig opzien tot de schoonheid van de natuur
Maar men vermijde door een tegemoetkomend
woordengebruik den schijn van transsigeeren
tegenover de godheid. In den strijd der mee
ningen en gevoelens eischen wij vóór alles de
grootst mogelijke klaarheid op.
Nu wete men wel, zegt de Nederlander
naar aanleiding van deze uiting, dat dit ge
zegd wordt over de gevoelens van een man
die het bestaan van God ontkent.
De „grootst mogelijke klaarheid" schijnt dus
in een nóg-negatieverstandpnnt tegenover het
godsbegrip gelegen te zijn. Dat de heer Gerhard
dan ook nog aiiijd, bij zijn beschouwingen denkt
aan „tegen zich zelf strijdende, zwakke, steun
zoekende wezens" komt voort uit de door den
heer Kuyper gecenstrueerde onderstelling „dat
hij de vastheid die de Marxisfische wetenschap
geeft, nog mist".
De Ieervaste heer Kuyper put daaruit de
kracht om te vloeken »bij hel en duivel" (zon
derling dat zulk een hoogverlicht man aan
deze dingen zelf nog denk!) dat zulke zwakke
wezens niet hevonden worden »in het zekere,
klasse-bewuste opstrevende proletariaat".
Desniettemin heeft men toch «eerbied"
voor religieuse partjjgenooten. 't Is wel
wonderlik.
L
Niet overbodig.
Het hoofdbestuur van den Bond van
Staatspensioneering heeft eindelijk besloten
het vraagstuk der staatspensioneering te
gaan bestudeereD. Twee leden zullen
naar Denemarken gezonden worden ter
bestudeering der Deensohe pensioenwet
van 9 April 1891. En voorts zal door
een oommissie een oonoept-wetsontwerp
op de staatspensioneering met memorie
van toeliohting worden opgesteld. Vooral
zalzoo wordt gemeld, daarbij ook de
ünancieele zijde van het vraagstuk onder
de oogen worden gezien. Kom dat is
goed. Nog op de buitengewone vergade
ring van den vrijz.-demooratisehen Bond
heeft Mr. Treub den nadruk gelegd op
de oppervlakkigheid, ^waarmee de Bond
over zijn plannen deed spreken.
Men heeft met groote woorden en mooie
beloften de menigte trachten te pakken.
„Oud en arm" was zoo'n klinkende leus.
Én de oplossing was zoo gemakkelijk.
Je kreeg een couponboekje met portret,
ging om de week naar 't postkantoor,
liet 't boekje even zien, een couponnetje
afgescheurd de guldens in ontvangst
genomen. Verrassend gemakkelijk.
Het leek den mensohen zoo mooi toe
dat zelis anti-revolutionairen zioh lieten
vangen. Ook bij de komende verkie
zingen moet men de mannen der staats
pensioneering niet uit het oog verliezen.
Nu lijkt het wel wat vreemd, dat men
eerst den mond heel wijd openzet en
sobreeuwtstaatspensioen voor allen
en dat men veel later zegt: «wij moesten
eigenlijk eens gaan studeereD, onderzoeken,
hoe het met onzen wensoh en zijn uit
voering staat."
'fWerk dat voorop moest gaan komt
terst achterna. Maar 't komt dan tooh!
Zou men echter niet beter deen met
de propaganda te wachten, tot men met
de studie klaar is?
Tweede brief van rar. Van Houten.
Mr Van Houten geeft in zijn tweeden
brief geen algemeene staatkundige beschou
wingen, maar bepaalt zich tothetaanvoeren
van eenige (niet nieuwe) argumenten tegen
gedwongen verzekering. Hij verblijdt zioh
over de poging door den Ned. Tuinb.raad
gedaan, <om eene onderlinge ongevallen
verzekering op kosten der werkgevers te
orgaDiseeren, maar meent dat die poging
niet gelukken kan, indien niet «de volks
klassen, die in land- en tuinbouw een be
staan vinden, hun, in zoover ook politieken
steun verieenen, dat zij zorgen in dezen
ZGmer een Kamer te verkiezen, welke de
ontluikende kiem niet door een dwangwet
doodt", wat z.i. gebeuren zal «als onze
democraten dezen zomer baas mochten
worden".
Daartegen moeten land- en tuinbouw
waken, 'tls onverschillig of del etrokken
kiezers gewoon zijn een olerioaal of een
zoogenaamden paganist te kiezen, mits
zij door overweging van hun bedrijfs
belang en hun bedrijfsvrijheid ertoe
geleid wordeD, onder de oandidaten der
hun sympathieke richting er een te
kiezen, die aan eigen initiatief de voor
keur geeft en vermeerderde inmenging
van ambtenaren in hun bedrijfsleven
afweren zal. Daarvoor heeft men geen
strenge verbintenissen noodig't is vol
doende in zijn kiesvereeniging of bij
andere besprekingen dezen wensoh flink
ter sprake te brengen. Bij de meegaand
heid, die demooratieohe instellingen bij
volksvertegenwoordigers aank weeken,
is het voldoende tijdig een bevredigende
beginselverklaring uit te lokken en te
zorgen, dat de mede-kiezers bij de bepa
ling hunner stem op de zaak bedacht zijn.
De schrijver is verder van meening dat
juist land- en tuinbouw minder door werk
loosheid lijden dan de andere bedrijven,
omdat men er nog niet weet van «dwaas
heden als minimum-loon en maximum
werktijden".
Voert men de maximum-werktijd- en
minimum-loon-theorie in land, tuin- en
bosohbouw in, dan krijgt men te platten-
lande dezelfde klachten over werkloosheid
en hetzelfde gebedel als in de bouwvakken
in de steden.
Toen eenigen tijd geleden te 's-Hage
hst werk in de bouwvakken sohaarsoh
begon te worden, vroeg ik een bouw
ondernemer, wien kapitaal en krediet
niet ontbraken, oi hij nu niet in de
gelegenheid zou zijn goedkoop materiaal
te koopen en desnoods met linke reduc
tie van de loonen speoulatie-bouw-voort
te zetten. Dat zou kunnen, was zijn
antwoord, maar ik dank er voor. Wat
ik zou doen ter wille van het werkvolk,
zou hun worden voorgesteld als een
poging, om hen uit te buiten. En al
had ik mij door de beste contracten
met arbeidswilligen verzekerd, zouden
zij mij tooh in den steek laten, zoodra
er maar een vleugje verbetering kwam.
Misschien ook zouden zij als vonder
kruipers" zelf geen leven hebben in
hun kring.
Op dal antwoord had ik geen repliek,
zegt Mr. Van Houten en hij voegt er aan
toe
Voegt men hierbij nog, dat menig
rend abel-bouw plan onmogelijk wordtge-
maakt, omdat de bouwverordeningen
onredelijke eisohen stellen en dat er
gemeentebesturen-bouwspeoulanten zijn,
die als dat te 's-Hage hun grond op tij-
delijken erfpacht wensohen uit te geven
en bestaande erfpaohtsrechten niet willen
laten afkoopen, terwijl ons publiek ge
woonlijk zonder een altijddurend reoht
niet wil gaan bonwen, dan heb ik geloof
lk tevens bewezeD, wat ik in mijn vori-
g-.n .beweerde, dat men bedelt voor
kun it matige werkverschaffing, nadat e n
omdat men de natuurlijke werkver
schaffing door de industrieele werkge
vers door allerlei dwangwetten heef
j belemmerd en gekortwiekt.
Volgens den ouden klassieken regel
moeten de volken boeten voor de dwa-
j lingen der Koningen. In onzen tijd
treden in de plaats der Koningen de
Kamerleden en Raadsleden. Nu is er
een weemoedige billijkheid in, dat de
volksklasse het meeste lijdt, die het
meest de sociaal- en vrijzinnig-demo
craten heeft gesteund. Moge zij er lee
ring uit trekken 1
Het „heilige huisje"
De Standaard schrift:
Op de jongste vergadering van de Vrij
zinnig-Democraten is als krijgslied bij het
opmarcheeren naar de stembus toch weer
de oude deuu van „Voor onze school als
het heilige huisjemet meerderheid van
stemmen aanvaard. En evenzoo op hat
Algemeen Ned. Werklieden Verbond.
Al de andere strijdliederen z(jn ook best,
maar het lied voor de openbare, neutrale
school blijft toch voor en na het meest
bezielen.
Atheïst is men niet. Materialist ook niet
meer. Men heeft wel mystieke sympa
thieën. Alleen maar, geen religie in de
politiek. Dit als nummer één. En dan
geen religie op de school der jeugd 1
De openbare school die neutraal is, en
niet anders zijn kan, blijft het heilige hnisje
waaraan niet geraakt mag worden.
Zoo is het onder de Vrijzinnigen in alle
landen, en zoo blijft 'took hier.
Turkije en Bulgarije.
Plotseling is de toestand op den Balkan
weer oritiek geworden, meer oritiek zelfs,
zou men zoo op den eersten aanblik der
telegrammen zeggen,dan die sedert October
was. Het zal den diplomaten van Turkije
en Bulgarije niet gemakkelijk vallen de
thans onstane moeilijkheden uit den weg
te ruimen. Want sedert de onaf hankelijk-
verklaring van Bulgarije bestaat er bij
de Porte een alleszins begrijpelijke ont
stemming tegenover den vroegeren vazal
staat en in Sofia is men ook heel lioht
geprikkeld als de verhouding tot Turkije
ter sprake komt. Dat zijn allerminst voor
waarden geschikt om aan tussehen partijea
gevoerde besprekingen een spoedig en
voorspoedig verloop te geven. Bulgarije
heeft een achtste gedeelte van haar ge-
heele leger onder de wapenen geroepen
en als reden daarvoor wordt niet anders
opgegeven dan het feit, dat de regeering
vernomen had van een Turksoh voornemen
om Bulgarije door middel van een ooup
te dwingen tot de door de Porte om
strategische reden gewensohte regeling der
grenzen.
Een gerucht van dien aard hebben wij
voor een dag of vijf medegedeeld. Het
gaat hier om een strook ten oosten be
grensd door den spoorweg en ten zuiden
door de Arda-rivier, de noordelijke punt
is het station Harmanli. Dit terrein, zoo
gelooft men in Sofia, wilden de Turken
bezetten om een objeot in handen te hebben
dat zou kunnen geruild worden tegen een
verder westelijk aan de grens gelegen door
Muzelmannen bewoonde strook.
Tot onze geruststelling bericht men van
alle kanten dat al is de kans op een spoe
dige bijlegging niet groot, de oorlogskans
tooh ook niet groot is, vooral omdat de
regeering te Konstantinopel herhaaldelijk
blijken heeft gegeven het behoud van den
vrede te wensohen. Bulgarije zal zioh nog
wel eens bedenken voordat men de sym
pathieën van Europa er aan waagt.
Italië.
Te Messina aldus de Nieuwe Crt.
is de zon weer versohenen na den zond
vloed der laatste dagen en de hoop her
leeft. Men richt nieuwe winkels op. Ook
laat de politie partioulieren toe in het
puin te graven en daarbij zijd in de
laatBte dagen weder 90 lijken gevonden.