No. 55. 1908, Donderdag 3 December, 23e jaargang. NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. HISTORISGH CHRISTELIJK- UIT BE PERS. Binnenland. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Zullen we de Openbare school behouden K£2 IEDER EN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,025. UITGAVE DEfif FlPMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 '•ent. As. Zaterdag (St. Nlcolaas) zou den wij gaarne ons blad om 2 uur namiddag afdrukken. Berichtgevers die één of meer berichten hebben, worden daarom uitgenoodlgd die 's morgens reeds te teiegrafeeren. Ook Heeren Adverteerders wordt beleefd verzocht ttydig hunne annon ces op te geven. Wat kan het tooli verkeeren in dit on" dermaanscheVoor korten tijd was zeer ernstig de vraag aan de orde mogen er wel Christelijke scholen zijn? Wel erkende men dat de grondwet het oprichten van zooda nige soholen vrij liet, dooh de vraag was aanhangig, of het zedelijk geoorloofd was, of men niet veeleer een soort aanslag op ons volksleven pleegde, of men verlichting, be schaving en zaohte zeden niet in der. weg ging staan, wanneer men tot het oprichten van Christelijke scholen zioh opmaakte. En als men hier en daar het waagde, wezen lijke pogingen in het werk te stellen, om tot het bezit van zulke scholen te geraken, waarheen Christen-ouders met eene vrije en goede eonsoienlie hunne kinderen kon den heenzenden, dan werd alle slijk der aarde opgenomen om de oprichters daarmee onkenbaar te maken en als verachtelijk in ieders oogen op de kaak te stellen. Tegenwoordig gaan we een gansoh ande ren kant uit. Tempora mutantur. 't Goed reoht vau Christelijk onderwijs wordt meer en meer erkend de vrije school sohijnt het te zullen winnen van de staatsschool en door alle partijen schier wordt de zaak zóó gesteld en van uit dit oogpunt bekeken zullen we de openbare school behouden P kan ze behouden worden zoo ja, waar voor zullen we haar dan in de eerste plaats doen dienen P terwijl het beginselffde vrije school regel, de openbare uitzonde ring", meer wordt begrepen en gewaar deerd. Natuurlijk zijn we nog lang niet zóó ver, dat dit nieuwe beginsel alom nu maar dadelijk wordt doorgevoerd edoch eene verandering in de denkwereld moet noodzakelijkerwijs door veranderde maat regelen in de praetisohe wereld worden gevolgd. Nu is de openbare sohool als zoodanig eene uitvinding van het liberalisme. Zonder iets af te dingen van 't goede, dat bekwapie en ijverige personen uit baar kringen voor 't volksonderwijs tot stand brachten, moet zij toch eene ongelukkige uitvinding ge noemd worden, gelijk zoo veel dat door het liberalisme aan het Nederlandsohe volk opgedrongen werd. Deze school heeft geen vast en gelukkig gekozen uitgangspunt. Haar principe is neutraliteit. Wat is dat echter P Een ijdel droombeeld. Een kunstbloem en geen ruisohende korenschoof, verzameld op den vetsten grond van ons volksbestaau. Stel u eens den onderwijzer voor, die tracht neutraal te zijn. Daar staat hij vóór zijne pupil len hij mag geen andersdenkenden kwet sen, en kan alzoo niet van inwendig vuur gloeien noeh doen gloeien en nimmer zijn hart uitstorten, 't Is geen held, die zijne pijlen in zijn pijlkoker vergaderdezijn schild is nooh rood, noeh wit, doch kleur loos als het water, evel niet zoo verfris- sohend en gezond. De neutraliteit doemt hem tot een koud, zielloos, stomp wezen. Arme onderwijzersHoe kan zulk neu traal mensoh met onze jongens nu zóó b.v. over het heldentijdperk onzer vader- landseho geschiedenis handelen dat men aan hen merken kaD, dat de liefde voor God, Nederland en Oranje wordt inge dronken door hun hart. Nu is 't waar: alle onderwijzers zijn niet neutraal, dooh ze behooren 't toch te zijneohter moet men door antithese en fijnenhaat wel be neveld wezen om voor deze hersenschim Deutraliteit wat te gevoelen. Bovendien moeien, volgens de wet, den kleeten daar de Christelijke en maetsohap- üeiyko deugden worden voorgehouden Hoe dit eohter mogelijk is, terwijl er van den Christus zelf en van Zijne bekwaammakende genade om deugden te beoefenen volstrekt niet mag gesproken worden, is mij een raadsel. Hoe kan men ook met deze Chris- telijke deugden uit tegenover de Israëli tische kinderen, de kinderen van Atheïsten, van Buddhiston, of in 't gemeen van hen, die liefst paganistisohe factoren zien inge dragen in ons volksleven En als men nu tracht 't een of ander van de Christelijke zedeleer wat de meesten zullen verstaan ouder de uitdrukking Christelyko deugden voor de kinderen aannemelijk en schoon te maken, mag de onderwijzer het er dan bij zeggen, dat we hier nu met een Chris telijke deugd te doen hebbeD, of moet het wetsartikel voor de kinderkens, die men dusdoende verhindert tot den Zaligmaker te komen, dooh die men wel conser veert in het ijs der neutraliteit, een ge heimenis blijven, dat men zoolang onder een neutrale ijsklomp wegmoffelt P Wat moeten toch de hoofden en onderwijzers van bijstand met deze zaak verlegen zit ten Hoe denken zij hier zelf over Wordt deze quaestie op hunne bijeenkomsten, debating elubs, vereenigingen wel eens behandeld P en hoe Tracht voorts nu voor u zelf eens uit te maken wat eigenlijk Christelijke en wat maatschappelijke deugden zijn, en als gij dan meent te weten wat ze eigenlijk zijn, probeer daarna eenige atomen van de eerste en eeuige vsn de tweede bij elkaar te brer.geD, en ik geloof nooit dat gij zult zeggen: hier heb ik affice elementen,die zich keurig doen verbinden en iets nieuws, iets schoons opleverenalthans indien gij van stonden aan beide deugden in neutralen zin probeerdet op te vatten. Waar de antirevolutionairen vrijheid vragen, vrijheid ook voor zich zelf, vrijheid ook om huDne kinderen op te voeden zóó iat de consciëntie daarin bevrediging vindt, daar begeeren zij zeker iets schoons, iets waar ze mee voor den dag kunnen komen, waarvoor ze hunne oogen niet behoeven neer te slaan. En wanneer Tde vrije schoolschool voor heel de natie'' meer en meer praotisoh zal zijn doorgevoerd, zal daarmee een zwaar pak van menig ouder hart gegleden zijD, een zwaar pak ook van de schouders der overheid. A. PRINS. Mr. Aeneas baron Mackay. Onder dit opschrift sohrijft de Neder lander Onder de mannen dar tegenwoordige generatie aan wie ods volk zeer veel te danken heeft, neemt ongetwijfeld-da heer Mackay een eerste plaats in. Toen hij op politiek terrein optrad,waren de tijden heel wat anders dan nu Nau welijks waren destijds de antirevolutionai ren in tel. Aan het, ook op politiek gebied, belijden, van Christelijke beginselen was onder de heerschappij der toenmalige libe rale meerderheid niets vérbonden dan spot en achteruitzetting. Aan de mogelijkheid dat de antirevolutionaire partij, zij het dan ook vereonigd met andere partijen, rsgee- ringspartij zou woiden, werd door zoo goedhals niemand gedacht. Evenmin aan de mogelijkheid, dat de bijzondere school zon optreden als evenknie van de openbare Zoo één dogma vaststond, dan wel dit, dat uit de openbare kas nimmer ook maar één oent aan de bijzondere sohool inookt worden uitgekeerd. Slechts gering in aantal waren destijds de mannen, die in de Kamer den feilen strijd tegen de onbillijke bevoorrechting der openbare sohool en véór het goed reeht der bijzondere school moesten strij den, Maar nauw waren zij aan elkander verbonden en onverdroten was hun ijver. AI spoedig nam Maokay, toen hij in 1876 tot Kamerlid was gekozen, een voorname plaats in onder de strijders voor reoht en billijkheid. Die plaats heeft hij bshouden. Eerlijk en onverschrokken heeft hij den strijd nimmer ontweken, al was hij in uitdruk king zijner gedachten misschien minder heftig en forsch dan anderen. Juist die gematigdheid on zi.in aange naamheid in den omgang maakten hem, toen na de kiesrechtuitbreiding in 1888 de meerderheid zieh verplaatst had, den aangewezen man tot samenstelling van het eerste antirevolutionaire Kabinet. Wie dien tijd beleefd heeft, weet hoe uiterst moeilijk het destijds was de man nen ta vinden, die moed en lust hadden zich te wagen aan de aanneming der por tefeuilles. Men had wel in de Tweede Kamer de meerderheid, maar geenszins in de Eerste. En ook in de Tweede Ka mer zou de taak hachelijk zijn, daar de ervariüg op regeeringsgebied uitsluiteud bjj de wel verslagen, maar nog zeer krach tige minderheid school. Vinnige kritiek op elke regeeringsbandeling was te voor zien. Herhaaldelijk heeft de heer Mackay dan ook op het punt gestaan, de hem gedane opdracht tot Kabinetsformatie neer te leggen. Ten slotte slaagde hij. Toen is het hem gelukt, in beginsel de school quaestie tot oplossing te brengen. Daartoe was geduld, beleid en doorzicht noodig. Slechts door met vastheid en tevens met gematigdheid op te treden, was het moge lijk enkele der kopstukken van de liberale partij voor de nieuwe schoolwet te winnen. Verniers van der Loeff en Ruëll, de leiders der liberale oppositie, verklaarden ten slotte royaal en beslist het fclijve bun tot eer dat de door Maekay voorgestelde wet billijk en ook voor de liberale partij aannemelijk was. Hieraan was de meewerking van eenige leden der Tweede Kamer te danken, en die medewerking overwon bij een aantal Eerste Kamerleden den nog steeds feilen tegenstand. Zéé kwam de wet tot stand,die Diet enkel in de sohoolquaestie den juisten weg wees, maar, door het verschaffen der pacificatie de deur opende voor verderen vooruitgang, ook op sociaal gebied. Ongetwijfeld is na dien tjjd de toestand der bijzondere sohool nog veel verbeterd, maar van de in 1889 vastgelegde beginse len is men niet afgeweken. Ook de alge- meene beginselen, destijds door 't Kabinet- Maokay voorgestaan, zijn geen andere dan die welke ook de beide latere Kabinetten van gelijke richtiDg hebben bezield of be zielen, ea het Kabinet is gevallen om de poging tot invoering van den persoonlijken dienstplioht, een poging die eerst tien jaren later is gelukt. Het was dus zijn tijd wel vooruit Bezielend mogen de redevoeringen van den toer maligen premier niet geweest zijn, er ging een kalme kracht van hem uit, waarvan ook nog in de verre toekomst de vrucht zal worden genoten door ons chris tenvolk en door ieder die de vrijheid lief heeft. Voorzeker heeft ook na dien tijd de heer Mackay zich in velerlei opzicht verdienste lijk gauiaakt, maar nimmer heeft hjj weer de gelegenheid gehad zijn toewijding aan ons volk op zóó krachtige wijze te open baren, als toen hjj in die hachelijke jaren de taak aanvaardde, welke de Kroon hem had opgedragen. Van het mindere spreken wjj niet, opdat te beter licht vallen moge op het groote werk door hem, met behulp van zijn poli tieke vrienden, tot stand gebracht.Wij ver heugen ons, dat wjj op zijn 70sten verjaar dag hem nog in ons midden mogen zien. En al werpt ook voor hem deze dag een floers over de sohoone herinneringen, verbonden aan den strijd die twintig jaar geleden werd j uitgestreden, de wetenschap dat velen hem om dsn toen betoonden moed zullen blijven esren en liefhebben, zal ook hem een licht punt zijn op den nog af te leggen weg. Van fasrte brengen wij hem ons eera- saluut Zonderlinge lui. Onfer dit kopje schrijf Luctor et Emergo Er zijn zonderlinge mensohen in de we reld. Ook onder de redacties van dagbladen. De lezer oordeel e. Voor een paar jaien, toen het scheen, alsof Dr. Kuyper voor goed van het too- nee! verdwenen was, heeft de Midd. Cou rant niet opgehouden, de anti-revolutio nairen te betiohteD van ondankbaarheid. Ze sprak er schande van, dat onze partij zulk een groot man, aan wien wij zoo groote verplichting hebben, aan zijn lot overliet. Niet maar een enkelen-keer, neen her haaldelijk heeft ze er op gewezeD, dat blijkbaar De Savornin Lohman en de zijnen gezegd hadden: ge zijt er uit en ge blijft er uit. En nu lieten die snood-ondankbare anti-revolutionairen dat alles maar stil begaao. Welk een zwarte ondankbaarheid Het liedje of beter de strafpredika tie begon een beetje van toon te ver anderen, toen Ommen en Sneek iu 't zioht kwamen. Toen 't was net, of de Midd. C. nattigheid begon te voelen heette het de leden der Ned. Herv. kerk zullen in Ommen en Saeek er wel voor bedanken om den afbreker der Vaderlandsohe kerk te stemmen. (De Middelburger zou 't na tuurlijk wel doen, want ze houdt er niet van politiek en kerk te vermengen.) Dooh 't ergste kwam achteraan de heer Lohman ging naar Nij verdal om de oandi- datuur-Kuyper aan te bevelen. Dat noemde de Midd. Courant een gang naar Canossa I Hoe kon een man als Jhr. Lohman zijn eigen waardigheid zoo te grabbel gooien 't Was droevig om aan te zien 1 Nu had dezer dagen de Christen-demo craat (het blad van Staalman) het volgende vuile stukje „Er wordt in de antirevolutionnaire partij eene va b s o 1 u t e a f g o d e r ij" met dr. Kuyper bedreven. Dit is ver foeilijk en God-onteerend. Kuyper moest naar de Kamer. Zóó was het de wil der mannen broeders in den lande. Kujper wilde niet naar de Kamer, terwijl hij het waarom verzwijgen bleef en de lastige vragers afwees met een verwijt van onbesoheideuheid. Eerbiedig zwijgen en stille gelaten heid eenerzijds en anderzijds een mok kend pogen om door te dringen in de geheime raadselen Kuyper's. Een vermanend woord van de Leiders in de Pers, om toch stille te zijn en Kuyper te zwijgen, wijl zijn doen is majesteit en heerlijkheid. Zijns verstands is geen getal, zoo betoogde met andere woorden, de Rot terdammer. Wij begrijpen hem niet zoo, zoo con stateerde het blad straks misschien zul len wij hem verstaan. Kuyper laat zioh eindelijk verbidden en genadig neemt hij een candidatuur aan voor twee districten, onder beding evenwel dat hij later zal beslissen, of hij, eenmaal gekozen, al dan niet zal zitting nemen. Een nieuw raadsel dus. Nooit vertoond. Het anti-rev. volk zwijgt, en terwijl het .eerbiedig tot hem opziet, stamelt hetwat is Hij oneindig hoog Wij zien het, maar doorgronden het niet. Straks zullen wij hem verstaan." Wat doet nu de Midd Courant Geeft ze nu een ferme afstraffing aan de Christen Democraat en neemt ze de anti-revolutionairon in bescherming, waar ze hen vroeger beschuldigde van ondank baarheid Dat niet. Ze Jzou ook heel gevoeglijk kunnen weigeren notitie te nemen van een blad. dat zoo weinig lezers telt, als het bisd van Staalman. Of anders kunnen zeggen, dat „zeker blad", in die en die stad versohijn9nde, een vuil stukje had geplaatst, dat ze eoh ter weigerde onder de oogen harer lezers te brengen. Zoo doet ze wel, als bijv. De Zeeuw eens niet naar haar zin spreekt. Onze brave Middelburgsche Courant deed eohter anders. Ze plaatste het stukje uit de Christen- Democraat op de voorzijde van haar blad zonder een woord van afkeuring er bij. Wilde ze eT misschien mee zeggen: kwaad stoken ligt na eenmaal in mijne natuur; kan ik het op de eene manier niet meer, dan doe ik het op een andere P Er zijn zonderlinge lui in de wereld. De redacteur der Midd. Courant leest zeker nooit de vroegere nummers van zijn blad. Of denkt hij misschien, dat zijn lezers al weer vergeten zijn, wat hij sohreef van de ondankbaarheid der anti-revolu tionairen P Dan zijn ook dat zonderlinge lieden 1 Bij kon. besl. is G. A. Enters, bank werker bij de Nederlandsohe fabriek van werktuigen en spoorwegmaterieel, te Am sterdam, toegekend de aan de orde van Oranje-Nassau verbonden eere-medaille in brons. President Castro. Te Parijs verluidt, dat als president Castro naar Berlijn wil doorreizen, men hem te Bordeaux, waar een commissaris van politie zijn komst zal afwachten, zal verzoeken zijn weg over Lyon te nemen, aaDgezien de Fransohe regeering niet wensoht, dat hij te Parijs komt. Het Memorial diplomatique schrijft I,Generaal Castro moet een gevaarlijke operatie oudergaan, een nier is door de tu berculose aangetast. De geneesheeren heb ben den tegenstand van mevr. Castro, die 11 December met haar echtgenoot te Bor deaux zal aankomen, weten te overwinnen. De beroemde Duitsohe specialiteit-dokter Israël, zal de operatie verrichten. De poli tieke manoeuvres hebbeD bijgedragen tol het vertrek van den dictator van Venezuela en men is er op nit om viee-preBidentGomez die nu het bestuur in banden verkregen heeft, er toe te brengen, met geweld op te treden tegen het tyrannieke bestuur van Castro en de hoogere administratieve en legerambtenaren doar anderen te vervan gen. Het staat vast, dat de vioe-president aan deze pressie geen weerstand zal kunnen bieden, die bedoelt om den terugkeer van den dictator te beletten. In beide gevallen, of hij aan de operatie sterft, of dat hij haar overleeft, de rol van Castro is geëindigd". Nederland en Venezuela. Het Handelsblad zegt, dat de laatste brief van den Nederlandsohen minister van buitenlandsehe zaken het eigenaardige heeft, dat hij een eind maakt aan de dis cussie, tenzij Venezuela het decreet van 14 Mei intrekt. Tegen dit standpunt zou weinig aan te voeren zijn, wanneer wij veel kans hadden, dat de toestanden zioh zoo wijzigen zullen, dat Venezuela wel tot de intrekking van dit decreet zal moeten overgaan. Het is zeer mogelijk, dat wij niet alle omstandig heden kennen, die in dit opzicht invloed zouden kunnen uitoefenen op de Venezo- laansohe regeering het is dan ook o.i. niet het oogenbiik om over het beleid vau onze regeering, die de discussie voor het ©ogen blik liet eindigen in een impasse, om oor deel te vellen. Verder schrijft het blad, na een uiteen zetting van den tegenwoordigen toestand te hebben gegeven Voor wie de status quo het meest nadee- lig is, is niet met volstrekte zekerheid te zeggen. Doch wel kan men verklaren, dat niet een toestand ingetreden is, die op den duur voor Venezuela volstrekt onhoudbaa is het staat i iet zóó, dat terwijl wij zonde bezwaar een onbeperkten tijd de vriend

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1908 | | pagina 1