'STEDE
.AND
;enbiels
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 60,
1908.
Woensdag 9 December.
23e Jaargang.
[looiwwteo,
Werkpaarden
JACHT.
historisch
Üf
Winkelhuis
is met Schuur
ree
te paebten
Bnitenlandseb Overzleht.
iddelburg
ENTSTIJFSEL 1
:b ïèJCeoj»
en Erve,
>OP
)OGP
evraagd
OOTB
iSkecht
:©icL
Ie te Colijnsplaat
kaande
andster,
GHRISTEL1JK-
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te
Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Beschouwingen over minister
Heemskerk.
r men
ijken eens zoo vlug
goed la mooier.
COB DUIJVIS.
000000%
r Noord-Amerika
zaak een burger-
C 0 r t g e n e
aldaar.
ibiedingen vóór 1
|n eigenaar
TAN GEMERT.
toomgaard"
Laurensaan liet
setpad,groot 9.91.10
Jn 75 Roeden
Lren 90 Centlaren
75 Roeden
einschen weg.
an verpachting llg-
den Notaris J. W.
lelbuxg, alwaar de
aoeten worden In-
Donderdag 24 De-
zaai, bjj de Wed.
te Zmtélandc.
Yoorstad, Goes.
O P
an 8—15 jaar.
T. L. K L O S te
gorden ingewacht
aan het bureau
['egens dienstplicht
|NDEE, 's-Heer
en.
lei
ïlLSMAN, W e s t-
[ling met Mei
lo ld.
jAART, Riithem.
n niet ouder dan
ln staat om, met
dsje (en van een
vóór- als bij de
J l e voorkomende
tamheden te ver
te komen,
persoon of scbrif-
Iróór 20 December
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 '■ent.
De opgaaf van den spoordienst
bomt ln dit nommer voor op de ge
bruikelijke plaats.
Of't ook noodig was dat minister Heems
kerk zioh nader verklaarde in 't jongste
politiek begrootingsdebat over de begin
selen, die in 't kabinet de overheersohende
■ouden xijn
Of het noodig was dat minister Heems
kerk nog eens duidelijk kwam zeggen
dat het kabinet-Heemskerk één in beginsel
en lijnen was met 't kabinet-Kuyper I
De verschillende aanhalingen die De
Rotterdammer uit verschillende vrijzinnige
bladen gaf, geven afdoende een bevesti
gend antwoord op deze vragen.
Na herinnerd te hebbenjhoe aanvan
kelijk, na mr. Heemskerk's optreden als
Minister, „versohillende gematigd-liberale
bladen getracht hebben zich onder het
bewind van het Kabinet-Heemskerk te
schikken, en beproefd, liefst hem stellende
tegenover dr. Kuyper, hem met zoete be
oordeelingen te streelen, en j zelfs in de
laatste dagen de vrijzinnige bladen zoo
heel anders nog over mr. Heemskerk
schreven, dan over dr. Kuyper, vermeldt
het antirev. blad de navolgende staaltjes.
In haar nummer van 21 October zeide
de Nieuwe Rotterdamsche Courant
Wij zijD, op grcnd van hetgeen wij
thans verschillende maanden hebben
gezien, op grond van hetgeep in de
Kabinetsrede van Maart en de Openings
rede van September toegezegd is, over
tuigd, dat een hatelijk, exclusief chris
telijk" beleid, gelijk ens land van
1901—1905 had te ondergaan, van dit
ministerie niet is te verwachten. Het
moge waar zijn, dat de richting van
het Kabinet niet vierkant tegenover
gesteld is aan die van het ministerie-
Kuyper, van eene „andere schakeering"
dan het ministerie-Kuyper is het toch wel.
„Daarom oordeelde de Nieuwe Rotlerd.
Courant dan ook, dat Minister Heemskerk
heusoh wel eens den term „Christelijke
beginselen" mocht doen hooren. Schade
kon dit tooh niet! Waarom zij besloot,
met sohamper-spottend uit te roepen „Toe,
Mr. Heemskerkdoe het maar; gebruik de
„1uitdrukkingeens l"
„Ook al is echter die spot van de N. R. C.
zeer spoedig in somberen ernst overgegaan,
tooh behield zij de overtuiging, dat Mr.
Heemskerk wel anders was en wel anders
wilde dan dr. Kuyper, als hij maar
„durfde".
„Donderdag 26 November schreef zij
Hij had tot zegen van het land, de
leidiog kunnen nemeD, maar hij durfde
niet, of was daartoe te zwak 's Minis
ters blik daalde onwillekeurig af naar
het ledige binkje van Ommen, en hij
dorst niets meer te zeggeD, nooh ja, noeh
neen.
„En men wil het nog duidelijker, in de
N. B. C. van 21 November vindt men
onder het Kameroverzicht deze woorden
Dit jaist is de netelige positie, waarin
de heer Heemskerk [zich bevindtuit
hoofde van temperament en opgedane
ervaring zou hij wenscben zooveel moge
lijk met de linkerzijde samen te werkeo,
■00 weinig mogelijk met hare lievelings-
wenschen in onnoodige botsing te komen;
op grond van zijn eigenaardige verhou
ding tot den antirevolutionnairen leider
echter kon hij zioh niet te veel bloot
geven, moest hij tooh vooral niet te
duidelijk doen uitkomen,dat dieas regee-
ringsbeleid tot gegronde oritiek aanlei-
ding gegeven heeft.
Een jongere Kuyper, neen dat is de
heer Heemskerk niet. Een schetterende
tegenstelling van geloof en ongeloof
wordt door hem niet gemaakt. Zelfs heeft
hij op 10 Maart o.a. hierom niet gespro
ken van „de Christelijke beginselen" van
het Kabinet, omdat hij ook den schijn
wilde vermijden, door zoodanige quali-
iioatie een oordeel te vellen over de
beginselen der linkerzijde. Dat klinkt
uitnemend en dr. Kuyper heeft dergelijke
dëlioate verdraagzaamheid nimmer aan
den dag gelegd.
Men ziet het omdat mr. Heemskerk
niet de schetterende tegenstelling tusschen
geloof en ongeloof koos, liet hjj de qualifi-
catie „christelijke beginselen" achterwege
Ook de Nieuwe Courant was tevreden, en
bleef tevreden, zelfs nadat de minister zijn
alleszins verduidelijkend, en alle oud-libe
rale illusies wegvagende woord gesproken
had.
Zjj toch schreef in haar nummer van 28
November
Naar onze meening heeft in dit debat
de minister Heemskerk het woord niet
kunnen sprekeD, dat ook wij gaarne uit
zijn mond hadden vernomeneen vonnis
over den Kuyper-koers. Verzetten zich
hiertegen reeds, om van persoonlijke ver
houdingen nog te zwijgen, zijn eigen
politiek verleden én heden, de wijze
waarop de oppositie van links bij het be
grootingsdebat gevoerd werd, maakte
het hem gansch onmogelijk. Zij is het,
die hem den mond heeft gesnoerd.
Wij hebben het vertrouwen nog niet
verloren, dat de Kabinetsformateur en
zijn toch niet volkomen „homogene" om
geving met vermijding van beroering het
hunne zullen doen om het (zeer ernstige
gevaar van den Kuyper-koers) te bezwo
ren
En zie men nu in de derde plaats ook,
hetgeen, boos over dit lonken der vrij
liberalen, de radioale Amsterdammer over
Mr. Heemskerk schrijft.
Wij lezen in haar nummer van 29
November
Daar is nu werkelijk niets vasts aan
dien man, niets zekers in zijn verzeke
ringen geen twee Kamerleden kunnen
het er over eens zijn wat hij precies
gewild heeft
Hij drijft immers met alles wat ernst
is, inmiddels op deze manier deDspot
„Ik voor mij", zegt hij, „het kan
zeer goed zijn dat ik mij niet goed hebt
uitgedrukt, ik wil allijd graag gelooven,
dat [andere geachte sprekers zieh veel
beter uitdrukken ben bevestigd in
mijn overtuiging..." enz. Dit is joiig-
cynische spot, anders niet, want deze
bescheiden minister is er zioh wonderwel
bewust van, dat door zioh gedurig half
goed uit te drukken, hij ziob het best,
d. w. z. het handigst, het voordeeligst
uitdrukt
Toen minister Heemskerk in Maart
optrad als Kabinets leider heeft hij op
alle manieren, in deze vooral doOT Jhr.
Lobman krachtig en met fijn talent ge
steund, de Kuyper-aera, d. w. z. de
periode van aanvallende christelijke po
litiek, als afgesloten doen kennen. Een
sohoon tijdperk van idyllische rust ook
op hervormingsgebied, scheen, onder de
tonen van een du eens niet hinderlijk
„ohristelijk" strijkje, met succes aange
vangen en voor een lang leven bestemd.
Minister Heemskerk sprak van „bevre
diging" VOM alle welgezinde partijen.
Alles wat conservatief was ademde
gerust. N. R. Ct. en N. Ct waren zalig
gestemd oftewel in 't knollentuintje van
hun villa BehoudZij voelden den
tijd komen, dat zij zouden zijn „van de
partij". De N. R. Ct. werd zelfs zoo
speelsch van al het suooes, dat zij her
haaldelijk de tong uitstak tegen Dr.
Kuyper, het eenigekwaad, dat het blad
in Nederland kent.
Het boet zijD speelschheid thans duur.
Het klaagt nu „het ging zoo goed" en
spreekt over „malaise" als een oudejmar-
kies over podegra. Arme N. R. Ct.
In'usschen is [er voor den nauwletteE-
den lezer genoeg in Heemskerks en Loh-
mans woorden om de evertuigiDg te
vestigen dat die heele frontverandering
maar een groole comedie is en geen
innerlijke beteekenis heeft hoegenaamd.
Het hartelijk daaraan meedoen van Jhr.
Lohman spreekt naar ons dunkt al boek-
deelen.
Wat de regeering na 1909 wensoht
te doen dit is wel duidelijk is de
zakeD, zoo eenigszins mogelijk voortzet
ten op den ouden voet, en 't zij dan
meer of minder Kuyperiaansoh getint
conservatief regeeren.
Zoo praat de hopeloos verdeelde vrij
zinnigheid over mr. Heemskerk. Natuurlijk
zegt de Rott. terecht wel een weinig
onder den indruk van de nog niet uit
gewoede Kuypervrees.
Maar hoe liet zioh diezelfde vrijzinnige
pers dan vroeger over mr. Heemskerk uit
O, Hé, lang niet zoo lankmoedig en
zachtmoedig.
Luister maar eens naar Politicus in de
Haarlemsche Courant.
Deze schreef den 3en December 1906,
dus twee jaar geleden, toen er nog lang
van geen ministerschap van mr. Heemskerk
sprake was:
Van de leden der antirevolutionaire
partij is Th. Heemskerk zonder twijfel de
meest fanatieke
Zijn strijdmanier kan nooit vrij blijven
van het schampere, bittere, schier sma
lende, sarcastische
't Zal mr. Th. Heemskerk niet licht
gebeuren, dat hij de grenzen van par
lementaire welgevoegelijkbeid over
schrijdt Daar is hij te „geschoold", te
kundig en te beschaafd voor. Maar de
sarcastische vgrijns de „snee", die men
bij hem waarneemt, die men gevoelt als
in den klank van zijn schijnbaar in
ijzige bedaardheid voorgedragen rede,
verraadt hoe 't in hem kookt, in hem
woeit en gist
Gij gevoelt, hoe de man, die daar aan
't woord is behoort tot de categorie van
mensoher, met wie wel strijden, doeh
niet argumenteerend debatteeren moge
lijk werd, wijl hun overtu'ging in hen
opgroeide tot iets, hetwelk te vergelijken
is met het fanatisme, dat slaven vergt,
geen koelbedaohtzama volgelingen of
aanhangers.
In die matblauwe 00 jen,die kwijnende
die soms als-omsluierde, die doorgaans
halfgeslotene, smeult een vuur Daar
brandt het fanatieke in Daar is iets in
van den dweper, die bövenrvèr boven
liet resultaat van zijne overdenkingen
stelt datgene wat zjjn gemoed hem voor
schrijft Van den fel-hartBtochteli)ken
man, die geleid, beheerscht wordt door
het geloof, dat hem dierbaar werd In
wiens denken, waarnemen, zich heeft ge
plant, zóó rotsvast, zóó onaantastbaar en
en onwankelbaar, de overtuiging, waar
voor hij bereid is elk moment ten strijde
te trekken,dat al wat den moed heeft zich
daartegen te verzetten, daartegen iets in
te brengen, hem lijkt zóó klein, zóó nie
tig, zóó vermakelijk, zóó bekrompen, zóó
aartsdom, dat hjj eigenlijk teveel
deernis met den tegenstander heeftom
„boos" op hem te kunnen worden
In feilen, fanatieker; geloofsijver komt
hij ongetwijfeld wijlen Keuchenius het
meest nabij
En nog in het nummer van 2 April 1907
schreef Politicus
Van uit de tachtiger jaren herinner ik
m\j nog zoo duidelijk dien liehtblonden
kop met de blauwe dwepersoogen van
den man, die nu, in de Tweede Kamer,
als leider van anti-revolutionaire partü
fungeert
't Was e?n groote verrassing, den zoon
van J. Heemskerk Azn zich als „Groe-
niaan" te zien ontpoppen en men fluister
de tegen elkaar, dat de grijze staatsman
gebukt ging onder dit publiek kleur-
bekennen van eon, die door zjjn bijzon-
j dere gaven aangewezen scheen om ia de
voetstappen zijns vaders te treden.
De heer Heemskerk Jr. deed zich aan
stonds kennen als een man van beslist
fenatieken aanleg. Toen het pas bekend
werd, dat mr Thecdoor nasr het Kuype-
riaansche kamp was overgewipt, zullen
er wel geweest zijn, die zonder onder
ons mompelden
„Och wat, jongens-grillen"Let op
mijn woorden Binnen vijf jaar is hij
liberaal. Dat zijn van die zotte dingen
uit de Sturm und Drangperiode, welke
wij zoo wat allen moeten doormaken
net precies aL het kiesjes krijgen van de
kinderkousOf, wilt gij liever, de
aapachtige bokkesprongen van nog baar-
delooz9 knapen Dat slijt wel
Dat komt terechtWie zoo praatten
bleken even weinig gezind om naar Kuy
peCs kamp over te komen als dat zij den
innerlijken menseh van Mr. Th. Heems
kerk bleken te kunnen doorschouwen
Hij is gebleken de fanatieke Kuyperi-
aan, als hoedanig hij zich in de tachtiger
jaren reeds deed kennen, in geschrift en
op meetings. Van het „bijdraaien" op rij
per leeftijd, en waarvan sommigen
droomden, er op hoopten, is niets terecht
gekomen.
Van handig laveerende, gevende- en-
nemende" staatsstuurmanskunst heeft
Mr. Th. Heemskerk geen begrip. Als zoo
danig is hij de tegenvoeter van zijn be
roemden vader
In den regel is de Amsterdamsche wet
houder, die zijn druk bezetten tijd
tusschen Binnenhof en Prinsenhof ver
deefen moet, een figuur van mondaine
opgewektheid, met zekere liefhebberij
voor z9kere soort van placide-ironie
Doch -wanneer aan de orde komt het ba-
pleiten van iets, verband houdend met de
innigste beginselen op religieus-politisch
terrein, den heer Th. Heemskerk dierbaar,
dan vonkt en licht 't in het fanitiek stra
len van zijne dwepers-oogen.
Wij danken de Rott. voor deze herin
neringen die ons versterken in de meening
dat de vrijzinnigen met mr. Heemskerk
hebben gesold en geeD recht hadden na
zoo schampere oritiek op zijn persoon, hem
weer te trekken in 't moeras van oud-
liberale beginselloosheid.
En ook dat zij met dit alles getoond
hebben, hoe bang zij zijn dat deze kloeke
verdediger onzer beginselen het scheepke
van Staat flink in Christelijke richting zal
sturen.
Dat vreezen zij maar wij verwachten het.
En dat doet alie Christenbelijders schou
der aan schouder staan om te strijden voor
een Chr. meerderheid, waarop ca 1909
dit Kabinet steunen kan.
Dat 't in de hoogste kring6n in Frankrijk
een vuile boel is, heeft de Dreyfu j-zaak be
wezen en 't komt ook thans weer aan het
licht in de affrire-Steinheil, waarvan wjj
indertijd door een tipje slechts van den
sluier op te lichten, iets hebben doen zien.
Een gehuwde vrouw die 't middelpunt ia
van een breedsn kring aanzienlijken uit de
regeeringskringen, met vele van welke zjj
de meest ongeoorloofde betrekkingen on
derhoudt, totdat zij ten slotte, als moorde
nares verdacht, in de gevangenis terecht
kemt, ziedaar slechts één der vele rotte
plekken, in welker aanblik de publieke
opinie, op schandalen belust, zich verlustigt.
Maar ook in Duitschland, tot in de scha
duw van den hofburg der van ouds zoo
hoogstaande Hohenzollerns, wordt het be
derf openbaar waartoe de zonde der wellust
de aanzienlijksten des lands doet zinken.
De naam Eulenbnrg treedt naar voren,
wanneer men aan onzegbre misdrijven
denkt, door 's Keizers naaste vrienden ge
pleegd. En thans komt weer een ander
schandaal aan 't licht, waarin de gehuwde
vrouw de leelyke rol speelt, doch waardoor
niet minder de rijkskanselier en zjjn omge
ving wordt gecompromitteerd.
De legatieraad Hamann wordt door den
architect Schmitz beschuldigd dat hjj, om
de vronw van dezen laatste te mogen ba-
zitten een echtscheidingsproces heeft uit
gelokt, waarin hij de gemeene rol speelde
van den valschen-eedzweerder.
Een aanklacht van den belaedigden
echtgenoot wegens meineed enz. werd door
den procureur generaal terzjjde gelegd.
Daarop richtte Schmitz zich tot den rijks
kanselier en den minister van buitenland-
sche zaken von Schön met uitvoerig uitge
werkte klachten. Nu werden alle stukken
naar den Prulsischen minister van justitie
gezonden.
Hamann behoorde tot dusver tot de ver-
trouwste medewerkers van Btilow, zoodat
het wel geen twijfel lydt of de Keizer, die
een vijand is van alle onzedelijkheid, zich
met deze quaestie zal inlaten-
Ook in de Balkanstaten geschiedt erin
de hoogere kringen veel wat 't daglicht
niet mag zien. Maar dat zijn de Bal
kanstaten maar.
Nu weer is een van de meestbekende
koningsmoordenaars in Servië, kapitein
Josipowits (die bij den moord op wijlen
koniDg Alexander den minister van oorlog
doodschoot), te Nesj in hechtenis genomen
wegens een anderen moord, die thans door
hem gepleegd is. Hij heeft, naar aan Cen
tral News nit Belgrado gemeld wordt,
eenige dagen geleden tijdens een concert
zijn schoonvader met een mes aangevallen
en den volgenden dag heeft hij zijn vrouw
vermoord.
Maar dat in Frankrjjk en Duitschland,
Parijs en Berlijn, die aan de spits der
beschaming heeten te staaD, dergelijke
gruwelen met de meest cynische onbe
schaamdheid worden gepleegd, vergoelijkt,
toegejuicht, dat is 't ontzettendste symptoom
van bederf dat nog ooit werd waargenomen
en dat profeteert van groote revoluties,
wanneer niet een machtig vorst met vaste
hand hier ingrijpt.
Een belangrijke rede is gisteren in den
Rijksdag uitgesproken door den Rijkskan
selier von Bulow. Hy besprak de Euro-
peesche verwikkelingen,het standpunt dat,
wat zjjn buitenlandsche staatkunde betreft,
Duitschland zelf inneemt tegenover de
quaestiën Balkan, enz. en dat, hetwelk naar
Duitschland hoopt, door Italië als lid van
het Drievoudig verbond moge worden hl-
genomen.
„De politieke toestand van Europa", zoo
zeide hy, „werd in de laatste maanden be
heerscht door de omwenteling in Turkjje.
De leiders der beweging waren geen op
roerlingen of minderwaardige personen,
maar uitstekende in Duitschland opgeleide
officieren in aanzienlijke positie. De bewe
ging werd overal met sympathie begroet.
Van den eersten dag af hebben we ons aan
gesloten by de algemeene erkenning van
het idealisme en de integriteit van hare
leiders. Wij koesteren den oprechten
wenseh, dat Turkye innerlyk sterk en ge
zond moge worden.
De veranderde toestanden in den Balkan
en de daarmede gepaard gaande wijzigin
gen in het verdag van Berljjn, leggen aan
de diplomatie een zware taak op. De Duit-
sche politiek moest hierby andere, by deze
quaestie meer belanghebbende staten, aan
de voorhand laten,en mocht zich niet in een
leidende positie laten dringen. Dat wjj
onzen bondgenoot Oostenrijk trouw zouden
blijven, was zelfs geen enkel oogenblik
twijfelachtig (levendige toejuichingen).Wy
hebben geen oogenblik geaarzeld om de
Oostenrijksch-Hongaarsche belangen zoo
veel mogelijk te steunen. De beweringen,
als zon het tegendeel het geval zjjn, zjjn
ongegrond en ongerechtvaardigd.
Ik heb tegenover minister Iswolskyten
duidelijkste doen uitkomen dat wij in de
quaeslie der conferentie met Oostenrijk-
Hcngarije samen zuilen gaan. De Russische
minister heeft de verzekering gegeven, dat
tusschen Rusland en Engeland geenerlei
overeenkomst was gesloten, gericht tegen
j de DuiLohe belangen. (HoortIk heb ge-
1 gronde hoop, dat de bestaande oneenigheid
lunchen Dal en Oostenrijk-HoDgarjje uit
-Verwest Gott,