NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND No. 12. 1908. Woensdag 14 October. 23e jaargang. CHRISTELIJK- HlSTORISeH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Het Stamhuis van Oranje. Eene Paaschnovelle. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,02s. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 15 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 '"ent. De opgaaf van den spoordienst komt In dit nommer voor op de ge bruikelijke plaats. De laatste jaardag van onze geliefde Koningin heeft, naar wij hopen, aller ba ls vgetMliag in het huis van Oranje en zijn I geschiedenis weer verhoogd. j Waarom wij dit wenschen begrijpt ieder en behoeft geen nadere verklaring. Wjj Nederlanders kannen nooit vergeten wat wij, onder God den Heere, aan Oranje verschuldigd zjjn. De invloed van dit Vorstenhuis op de historie van ons land is Nederland ten blij- venden zegen geweest. De invloed ging ook onze grenzen over en vlocht samen met de geschiedenis van alle Europeesehe volken. Als historische bijzonderheden deelenwe het volgende mede, dat zeker niet aan alle lezers bekend zal wezen, namelijk,dat bijna alle regeerende vorsten in zijlinie afstam men van Prins Willem den Zwijger. Om dit duidelijk te maken, geven we de volgende uiteenzetting. Wij zijn overtuigd, dat ze belangstelling verdient en hier en daar zelfs verwondering zal baren. Willem I, geboren 25 April 1583, zoon van Willem, graaf van Nassau-Dillenburg, en Juliana van Stolberg Wernigerode. Prins van Orauje, geboren in 1544. Ge storven 10 Juli 1584. Hij huwde met 1. Anua van Ëgmont. Uit dit huwelijk een zoon en doehter. 2. Anna van Saksen. Uit dit huwelijk een zoon en twee dochters. 3. Charlotte de Bourbon. Uit dit huwe lijk zes dochters. 4. Louise de Coligny. Uit dit huwelijk een zoon. Zonen van Willem den Zwijger. 1., Filips Willem (moeder Anna van Egmont) gestorven zonder kinderen. 2. Maurits (moeder Anna van Saksen) gestorven 1625 zonder wettige kinderen. 3. Frederik Hendrik (moeder Louise de Coligny)gestorven 1647 had negen kinderen. 4. Willem II gestorven 1650. Zijn zoon was Willem III, Prins van Oranje, later 3 feuilleton! De kermis te Druten vóór jaar zestig. «Wordt hier kerk gehouden?" vraagt zij aan de binnentredende mensehen. «Ja, het is hier „oefening" van avond, vrouw. Straks komt hier een leeraar het Woord Gods prediken." „En hebt gij hier dan geen kerk F" »Oo, ja wel, daar ginds staat het kerk gebouw. Maar daar krijgt de schare „stee- nen voor brood." Hier wordt het dierbaar Woord Gods naar de reinheid des heilig- doms verkondigd. Maar wie zijt gij F Zijt gij niet de vrouw van de «poppenkast," die daar ginds aan den dijk staat? Wat zoekt gij hier?" Oe vrouw van de poppenkastAls het niet zoo donker geweest was, zouden die mensohen gezien hebben hoe diep Louise kleurde. Wat kon zij anders dan „ja" zeg gen? Zij vertelde du van hare zieke Anna en haar angst. Die lieden behandelden haar zeer vriendelijk, spraken haar ernstig toe en gaven haar den raad haar knieën te buigen en bij den grooten Medicijn meester raad te zoeken. Ook bedachten die lieden, dat zij met zulk een krank kind in dien wagen niet blijven kon. Zij gaven haar eenig geld om een onderko men in de dorpsherberg te zoeken en be loofden, dat, als de „oefening" uit was, de ieeraar wel eens bij haai komen zou, om met en voor haar kind te bidden. Nu Iulke goede mensohen aangetroffen gevoelde Louise zioh zeer vertroost en keerde onmiddellijk naar haar kind terug, ofschoon zij van alles wat zij ge hoord en gezien had de helft niet begreep. KoniDg van Engeland. Kinderloos gestor ven. In 1702 hield het huis van Oranje in de rechte linie op. Dochters van Frederik Hendrik. 1. Louise Henriette, gehuwd met den Keurvorst van Brandenburg. 2. Albertina Agnes, gehuwd met Willem Frederik, graaf van Nassau-Diets. 3. Henriette Catharine, gehuwd met Johan George II, prins van AnbaL-Dessau. 4. Maria, gehuwd met Lodewijk Hen drik, graaf van Zimmern. Afstammelingen van Dochters van Frede rik HendrikPrins van Oranje. 1. Louise Henriette, geboren 1627, ge storven 1667,gehuwd met Fiederik Willem van Brandenburg, Keurvorst. Door hen stamt het Koninklijk Duitsche huis Hohenzollern af van Willem den Zwijger en is de tegenwoordige Keizer van Duitschland, Wilhelm II, zijn afstammeling. Eveneens is dit het geval met den tegen- woordigen Cz&ar vau Rusland, wiens over grootvader gehuwd was met Charlotte, zuster van Wilhelm I, den eersten keizer van Duitschland. 2. Albertina Agnes,gehuwd mat Willem Frederik vau Nassau Dietz. Hun kleinzoon wae Johan Willem Friso, erfgenaam van Willem III, Koning van EDge'and. Van dezen stamt ons tegenwoordig koninklijk buis af; Willem IV. Willem V. Willem I, koning van Nederland. Willem II. Willem 111. Koningin Wil- helmina, onze tegenwoordige vorstin. 3. Henriette Catharina, gehuwd met Johan George. 4. Maria,gehuwd met Lodewijk Hendrik. Dochters van Willem den Zwijger. 1. Maria, gehuwd met Filips, graaf van Hoheulohe. 2. Anna, gehuwd met Willem Lodewijk, graaf vau Nassau. 8. Emilia, gehuwd met Emmanuel, prins van Portugal. 4. Louise Juliana, gehuwd met Frederik IV, van de Paltz. 5. Elisabeth, gehuwd met Hendrik, her tog van Bouillon. Kerk in een boereoaohterhuis houden, om dat de leeraar steer en gaf voor brood neen, dat was haar te hoog en te diep. De lezer zal het beter begrijpen. Hij weet dat wij hier te doen hebben met eene opkomende afgescheiden gemeente want het verplaatst ons in dien tijd, waarin de „afscheiding" nog maar onlangs was begonnen, [en beide door kerkelijke en wereldsohe machten werd vervoigd en verdrukt. Den avond van denzelfden tweeden Paasohdag vinden wij ons poppenkastge- zelsehap in de lage dorpsherberg van Dru ten. In de schuur is het vol met koeien voor de markt, die op morgen zal worden gehouden. In een hoek staat de kermis wagen, waarbij de kunstige hond de waoht houdt naast de Poliohinelkast. Op een klein opkamertje ligt het zieke kind, ter wijl vader en moeder treurig bij het bed zitten, waarop hunne Anna sluimert, ter wijl een ouderwetsohe keukenlamp het vertrekje verlioht. De leeraar treedt binnen in het oostuum van dien tijd, en legt zijn driekanten hoed op de tafel, terwijl bij zioh onmiddellijk naar het bed begeeft. „Arme mensehen," zegt hjj, „wat leeft gij toch een treurig le*eD, en wat moet er van u worden als gij zoo komt te sterven Daar ligt nu uw kind. Voor wien hebt gij het opgevoed F Immers niet voor God en den heme), is het wel zoo F En als het nu eens komt te sterven, waar gaat het dan heen F" „Aoh, dominé," snikt de vrouw, „'lis zulk een lief kind. Aoh, zij las zoo graag van Jozef en bad altijd, dat God met haar mocht wezen. Aoh, dominé, wij zijn van betere afkomst dan gij ons aanziet. Maar E^i5i£3£SK3a3aEd63KF!i553emï2? 6. CrJharina Belgis, gehuwd met Lode wijk, «raaf van Hanau. 7. Charlotte Flandrin#,abdeg v. Poitiers. 8. Charlotte Brabs.ntina, gehawcl met Claudius, hertog van Fi émoïlle. 9 Emilia Antwerpiana, p^huwd met Frederik Casimir, graaf van Zveibiticken. Afstammelingen van Dochters van Willem den Zwijger. Louisa Juliana, gahuwi met Frederik van de Paltz. Hun zoon Frederik V huwde met Elisabeth, dochter van Jacobus I van Engeland. Uit dat huwelijk zijn geboren.' 1. Karei Lodewijk. 2. Prins Rnpert. 3. Prins Maurits. 4. Sophia, gehuwd met Ernst Augustus van Hznnover. Karei Lodewijk liet een dochter na. Charlotte Elisabeth, gehuwd met Filips, hertog van Orleans, broeder van Lodewijk XIV van Frankrijk. De tegenwoordige hertog van Orleans stamt af van den Zwijger in den 12den graad. De kleinzoon van Charlotte Elisabeth was Frans Stefan us I, gehuwd met Maria Theresia. Hwnne nakomelingen regeerden sinds 1756 als keizers van Oostenrijk. De tegenwoordige keizer van Ojstenrijk Frans Jozef stamt in den llden graad van den Zwijger af. Humbert, koning vao Italië, stamt even eens in den llden graad af van Prins V7;!lem I, daar zijn moeder een aohter- kleiadoohter van Maria Theresia was. Z jo was ook de zoon vao Napoleon I koning van Rome, van moeders zijde een atVtfinmeling vso den Zwijger. Zelfs stamt Alfonso XIII, de Koning van Spa? je, van den Zwijger af. S phia, gehuwd met Ernst Augustus van Hannover. Haar nakomelingen bestegen na den dood van Willem III den troon vau EogeSand, en zoo f-'am' ook de tegenwoor dige Koning van Eigeland, Eduard, van onzen Prins Willem den Zwijger af. Hetzelfde geldt ook van de koninklijke huizen van Zweden, België, Denemarken en Roemenië. II. Een maatschappelijk kwaad. Onder de vele factoren die onze m&at- schappij tn haren welvaart tegenstaan be hoort voorzeker het alcoholisme. Met recht kan dit geooemd worden een maatschappe- j lijk kwaad, dat onze samenleving aantast j en doorkn aagt. Wat al ellende en jammer i brengt de drank in de huisgezinnen en hoe veel zaken verwoest hij. SI» op de stati- - stieken van gevangenissen en krankzinni gengestichten en ge zult ontwaren dat een groot deel harer bevolkirig besmet was met het eu^el der drankzucht. Het is de geesel die ons volk en met haar onze geheele maatschap pij wreede slagen geeft. Overal, hetzij dan in meerdere of mindere mate, ontwaart uw oog de verwoesting, door den alcohol aangericht. Men spreekt in onze dagen van slechte tijden, voor handel en industrieanderen schreeuwen over onrechtvaardige verdt eling van het bezit, terwijl weer een derde mort cc klaagt over een klein loon en dare tijden. En nu willen wij niet ontkennen dat er in sommige van die beweringen een korrelke waarheid schuilt, maar toch moeten wij voorzichtig wezen. Wsnt helaas! hot moot gezegd; de alcohrl telt zijn aanhangers onder de arbeidende klasse, in niet geringe mate. Zij het dan al niet in dien zin, dat wij ze dronkaards kunnen noemen,toch geregelde gebruikers, die dagelijks eeu deel van hun zuur verdiend loon doen vloeien in de zakken van den kroeghouder. Is alcohol eeu levensvoorwaarde F Een middel dat op een of andere wijze baat geeft aan den werkman F Immers ceao Oader de medici is een riet gering getal,die eenstemmig zijn in har, verklaringen, dat alcohol vergif is. De beroemde professor S okvia heeft ge zegd Alcohol is een hersenvergif. En waar wij nu van bevoegde zijde zóó voorge licht worden, dat alcohol eer nadeelig werkt dan wel ten goede komt aan het lichaamsgestel,daar is het eisch dat wij met die wetenschap winste doen. Maar wij gaan dieper op het kwaad in, omdat wij alB arbeiders 't grootste bslang er bij hebben. Wij willen zyn bewuste, vrije mannen. Opkomen willen wij voor onze rechtmatige belangen en zedelijke rechten. Inderdaad 1 mijn man en ik wij zijn onze ouders ontloopen en hebben een slecht leven ge leid. Mijn kind, mijn lieve Anna, bebik goed opgebracht, inderdaad, zij is waard, dat gij voor haar bidt." „Waard waard, dat ik voor haar bid 1 O vrouw, wij allen zijn niets waard. Wij allen zijn verloren zondaars, en als wij krijgen wat wij waard zijn, dan komen wij in de eeuwige verdoemenis terecht. En wat is mijn gebed Aeb, vrouw, om mijnentwil zal de Heere u niet verhoeren. Ik moet pleiten op datzelfde bloed der verzoening, dat alleen van alle zonden rei nigen moet." „Ja, dominé, wij deugen niet veel," zegt de man. „Maar aoh, heb medelijden mot ons kind. Zie haar daar eens liggen, de lieveling. Wij hadden er van morgen nog volstrekt geen gedachte op, dat het zoo slim was. Aoh, zij heeft zooveel bloed gespuwd, en dat voor zoo'n teer „halsje 1" „Of ik medelijden heb met uw kind, behoeft ge niet te vragenwant anders was ik niet hier gekomen. Maar ik heb ook medelijden met u. Gij zijt allen ver loren, eD, zult ge behouden worden, dan moet Jezus Christus, de gekruiste Zalig maker van wiens opstanding uit de dooden wij heden nog gedachtenis vieren, met zijne zaligmakende genade u redden. Dan moet Hij u zijn Geest geven tot vernieuwing van uw hart, en o, al waart gij dan de grootste zondaar op aarde, ja, al hadtgij alle zonden van Adam af tot op hedeD, dan werdt gij der hel ontrukt, en gij kwaamt den zaligen hemel binnen. Straks heb ik er nog over gepredikt, hoe Jezus zijn disoipel Petrus, die Hem verloochende, alles vergaf. Hij is gekomen om zijn volk zalig te maken van hunne zonden." Terwijl de predikant aldus sprak, kon men Louise wel wassohen in hare tranen. Haar bart was verbroken van schuldbesef. Bij het sterfbed van haar kind ging haar alles door de ziel en zij vraagde don leeraar«Dominé, zou de Heere God inijn kind wel genadig willen zijn, daar zij zulk eene slechte moeder heeft?" Zij zeide dit zoo smeekend en was zoo diep bewogen, dat de dominé begon te begrijpen, dat het haar ernst was met de zaak. Hij zeide haar, dat de zoon niet dragen zal de ongerechtigheid des vaders, maar dat ieder door eigen schuld verloren gaat. Hij sprak haar over overtuiging van zonden, gewerkt door den Heiligen Geest, en in de drie stukken, die volgens het Heidelbergsoh onderwijs, gegrond op Gods Woord, noodig zijn te kennen tot zalig heid. Het zieke kind sloeg de oogen op, en was verbaasd over wat zij hoorde en zag. De leeraar sprak haar vriendelijk toe en vraagde of zij bang was om te sterven. „Neen," antwoordde zij, „de God van Jozef is mijn Goden ik heb Hem lief. Maar moeder moet ook dezen God van Jozef liefhebben.'' Ten hoogste verbaasde zioh de leeraar over die woorden. De God van Jakob, de God ran Abraham, de God van Izaak,,dat waren geijkte en welbekende termen, maar de God van Jozef! Hoe kwain het kind daaraan Moeder legde het uit en haalde een leesboek voor den dag, dat haar dochter tjes bijbel was geweest. Nu begreep de goede man het beter. «Lieve kind," sprak hij, „de God van Jozef is de God der Voorzienigheid. Hij zorgt voor de zijnen. Maar de God van Jozef is ook de Vader van onzen Heere wie zou zulks afkeuren. Geen weldenkend monech die ooit pogen zal ons daarin tegen te werken. Maar is het nu dat een deel van het loon hoe klein dan ook voor drank uit gegeven wordt, dan is dat onmiddellijk een houvast voor diengeeno die buiten den kriog der werklieden staat. En terecht. Waar bewezen is dat alkohol geen voe- dings-, maar alleen een sterk prikkelend genotmiddel is, dat zeer goed gemist kan worden, daar zal het voor ieder duidelijk z\jn, dat wij ook terwille van ons recht, haar moeten prijsgaven. Met practische feiten toch is aan te toonen dat in onze grooto steden ontzaglijk veel door da arbei ders «.an Bacchus geofferd wordt. Dat het groote loon hetwelk verdiend wordt, niet ten goede komt aan het gezin. Een maat schappelijk kwaad alzoo dat gruwelijke zedelijke ellende na zich skept. En nu zou den wij kunnen wijzen op de oorzaken die ook hiervoor aangewezen worden, maar dat zou te veel plaatsruimte cis hen. Maar dit moet nog gezegd tegen dezen volksvijand In de volle beteskecis van het woord, moet de strijd aangebonden worden. Niet door enkelen zooals nu geschiedt. Zeker, wij weten het dat ook op Christelijk gebied meer opleving on ontwaking komt. Da Nationale Christen Geheelonthoudersver- eeniging en de Gereformeerde vereeniging voor drankbestrijding zijn in hun arbeid niet ongezegend. Maar wat zijn dezen onder zoovelen? Wanneer wij zoo juist in het ontvangen verslag van G. V. V. D. zien dat zij telt 1365 leden en daaronder 31 predi kanten, dan bemerken wij hoeveel er nog ontbreekt. En al is het dat de N. C. G. O.V. enkele doizend leden tok, toch kunnen wij slechte dankbaar zijn maar niet voldaan. Meer en meer moet er op gewezen worden hoe onze geheele samenleving door het alkoholisme bedreigd wordt. Dat ieder dan toch zijn verantwoordelijkheid gevoele. Ieder meewerke zooveel in zijn vermogen is om de sterke veste van het alcoholisme te slechten. Hier ligt een roeping, ook inzon derheid voor de Christelijke pers. Meer dan eenmaal is het ons opgevallen, hoe stief moederlijk deze zaak bedeeld wordt- En werd aan deze zaak de aandacht geschon ken door de radactie op het voorste ge dealte van het blad, dat op de achterzijde Jezus Christus, die ons in het offer zijns Zoons tot kinderen Gods maakt. Evenals Jozef door zijne broeders werd verkocht, zoo ook is de Heere Jezus door zijn eigen geslacht overgeleverd, om aan een vloek hout te sterven. Daar heeft Hij den last der zonde, den toorn Gods tegen do zonde cos ganschen mensohelijken geslaohts (zooals onze Catechismus zegt) gedragen. Maar Hij is opgestaan uit den doode, en heeft het leven en de onverderfelijkheid aan het lioht gebracht. Nu deelt Hij, evenals Jozef in Egypteland, het levens brood uit aan allen, die hongeren en dor sten naar de gerechtigheid, en zij zullen verzadigd woTden." Met groote oogen staarde Anna den predikant aan. „Dan is Hij meer dan Jozef!" zeide zij pleohtig: „Zou Hij mij ook van het levensbrood geven Ik zou het zoo gaarne hebben." Ofschoon de predikant Seen der eersten onder de gescheiden leeraars, volstrekt niet over één naoht ijs ging, en wel terdege op de zuiverheid der belijdenis gesteld wasofschoon er van hem in geenen deele kon gezegd worden, dat hij iemand al te haastig de handen oplegde, h'er gevoelde bij tooh, dat Gods Geest werkte. En hoe wonderlijk kwam het hem voor, dat alle middelen en wegen zóó samen moesten loopen, dat hij hier dit stervende kind en haar ongelukkige ouders ontmoette, om bun den gestorven en opgestanen Christus nog aan den avond van het Paaschfeest te verkondigen, ofschoon hij zelf iederen Zondag een Paasohdag rekende, en met de tweede feestdagen wonder weinig ophad (Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1908 | | pagina 1