NIEUWSBLAD OR ZEELAND, No. 7. 1908, Donderdag 8 October. 23e jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN De Cholera. FEUILLETON. Eene Paasehnovelle. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,02®. UITGAVE DER FIRMA EN VAN J van 15 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 '■ent. Eene ziekte, die in Azië inheemsen, vroeger menigmaal Europa teisterde en geheele landstreken ontvolkte, is de cholera die in weinige uren hare slachtoffers ten grave sleept. Eerst uit de aohttiende eeuw vinden we aangaande deze gevreesde ziekte het een en ander vermeld, dat we als waar ku-nen aannemen. Het is b.v. zeker, dat zij in 1783 aan den bovenloop van de Ganges heersohte en er binnen acht dagen 20,000 slachtoffers eisohte, dat zij in 1768—'71 te Pondichery en omstreken gewoed heeft en ,er 16000 menschen weggerukt heelt. Komende van Voor-Iodië betrad ze in 1823 aan de kusten van de Caspisohe Zee het Russisch grondgebied en bereikte deD 22&n September vau dat jaar te Astrakan den bodem van Europa. Hoe verder ze west waarts reisde, des te goedaardiger werd haar karakter, zooals bieek in 1832 toen se op een verlaten vaartuig in ons Vader land te SoheveniDgen aanlandde en zich van hier in dat en in het volgend jaar over de Rijnstreken uitbreidde. Bij de vraag naar de oorzaken dezer ziekte ontwaren we aanstonds het verschijn sel, dat zij, hoewel verschillend in hevig heid en in snelheid van uitbreiding, zich steeds op dezelfde wijze vertoont, liefst langs waterwegen voortschrijdt en met eene eigenaardige hardnekkigheid de voor keur geeft aan bepaalde gewesten en zelfs aan bepaalde wijken van steden en dorpen, zoodat zij juist daar zich het eerst, het hevigst en het meest algemeen openbaart. Uit het verslag harer geschiedenis heeft uien kunnen opmerken, dat schepen, leger- afdeelingen en bedevaartgangers veelal de voertuigen harer verspreiding zijn. Het valt niet te ontkennen, dat men de cholera be smettelijk moet heeten, indien deze naam moet gegeven worden aan ziekten, die door middel van eene smetstof, welke zich in den lijder ontwikkelt, van den eenen mensoh op den anderen overgaan. Intus- eehen is zij niet besmettelijk zooals de pokken, mazelen en roodvonk, waar een bloote aanraking der huid de ziekte kan overplanten. Vele voorbeelden hebben be wezen, dat de omgaDg met de zieken niet gevaarlijk is, doch dat het wegbrengen der excrementen (braaksel, enz.) de ziekte heeft deen ontstaan. De kermis te Druten vóór zestig jaar. „Is die koe van ou, menneke Woar mot dat hen, Joapik „Nou, noar Druten. Margen is 't karmis, Jonkdat wit te wel. „Joa, Joapik, of ik 't wit. 'tlswoarlijk zund en schande. Doags noa Pasohen kar mis houen En mot jie doar van doag al hen mit de koe. Is 't margen vruug niet vruug genoeg u't Is van doag gin zundag, Keeske. Foasohmoandag is dear net zo'ojjfag veur. 'k Bring de koe bie moeder in stal. Die weunt te Druten. 't Is men geboorteploats". „Nou, 'k zeg dat 't zund en sohand is van het gemeentebestuur, om netkarmis en vee markt te houen als de Poasohklokken nog niet koud ziene, dat zeg ik, heur. 't Is van doag wel geen zundag en margen ook niet moar al wat dominé preekt bed, dat joelt en danst de karmis er wer uit. Daar heb je de puppen al an't dansen". Het gesprek, dat wij daar afluisterden, werd op den 29 Haart van 't jaar ge houden door twee boeren, die elkander op den dijk tussohen Leeuwen en Druten ont moetten. Japik had een praohtige koe aan het touw, welke op den volgenden dag, ge woonlijk Paasoh-drie genoemd, als wan neer het te Druten kermis is, op de jaar markt moest worden verkocht. Cornelis van Thiel had het Paasohfeest bij familie gevierd en gaat nu naar Leeuwen met een boodsohap. De man is het niet eens met die keimig op Paasch-drie, dat bemerken wij wel. Hij ie dan ook een zeer ernstig man, Ook is het niet onwaarschijnlijk, dat slechts een weinig van de smetstoffen toe reikend is, om de geheele massa van een welgevulden seoreetput in gisting te bren gen, zoodat hierdoor de smetstof op groote schaal gevormd wordt. Stonden dan ook voor eenige tientallen v&n jaren de Westelijke Janden yan ons werelddeel geregeld bloot aau aanvallen van cholera, thans behooren door de met Gods zegen gekroonde maatregelen van o verheidswege genomen, cholera-epidemiën in Europa tot de zeldzaamheden. De dok toren, waaronder dr Koob, Bryden en Pet- lenkofer, hebben gevonden, dat de gevrees de ziekte wordt veroorzaakt door bacteriën, die den vorm van korte, schroefvormig ge kromde staafjes cf spillen hebben. In droge luoht kunnen zij niet blijven leven, maar sterven er reeds na 24 uur. In water, in vochtige kleeren, maar vooral in melk gedijen ze sterk, zonder dat deze melk daardoor ook maar eenigszins van uiterlijk verandert. Ia hoofdzaak levert het water, vooral van rivieren, het grootste gevaar voor be smetting op. Sedert het gebruik van duin water is de cholera te Amsterdam, zoo vaak zij er zich toonde, veel beperkter geweest in bare uitbreiding dan voorheen, en wij weten, dat in Zeeland, waar de brakke grond de ingezetenen tot het drinken van regenwater noodzaakt, de ziekte nagenoeg onbekend is gebleven. AU bijkomende oorzaken mogen vermeld worden vochtigheid van den bodem, en van de woningen, zoodat er betrekkelijk velen worden aangetast in de kelders der groote steden, onzindelijkheid, gebrek aan voldoend voedsel en frissche luoht, het misbruik van sterken drank, verkoeling der ingewanden, zorg, vrees e. m. d. Dit aangaande de ziekte, laten we nu nagaan hoe de ziekte is. Gewoonlijk wordt de cholera voorafge gaan dóór griep, verkoudheden, tussohen- poozersde koorts en vooral door diarrbé. Waar zij zich vertoont, heeft men door gaans in het begin betrekkelijk de meeste gevallen met doodelijken afloophare uitbreiding neemt vervolgens gedurende eenige weken dagelijks toe, en begint daarna te verminderen, totdat zij eindelijk geheel en al verkwijnt. die in zijn jeugd, helaas als zoovelen, de wereld heeft gediend en op de Drutensche kermis naar vleesohelust meegedanst en ge zongen. Ach, toen wist hij ook niet beter. Toen had hij nog geen oog in zijn verloren toestand en geen behoefte aan een Zalig maker voor verloren zondaars, maar 'tis aoders met hem geworden. Hij heefteen nieuw hart en daardoor ook een nieuwe keus gekregen en wandelt nu ook in nieuw heid des levens. Nu zegt hij apostel Paulus volmondig na „Wat vrucht hadt gij toen van die dingen, waarover gijunu s c h a a m t De goede Japik van Ek is op bet gebied der geestelijke dingen nog zoo blind als een 'mol. Hij is wel in zeer gods- dienstigen vorm opgevoed, maar 't is toch altijd bij den vorm gebleven, 't Is, om we der met den apostel Paulus te spreken, „een gedaante der godzaligheid, die de kraoht er van verloochent", en daarom minder dan niets beduidt voor een God,die niet op uiter lijke dingen, maaa op het hart ziet. Japik van Ek heeft nog eerbied voor den Zondag en zou daarop met geen koe aan een touw hebben geloopen, maar daar het Paasoh- «aaandag was, zag hij er geen been in, om toen reeds met zijn vee naar de markt te gaan. Hij was er dan vroeg, kon den handel spoedig afdoen, en had den geheelen dag voor „kermispret". Dat die kermispret in volkomen tegenspraak was met het pas ge vierde Paasohfeest, o, daar bekommerde hij zioh niet om. Weet ge wat hij schande en zonde zou gerekend hebben Wanneer do nieuwe leden, die op Pa sohen bevestigd waren, op de Drutensche kermis voor de viool hadden gedanst ziet, dat zou hij hoogelijk afkeuren.Dat had bij zelf dan ook niet gedaan. Maar nu die Een opmerkelijk verschijnsel is het, dat sommige vogels, zooals zwaluwen en mussohen, onmiddellijk vóórhel uitbreken der ziekte in eene stad, deze verlaten, om eeTst Da haar ophouden terug te keeren. Bij de echte cholera onders^V-idt men 3 tijdperken, dat der voorloopige ver schijnselen, dat van den aanval en dat van het herstel. Het eerste duurt van 1 tot 4 dagen verwaarloost men deze ongesteldheid, dan bevordert men de komst van de cholera, terwijl deze alsdan nog door een gepaste behandeling dikwijls kan worden afgewend. Intusschen treedt de ziekte ook wel eens onmiddellijk op in volle kraoht en is dan hoogst gevaarlijk. Behalve diarrha behooren matheid in de ledeD, kilheid van handen en voeten, duize ling, verdooving det ledematen, hartklop ping, sterk zweeten en gerommel in den buik tot de voorloopige verschijnselen. De aanval zelf geschiedt gewoonlijk's caobis. De lijder gevoelt zioh mat en duizelig en begint te brakea, waarbij eerst de iuhoud van de maag en vervolgens eene groenach tige, of witte vlokkige vloeistof wordt uit geworpen. Zijn gelaat vervalt, en ctn inwendige hitte veroorzaakt een onïesch- baren dorst. Hij gevoelt krampen in de kuitspieren, in de dijen, armen en vingers. Zijne stem wordt heesoh, zijne huid koud en de huidplooi verdwijnt zeer langzaan». Er komen kriDgen om de oogeu, terwijl banden en voeten, lippen eD nagels blauw worden, De tong is sterk bes'sgen en kout, de pols zwak en weldra niet meer merk baar. Na verloop van eenige ureD op het langst van J of i etmaal kunnen de ont lastingen verminderen, zoodat de ziekte hef 3e tijdperk bereikt, of de verschijnselen nemen toe in hevigheid en eindigen met den dood. In dit geval ligt de lijder door gaans bewegingloos en uitgeput op den rug en de ontlasting geschiedt onwillekeurig, Ziju gelaat is ingevallen en geweldig vermagerd. De huid is rimpel:-~,ijsis :ud en deegachtig op het gevoel, handen, voeten'en ooien zijn donketbiauw of paars en de lippen bijna zwart.De krampen blijven aanhouden, de ademhaling wordt moeilijk, de pols is Diet meer waar te namen en uit degeopende ader verschijnen eenige droppels zwart belijdenis al zoo lang achter hem lag en hij. evenals de anderen, er tooh zoo weinig naar geleefd had, nu kon dit er nog wel meê door. De wegen der beide mannen scheidden z:oh. De Drutensche weg verliet juist den dijk op het punt, waar zij elkander ont moetten. In de kromming van den weg tegen den dijk aan had zioh een kermis- troepje in het gras als tussohen de struiken neergeslagen. Zij waren het, waarop Cor nelia van Thiel doelde met de uitdrukking, die wij hem hoorden bezigen„Doar heb je de puppen al oan 't dansen." Terwijl Cornelis zijn ouden kennis en speelkameraad Japik nog een poosje aan de praat houdt, en hem eeDS kort en goed vertelt hoe gelukkig hij zich thans gevoelt, omdat hij in dergelijke wereldsohe, ja „duivelsohe uitspattingen" als de Dru tensche kermis, geen lust meer heeft; terwijl hij hem vermaant ook den weg der ijdelheid te verlaten en zioh tot God te bekeeren, terwijl het nog heden ge noemd wordt, en de deur der genade nog niet is gesloten, en terwijl Japik dit alles met een angstig hart aanhoort, want daar binnen klopt iets, dat zegt: „die Kees heeft gelijk," nu, intusschen zullen wij dan eens kennis maken met dat kermis- troepje. De poppen waren nog niet aan den gang, integendeel, de poppen moesten nog worden gerepareerd, en Jan de Acrobaat, zooals hij zioh zeiven noemde, zit daar in de schaduw neder om zijn Polichinel wat op te schilderen en al het rommeltje wat in orde te maken. Jan de Acrobaat reist met een zoogenaamde poppenkast, waarin bij Jan Klaasen met Trijn laat kijven en bloed, terwijl 'n kleverig zweet de geheele huid bedekt. De opwaarts gerichte oogen blijven half open, de bewustheid verdwijnt en het leven vliedt h*eo. Blijft de lijder anderhalf etmaal in leven, dan is er hoop op behoui. Nu neemt het derde tijdperk een aanvang, waarin de verschijnselen zeer verschillend kunnen zijn. Bij een gunstig verloop volgt nu de zoogenaamde reaelie. De levensverrichtingen herwinnen bare kraoht, de pols wordt sterker, de blauwe kleur verdwijnt en de uitdrukking van het gelaat wordt levendiger.ADgst en beklemd heid maken plaats voor kalmte, en deze brengt een weldadigen slaap. Op deze wijze kan de genezing na verloop van weinige dagen plaats hebben. Doch niet altijd is de gang der reactie zoo gunstig.Somtijdskeertde normale lichaams warmte slechts in sommige deelen terug en mist de lijder 't verkwikkend gevoel eener aanvankelijke herstelling. Som ijds ook is de reactie al te hevig, zoodat de lichaams warmte tot koortshitte klimmend, 'n vollen snellen polp, hoofdpijn eo zelis de ijlhoof digheid doet ontstaan. Doch ook deze toe stand eindigt bij overvloedig zweet en eene sierk vermeerderde urine afscheiding door gaans met genezing. Erger is het wanneer zij in een ziekte ont aardt, welke veel overeenkomst heeft met typhus, en om die reden deD naam draagt van oholeratyphoide. Omstreeks '/4 der eholeralijders wordt er door aangetast, zij schijnt te ontstaan door het achterblijven der urinebestanddeclen in het bloc-denheeft in ergen graad doorgaans een doodelijken afloop. Het spreekt dan ook van zelf, dat men bij de cholera aanstonds de grootste omzichtigheid moet in acht nemen. Bij den aanval verwarme men in de eerste plaats da kille huid en versohaffe den lijder, maar telkens bij kleine hoeveelheden, drank, waartoe men liefst spuitwater, of zuiver wa ter met een weinig rooden wijn kiess Later bij toenemende koude kan men die diauken door een warm afkooksel van kamillen ver vangen. Bij hevige krampeu moet men de pijnlijke deelen wrijven met warme wollen lappen. Het derde tijdperk vereischt niet zoozeer geneesmiddelen als eene nauwkeu rige verpleging en eene groote omzichtig heid in het gebruik van spijs en draak. De lijkopening van eholeralijders wijst vechten en honderd potsen vertoont, waarin de lange witte dood een voorname rol vervult. Maar dat is op verre na zijn eenige kunst niet. O, neen, hij gooobelt, dat het een eard heeft, werpt iemand, zonder dat het zeer doet, een sfet op den mond, moffelt eeDten en eieren weg, zoo- dat niemand ze terug kan vindeD, totdat hij zelt ze eindelijk uit de mouwen eener dikke boerin oi' uit de pet van een boe- renlummel schudt. Zijue vrouw verstaat wetenschap, wearvau de apostel Paules te Fiiippi ivoor 1800 jaren een slavinnetje verloste, en ook zij brengt haar man veel gewin aan met waarseggeD: Of het uitkomt wat zij zegt Nu, dat moet ge maar eens aan de Drutensche boerinnen vragen. Die zulièn u er de frappaDtste dingen van vertellen. ZelfB de hond krijgt zijn kost niet voor niets, maar is uiterst productief door allerlei oumogelijke toeren. Alleen de dochter van Jan Acrobaat doet niet mee. Dat is een wonderlijk kind, en wat vader ook ooit beproefd heelt om haar mede in de geheimen der edele straat- kunstenaarswetenschap in te leiden is ge heel te vergeefs geweest. Hoe kwam dit? Eensdeels omdat moeder Acrobaat er zioh sterk tegen verzette, dat hare dochter voor hetzelfde leven zou worden opgevoed, dat zij verplicht was te leiden en anderdeels omdat het meisje zelf telkens luid begint te weenan, wan neer zij wordt aangezet mede te helpen, en een zeer ziekelijk gestel heeft nog bo vendien. Zij ligt dan ook vaak in de el lendige kar, die hun tot woning dient, terwijl de kermispret in vollen gang is, en geefi vooral in dit voorjaar het hard te verantwoorden. Terwijl de kinderen ons hoofdzakelijk op 2 verschijnselen op eene geweldig J sterke afscheiding in hst darmkanaal en op eene snelle verandering van het bloed, i lo het darmkanaal vindt men de op rijst- wator gelijkende vloeistof, die uitafgesohei- den bloedwei en afgeschilferde darmvlok- ken bestaat en het slijmvlies der dar men is hier en daar ontstoken. Het bloed is don- keTblauwaehtig rood, min of meer dik, na een hevigen aanval zelfs taai. Het is opge hoopt in het hart, maar ontbreekt in de haarvaten, alzoo in het celweefsel, de spie ren en de loDgen. Bijna altijd zijn de nieren aangedaan en men ontwaart daarin, vooral bij choleratyphr ïde, een eigenaardige ver vorming, onder den naam van eiwitnieren bekend. De ziekte is dus eigenlijk gelegen in eer.e overtollige afscheiding van vloeistof uit de bloedvaten van het slijmvlies der darmen. Door de bloedwei wordt het slijm vlies zelf aangetast, coodat het zieh in vlok ken met de vloeistof vermengt. Door het weiverliea wordt het bloed dik, zoodat het niet in de haarvaten kan doordringen; daarom wordt ook de ademhaling belem merd, en wegens do varmindering der bloedmassa verdwijnt de gevuldheid der huid. De gebrekkige voeding der hersenen doet voorts ijlhoofdigheid ontstaan. Er komi nog bij, dat het bloed al het vocht, dat in de weefsels voorhanden is, gretig opzuigt, zoo dat de huid verschrompelt en hare veer- kraoht verliest en de gebrekkige ademhaling haar blauw maakt. 7 October 1908. Een ongeloovige, zooals ik. «Ter geruststelling der leden van den Raad, die door de kerkelijke partijen hier zijn binnen- gebrachf, kan ik verklaren, dat deze vrouw niet is een ongeloovige, zooals ik, maar een door en doer roomsche vrouw.. Aldus de heer j. van den Brink in den Raad van Breda, pleitende voor de pensionneering van de vrouw eens overleden gemeentewerk- mans." Het Dagblad van Noordbrabant «naakt naar aanleiding van dezs woorden de op merking, dat de heer Van den Brink steeds io Het Wolk als een geloovige is voorgesteld; het zegt niet te kunnen „veronderstellen, dat hij dat zou hebben toegelaten, indien hij van den aanvang zjjner socialistische pro paganda af ongeioovig ware geweest als uit den omtrek nieuwsgierig den wagen omringen en met glinsterende oogen naar Polichinel turen, het meisje in hun hart golukkig prijzende, dat zoo vaak en zoo dichtbij ai deze heerlijkheden bekijken kan, zucht zij en kermt van pijn en be nauwdheid. Vóór een paar dagen heeft zij voor het eerst bloed opgegeven, en hare moeder maakt zieh ernstig over haar be zorgd. De lezer is wellicht nieuwsgierig ge worden iets meer van de geschiedenis van Jan Acrobaat en de zijnen te vernemen. Ach, die geschiedenis bevat veel treurigs, en heeft ook veel overeenkomst met die van den verloren zoon in de gelijkenis. Hij is eigenlijk een man van goeden hnize. Zijn vader is een vermogend grondbezit ter, maar Jan wilde den goeden weg niet op. nam dienst bij het paardevolk, en verbond zioh zes jaren later met een paard rijderstroep, waarmede hij van stad tot stad rondreisde en allerlei kunsten ver toonde, Hij maakte in dien tijd kennis met zijne tegenwoordige vrouw, ook een fatsoenlijk meisje, maar die eene harts tochtelijke bezoekster van het paardenspel was, en zonder moederlijk opzicht met baar zeer wereldsch gezioden vader leefde. Jan Acrobaat, zoo zuHen wij hem nu maar blijven noemeD, wist de jonge Louise in te pakken. Hij zag haar het eerst in het spel, en zoeht daarna gelegenheid haar ook daarbuiten te zien en te snreken, Het was toen kermis te Arnhem. Nu, om kort te gaan, hij begoochelde haar dermate, dat zij besloot haar vader in stilte te verla ten en met den paardrijder door te gaan. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1908 | | pagina 1