N1EUWSBL&D
VOOR ZEELAND
dop
5op
Vrijdag 4 December.
23e Jaargang.
GHRISTELUK-
UIT BE I»JEttS.
OKKEN.
bouwers
te koop
Woning,
ersknecht
ondster,
No. 56.
1908,
eid
HISTORISCH
d del burg
geu
yan iler Does.
ïeboomen
rriepaard,
te koop,
laaarsMt
EID
ETD
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST. te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
üi. U. JL. O
n
jLECTIE
ipen,
worden van de
borgmaatschappij
rooskerke(Vf.),
bestuur aan te
s. e.k.
van G. de Jager
»men en inschrjj-
eren tot Zaterdag
JAGER, Nieuic-
or spoor en tram.
JTTOOIJ, Mid-
:n Penny,
ringen prijs, met
ragen bij J. VA N
Goes.
en 1 APRIL
s kamers.
ZeeuwGoes.
re Koe,
"alfvaars, bij 3 C
n d e.
'IGE
JNDERGEM Sz.,
art wegens dienst-
ST, Schoen- en
ene.
rl 1909
VAN VESSEM,
nge.
de Meid en
necht,
agd, bij P. AAR-
che weg, V 1 i s-
oodigd
v. LIERE,
bouwer, N i s s e.
E te Golijnsplaat
taande
n niet ouder dan
in staat om, met
tsje (en van een
vóór- als bij de
l e voorkomende
amheden te ver
te komen,
persoon of schrif-
óór 20 December
VT—nai'WlriMHLA rVMfmT
Mei
NCKE, Koude-
iekte
E DKEli, land-
e.
-Verwest - Goes,
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,02'.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 ''ent.
As. Zaterdag (St. Nlcolaas) zou
den wij gaarne ons blad om 2 uur
namiddag afdrukken. Berichtgevers
die één of meer berichten hebben,
worden daarom ultgenoodlgd die
's morgens reeds te telegrafeeren.
Ook Heeren Adverteerders wordt
beleefd verzocht tijdig hunne annon
ces op te geven
In het eerste stukje met bovenstaand op
schrift werd uiteengezet de beteekenis van
het M. U. L. O. Dooh daarbjj is toen niet
gewezen op de roordaelen, die den leerlin
gen van dergelijke inrichtingen, den uitste
kenden onder hen althans, worden aange
boden. Tot voor korten tijd moesten zij,
die dingen wilden naar goede betrekkingen
bij post en telegraphie, bij staatsspoor of
H. S. M., bij alle min of moer offioiöele in
stellingen, het bewijs knnnen overleggen,
dat ze met goad gevolg het eind-examen
van de H. B. S. hadden afgelegd, of althans
voor enkele dier betrekkingen een driejari
gen cursus van de hoogere burgerschool
hadden doorloopen. Dat monopolie is niet
meer. En het schijnt nog lang niet van al-
gemeene bekendheid te zijn, dat 't heeft op
gehouden te bestaan. Vergun me, dit nu in
eenigszins beknopten vorm toe te lichten.
Voor allerlei posities was het noodig, dat
jongelieden van 16 a 18 jaar goed op de
hoogte waren van de drie moderne talen,
en als aanbeveling, immers ook bewijs van
goede ontwikkeling, kwam daar de wis
kunde, soms ook natuurkunde en schei
kunde bij. En daarvoor was dan immers de
H. B. S. de inrichting bij uitnemendheid 1
Zoo heeft men lang geleeraard. Of dat nu
op den dnur tegenviel, en of daar andere
oorzaken toe medewerken 't velt niet te
ontkennen, dat men thaDs in breeden kring
hetzelfde bereikbaar aoht langs anderen
weg: M. U. L. O. zal de jongelieden af te
leveren hebben, die in algeaseene ontwik
keling en in praerische en theoretische ken
nis genoegzaam kapitaal hebben, om be
doelde betrekkingen naar behooren waar
te nemen.
De van verschillende zijden genoemde
bezwaren tegen de H. B. S., deels van
paedagogisehen, deels van godsdienstigon
aard, moohten, naar gehoopt werd, geheel,
of althans grootesdeels ondervangen wor
den door de doelmatige inrichting van het
meer uitgebreid lager onderwijs. En nau
welijks bestaat het M. U. L. O. ia zijn
tegenwoordigen vorm vijf of tien jaren,
daar wordt de weg naar meerbedoelde
betrekkingen voor de leerlingen dezer
soholen wijd opengezet,'t spreekt van zelf,
met de noodige waarborgen. Deze waar
borgen vindt men in een examen, door
eene oommissie afgenomen, welke benoemd
is door de drie, reeds eerder genoemde
vereenigiogen voor M. U. L. O. Hier heeft
men dns, wat reeds voor vele jaren ge-
eisoht, althans verlangd werd vrije exa
mens, al was de vorm nog wel eenigszins
anders. De vraag zou knnnen gedaan
worden geven die examens werkelijk de
noodige waarborgen Het antwoord ligt
in de omstandigheid, dat de bjj die exa
mens behaalde diploma's worden erkend
en zelfs op prijs gesteld door hen, die tot
voor korten tijd uitsluitend overlegging van
eea diploma H. B. S. eisohten.
_En daar ook in dezen de openbaarheid
niet wordt geschuwd, zyn èn van het eerste
examen (1907) en van het tweede, in dit
jzar gehouden, vrij uitvoerige verslagen
gepubliceerd in verschillende schoolbladen.
Daarby waren opgegeven de wiskundige
vraagstukken, die moesten worden uitge
werkt, de stoffen voor opstellen in de vier
talen, de vragen in Aardrijkskunde en Ge
schiedenis, Natuurlijke historie en Physica,
kortom ieder kon lezen,wat de eischen voor
dergelijk examen waren. De te verwerven
diploma's zijn tweeërlei, A is 't liohtere, B
t zwaardere, wat vooral uitkomt in het
TWBchil der Wiskundige opgaven.
Zoo werden in 1907 geëxamineerd 18
mannelijke on 9 vrouwelijke kandidaten.
Van dit 27tal verwierven 19 het diploma A>
terwijl nog 3 daarvan hadden voldaan aan
een deel van het zwaardere examen, waar
voor op hun diploma eene aanteekening
werd bijgevoegd. Ook het tweede onder
zoek had zoor gunstige resultaten, al dient
hierbij nog te worden opgemerkt, dat
grootere deelname zeker wensohelijk is en
stellig ook gewacht mag worden, nu het
M. U. L. O. gaat groeien, en Gok toeneemt
de belangstelling in dien jongen tak van
onderwijs.
Zal nu echter de school voor M. U. L. O.
aan de eischen kunnen beantwoorden, dan
is daartoe noodig en dat begrijpt im
mers ter?tond iedereen goed onderlegd
onderwijzend personeel, bestaande uit
onderwijzers, die ook om hunne kennis
uitmunten en in het bezit zijn van ver
schillende akten van bekwaamheid man
nen van ernst en godsvrucht, bezield met
liefde voor hunne taak, met liefde voor
hunne leerlingen, maar tevens in staat, in
do verschillende vakken onderwijs tegaven
naar den eisoh van het M. U. L sEn
hier herhaal ik nog even, wat in het le
sluk staat: er moeten meerdere onder
wijzers zijn, dan voor het gewoon lager
onderwijs voldoende is. Dat brengt grocte
kosten met zich, we weten hotmaar
daartoe moot ook fioentieele steun worden
geboden.
De subsidie van het Rijk dient billijker
wijze te worden verhoogd. Wie echter
daar alles op iaat aankomen, verstaat niet
de roeping van het'Ohristenvolk ook op
dit gebied. Wie nu reeds kan steunen,
doe hetzeker, zedelijke steun is uit
nemend, maar niet genoeg, als er de koor
den V8D de beurs steviger bij worden toe
gehaald. En vooral mag hij niet achter
blijven, die geene kinderen heeft te
onderhouden en immers tooh niet onver
schillig er voor is, hoe en dat er gezorgd
wordt voor het opkomend geslacht. Of
moeten dezulken niet3 do#n in deze zaak,
al hebben ze over de middelen te be
schikken C.
Middelburg, Nov.. 1908.
3 December 1908.
Vervroegde winkelsluiting.
In Berljjn en zijn voorsteden is nu se
dert 1 November een strenge verordening
in werking getreden, die gelast dat alle
winkels, magazijnen en verkoopplaatsen
des avonds te 8 uur gesloten mofjten zjjn.
En zoo streng zelfs is deze verordening
toegepast, dat in de passaga van Unter
den Linden zelfs zeildoek gehangen is
over al wat op uitstalling geleek.
Nu een maand verliep, hoeft men de
uitkomst van dien maatregel pogen op te
maken, door bij verschillende winkeliers
te onderzoeken, of ze werkelijk schade
hadden geleden in hun ontvangsten.
De uitkomst n» van dit onderzoek was,
dat deze schade bjj winkeliers die levens
behoeften verkochten, alleen de eerste
drie dagen voelbaar was. Daarop volgde
nieuwe inslag van de klanten, en binnen
een week was de normale ontvangst her
steld.
Bij de winkeliers, die kleeding ver
kochten, scho3nwinkels inbegrepen, hield
de schade eon week langer aan, maar
nog lang was de proefaiaand niet om, of
het publiek had zich ook in die schoen
winkels vroeger aangemeld, en al spoedig
was ook hier van schade geen sprake meer.
Luxe-winkels lijden nooit onder zulk
een maatregel, daar het eerst later uit
gaande publiek aan den koop in deze
soort magazijnen geen deel neemt.
Die alleen bitter klaagden waren de
sigarenwinkels. Hun ontvangsten namen
niet alleen de eerste week sterk af, maar
deze schade hield al de overige weken
van de maand aan. Kellners in de bier
huizen verkochten nu tegen kleine winst
goedkoop ingeslagen sigaren, en de siga-
renmagazynen leden zeer aanmerkelijke
schade.
Ingenomen met dien maatregel waren
daarentegen in gacsch bijzondere mat©
do houders van bierhuizen, café's en
kroegen. Vooreerst tcch werden deze nu
druk bezocht door het vrijgekomen win
kelpersoneel, en ten andoren bleven velen
die anders 's avonds op koopen uitgin
gen, nn den avond lang hangen in deze
gezelechapslokalen.
De proef schijnt dns vrijwel gelukt, maar
toch dieDt op 't laatste de aandacht geves
tigd. Verhuist het talrijk winkelpersoneel
van 's avonds 8—12 uur naar deze drink
gelagen, in plaats van naar huis, dan gaat
het geldelijk allengs achteruit, en staan z\j
bloot aan gevaren, die in don winkel niet
voorkwamen.
Een licht- en schaduwzijde ook hier.
Stand.
De anti-Christelijke 10 geboden.
Dit 's het eerst en grootst gebod,
Denk of stoor u nooit aan God.
Neem genoegens en plaisir;
Daartoe immers zijn wij hier.
Geeft beheerlijkheid haar wensch,
't Zijn de rechten van den mensch.
Prikkelt u de gloriespoor,
Ga in alle dolheid door.
Zoek vóór alles geld en goed
En licht iedereen den voet.
Hebt ge niet, zoo neem door list,
De Almacht schuilt in de ijzren kist.
Hebt ge een Vader die 'tmisprfjz',
Zeg gij kaalkop zijt niet wijs.
Zet nooit voeten in de kerk,
Dobbelspel is beter werk.
Spot met duivel en met Hel,
Scheld de Godsvrucht kinderspel.
En zoo 't lot u tegenloopt 1
Dan u zelf maar opgeknoopt
Mr. WILLEM BILDERDUK.
- IX.
Het Christendom en het Vraagstuk
van den Arbeid
Wezen wij de vorige msal op het droeve
feit, dat zioh voordoet in ons maatschappe
lijk leven, waar streven naar rechtmatige
verbetering gebrandmerkt werd als socia
lisme in 'n biddende gestalte, thans moeten
wij ernstig waarschuwen tegen een zoo
danig optreden. Dat optreden gaat lijnrecht
in tegen de Christelijke levensbeschouwing
en kan erge gevolgen na zich sleepen.
Uit een dergelijk feit blijkt dat aan het
Christelijk besef iets hapert dat noodig
verbeterd moet wordeD. Neen 1 zal er red
ding dagen voor onze Maatschappij dsn
moeten hare behoeften gezien en gevoeld
worden moet het Christelijk beginsel mst
zijn wederbarende kracht zich ten volle
ontplooien. Dan moet verdwijnen de twee
heid tussoheu den Christen ia de kerk en
den Christen in da wereld. Dat leven
moet homogeen zieh openbaren en geen
wigge van wat dan ook mag splitsing
teweeg brengen. Theorie enpraotijk moeten
ook in dezen elkander dekken. Wij willen
geenszins ontkennen dat het Christelijk
geloof levendig en werkzaam is. Dat te
ontkennen zou dwaasheid zijn, waar wij
zooveel vruchten aanschouwen waar een
halve eeuw vroeger tevergeefs naar gezocht
zou worden. Op alle terrein des levens is
verlevendiging merkbaar en gunstige ver
schijnselen zijn ook in dezen waar te nemen.
Maar in de breede kringen slaat men wan
trouwend gade de sooiale vragen en de
arbeidersbeweging is in hun oog niets
anders dan een uitiDg van ontevredenheid.
Zekermen erkent wel dat in sommige
opzichten wel iets te verbeteren valt maar
dat de vragen van den dag een groote
plaats innemen wordt niet voldoende be
seft. Twee machten van beteekenis dienen
hier in het bijzonder te worden genoemd.
Den geest van het Christendom proeft men
het best in do Christelijke pers. Het zij
verre van ons dat wij vaa dit machtig
wapen kwaad zouden willen
Neen 1 wij erkennen de macht en den in
vloed die er van de pers uitgaat ten goede
Wij zijn dankbaar, dooh niet voldaan.
Wij bedoelen daarmee ditdat de groote
vragen van den dag zoo zelden onder de
oogen geziei worden. B(j nuchtere be
schouwing toch merken wij op dat zelden
eea artiksl over Arbeidstijd, Arbeidsbe
scherming, Loonregeling enz. de kolom
men vult. En toch z(jn dat de vragen die
wij telkens op onzen weg ontmoeten.Omdat
wij overtuigd zjjn van den invloed der perB,
daarom zouden w(j o zoo gaarne zien dat in
dat opzicht ook zoo mogelijk iets maer ge
daan werd. Wjj weten dat w'j daarvoor de
mannen hebben, die in staat zijn dienaan
gaande leiding te geven. En omdat dis
wetenschap b(j ons vaat ge worteld is, daar
om betreuren wij die houding des te meer,
die aangenomen is en gehandhaafd blijft.
De invloeden van buiten, van socialisme en
vrijzinnigheid die in woord en pen zich
uiten, moeten moedig bekainpt worden
Opgekomen moet worden voor de gerech
tigde eischen van den arbeidenden stand.
Wij kunnen in dezen zooweinig prestoeren
en daarom most de Christelijke pers onze
mond wezen. Van harte hopen wjj dat het
nog eens zoover komen snsg.Danzal door de
arbeiders worden gevoeld dat er saamhoo-
righeid is in de Christel, gelederen, die de
krachten in niet goringe mate versterken
zal. O wij wenschen dat spoedig ook hier
een betere toekomst dagen zal. Maar niet
allean geldt dit de pers,maar ook den Dienst
desWoords in onze kerken.Van dien Dienst
des Woords kan zoo groote invloed uit
gaan op het leven des volks. Uit de ge
schiedenis van ons land kan duidelijk aan
getoond wordon dat de kern van ons volks
leven gevoed ia van den kansel. En dat ia
eLch. Dienaar des Woords te zjjn houdt
toch in zich basloten om het geheeleWoord
te bedienen, niets achter te houden, maar
bij het licht des Geestes dat Woord te ver
klaren en toe te passen. Herderlijke ver
zorging zoo heb ik een predikant meer dan
eenmaal het predikambt hooren betitelen.
Wat is de zorg en taak van een herder
Dat hij zijn schapen weidt en verzorgt, zijn
leven voor dezelve stelt. Zoo ook in het
geestelijke. Al wat dienstig wezen kan om
de leden der Kerk te verheffen, hen te ver
troosten, te verzorgen en op te bouwen
moet aangewend worden.
Eu daarom kan nooit genoeg gewaardeerd
worden de arbeid van den Dienst des
Woords. Zooals vroeger het licht des
Woords schijnsel gaf over de vragen van
dien tijd, zoo moet het ook thans wezen.
Ook onze tijd heeft z(jn vragen, zijn vele
vragen zelfs. En sterk zullen wij staan
indien ook wij hst licht van dat Woord
daarop zullen mogen ontvangen. Het veils
leven moet belicht worden en dan behoort
de stoffelijke zijde evenzeer tot het leven
als de geestelijke kant. En gebeurt dit nu
altijd Neen sterker merken wij daar iets
van Zeker 1 er zjjn uitzonderingen die wij
hoog, hoog waavdeeren maar over het alge
meen is of wordt deze behoefte wel eens
verwaarloosd. Dat wordt gevoeld en uitge
sproken. Er wordt geroepen om „sociale
preeken", een bewijs dus dat er behoefte is
aan voorlichting. Voor sociale preeken
voelen ook wij zeer veel. Maar niet onder
dezo benaming. Wij begeeren dat in de
prediking uitkome de «volle raad Gods".
Zoo heeft ook de prediker in volle verze
kerdheid tv arbeidenhet licht desW oords
te doen schijnen ook waar onrecht openbaar
zou moeten worden. Het volle leven moet
belicht. Over de vragen des levens heeft
Gods Woord ons licht gegeven. Dat nu
moet in de bediening desWoords uitkomen.
Zooals gezegd enkele uitzonderingen daar
gelaten is het over het algemeen dat er
reden tot klachte is O 1 ik zou zoo gaarne
willen dat de predikanten eons kennis
namen van het boekje: «De Arbeiders
kwestie en de Kerk", ingeleid door dr. A.
Knyper. En wie dan de voorrede van den
goachten schrijver least, moet toestemmen,
hoeveel er aan ontbreekt ook inonze dagen.
En dat niet alleen maar er komt ook weer
zoo helder aan het licht hoe Z.Ew. zich bs-
ijvert om den Dienst des Woords ook in
zake 't sociale leven te doen beantwoorden
aan zjjn bestemming In de voorrede zegt dr
Knyper «Hat verraadt geestesarmoe, als
de kerk van Christus de levensvragen van
den dag niet onder de oogen zien durft.
Toch durfde ze dit tot dusver niet". Zie,dat
klinkt anders dan in onzen tyd.
Nu, we moeten het met smarte zeggen, is
het juist andersom. Als men nn er over
spreken wil wat de roeping der Kerk is in
dezen en in die richting wil werkzaam
wezen, dan zegt men, dat èn gij zelf èn de
Kerk aan geestesarmoe lijdt. „Elke levens
vraag toch, en bovenal het vraagstuk van
den arbeider ontstaat door een nood, een
ellende, een jammer, en is dus een vragen
naar den genozenden balsem voor een pijn
lijke wonde voor ons menschelijk leven.
Hoo wil men zich dan een Kerk van Chris
tus denken zonder hart voor zulk lijden
Daarom kan het niet goed voor God z(jn,
dat de Kerk van Christus zich ook ten
onzent zoo willoos aan de behandeling van
dit vraagstuk heeft gespeend. De wereld
kan de Kerk van Christus op den dnur niet
eeren, zoo ze wel van een kracht van Gods
Woord spreekt, maar die kracht bij het
lijden der menschbeid niet werken laat.
„Voor de ziel", zal men wellicht tegenwer
pen is de arbeid der Kerk, en mits dit niet
eenzijdig spiritualistisch bedoeld worde,
stem ik dit toe, maar vraag dan ook op mijn
beurt of zij die met de handen arbeiden
niet noodwendig zich ook met de ziel van
Jezus' kerk zullen afkeeren, zoo warme be
langstelling bij die Kerk steeds wordt ge
mist". Het dacht mjj goed dit gedeelte hier
nog eens af te schrijven om het aan de ver
getelheid te ontrukken. En wanneer wij nu
nuchter onze oogen laten gaan, dan moeten
wij erkennen dat er reeds vele zielen zijn
afgedwaald van de Kerk.Wanneer men zijn
predikant ziet op den kansel des Zondags
en dan nog hoogstens éénmaal per jaar op
huisbezoek en nog niet altijd, zeg zelf dan,
is 't wonder dat men afvallig wordt indien
genade ons niet bewaart.
Wij wenschen van harte dat van dit
stukje ook door onze predikanten kennis
genomen wordt. J. v. d. Molen en drA.
Kuyper heb ik hier getrouw gevolgd. De
ernst der zaak en wat daarmee in verband
staat is waard overdacht te worden. C. H.
„De oogen gaan open",
zegt De Standaard. En bedoelt daar het
volgende mcê
Dit goede hebben de debatten van
medio November dan tooh opgeleverd,
dat bij meer dan één dan nu eindelijk
tooh de oogen opengaan voor het feit,
dat de antithese haar belichaming vindt
in de splitsing der Tweede Kamer in
Reohts en Links.
Dusver was men voor dit nuchtere
feit bliud.
De antithese, zoo heette het, was een
verzinsel, de dwangvoorstelling van een
zeloot, de phantasie van een theoloog-
staatsmau, de onvaderlandslievende uit.
drukking van den Premier in het Ka
binet van 1901.
Maar thans ziet men het in. Neen,
dat was zoo niet. De antithese schiep
hem als Premier, niet h(j als Premier,
de antithese. Ze was er lang eer bij
optrad. Hij vond ze bij zijn optreden
in de Kamer, want in die Kamer was
ze, is ze, en zal ze sijn, zoolang het
Rechts tegenover Links staat.
Zocals een liberaal blad het nu zelf
eerlijk uitsprak: Het is dwaasheid van
een vooropstellen van de antithese te
spreken. De Kamer zelve stelt ze in de
twee groepen waarin ze uiteengaan.]
In een Kamer, waar twee groepen
tegenover elkaar staan, is altoos een
antithese. Anders is er geen deeling.
Voorheen werd de Kamar gesplitst door
de antithese van Conservatief en Libe
raal. Wat sommigen nu willeD, is, dat