NIEUWSBLAD VOOR ZÈELtó® No. 98. 1909 Dinsdag 26 Januari. 23e Jaargang. ïïFr CHRISTELIJK- historisch P. DE SMIDT, Groote mannen. VERfGHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JON GE-V ER WEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Binnenland, ÜIT DB PROVINCIE. 1EDEREN WERKDaG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,026. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 '-ent. Voor de gemeenteraadsverkiezing te Kruiningen blijven wii ook bij de her stemming da candidatnur aanbevelen van Zonderling is de wijze waarop onze eeuw omspringt met hare groote mannen. Tusschen bovenmatige vereering en onverdiende verguizing, tusschen de eere- dienst van het Genie en het „kruis hem over al wat boven de middenmaat uitsteekt schijnt zjj moeilijk het juiste midden te kunnen vinden. Het is of zjj onwillekeurig nu in dit, dan in dat uiterste vervalt. Zoo heeft men reeds eenige jaren geleden ten onzent,Bilderdyk voor zenuwlijder ver klaard. En van onze overige dichters valt ook al niet zooveel goeds te zeggen. Hoe schril steekt deze taktiek af bjj de groote, schier onbeperkte vereering, die men in de eerste helft der vorige eeuw voor z\jn //groote mannen" placht te hebben Zjj waren niet enkel het sieraad, maar tevens de trots van hunnen tijd. Men zag tot hen op als tot halfgoden. Zy vertegen woordigden als het ware een geheel depar tement van Wetenschap of Kunst. Men zwoer bij hunne uitspraken. Men commen tarieerde hunne werken. Men offerde soms het eigenaardige van zijn eigen geest op, om zich in hunnen geest in te denken. Men nam zoo dicht mogelijk onder hun voetstuk plaats, om toch iets op te vangen van den weerglans hunner glorie. Napoleon de Eerste en Goethe zijn nit dit gezichtspunt typen, ieder op zijn eigen gebied. Voor Napoleons krijgskunde lag al wat krjjgsman heette op de knieën. Een halve eeuw lang waren alle legers op de leest van zjjn krijgstaktiek geschoeid,en beheerschte zijn geest alle militaire kringen. Het was of er nooit grooter krijgsgenie zou kunnen worden geboren. Eerst de Amerikaansche burgeroorlog in 1861 heeft aan deze beko ring een einde gemaakt. Met Goethe was het hetzelfde geval. Gausche reeksen van letterkundige ge slachten zijn in zijne vereericg vergrijsd. Iets gold zoo goed als voor een evangelie, wanneer (,de man met het Olympisch voorhoofd" het had gezegd. In sommige letterkundige en geleerde kringen scheen- het, of er buiten Goethe (en Schiller, die als boezemvriend van Goethe geduld werd) geen litteratuur, geen poëzie, geen aesthe- tiea bestond. Een eenzijdigheid, die onder anderen aan Da Costa in zjjn rede over Bilderdijk een gloeiend welsprekend protest ontlokte, toen hij vroeg, of men dan den arend niet langer^ bewonderen mocht, omdat men met huivering op de majesteit van den stap penden leeuw had gestaardof het hemel hoog gebergte niet meer roemen, omdat men eenmaal de oeverlooze vlakte van den oceaan in verrukking had aanschouwd! En nu schijnt de tijd aangebroken, dat men geen genieën meer dulden of erken nen kan. Niet erkennen althans als buitengewone geesten, door 'n buitengewone begaafdheid bestemd om hoog boven hunne tydgenooten uit te steken en anderen door bun over vloediger licht voor te gaan en te leidon! Een tegenovergesteld uiterste dus Geen vereering meer, maar verkleining van hun verdiensten. Geen in vergoding zich verloopende bewondering maar critiek, die zelfs het oorspronkelijkste, het minst ontleedbare in hun persoon en aanleg aandurft, en niet rust eer zij hen van huD voetstuk afgehaald en neergezet heeft op den platten beganen grond, waarop wij immers allen staan en waarop dus onge twijfeld ook hun plaats is Is dit nu de woDdervrees, die van theo- logisoh eindelijk ook op zielkundig gebied overgeslagen? Is hot de terugslag van de democra tische strooming, die door de maatschappij gaat en die in de laagte zetten wil, wie- zoo lang in hoogheid hebben gezeten, en omgekeerd Wij meenen dat in dit verschijnsel metterdaad het revolutionair karakter onzer eeuw xioh weerkaatst. Twee uitersten, maar hetzelfde beginsel óf men beschouwt het Genie als het ko ninklijk toppunt, waartoe de mensehelijke geest zich in zijn inaohtsrolheid verheft of men cijfert kraol tens diezelfde maohxs- volheid van individueelen geest alle on gelijkheid weg, en decreteert dat de een niet uitblinken mag boven den ander. Vrijheid, gelijkheid, broederschap zij kunnen niet bestaan zoolang de eeu koning, de ander onderdaan, de een rijk, de ander arm, deze heer en gene knecht is. Ook op het gebied der geesten geen gelijkheid, wanneer de een als een geboren genie moet worden gehuldigd, en de ander, zonder vlueht of rijkdom van ge dachten, door hem voortdurend in de schaduw wordt gesteld. Wat hieraan te doen Niets anders dan de schaar, de nivel- leerende schaar ter hand te nemen, om den stoffelijken rijkdom van den een in gelijke porties onder allen te verdeelen, en de geestes vleugelen van den ander bij decreet af te knippen, zoodat aan zijn aangematigden roem voorgoed een einde wordt gemaakt. ,,'t Is een dwaasheid," zei de Meikever in de fabel van Bilderdijk, „van een hooger vlucht dan drie vademen te gewagen. Alle hooger vlucht is niet dan eene onmoge lijkheid en een spel van verbeelding of bedriegerij." In het begin der vorige eeuw, zoo heeft men naar waarheid opgemerkt, werkte het voorbeeld van een Napoleon op staatkun dig gebied zoo sterk, dat men onwille keurig ook op letterkundig gebied naar zulk een alleen heersoker zoeht. Toen Byron optrad, was hij spoedig gevonden. Maar dit genie bleek weldra te wild, te bandeloos en ook te eenzijdig. Toen rees de star van Goethe, en weldra kon men van een geregelde Goethe-latrie, een Goethe-#ereering spreken. En nu het revolutionairs streven weêr in de periode van de gelijkheid is, zoekt men geen oenhaal-son meer waarin alles opgaat, maar knabbelt men aan den roem der groote mannen, door ze voor onbedui dend of het aanzien niet waard te ver klaren, en komt zoodoende bij zijn uit gangspunt weer terecht. Het komt er dus op aan terug te keeren tot de juiste opvatting van het verschijnsel dat men groote manncD noemt. Wij achten die hierin gelegen, dat men niet pantheïstisch den buitengewonen- mensch tot een God verheft, maar dat men Gode, als Schepper van den men- sohelijken geest, de eere geve van elk buitengewoon vernuft, dat door zyn al- maoht wordt verwekt. Niet de mensch zelf, niet de omgeving, maar God door zijn Heiligen Geest schept de genieën, in wier geest meer van Zijn liaht vonkelt en straalt, daa iD den geest van honderd anderen samen. Dat te erkennen is den rang te erkennen, dien het genie bij de gratie van den Schepper onder zijn" medemensohen be kleedt. En om dan de waarde van deze genieën op te maken, moet men vragen, van welke beginselen zij, met hun buitengewone ga ven, de predikers en voortplanters zijn. Want een genie kan evengoed een dwaal leeraar zijn als een alkdaagsoh mensch, en rioht als zoodanig natuurlijk veel groo ter sehade aan dan gene. Is dus zijn invloed verkeerd, omdat hij dien niet aan het ware, maar aan het valsehe of leugenachtige verpandt, welnu, dan vermijde men dien en bestrijde hem met alle geoorloofde middelen Is daarentegen die invloed heilzaam, wettig, dan aanvaarde men dankbaar de leiding en het onderwijs van znlk een buitengewoner! geestwant hij is een der voorgangers die den weg banen voor de toekomst. Zoo zal men eenerzijds voor miskenning, anderzijds voor vergoding van het genie op zijn hoede zijn en God verheerlijken in de gesohonkeDe gave, door haar aan te wenden tot het doel waartoe Hij ze gaf. Electoraal parool. De Standaard sob rijft Er is slechts één geval denkbaar, waarin het zittend Kabinet zelf het electoraal parool kan aangeven, indien namelijk twee achtereenvolgende malen dezelfde groepen bij de stembus de overwinning behalen. Dan toch ligt in het scheppen van een tweede periode voor hetzelfde Kabinet, het fiat van de stembus op zijn regeerigspro- gram. Maar dit is ondenkbaar bij een nieuw opkomend, of ook abnormaal tus- Bohentijds opgetreden Kabinet. Zulk een Kabinet toch kan zijn dclioifief program eerst van stapel doen loopen, als de stem bus gesproken heeft. In zulk een geval nu en het is dit geval waarin we thans verkeeren moet voor elke partij het electoraal parool van haar zelve uitgaan. Niet om onmogelijke eischen te stellen. Steeds zal 't feit, dat ze alleen in coalitie tot praotisehe resul taten kan komen, voor oogen hebben te houden. Maar tooh zal ze bij het stellen van haar electoraal parool zóó te werk moeten gaaD, dat ze toont uit eigen be ginsel te leveD, dat ze den stembusstrijd aan de bevestiging en verbreiding van de haar eigen beginselen dienstbaar maakt en dat ze onder den Coalitiedrang haar eigen gezond partijleven geen sehade doet lijdeD. Een eiseh, in verband waarmee strikt en streng is vast te houden aan den regel, dat een oandidaat, onzeizijds gesteld, die hulp van andere groepen ontvangt, nooit verleid mag worden, om zijn eigen program -ter wille van de partijen die bem steunen, te verzaken. Al werken we dus met de Roomsch Ca- tholieken en met de Christelijk Historische Unie saam, wij zijn en blij van. Antirevolutio nairen. Onzerzijds kan alleen zulk een bur ger als candidaat optreden, die in hart en nieren blijkt Antirevolutionair te zijn, en wel een Antirevolutionair, niet in het afge trokkens als een op zichzelf staand persoon, maar als lid van de georganiseerde pertjj, en die alzoo tintelt van geestdrift, om èn voor ons Program van beginselen èn voor ons Program van actie in de bres te staan. Alle Coalitie verslapt het eigen leven en bedreigt ons altoos met verflauwing der grenzen. Doch juist daarom is de periode van een stembusstrijd de periode, waarin het verslapte partijleven weer opwaakt, en zijn kracht herwint. Alleen wie bij de stembus zich zelf is,kan en mag straks aan sluiting aan de Coalitie wagen. Maar juist daarom kan bjj de stembus het electoraal parool nooit van de Coalitie, noch mag het van 't Kabinet uitgaan. Ook óns electoraal parool moet ons eigen woord zyn. De welgewikte uitdrukking van wat in den boezem der Antirevolutionaire partij leeft. Het paard en de hygiëne. Onder dit opschrift heeft dr. Bcrthelot een interes sante studie gepuhlieieerd aaDgaande de rol, die het paard kan spelen in de ver spreiding van verschillende ziekten en over het nut van dit disr in het voedings- middelenvraagstuk. Hier volgen eenige bijzondeiheden De vermeerderderauw vleeschtoediening in de geneeskunde, heeft voor een deel bijgedragen, tot de uitbreiding van het gebruik van paardevleesch. Het paarde- vleesch heeft dit voordeel boven het run- dervleesoh, dat het o.a. geen blaaswormen in het verteringskanaal voert, waaruit zioh ne lintworm ontwikkelt; bovendien is tuberculose zeer zeldzaam bij de eenhoe vige dieren. De openbare inrichtingen voor zieken en noodlijdenden (l'Aosistance publique) te Parys slaat jaarlijks een groote hoe veelheid paardevleesch in 50.000 K G ion0/5 in 1905 eB 89.000 K G in 1906. Gemiddeld wordt te Parijs 6500 u P®ardevleesoh per week gebruikt, d.i. ongeveer 340,000 K G per jaar. r De paardehersenen worden voor het mee- rendeel by de patissiers omgezet in „tim- 68 financières" vleeschpasteien en /,vol- au-verts en worden verder op de rykste tafels geserveerd. Het vet, eenmaal bezon Aen en afgegoten, op een wijze dat slechts de zuivere vloeistof overblijft, dient in sommige huizen tot de bereiding van mayonnaise-sane van voortreffelyken smaak by voorkeur wordt het vet ook gebruikt om aardappelen te bakken (vol gers het antieke recept Vilain). y?'^ells Morel eten de paardenvil- leis het paardenvleesch inrauwen toestand, zonder eenige voorzorg. In zyne studie citeert dr. Berthelot een door de drs. Boan en Riviére opgemerkt gevaar, gelegen m het gebruik van paar- delever. Genoemde geleerden hebben ge- eerden hebben gevonden, dat de paarde- lever, op arsenicum onderzocht, hoeveel- heden arsenigzuur bövatte, atwissele nde van 10 tot 50 milligram per kilo, zoodat het gebruik van een eenigszins belangryke hoeveelheid daarvan, aanleiding tot arse- mcumvergiftigiDg zou kunnen geven. Het is onbekend, dat vele paarden aan getast zyn door wat men gewoon is „dam- slu 6 a noen?en' en daartegen behan deld worden met hooge doses arsenicum. Men zou kunnen vragen, of deze weten- schap geen motief zou kunnen wezen om de levers te vernietigen van die paarden, waarvan de longen niet in orde zyn. (Moleschott miiLLatenJ0n^ Veeartsen eens studie gaan maken van de Homoeopathische Geneeswijze deWker midHU $dlfen' Tr Z'jn alIicht onscha" cum ulïTi All f-eguB damp!gheld dan arseni cum uit de Allopatische Apotheek. jKcd. X.) Goes. De politie bekeurde W. wegens openbare dronkenschap, en v. A., varene- gezeJ, te Colynsplaat, wegens fietsen zonder iioht op. Goes. In de fraai versierde en rijk geëtaleerde sooieteitszaal had heden mid dag te 2V„ uur de opening plaats van den Bazar, door 't Dames Comité alhier georganiseerd. Woordvoerder was de vice president van den Chr. Volksbond, den heer J. A. v. Heel, die met zijn mede bestuurders de heeren Hariook, Pilaar, Donner en de floogh, benevens het be stuur van de Werkverschaffing de heeren Joh de Jonge Ai., J. W. v. d. Weert, en Bruggeman, door het Dames Comité daartoe uitgenoodigd tegenwoordig De heer v. Heel zei ongeveerDoor Mevrouw de Presidente en het Dames Comi uitgenoodigd om deze plechtigheid te openen, betreur ik het dat de voor zitter wegens ongesteldheid afwezig moet zijn; mj weten echter, ook door't keurig geschenk,dal hij zond,dat hij de poging van hef Dames Corniré van harte steunt. En niet hem stelt't gansehe bestuur'ton hoogen prye dat het Comité laugs dezen weg iraoht de werkverschaffing in haar jearhjksoha tekorten tegemoet te komen. Gelet op de keurige inzendingen als vrucht van uw optreden verkregeD, zog ik den dichter na: Eere de vrouwen, zii vleol/ten en weven Hemelsche rozen in t dagelijksoh leven. Dank zij uwe versieringsgave mogen de bewoners uit deze stad e i haar omstreken in grooten getale van uw arbeid gebruik maken. Dan zal een zegen rusten op uw werk geldelijk voordeel voor de Werk verschaf fing hat gevolg wezen, ea uwe vele zorgen rijkelijk beloond zijn. Hiermede verklaar ik den Bazar geopend. ((Applaus). Daarna namen wij de gelegenheid waar om de verschillende voorwerpen in oogen- schouw te nemen. Er is veel moois bij. Op 't gebied van dames-handwerken vooral dooh ook op dat van genotmiddelen, ver sieringen, lectuur, e.d. Er is groote uitzoek en ruime keuze. De jongedames staan ge reed om met lieftalige vrijmoedigheid den bezoeksters en bezoekers hot een en ander aan te smeren. Mogen steeds meerderen, ook van buiten, zioh opmaken tot een belangstellend bezoek, opdat de Bazar een ruime bate overlate voor 't goede doelen veel nood door werkloosheid in dezen winter worde gelenigd. Dat zal de schoon ste en eenig gewensohte belooning zijn voor het Dames Comité dat cnet zoo respectabele activiteit en energie deze goede zaak heeft aangepakt en voor mekaar gekregen. Goes. Hedenmiddag waagden zioh twee jongens vau de H. B. 8. op het ijs van den Oootsingel. Zij zakten er doormet behulp van eenige makkers kwamen zij gelukkig op het droge. De roekeloosheid van de ijsloopers in dien hoek is vaak groot. Ook bij een vorige vorst, een paar weken geleder, viel dit op te merken. Controle daar sohynt ons niet ongewensoht. Rilland Door de wachteres L.W eat- strate, standplaats W achtpost no. 22 alhier is aan de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen met ingang van 1 Maart e. k. eervol ontslag nit den dienst aange vraagd. Daar dit een zeer moeilijke en drukke overweg ie, ware het te wenschen dat thans in deze vacature door de maat schappij stappen werden gedaan om deze in 't vervolg door een manspersoon te laten bedienen. (Oit bericht is niet van onzen gewonen berichtgever te Rilland.) Aagtekerke. By de (Oud-)Gereformeer- den moeten plannen bestaan om een nieuwe kerk te bouwen. Daar de gemeente in de laatste jaren zich sterk heeft uitgebreid, is het kerkgebouw te klein geworden en is er groot gebrek aan zitplaatsen. Het is te hopen, dat het plan tot bouwen verwezen lijkt mag worden, er zou in een dringende behoefte worden voorzien en des zomers zou het voor spreker en hoorders aangena mer zyn te verkeeren in een frisch, ruim kerkgebouw dan, zooals nu, in een laag ge bouw met slechte ventilatie. Vlissingen. Tegen 1 Februari a. s. is bevorderd tot adjunct-inspecteur van poli tie le klasse P. J. Bartelse, thans 2e klasse, en benoemd tot adjunct-inspecteur 2e kl. W. N. J. Theunissen, thans inspecteur- titulair te Sneek. Grijpskerke. De landbouwvereenigicg alhier, Zaterdag vergaderd, behandelde onder meer, verslag van den seeretaris over het afgeloopen jaar, waaruit bleek dat het ledental blijft toenemen, dat was verbruikt 156000 kilo superphosphaat, 81600 K.G Ammoniak-superph., 25100 K G. Chili, 6000 K.G. peru-guano, 225900 K.G. slakkenmeel, 39100 K.G. kalniet, 5700 K.G. patent kali, 100 K.G. zwavelzure ammoniak, 55700 K.G, kluitkalk en 156 K.G. diverse zadeD, en dat de der vereeni- ging behorende »Westfalia" aan den eiseh daaivoor gesteld blijft voldoen. Uit de rekeniDg van den penningmeester kon worden vernomen dat de ontvangsten over 1908 met saldo vorige dieDst bedragen f 21399.65, de uitgaven f 21201,52'; een en ander gaf geen aanleiding tot opmerkin gen. Nadat de secretaris der veretniging op beknopte wijze het met 1 Februari a.8. in werking tredende arbeid soon traot had toe gelicht en enkele daarover tot hem ge richte vragen beantwoord wordt de ver gadering gesloten. Seherpenisse In de Vrijdagavond gehouden vergadering van de leden der fairbank „Vooruitgang" alhier werd tot f hoofdweger aangesteld dhr. W. M. Slager

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1909 | | pagina 1