NIEilWSBLAD
VOOR ZEELAND,
No. 30.
1908.
Woensdag 4 November.
23e Jaargang.
:öoF
lveren.
,FVAARS,
M et eet M
GHRISTELIJK-
HISTORISCH
KALVEREN.
[aarskalveren
Tarwentroo
Bciteoludsci) Overzicht.
Hddelburg
f. MARKUSSE,
llTALIAANSCHE
a 20 gulden per
Vn. 115000 3-jarige
pENSTRUIKEN a
duizendgroote
prijs, bij
13 JONGE,
LiERSEKE ZOUTE",
kg en Donderdag
:oop
'ALHOUT,
LOOP
ving Vaars
5ÖP
b. REIJN1ER3E Pz.
:oop
L. KODDE, West-
leek".
IE KAM Pz., O o s t-
ïsknecht
Smidsknecht,
loodigd en een
j's te feoop,
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST. te
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Be Rechterhand en de Linkerhand
of de beide dienstboden der
arme vrouw.
aismeel, Erwtenmeel,
Roggemeel,
phloem, Kropmeel,
baabje van 50 kilo.
JRTS:
Inen, Platteboonen,
|n zachte Lqnkoek,
zeer lagen prgs
lorten Kippenvoer
Cookerwten.
Aanbevelend,
snaar te VEERE.
jnsdag 1 uur
ilLSE, Volderij laagte.
Jn Donderdag
fD, Schuiffelstraat.
ABRAHAMSE.
|Nov., bij
B o r s s e 1 e.
iggekerke.
ulfva-a-rs
\z., Serooskerke (W.)
It Mei
of met 1 Januari
iJemtefstecït,
1 drank, P. G., door
te Wilhelminadorp.
:t Mei
|i*<leliuec;lAfc
[gd een aankomende
33ng bij J. C. VAN
|i n g e n.
aan tegeu Mei
Ireu- en burgeiwerk.
Jffneslag. Adres onder
De Zeeuic, Goes.
tt Mei
f, bij A. DE STEUR,
ET Mei
aïshoudster e**
sede Meid
IOSTEF, landbouwer
n.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 '-ent.
£»-:«®üKsaBssssn3EEa
TasnassmsxzE
3 November 1908.
De N. R. C. klaagde dezer dageD dat
vier universiteiten voor ons land tooh
eigenlijk te veel is.
Tereobt herinnerde De Rotterdammer in
haar no. van 13 Oot. daarop dat deze be
kentenis veel te laat komt, en een aan-
klaoht bevat tegen het liberaal regime.
De N. R. C. (de Amsterdamsobe cor
respondent, immers ook lid der redactie
van dat blad) schreef terecht
Als bijv. onze vier universiteiten tot één ver-
eenigd wareu,zou dieééne hoogeschool wat haar
inrichting betreft ook ten opzichte van haar
gebouwen -- de breedst opgezette hoogeschool in
een groot land naar de kroon kunnen steken.
Toch kosten nu onze vier universiteiten bij elkaar
gerekend veel meer dan één universiteit van een
capaciteit als deze vier.
Juist, antwoordt De Rotterdammerzoo
is het 1
Maar de wetenschap heeft ten onzent in
de Universiteits-quaestie niet op den voor
grond gestaan, dooh de politiek.
Vier Universiteiten moesten er zijn,
overal bezet met zooveel doenlijk vrijzin
nige hoogleeraren, om de jeugd zooveel
mogelijk tiberalistisoh te maken.
Van antirevolutionaire zijdeinzonderheid
is daartegen meermalen geprotesteerd.
Dr. Kuyper schreef nog op 13 Decem
ber 1897 in dezelfde Nieuwe Rotlerdimsche
Courant dit ingezonden stuk
's-Gravenhage, 13 December 1897.
M. H. de Red. I
,/In uw verslag van de jongste Kamer
zitting vind ik de voorstelling alsof ik het
door vier andere Kamerleden en mij inge
diende amendement had vastgehaakt san
een ten .vorigen jare door mij geleverd
betoog over de mogelijkheid, om aan elke
universiteit ééne faculteit oompleet te
wapenen. Veroorloof mij hiertegen op te
merken dat ik dit niet deed, en uitdrukke
lijk voor meerdere wijzen van reorganisatie
den weg open liet. Zelfs werd het denk
beeld, om lint geheele universiteit volledig
te voorzien, door mij het eerst genoemd.
Ik stel er prijs op, dat ten deze geen mis
verstand inslnipe. Antirevolutionairen en
liberalen kunnen voor de zoo broodnoodige
reorganisatie van ons hooger onderwijs
FEUILLETON.
Jonge - Vei west - Uoe8,
«Toen, na verloop van een geruimeu
tijd, alle hoop op een brief van mijn man
was verdwenen, lieten de regenten mij
naar mijn eigen gemeente breDgetj, in de
hoop dat ik op eene plaats, waar ik in
mijn jeugd bekend was, wei met werken
aan den kost zou komen; zoo ben ik hier
gekomen. Als mijn man nog eens weer
gesohreven had, dan zouden 2ij het mij
wel hebben doen weten; hij sohreef dus
niet meer. Sedert dien tijd heb ik altijd
hier gewoond, eu de Beer heeft mij won
derlijk gezegend en geholpen."
«Ja, waarlijk 1" riep mevrouw R. uit.
«Eu hadt gij niets om een nieuw huis
houden van op te zetien
„Niets, mevrouw; maar nadat ik eenige
weken in het werkhuis geweest was, en
zooveel mogeljjk tot hulp van de moeder
en de meiden was geweest, zeiden mij do
heerep hier, dat, als ik werk kon krijgen,
dat zij mij een weinig onderstand buiten
het huis zouden geven, totdat de kinderen
wat grooter zouden zjju. Daar het spoedig
zomer was, en ik een getuigschrift had vaa
de moeder uit het werkhuis, kon ik als
sehoonmaakster werk genoeg vinden in de
logementen, die voor de badgasten in
gereedheid moesten worden gebraok.'.
Door zuinigheid en hard werken was
ik weldra in staat, een kamertje te huren,
en mijne kinderen bij mij te nemen. De
mensohen, bij wie ik werkte waren zeer
vriendelijk en bedachten mij soms goed.
In sommige huizen kresg ik soms zuik een
zeer wel ssamwerken. Nu zijn mij sleohts
drie uitgangspunten voor reorganisatie
bekendle inkrimping van het getal
universiteiteiten van drie op ééo en 2e
verheffing van ééne universiteit tot wat ik
noemde het Groot-Laboratorium der weten
schap, zoodat de twee andere slechts op
leidingsscholen worden en 3e volledige
wapening van ééne faculteit aan eene der
drie universiteiten.
Elk dezer drie stelsels wil ik steunen. En
wear ik mij tegen verzot is alleen het val-
sohe conservatismedat den fegenwoordigen
m i. ODhoudbareo toestand tot eiken prijs
bestendigen wil. Het stelde mij dan ook te
leur dat deze conservatieve gedaohte nog 34
s'emmen won.
„Aanvaard da betuiging der hoogachiing,
waarmede ik de eer heb te zijn
Uw d w. dienaar,
KUIJPER,
Lid der Tweede Kamer.
Aan de redactie van de N. Rott. Ct."
Had men maar naar het vooropstaande in
dit „advies" geluisterd
Dan bezaten we in Nederland althans één
groote Universiteit, die met de beste buiten-
laDdsehe zou kunnen wedijveren.
Nu hebben wa wel «kleintjes", vooreen
servet te groot en voor een tafellaken te
kiein.
RECHT VOOR ALLEN lj
Sloten wij ons vorig stukje met de op
wekking om ons ts bekwamen ea te arbei
den in de richting die «Ons Program" aan
geeft om de standen zooveel doenlijk te
doen beantwoorden aan Gods Woord, thans
gaan we na en zullen trachten aan te toouen
dat de anti revolutionaire partij strijdt voor
«Recht voor Allen" in de volle böteekenis
vau het woord. Wjj gaan uit van de go-
dachte, dat al wat zich beweegt en leeft
onze g< lisele samenleving een organisme is
door God zelf geschapen. Harmonisch
saainvereend ademde alles liefde en vrede
in het Paradys. Maar door de zoude is dit
alles verbroken en onze oogenaanschouwen
den jammerlijken nasleep van het eten van
schotel vol overgebleven eten, dat de
kinderen er den geheelen dag genoeg aan
hadden. De kinderen verdienden ook al
wat, met op de markt en bjj de winkels
te staan wachten, of er soms ook bood
schappen te doen waren, die men hun
gaarne toevertrouwde, omdat zij godvree-
zend waren, nooit durfden jokken, en ook
nooit iets wegnamen, al waren zij nog zoo
hongerig. Toen zij grooter werden, begon
nen zij op de ezels te passen, zooals n
weet; daarbij gaat Naatje, als het vol is
in de logementen, de bedienden helpen,
zoodat zij goed in de gelegenheid is, om
te leeren koken en de dames bedienen,
dat haar later, als ze de jaren heeft om te
gaan dienen, best zal te pas komen. Mijn
oudste jot/gen kreeg spoedig vast werk bij
een boer, die ziju gedrag had opgemerkt,
toen hij als loopjongen op de ma/kt stond.
Al ben ik ook arm en nooddruftig, de Heer
denkt aaa mij ea, als de kinderen oud
genoeg zijn om te gaan dienen, zorgt Hij
wel dat ze goed geplaatst worden.
Ge moet tooh al zeer vlijtig geweest
zijn, dat ge je woning weer zoo netjes en
zoo gemakkelijk hebt kunnen inrichten."
«De Beer is zeer goed voor mij geweest,
mevrouw, eo heeft mij wonderlijk gehol
pen, zelfs in dagelijksohe diagen, zooals
Hij altijd hen helpt, die op Hem vertrou
wen en dan ziebzelven zoeken te helpen.
Wat was ik gelukkig en trotseh, toen wij
het zoover hadden gebracht, op ons zeiven
te kunne.n wonen in dit huisje, in plaats
van het met anderen te moe'en deelen
want het gebeurde menigmaal, dat wij in
éon huis moesten wonen met zeer twist
zieke mensohen of met woelig, dronken
volk. Mijn jongens en meisjes zije. ook
allen even gehecht aan de dingen, die om
den verboden boom. Wa4 eer.s veraenigd
was is nu verdeeld en het onrecht heeft zich
baan gebroken op alle torrein van het leven
en in alle geledingen der maatschappij,
ontwaart ge hoe 't als de g ilfslag voortrolt.
Onder alle rangen en standen der mensch-
heid telt gij ze, die öf onrecht lijden of het
zelve bestendigen. En dat eu is verkeerd.
Wanneer we ons buigen voor het Woord
des Heeren, dan zien wij hoe alle onrecht in
dat Woord bestreden wordt. Ja, de Heer
zegt zelf bij monde van Josaja den profeet
«Ik, de Heers heb het recht lief en „Be
waart het recht en doet gerechtigheid".
Voor Kerk, Staat en Maatschappij geldt het
dus recht ts oefenen, gerechtigheid voor
allen. Een ernstige taak dus die Gods
Woord ons hier op de consciëntie bindt.
Recht te oefenen, helaas het schijnt zulk
een zwaie zaak te wezen. En toch, zei het
goed zqu, moet voor het recht altijd onze
strijd zijn. Met een helderen blik en vaste
hand moet ook hier de arbeid aangevat
worden. Alle vooroordeelen en eenzijdig
heid raceten gerat den en verre weggedaan.
Wanneer dit niet geschiedt dan kammen
nooit tot een goede verstandhouding gera
ken. Ais men rseds wantrouwen koestert
voor de eerste schrede gezet is op den weg
van arbeid dien we ons voorstellen, dan is
die arbeid reeds vooraf tot onvruchtbaar
heid gedoemd.
Daartegen te waken cn te strijden is dan
ook eitsoh van goed beleid die ous altijd dui
delijk voor oogen moet staan. Reolït voor
Patroon en Werktoaa, voor Arbeid en Ka-
pi/aal. Deze vormen toch versobiilende,
onderscheidene sracden en toch zijn ze on
afscheidelijk aaa elkaar verbonden in dien
zin dat da een den ander niet kan missen.
Dat is het sohoone en heerlijke in hetsohep-
pingsverband. Denkt u een van deze beiden
weg en er is geen kapitaal of geen arbeid
meer wat onherroepelijk leiden moet tot
vale eenvormigheid. Ook strijd tusscben
die standen kun nooit anders zijn dan tot
schade van den zwakke waarvan de terug
slag op wreede wijze gevoeld moet worden.
Ea destom behoort er saamhoorigheid te
wezen tussohen die beidon. Nitt het Kains-
woord «Ban ik mijn broeders hoeder", dat
reeds zoo ontzettend veel onheil en jammer
heeft teweeggebracht, maar een zich ê-m
ons heen zijn, daar ze mtde geholpen
hebben om ze koopen. Wij kregen ook
dikwijls oude stukken uit de logementen,
als ze weer voor den zomer werden op
geruimd. Mijn oudste jongen heeft ze wat
opgemaakt en ze heel bruikbaar gemaakt;
want hij is heel knap en handig, en als
hij niets anders te doen heeft, dan gaat
hij bij den timmerman en den hoefsmid
staan, en helpt ze gauw een handje, als
ze het heel druk hebben. Dan helpen zij
op hun beurt hem weer gauw aan zijn
eigen kluchtige karreweitjes,en wijzen heca
hoe hij van eeD oud ding nog wat maken
kan. De kleinste jongen is vlug in het
vinden van die mooie steenec, waardoor
dit strand vermaard is. Als de steenslijpers
zijn mandje nazien, koopen zij al wat
eenige waarde heeft voor ornamenten bd
kleine voorwerpen. Waarlijk, mevrouw,
de jongens en meisjes zijn allen vlijtig en
goed, en zijn een groote troost voor mij."
De jongens en meisjes deden wezenlijk
de zorgvuldige opvoeding hunner goede
moeder eer aan, en verdienden wel, dat
men hun in moeielijke tijden hulp ver
leende. Mevrouw R. was er op gesteld,
dat baar eerste kennisje, de kleine Johanna
even goed het naaien zou leeren als baai-
oudere zuster Naatje. Zij bood dns aan,
elke week het dubbeltje te betalen, dat
er voor stond, opdat ze gedurende de
wiutermaauden geregeld de school zou
kunnen bezoeken. Dankbaar nam Kitty
Ok-cd dit aanbod aan; want ze wilde
gaarne bekennen, dat, nu zij zoo groot
werden, het haar al moeielijk genoeg viel,
hun voedsel eu kleereD te geven en het
baar onmogelijk was, voor allen gelijk
het schoolgeld te betalen. Zij kon wezen
lijk zelden voor meer dan één kied te
gevoelen met diegenen die in stoffelijke j
welvaart lager staan. Helaashoeveel
ontbreekt daaraan ook in onze dagen. In-
plaats van liefde en eendracht is er haat en
afgunst tussohen de standen onderling.
Het is de klassenstrijd die op ruwe wijze
wordt gepropageerd. De sociaal-democraat
dr. Herman Gorter heeft op een vergade
ring grzegl„Niet de arbeider met het
petje in de hand voor mijnheer maar juist
omgekeerd mijnheer met het petje in do
hand t oor den arbeider, zoo behoort het
Is ellendiger stelling ooit verkondigd, is
ooit ruwer aanval gedaan op de mensohe-
lijke vei houdingen, zooals die in Gods
Woord hun oorsprong vinden! Dese stolling
getuigt niet van gezond verstand, neen
hier spreekt uit een omkeering van begrip
pen, het revolutionair fanatisme ten top ge
voerd. Geen van beide behoort of is uoudig.
Het is niet noodig dat de arbeider met het
petje ia de hand voor mijnheer komt, in den
ziu van dr. Gorter. Dat zou kruiperij wezen,
den Christen-werkman onwaardig.
Neen er is een „vrijheid van den arbei
denden stand" in den goeden zin. Maar
de onderdanigheid en eerbied die wij be-
hooren te betuigen is heel iets anders dan
met het petje in de hand voor mijnheer.
Ea omgekeerd, waartoe zou het leiden
dat mijnheer of de patroon onderdanig
moest zijn aan den arbeider 1 Met den
heerschenden geest van onzen tijd rekening
houdende zou het onverbiddelijk leiden
tot geweld, tot een zich in de plaats stellen
van hm die gediend worden. Tegen deze
opvattingen dan bindt de antirevolutionaire
partij den strijd aan. Zij wil trachten de
standen dichter bij elkander te brengen,
ze zooveel doenlijk aan Gods Woord te
doen beantwoorden. Niet alleen reeht voor
ééa klasse, maar voor allen. Want reeht
voor één klasse moet toch ten slotte voeven
tot tyrannic, en huldigd de leer van
Nietszohe dat het zwakkere vertreden moet
worden, opdat het sterkere zieh zooveel
te beter ontwikke'en kan. Deze verderfe
lijke theorie, moet dan ook met alle kracht
bestreden worden. Want wij kunnen niet
ontkennen dat in onze dagen wel zooiais
ziohtbaar woTdt. In een slotstukje hopen
wij daarop terug te komen. C. H.
gelijk het schoolgeld betalendaarom
gingen zij dikwijls om beurten de school
bezoeken en deelden dan e'kander het ge
leerde mede. Kitty hoopte, dat hare meis
jes, als zij er oud genoeg voor waren,
diens'en zouden krijgen, waar het haar
niet eau goed voedsel zou ontbreken, noeh
aan gelegenheid oou al die huiselijke be
zigheden te leeieD, waarin zij ze in hare
woning niet goed kon onderrichten. In-
tusschen leerde zij haar het huisje zoo
netjesbouden,als zij later de kamers en keu
kens vsa hare mevrouwen zouden moeten
doen, als sij eens het huis uit zouden zijn.
Op die manier maakten zij het zich in
huis aangenaam, en zagen er altijd oe'jes
en fatsoenlijk uitzij werden daarbij ook
dagelijks gewend aan orde en vlijt, het
geen haar onder alle omstandigheden goed
te pas sou kamen.
Hoe menig huisje zou er geheel anders
uitzien, als de moeders er bij degrootere
kinderen op aandrongen, tcoh netjes en
ordelijk te zijn Het is alleen luiheid, als j
men een arm gesin vau een ongedekte en
morsige tafel ziet eten, in plaats dat min
het eten behoorlijk zou klaar maken en
neijes opzetten op een helder tafellaken.
Men eet het eeDvoudigs'e voeds: 1 met
smaak, als het behoorlijk wordt opgedischt.
Al eet men pnkel aardappelen, dan moe'en
tooh de borden en messen eiken dag wor
den schoongemaakt, en uiet sleoh's eens
in de week, zooals scmrnige arme rn-n-
schon voldoecde schijnen te schten. Het
is ook alleen luiheid, als men het licht
niet door een helder glasruit heen ziet
komen, maar door ruiten zoo berookt on
stoffig, dat ze even goed van hout of paj ier
konden ge ma», kt zijr..
Mevrouw R was z-ser gotroffm door
Duitschland
Eenige dagen geleden publioeerden wij
een bericht waarin de Keizer in een leefij k
daglicht kwam te staan.
De heele groote pers in Europa is er
vol van.
Men kent de geschiedenis.
Teneinde bet vertrouwen van Engeland
te wiunen heeft de Keizer in eeu paar
vraaggesprekken met een Engelsohen niet-
genoemden staatsman, aan dezen meege
deeld, dat bij 't veld toe htsplan voor den
EegeDolisn generaal tegen de Boeren ont
worpen bad, en hij, om Engeland te be
hagen, geweigerd had President Kruger te
ontvangen, toen deze Jmeende hem per
soonlijk om zijn tueschenkomst te moeten
komen smeekeu.
Het stuk waarin de Keizer deze ont
hullingen doet, werd door dezen aan den
R jkskaD89lier Von Bulow ter hand gesteld
met opdracht om 't te lezen, ca zoo hij er
geen bezwsar tegeu hal,'t te publioeeren.
De kanselier las het stuk niet, doch zond
het door naar 't ministerie van buitenland-
sche zaken, zulks door middel van den
staatssecretaris Von Schöa, doch ook deze
las het stuk niet door en zoo kwam het aan
„buitenlannscbe zaken" die 't aan publici
teit overgaf.
Een storm vau verontwaardiging is ia
Frankrijk en Rusland opgegaan bij de le
zing van dat stuk, waarin Keizer W iihelm
ook nog bekent, het geheime aznbod van
deze twae aan Duitschland om in den ZuLd-
Afr. ooilog tus'chen te treden, te hebben
verraden aan Engeland, alles om Engeland
te believen.
In Engeland zelf heeft de Keizer in plaats
van een plasdankje voor zijn gedienstigheid
een groote dosis hoon en spot opgeloopeD.
Toen gister in 't Lagerhuis een der leden
vroeg of dat reldtoohtsplan van den Keizer
ook in het arehief van den minister van oor
log berustte, en wat hij er van dacht, ant
woordde deze ironisch, onder gelaoh van
't Huis, dat hij er niets van dacht, omdat hij
niet wist dat't stuk er was of geweest was.
Welk een kleineering van eene daad die
de Keizer zelf toeh zoo groot hal geacht dat
hij ze aan de groote klok liet hangen.
hetgeen Kitty Owen over hare beide dienst
boden, de Heohtsr en de Linkerhand,
gezegd had zij het ook niet na, er over
te spreken tot sommige hutbewoners in
hare buurt, die deze beide nuttige leden
hm ner gezinnen niet eens sohenem op te
merken. Kitty was steeds klaar om hare
dienstboden aan het werk te zetten, ten
behoeve van zieken en zwakken. Menige
arme buurvrouw bewonderde de bekwame
band, die hare wonde verbond, den koorts
gloed vau haar hoofd deed verminderen
en haar hamertje voor haar schoon maakte,
als zij ziek te bed lag; daarna bet pasge
boren kindje voorzichtig wiesoh, de andere
onrustige kleintjes stil hield en een ouder
kind het avondeten voor vader leerde
klaar maken. Als er moeders wareD, die
flanel en katoen gekooht hadden, zonder
me' het vervaardigen der kleedingstukken
terecht te kunnen, dan knipte Kitty het
voor baar en hielp ze terecht. Het is
dikwijls treurig ora te zien, hoeveel tijd
er met nutteloos i «babbel verbeuzeld wordt
door velen, wier dienstboden, de Rschter-
en de Linkerhand, werkeloos ter zijde
neerhacgCD. Als hare goede meesteressen
ze maar asn bet werk wilden zetten, dan
zouden die I eel ij fee soheuren spoedig ge
stopt zijn, die t u hare kleederen zoo ont
sieren dan zouden zs%ie vuile mutsen
helder gewasaehea en netjes geplooid op
het hoofd hebben eu niet zoo vuil zijn in
haar gelaa' die morsige vloeren zouden
frisoh en helder worden, terwij! men nu
van de bedorven lucht alleen de koorts
zou krijgendan zouden die sombere
ramen vervrooliikt worden door een helder
gordijntje (of een pot met welriekende
bloemen.
Wordt vervolgdy