No. 2. 1908, NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND Vrijdag 2 October. 23e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUiJ, te Middelburg. PRfJS DER ADVERTENTIËN 1EDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,02s. UITGAVE DER FIRMA EN VAN De opgaaf van den spoordienst komt in dit nommer voor op de ge bruikelijke plaats. Het is de VERBETERDE Winter- dienst. Wijzigingen in de briefposttarieven voor het Binnenland. Brieven. Het gewicht voor enkelvoudig port is verhoogd tot 20 gram. Briefkaarten. Het port in plaatselijk verkeer is verlaagd tot 1' 2 centformu lieren 'h cent per Btuk. Voor ongefran- keerde of ontoereikend gefrankeerde briefkaarten is boven het ontbrekende port 2'/a cent verschuldigd. Gedrukte stukken. Tot 500 gram bedraagt het port 1 cent per 50 gram of gedeelte van 50 gram. 1 October 1908. Bergambacht. Land en Volk, het Haagsehe vrijzinnig- demccratisehe orgaan, plaatste van een abonnee het volgende stuk, waarin tegen de brandstichtingen en ruitenvernieliagen, gelijk dit door de kermisvereerdere ie Berg ambacht geschiedt, geprotesteerd wordt. Het ia dan ook meer dan erg. Anarchie. 's> Gravenhage, 28 Sept. '08. Mijnheer de Redacteur. Eenige dagen geleden bevatten de bladen bet bericht, dat de boerenhofstede van den heer D. R. te Bergambacht, door kwaadwilligen aangestoken, tot den grond toe was afgebrand. Een paar dagen later kwam het bericht, dat een kwaadwillige bende de ruïne opnieuw had bezocht en de kippen en eieren in de hokken, benevens de vruchten aan de boomen had ver nield of medegenomen. Ter toelichting was er in de bladen bij vermeld, dat deze treurige feiten bedreven waren, als wraakneming op D. R., omdat zijn zoon gestemd had als lid van den gemeenteraad, vóór de afschaffing der kermis, die dan ook afgeschaft is. Van naderbij met de zaken op de hoogte zijnde,kan ik hieraan nog 'tvolgende toevoegen. De brand werd bemerkt door een der knechts, die met het gezin reeds ter ruste lag, doch door het knetteren der vlammen wakker werd. Ware dit niet geschied, dan zouden zes men- schen levend verbrand zijn, daar de knecht de anderen moest gaan wekken, w.o. ook de heer D. R., een man van meer dan zeventigjaren. Bij deze en de andere gruwelen, die ik noemde, was ook een veldwachter tegenwoordig, die zoo weinig presteerde, dat een troep brood dronken lieden een touw om zijn middel bonden hem meenamen en toen allerlei dansen om hem heen gingen uitvoeren zonder dat hij iets daartegen scheen te kunnen uitrichten. Inmiddels hebben nog andere personen die zich de vrijheid veroorloofden om niet voor de kermis te zijn, het moeten ontgelden. Zoo zijn hunne woningen gebombardeerd, Batuurlijk mei verlies der ruilen, of wel de voorzijde yan hun huis met koolteer ingesmeerd. Het heeft mij verbaasd, nog geen bericht ge lezen te hebben, dat een streng onderzoek naar de daders van deze gemeene feiten wordt in gesteld, opdat de gerechte straf niet moge uit blijven. Het is toch al te bar, dat eene gemeente geruimen tijd zou overgeleverd zijn aan de ergerlijke handelingen van een bende sujetten, die -vellicht door eenige personen, belangheb benden bij de beruchte kermis, aldaar, worden aangezet. 't Is een raadsel, dat zulke toestanden nu al 3 weken kunnen voortduren in een plaats onder den rook van twee garnizoenssteden, t. w. Gouda en Schoonhoven. Als de militaire macht voor zulke zaken geen afdoende hulp kan bren gen, dan vraag ik, waar ze toch eigenlijk voor dienen zou. Toen een vijftigtal jaren geleden te Ouder kerk a/d IJ, ook de boeren in verzet kwamen tegen den burgemeester, wegens het afschaffen der kermis, waren binnen een paar dagen de militairen uit Gouda aanwezig om de rust te herstellen, wat spoedig geschied was. Zelfs in een stad als Rotterdam is, na de afschaffing der kermis, dit jaar geen enkel mis dadig feit gepleegd, ook niet tegen de raads leden, die vóór de afschaffing waren. En in een dorp op enkele uren afstand, heerschteen toestand van anarchie, waar één veld- mei twee rijksveldwachters geen paal en perk aan kunnen stellen. De ingezetenen laten des nachts hun have bewaken uit vreeze voor hunne per sonen en goederen. En de geweldhebbers worden immer brutaler. De burgemeester is ongelukkig ook tegelijk burgemeesier van Am- merstol en moet zijn invloed daardoor verdeelen. Ik lees daar zoo juist, dat ook in andere bladen de noodkreet uit Bergambacht gehoord wordt, om aan het schrikbewind aldaar een einde te maken, 't Wordt meer dan tijd. Ik hoop, dat de hooge autoriteiten spoedig daartoe zullen overgaan. Gelukkig. Nu is er dan toch eenige kans dat er eenige verademing komt 1 Waarom zulk een stuk niet vroeger opgebonden De ervaring tooh leert dat, om gehoor te vinden bij de autoriteiten, men zijn klacht in de vrijzinnige bladen plaatsen moet. UIT m pfiSRs. „Voorzichtigheid". Onder dit opschrift bevat de Oelderlan der (r.-k. dagblad) een lezenswaardig hoofd artikel, waaruit we aldus De Rotterdam mer van eenige weken geleden een en ander overnemen. Na eerst eene begripsbepaling van het woord Voorzichtigheid" te hebben gege ven, gaat het blad aldus voort: De omstandigheden hebben van ons volk over het algemeen genomen een voorzichtig volk gemaakt, evenals ze den Italiaan vurig en temperamentvol, den Arabier contemplatie! deden worden. Onze geschiedenis, onze tegenwoord'ge po sitie in de wereld, de senore zwaarte onzer taal, onze geografische ligging, alles heeft er toe medegewerkt in onze natie meer dan bij andere volken de voorzichtigheid aan te kwee ken als vrucht van eeuwen met velerlei ervaring. Deze voorzichtigheid is een kostbaar goed, dat wij zeker zorgvuldig te behouden hebben nn niet licht te hoog geschat kan worden. Maar anderzijds hebben wij ervoor te waken, dat deze goede hoedanigheid niet ontaardt in het overeenkomstige gebrek. Van twee kanten wordt de oud-HolIandsche voorzichtigheid bedreigd. Ten eerste door het verlangen naar snellen rijkdom, dat de voorzichtigheid doet te loor gaan, de speculatie- en speelzucht in de hand werkt en de nationale welvaart, die in ernstigen arbeid wortelt, bedreigt. Ten tweede door de ontaarding der voor zichtigheid in angstvalligheid en besluiteloos heid, die de kracht en den ondernemingsgeest dooden. Tegen het eerstgenoemde euvel is in de laatste tijden van alle kanten met den meest mogelijken ernst gewaarschuwd; vooral nadat het Nederlandsche kapitaal met honderden millioenen was verminderd. Maar op het andere is minder de aandacht gevestigd, ofschoon het toch waarlijk niet minder reëel of minder ernstig is. Overal vindt men dien geest van angstvalligheid en besluiteloos heid, van gebrek aan zelfbewustzijn en ondernemingsgeest. In de politiek en wetgeving, bij het kapitaal en bij den arbeid, in de economische en sociale beweging. En het gevaarlijkste is daarbij, dat zij, die aan dit défaut de leur qualité lijden, zich het monopolie der voorzichtigheid plegen toe te schrijven en maar al te vaak ook als de voorzichtige menschen bij uitnemendheid wor den beschonwd. Deze opinie berust op een zeer verkeerd begrip van voorzichtigheid Voorzichtigheid schuilt niet altijd in onthou ding van een daad, maar zeer vaak in het stellen van een daad. In het algemeen kan men zelfs reeds uit de beteekenis der woorden vaststellen, dat het niet handelen, het achterwege laten van een daad, in den strikten zin des woords nooit voorzichtigheid kan zijD. Voor zichtigheid veronderstelt voorzien, beleid, het volgen eener gedragslijn, die tot het doel leidt en daarnaast het nalaten van alles, wat het doel in gevaar brengt. Een tweede vorm van verkeerd begrepen voorzichtigheid is naast het n i e t-doen hel n a-doen. Terwijl de niet"doener alle doen onvoor zichtig heet, ziet de n a'doener in iedere nieuwe onderneming, in ieder nog niet toegepast denkbeeld een onvoorzichtigheid, een gevaar. Oorspronkelijkheid, afwijking van het steeds betreden pad is den nadoener een gruwel. Deze ontaarding der voorzichtigheid wordt helaasin ons volk al te veel aangetroffen. De navolging wordt onder ons een obsessie. Onze geheele wetgeving gaat meer en meer berusten op varianten vanbuitenlandschethema's, onze legerinrichting is slecht afgekeken van de Duitscheop de litteratuur is de Fransche in van 1—-5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere régel meer 10 '-ent. vloed bemerkbaar; onze officieele wijsbegeerte bouwt Hegel, of Kant of Nietzsche naonze paedagogiek put uit Duitsche bronnen. Het nationale kenmerk, vroeger zoo duidelijk, verzwakt met den dag, zonder dat de aanpassing aan internationale zeden merkbare voordeelen oplevert. Wat niet elders beproefd werd met goed ge volg, mag ten onzent doorgaons niet beproefd wordende geest onzer nadotners is bang voor het eerste gelid. En alweer is het de voorzichtigheid, die als willige dekmantel dient voor dit gebrek aan durf, oorspronkelijkheid en kracht. De triomf vaa het proefondervindelijke schijnt het stelsel der navolgers, en daar het proef ondervindelijke voor de groote meerderheid onzer weinig speculatief aangelegde natie de eenige vorm is van bewijs, hebben de navolgers dankbaar werk. Wie deductief te werk gaat en uit een begin sel een stelsel wil bouwen, staat als onvoor zichtig of onrijp te boek. Wijs mij waar uw stelsel beproefd is en welke resultaten daarmede bereikt werden, en we zullen zien Nergens beproefd Weg er mee. Zóó laten we den voorsprong aan den vreemde, die wél beproefd en zeker mislukkigen doch ook succes heeft te boeken. En ééa sueces vergoedt doorgaans het nadeel van hen mis lukkingen. Wie het ernstig met de behartiging van het volksbelang meent, heeft de navolgingsmanie, welke een nat onaal euvel dreigt te worden, te bekampen en aan te sturen op een nationaal leven uit oorspronkelijkheid. Proefondervinde lijkheid bekoelt daarbij niet uitgesloten te zijn. Integendeel eerst bij den zelfstandigen arbeid komt ze tot haar recht. Navolging is slechts schijnbaar proefondervindelijk. Ze is de toepas sing van a n d e r e r ondervinding en houdt te weinig rekening met de omstandigheden, waarin die ondervinding werd verkregen, welke vaak geheel verschillend zijn van die, waaronder de navolger ze toepassen wil. Oorspronkelijkheid daarentegen brengt eigen ondervinding, opgedaan onder omstandigheden in eigen kring ht erschend, tot haar recht en is op dien grond voorzichtiger dan navolging. Van het staatsbestuur vooral kan een machtige drang naar oorspronkelijkheid uitga in, een drang waar van wij bij sommige onzer ministers de ver bloedende symptonen macnen la bespeuren. Wanneer die dra* g n. g toeneemt, bestaat er kans op een weder opbloeien van een zelf standig, nationaal leven op den bodem van Hollandsche oorspronkelijkheid; van die oor spronkelijkheid, welke de kracht der naties vormt, omdat ze op de beste wijze de nationale eigenaardigheden en plaatselijke omstandigheden weet dienstbaar te maken aan dit eene doelde nationale welvar.il Geen vrees van onvoorzichtig gescholden te worden, weerhoude van dezen weg. Inkomstenbelasting en Kapitaalsbelasting. Het Ulrechtsch Dagblad schrijft Met blijde verrassing hebben wij in de Troon rede den hoofdschotel op het menu aangeduid gezien als „algemsene inkomstenbelasting met eene kapitaalsbelasting als aanvulling, ter ver vanging der vermogens- en bedrijfsbelasting". De »fundamenleele fout onzer (tegenwoordige) gesplitste inkomstenbelasting" is niet dat zij proza spreekt zonder het te weten, hoe dor haar proza ook moge zijn, maar dat zij een ge maskerde kapitaalbelasting is, zonder dat haar ontwerpers het merkten. Dientengevolge g3at haar progressie feitelijk zigzagsgewijs, terwijl zij middelbare vermogens relatief veel zwaarder treft dan kleine en groote. Deze fouten werden door het ontwerp-De Meester verergerd. Waarom treft men het inkomen uit vermogen hooger dan dat uit bedrijf? Niet omdat het inkomen uit de eene oorzaak hoogere draag kracht heeft dan het inkomen uit de andere. Voor een en dezelfde som inkomen kan men in het eene en het andere geval precies evenveel koopen. Maar de persoon, die inkomen uit vermogen geniet, ontleent grooter draag kracht dan een ander die dat niet heeft, aan het kapitaal dat hij bezit. Wil men nu werkelijk met de draagkracht rekening houden, dan moet men afzien van hopelooze pogingen om zoo ongelijksoortige grootheden als kapitaal en inkomen in een stel van hoogst ingewikkelde en omslachtige en toch onredelijke tarieven te combineeren, maar moet men het inkomen en het kapitaal elk afzon derlijk belasten. Die onderscheiding, door een eminent des kundige als de heer Elias Schovel glas- heider aangetoond, heeft ook dhr. De Meester over het hoofd gezien. Blijkens de Troonrede is zij onder het bewind van Minister Kolkman in 't Departement van financiën doorgedrongen. Thans is de mogelijkheid eener billijke en re gelmatige progressie, de mogelijkheid eener hef fing, die werkelijk met de draagkracht rekening houdt, gegeven. Het onderscheid. Het Volle ontleent een en ander aan een artikel over //Proletariaat en godsdienst" in het Oos enrijksoh socialistische Maand schrift Der Kampf. Met dit slot: »Godsdienst is privaatzaak''. Deze zinsnede van ons partijprogram vat niet alleen de ont wikkelingslijn van het godsdienstig bewustzijn samen, spreekt niet slechts een eisch jegens den staat uit, maar bevat ook den hoogsten regel onzer taktiek. Ook wij moeten den gods dienst als privaatzaak behandelen en onze strijd tegen het klerikalisme is tegen instel lingen, niet tegen godsdienstige opvattingen gericht. Deze houding beantwoordt aan de godsdienst* onverschillig heid,aan de overwegend politiek en economisch gerichte belangen der rijpste kringen van het proletariaat. Dit eischt onze strijd om de verovering van de proletarische kringen die nog niet van de overlevering los zijn en die zich pas geleidelijk uit kleinburgerlijke en boersche opvattingen opwerken. Wij lieten enkele regels spatieëren. De strijd dereooiaal-demokraten «tegen het klerikalisme" gaat niet tegen opvat tingen, maar tegen instellingen. Niet tegen de theorie, maar tegen de praktijk dus. Gij moogt vrij zeggen, godsdienstig te zijn, mits gij den godsdienst maar buiten uw instellingen houdt. Wan neer uw godsdienstige opvatting zioh met niet-godsdiecstige instellingen niet ver draagt dan moet die opvatting wijken. Alleen wanneer ze in de praotijk on merkbaar is, moogt ge de theorie behouden. Op die wijze behoort ge dan, althans in //godsdienst-onverschilligheid" al spoedig tot de ffrijpste kringen van 't proletariaat". Nederlander Haar mond voorbijgepraat heeft rnej. Baaden op den Duitsohen partij dag van de 8. D. A. P. Zij heeft eens verteld, hoe de partij komt aan de drie millioen stemmen van den Rijksdag. De Graafschapper zegt er 'tvolgende van: De sociaal-democraten gaan er grootsch op, dat zij bij de stembus voor den Duitschen Rijks dag niet minder dan ruim 3,000,000, zegge ruim 3 millioen stemmen uitbrengen. En voorzeker, dat is een respectabel cijfer Een partij, die ruim drie millioen stemmen kan uitbrengen, is een partij van in vloed, van niet geringe beteekenis. Het is evenwel ook niet geheel zonder betee kenis te weten, hoe de roode heeren aan dat enorm getal stemmen komen. Mej. Baaden heeft dit de vorige week te Neu renberg op een sterk rood gekleurd vrouwen congres verklapt. Over het verkiezingswerk spreker.de, deelde zij het volgende mede <-Wij hebben alle vrouwen opgei oepen, om mee te helpen bij de verkiezing voor het Pruisi sche »Abgeordnetenhaus", om te strijden tegen het corrupte verkiezingssysteem en tegen den gehaten Pruisischen Staat, waarvan we een cul- tuurstaat willen maken. We hebben daarom alle arbeidsvrouwen ver zocht, den kooplieden te vragen »Voor wie zal je stemmen Als je op een van onze tegenstan ders stemt, ben je onze vijand en dan koopen we niets meer bij je(Levendige toe juichingen). De regeering en de patroons oefenen ook het terrorisme uit en bedreigen beambten en arbei ders met ontslag, als ze niet naar hun pijpen dansen. Als de heerschende klasse dat doet, dan kunnen wij het ook. (Toejuichingen), Daarom hebben ook wij het terrorisme ge predikt (Applaus). Ik heb in eene circulaire aan de «Genossin- nen" verzocht, om de wapens der heerschende klasse nu ook eens tegen hen aan te wenden. We zijn verheugd, te kunnen constateeren, dat het middel helpt. In Berlijn hebben alle kleine handelaren, die van de arbeiders leven, zooals brandstof-, melk-, petroleumverkoopers, öf voor ons gestemd, óf niet gestemd". (Levendige toejui chingen). De Schoolquae9tie. De Standaard meent met het oog op den verkiezingsstrijd in het volgend jaar het standpunt der antirevolutionaire partjj met betrekking tot de school quaestie in her innering te moeten brengen. Z(j wijst er op, dat geheel de anti-rev. partij staat op den bodem van het gewyzigd (Jnie-rapport dat aldus luidt: i. Op de lagere scholen worde, zoo mogelijk door de commission, die voor het beheer der scholen zijn of worden aangesteld, van hen, die niet tot de onvermogenden behooren, een pro portioneel schoolgeld geheven, naar bij de wet vast te stellen regelen. J. De gemeenten worden niet langer belast met de bekostiging van de lagere school. 3. Door het Rijk worde ten behoeve van de lagere scholen aan de schoolcommissiën een vaste bijdrage uitgekeerd, te berekenen naar regelen bij de wet vast te stellen, naar zoo- danigen maatstaf, dat de kosten van een ge wone eenvoudig ingerichte lagere school, voor zoover deze niet uit de schoolgelden te vinden zijn, worden gedekt, en rekening gehouden wordt met uitbreiding van leerstof en vermeer dering van het ouderwijzend personeel. 4. De uitkeering van die bijdrage worde, evenals thans, verbonden aan voorwaarden, die de inrichting van het onderwijs vrij laten en alleen strekken, om de besteding der rijksgelden voor het beoogde doel te verzekeren. 5. Voor zoover de ingezetenen niet zelf in hun onderwijs voorzien, treden in hun plaats de gemeentebesturen op, met dien verstande echter, dat zij op tijd en wijze, hij de wet te regelen, het beheer der scholen overdragen aan plaatselijke schoolcommissiën, te benoemen door de ouders der schoolgaande kinderen. De Standaard meent, dat door uitvoering van dit rapport de financieele quaestia finaal kan worden opgelost en althans in de grootere steden ook de openbare sehool geholpen worden. Over sommige bemoeizuchtige blauwkousen schreef jonkvr. de Savornin Lokman, in de correspondentie-rubriek van „De Holl. Lelie" een raak stukje. Het luidt als volgt Voor dio meidenquaestie, waarover vs schrijft, kunnen de dames, die nu met de gevolgen zitten, de ijverige bemoeiallen onder hare eigen klasse bedankendie de ellende bkvr gelegerd hebben, door met dienstbodenvereeDigingen enz. onontwik kelde dienstmeisjes op te stoken tot de malopgetakcide, nietskennende maar zioh des te meer verbeeldende wezens, die zij thans zoo dikwijls zijn. Ik heb een der oprichtsters en der woordvoersters van die dienstbodeavereeniging, die zelve den heelen dag rondwandelt om over kiesrecht te jammereD en dienstmeisjes- vereenigingen te presideeren, in de courant zien vragen (zij is zelve een moderne domineesdoohter) een dienstmeisje //bij voorkeur roomsoh- katholiek". Begrijpt u, waarom die ultra-moderne, ultra-liberale, op sociaal-demooratisohe ver gaderingen, vaandels-ontplooiende vrouw bij voorkeur een R.-K. dienstmeisje zocht Omdat de R.-K. dienstboden, door den goeden invloed op hen uitgeoefend door haar priesters, haar godsdienst, de biecht, in één woord, tengevolge van de tucht waaronder zij staan, meestal plichtgetrou wen en van plichtsbesef doordrongen vrouwen zijn, aan wie men het huiswerk en de zorg voor het gezin dientengevolge rustig kan overlaten, terwijl men zelve ondertussohen de dienstmeisjes van anderen vau haar plicht afbrengt, opstookt en haar onzin wijs maakt, alles om op die manier zelve een rolletje te spelen van intereesaD e, aan de sociale kwestie meedoende, liberale vrouw.En ondertussohen zijnde geminachte «dompers", de Rootnsohen, goed genoeg otn, door middel van een goed gedrilde R.-K. dienstbode, het huis, dat anders ge heel zou ten onder gaan, in orde to houden. Zoo snijdt bet mes van twee kanten. Vader schimpt Zondags op den kansel op de Roomaehen, doekter organiseert ultra- moderne-dienstboden-vereenigicgen met dito reglementen en verordeningen over hare //rechten", en onderlustohen zoekt zij zelve, //bij voorkeur" een R.-K. dienst meisje dat, tengevolge juist van »de domjpe-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1908 | | pagina 1