No. 303. 1908 NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. Donderdag 24 September. 22e Jaargang. Ie Kneeht I38 Ivendienst. 'ddelburg ne lading heikolen tersknecht rdenknecht luisknecht, 1 Ii2 j» GHRISTELIJK- HlSTORISGH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. Pitlooskleurloosfutloos. De Geheimzinnige Sluier. PRIJS DER ADVERTENTIËN Biiiienlamlscti Overzie!)!. BinnenlaticL Middelburg. ber l, Groote Abeelo. November |»skiieeht Oud-Sabbinge stond WOLFF, Lor, 11 b u r g. tegenwoordige, October, 1 te Arnernuiden. lboerenstand, bij |te Delft. D, 6.45 7.50,8.20, ).40 11.—11.80, 1.40*, 3.-*, 3.25, f, 6,55, 7,15, 7.35, 6.10, 6.30 7.20, 1.10, 10.30, 10.50, 120., 1.40*, 2.50*, 5,40, 6.30, 7.05, |n Zondags uit. Oester-Schelde. JS"WEERT. ire aankondiging, f Spoortgd. lorden naarHan»- 12,30, nam. 3,25. alsooidou vourm. den geen goe- ifiOBAAF, 38. i (behalve Maan- van Antwerpen 's morg. 7.™ n ROTTERDAM. 108. j»t. dageljjks (uit- jVlissingen 7,80, otterdam 8,30. I,SCHELDE". 18*) 27 6,30 11,30 .28 7,— 11,30 29 7,— 11,30 a.30 7,30 11,30 Iter oen datnm is tweede getal is -ZIERIKZEE. 1)8. fan Zierikzee. .23 7,30 3.24 6,30 6.25 7,30 f.26 7,30 l. 27 7,80 „28 7,30 29 7,30 130 7,30 3,- 3,- 3,- 3,- 5,- 3,- 3,- 3,- [6.45 4 Ro I rt vi <u IbD O la» Is a i O ■7-55 ls.54- 6-55 7-4 7.22 7-57 8.10 8-37 10.43 11.45 9.29 I0.03 12.19 II.12 7-36 7.46 7-S3 8.1 8.8 8.17 8.25 8.32 8-37 847 8.54 9-7 9.20 9.29 9.40 10.56 11.36 |rg, Z. Duitschi jiosendaalLage er dan 150 KM. 138 (28 |4° 54 lio [2.6 6 17 1.296.3 3.057.16 3-38747 3-54!8.OI I4.08l8.15 FsSS&SX IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,026. UITGAVE DER FIRMA en van" Wie zich met 1 October a s op ons blad abonneert, ontvangt de nog in September verschijnende nom- mers gratis. Alle anti papisme is ons vreemd. M en weet, wat dit woord beduidt. YVj verstaan er door het te hoop loopen en te hoop drijven «tegen Rome", waarby de leiders en drijvers de hartstochten der massa prikkelen, ten einde langs dezen weg de roomschen afbreuk te doen. Och, moeilijk is dat niet De massa in beweging brengen kan ieder, die weet, hoe hij de raderen draaien en de blaasbalg trekken moet, waardoor de volkshartochten in werking komen. Vandaag gaat het tegen Rome. Morgen tegen de Joden. Overmorgen tegen de fijnen. Vandaar dat we zulk een plotselinge ge prikkeldheid tegen wie dan ook, zeer laag aanslaan, 't Is een vooze volksbeweging, waar noch ernst noch volharding achter zit. Ze gaat uit als 'n nachtkaars. We hebben het by ons gezien aan de April-beweging, die ook op niemendal uit liep, nadat eerst een groot geschreeuw was aangeheven. In Engeland, onlangs,had men iets soort gelijks. Te Londen werd een roomsch- Katholiek wereld-congres gehouden en toen de verzamelde roomschen het sacra ment des altaars in processie wilden rocd- dragen, verhief zich plotseling een pro- testantsche stormwind tegen dit bedrijf. Iets goeds is daar wel in. Voor niet weinigen was deze voorgeno men ommegang de droppel, die den beker overloopen deed, en die hen uit de bang heid van hun geprest gemoed, roepen deed. Maar zeer veel anderen schreeuwden op den klank mee, zooals op straat de honder den bijeenstroomen en joeleD, den dief aohierna, zonder dat ze eens weten, wie de dief is en of hij gestolen heeft Zoo is 't ook met dat anti-papisme. Bet heft een groot geschreeuw aan en trommelt daardoor de markt bijeen, maar als 't „standje" afgelocpen is, gaan ze heen, de mans handen in den zak, de vrouwen armen over elkaar en ze denken aan geen Rome meer. 3) FEUILLETON. Geen wonder, voorwaar, dat de ge meente Molenvoort bijkans van niets an ders sprak, dan van ds. Hoopman's zwarten sluier. Dit en het geheim dat er achter verborgen scheen te liggen, was het onder werp der oonversatie bij elke visite, bij elk avondpartijtje, en evenzeer werd er op de straat, aan de ope i vensters en bij de huisdeuren over gesproken. De kinderen babbelden er over op hun weg naar de school. Een guitige aap van een jongen kwam met een zwarten lap voor zijn gezicht aanloopeD, en verschrikte daardoor zijn kameraadjes zoo vreeselijk, dat hij zelf, welko hun die poets gespeeld had, bijna de stuipen kreeg. Het was opmerkelijk, dat bij dit alles geen enkele van de pratende leden der gemeente het waagde, den predikant recht streeks de eenvoudige vraag te doen, waar om hij toch zoo handelde. Tot dusverre had het, wanneer er ooit redenen geweest wareD, den dominé iets voor te stellen of onder het oog te brengen, nooit aan raad gevers en woordvoerders ontbroken ook had de predikant zioh nooit afkeerig ge loond, naar hunne voorstellen te luisteren. Maar nu sohean niemand den moed te bezitten, dien zwarten sluier tot het onder- *erp van een vriendschappelijke bespre king te maken. Er heersohte eeu soort v&n vrees wel niet uitgesproken, maar t/'v™ toeh ook niet verborgen die den één do verantwoordelijkheid op den ander deed ^huiven, totdat men het eindelijk noodig •ch|te, een deputatie van ouderlingen te Geen diepe overtuiging dreef hen. 't Was een voorbijgaande bevlieging; meer niet Dat anti-papisme breekt alléén los, als Rome onvoorzichtig is. Zoo was het bij ons in 1853 De Paus hield een onverstandige, uitda gende toespraak en dat bracht onze protes tanten op de stelten. Ia Londen net zoo. Die voorgenomen ommegang was van Rome's kant bezien een vergissing, een grove on voorzichtigheid. En door die uitdagende houding kwam het volk in 't geweer. Ook wij gelooven,dat Rome ongelijk had. Wat voor Rome is de „heilige hostie'', waaraan het zioh om der consciëntie wille verplicht acht goddelijke eer te bewijzen, dat is voor den protestant, óók om der oon- oientie wille, iets waaraan hij geen eer bewijzen mig. En daarom reeds dient ia een land met gemengde bevolking alles wat op het misoffer betrekking heeft in gesloten gebouwen en du3 niet op publiek terreiü to geschieden. Hoeveel temeer dan in een land met overwegend protestantsche bevolking Dat kan zonder eenig anti-papisme worden gezegd en staande gehouden. Wy weten nu eenmaal, na bijna vier eeuwen, wat we aan elkander hebb9B. Rome zou laf zyn, als het Luther en Calvyn niet bleef veroordeelenwij zouden het zijn, als we de leer der transsubstantiatie, met al wat daaruit voortvloeit, giDgen beschouwen als een „middelmatige zaak." Rome mig op dat punt niet wyken. Maar wy mogen het evenmin. Waar de vrijheid van godsdienst in 't spel komt, hoe ook aangerand, daar ne men we 't óók voor Rome op. Daar veroordeelen we den Franschen kerkroof. En pleiten voor Rome „gelyke rech ten" met elk andere christelijke belydenis. Maar de straat en het plein zyn pa blieke terreinen waar Rome ons geen aanstoot geven mag. We bedoelen dit niet in den kinderachtigen zin van de mannon der Revolutie, die zelfs het dra gen eener orde-kleeding verboden, maar in den zin van handelingen, die door benoemen, om met den predikant over die geheimzinnige zaak te confereeren. Misschien heeft nooit een deputatie haar plichten zoo sleoht vervuld als bij deze gelegenheid het geval was. De leeraar ontving de afgevaardigden met de grootste beleefdheid, maar was overigens zeer stil zwijgend, en liet het aan zijne bezoekers over, de reden van hun komst ter sprake te brengen en de gewichtige disouesie in te leiden. En immers de zaak was ook eenvoudig genoeg. Het was enkel en alleen van wege den zwarten sluier, die om ds. Hoopmans voorhoofd gewonden was, waar door al de trekken van zijn gelaat tot aan den mond toe bedekt werden. Maar naar hun gevoelen scheen dat stuk floers tevens voor zijn hart te hangen, en het zinnebeeld van een vreeselijk geheim tussohen hem en de gemeente te zijD. En ziet, ja, indien er nu juist die sluier maar niet geweest ware, dan hadden die goede mannen wei vrijmoedigheid gehad tot hem te spïeken maar dat was het, dat hun den mond scheen te sluiten. Zoo bleven zij dan een gernimen lijd zitten, verlegen, sprakeloos en verward, bevreesd voor het oog van den predikant, dat zij wel niet zagen, maar waarvan zij toch wisten, dat het op hen gevestigd was, en dat juist door zijn onzichtbaarheid zoo veel te vreeselijker scheen. Eindelijk bleef er voor hen niets anders over, dan weder heen te gaan, zooals zij gekomen waren, en zij kwamen tot de verklaring, dat de zaak te zeldzaam en te gewichtig was, en dat er andere maatregelen noodig waren om daaraan iets te doen. Evenwel was er tooh iemand in de ge meente, die den moed bezat, tot den predi- kant te spreken, en die zioh niet door den ons, naar onze gereformeerde belydenis, zonda moeten worden genoemd. Maar deze kalme afbakening der gren zen, heeft met een schreeuwerig anti papisme niets te maken. Rome lacht daar wat mee. En het heeft waarlyk gelijk ook Het ziet er zich 6en oogenblik een weinig door belemmerd, maar dra gaat het weer gewoon zyn gang. Men oordeele tooh zélf In de laatste vijftig jaren zijn de room sehen in Engeland stellig vertienvoudigd. Honderden kerken hebben zij gebouwd duizenden scholen en kloosters opgericht. Telkens gingen mannen van naam tot Rome over. Het won zienaeroogen. En de Eageleohe Staatskerk, het grootste prote stantsche kerkgenootschap ohad er steeds meer liefhebberij in, om te gaan spelevaren in roomsehe wateren. Nooit werd een klaoht gehoord. Ja, als 't lagere volk tegen dat „ritua lisme" opkwam,werd het gesust ofbeknord. En nu ineens, vanwege den „ommegang" barst de bom los „Medicijnmeester mag men tegen zulk protestantisme wel zeggen, „genees u zei ven Ongetwijfeld is het de plicht van het protestantisme, om zijn terrein te behouden. Dooh hoe doet het dit f Niet door schreeuwerig anti-papisme. Niet door een geroep de wolfde wolf Daarmee maakt men kinders bang. Maar op tweeërlei wijze Eerstens door gul en flink het goede te erkennen, dat ook bij Rome gevonden wordt. En in de tweede plaats door met hand en tand onze eigen belijdenis vast te houden. Dkt is de breuk. Eerst schuift men af van eigen vastigheid. Straks zweeft men rond in de luoht. Dan gaat de consciëntie knepen geveD. Ea men tast rond met eenig houvast. En zóó komt men dan bij Rome terecht Door de schuld van een piiloos, kleur loos, fatloos, beginselloos protestantisme zélf. Zulk protestantisme is tieum&sl erger,dan Rome ooit worden kan npookaohtigen sluier liet weerhouden. Nadat <ie afgevaardigde ouderlingen onverrichter zake teruggekeerd waren, besloot zij, met de vastheid, aan haar karakter eigen, te beproeven, de wolk te verdlijven, waarin zich de leeraar bevond. Als zijne aan staande eohtgenoote gevoelde zij, dat zij een recht bezat te weten, wat er onder dien zwarten sluier verborgen was. Bij het eerstvolgend bezoek, dat zij van den predi kant ontving, begon zij er over te spreken, en dat wel met een eenvoudigheid en vrij moedigheid, die de taak zoowel voor hem als voor haar gemakkelijker maakte. Zoo dra hij neergezeten was, vestigde zij haar oogen stijf op den sluier, maar kon er niets van dat ontzettende schrikbeeld in vinden, dat voor de menigte een oorzaak van zoo veel angst en verontrusting geweest was. Immers zij zag daar ni6ts dan een stuk dubbelgevonwen krip, van zijn voorhoofd tot aan zijn mond nederhangend, en door zijn ademhalen zaohtkens heen en weer bewogen. „Neen," sprak zij met luider stem, „er is volstrekt niets schrikbarends, in dat stuk floers, ea niets onaangenaams, dan alleeD, dat het een aangezicht verbergt, hetwelk ik zoo gaarne aanschouwen zou. Kom, lieve vriend, neem die duistere wolk weg, en laat de zon op nieuw schijnen. Ik bid u, leg allereerst uw zwarten sluier af, en verhaal mij dan eens onomwonden, wat u (ooh bewogen heeft dien te dragen f' Ds. Hoopman glimlachte weemoedig. „Ja Elisabeth," zeide bij, „er zal een unr komen, wanneer wij allen onze sluiert) en deksels zullen moeten afwerpen. Maar neem mij het niet kwalijk, geliefde vrien din, dat ik tot op dat uur dezen sluier van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 '•ent. Duitschland. Prins Bernhard van Lippe (Detmold), ritmeester by do Duitsohe cavalerie, heeft ontslag genomen uit. den militairen dienst, omdat bfj de jongste manoeuvres in de Sonne toen de Keizer a lie saluuts dor offi cieren be-ntwoorddo, toén de prius hein groette, deed of hij hem niet zag. Wy hebben reeds maermaion er op ge wezen dat do Keizer niet gesteld is op de v or sten van Lippe Biesterfold. Victoria van Pruisen, zuster des Keizers, is getrouwd mot prins Adolf, broeder van den reg lerend jn vorst van Sch&umburg Lippe. Nu is Lippo Detmold in de laatste halve eeuw geregeerd door een drietal brezdera. Van 1851 tot 1875 door Leopold van 1875 tot 1895 door Waldemir; van 1895 tot 1905 door Alexander. Tydens diens krankzinnigheid, in welken toestand Iri overleed, in 't gesticht Sint Gilpenberg by Bayrenth (in BeijereD), was Adolf van Schaumburg Lippe, door vorst Waldemir daartoe indertyd aangewezen, regent. Deze werd echter in 1897, na een scheidsgerecht, ontslagen en vervangen door Ernst von Lippe Biesterveld, zeer tegen den zin des Keizers, die zyn neef Adolf protegeerde. la 1904 stierf Ernst en werd opgevolgd door zijn zoon Leopold als regent; de Keizer wilde echter dat regentschap niet erkennen en ziedaar de aanleiding tot de verwijdering. Ia 1907 is het geslacht Lippe Detmold, met Pauline, zuster van de straks genoemde drie vorsten, uitgestorven en zoo zal 't vorstendom wel altijd de twist appel blijven tussohen de Sohauasburgs en de de Biesterfeldsofschoon 't scheidsge richt aan laatstgenoemden rak 't reoht op 't regentschap hoeft toegekend. Nu klaagt Prins Bernhard dat de Keizer hem telkens negeert of te wel negert. Laatst nog te Homburg, waar het Lippe- sohe contingent aan de manoeuvres deel nam en de vorst ook verscheen gedurende de manoeuvres werd hij geduld, maar zoo dra de feestelijkheden te Kassei begonnen, waaraan alle bondsvorsten deelnamen, moest de vorst van Lippe vertrekken. Bij een volgende manoeuvre, waaraan het blijf dragen." „Uwe woorden zijn even goheimzinnig als uwe handelwijze," hernam de jonge dame. „Neem dan tooh ten minste dien sluier van uwe woorden weg." „Dat wil ik doen Elisabeth," zeide bij, „voor zoover het mijne gelofte veroorlooft. Weet daD, dat deze sluier een zinnebeeld en een getuigenis is, "en dat ik verbonden ben, dit te allen tijde te dragen, zoowel in de duisternis als in het lieht, in de eenzaamheid en onder de menigte, in do tegenwoordigheid van vreemden zoowel als te midden van vertrouwde vrienden, Geen sterfelijk oog zal bet van' mijn aan zicht verwijderd zien.Deze donkere scheids muur moet niij voor altoos van de wereld afzonderen. En zelfs gij, dierbare Elisa beth, moogt mij nooit anders den met deze bedekking aanschouwen." „Maar zeg mij dan toch, welke treurige bezoeking is er over u gekomen," vroeg zij ontroerd, „dat uwe oogen op deze wijze verdonkerd moeten worden F" „Indien het een teeken van treurigheid is," antwoordde ds. Hoopman, „welnu, dan geloot ik, eveneens als de meeste mensohen, droefenis genoeg te hebben, om door een zwarten sluier .gekenmerkt te worden," „Maar de wereld zal niet willen geloo- ven, dat het een teeken van onschuldige treurigheid is," zeide Elisabeth. „Hoezeer gij ook bemind en geacht zijt, er kunnen fluisteringen komen, dat gij uw aangezicht onder de bewustheid van geheime zonden verbergt. Derhalve, om der wille van uzelven en van uw heilig ambt, maak een einde a&u die ergercis." Haar wangen bloosden diep, terwijl zij Lippesohe contingent deelnam, kreeg de vorst, die tooh opperbevelhebber van dat contingent is geen uitnoodigiug. By de te Alkmaar gehouden stemming voor twee leden van den gemeenteraad werden uitgebrachtin het 2e kiesdistrict (vac. Melcbers) 654 geldige stemmen. Hier van verkregen de heoren Go vors (lib.) '221, Wolzak (a.-r233 en Feuyn (soc.-dem.) 203 stemmen, zoodat herstemming moet plaats hebben tusechen dhrn Gavers en Wolzak. la het 3e kiesdistrict /ac.Vonk) 605 gel dige stemmen. Hiervan verkregen dhrn Pot (1233, Verdam vrjjz -dem 122 ea Endel (r.-k250 stemmen, zoodat herstemming moet plaats hebben tussohen do hearen Pot en Endel. Kamerverkiezing district Sneek. Naar aanleiding van da aanstaande Kamerverkiezing in dit district (vcc. mr De Vries) heeft de Centrale Anti revolutio naire Kiesverseniging .aan het bestuur der Centrale Vrijzinnige Kiesvereeniging ver zocht zich van candidaatstelling te onthou den, indien de Centrale Anti-revolutionaire Kiesvereeniging het anti-revolutionaire gedeputeerde-statenlid H. Pollema uit Sneek candidaat stelde. De heer Pollema heeft zich bereid verklaard de cmdidatuur voor deze tussohentydsche Kamerverkie zing te aanvaarden, doch in geen geval die voor de periodieke verkiezing in 1909. I j de centrale kiesvereeniging voor het district O-nmen, j.l. Zaterdag ver gaderd te Hardenberg, werd met 1 stem meerderheid, in de plaats van den heer Oosterbaao, als tweede oandidaat (naast dr. A. Kuyper, indien deze bedankt) ge steld de heer Joh. Krap, te's-Gravenhage. Dr. Kuyper vroeg tijd van beraad. Nader vernemen wij nog, dat de oandidatuur voor het district Ommen ook is aangeboden gewordeu aan dtn heer De Marez Oyens, oud-io maler vau waterstaat in het kabinet Kuyper, die echter, uit oorzaak van een haröhoorendheid, waaraan hij in den laatsten tijd lijdende ie, heeft bedankt. Rotter d Commissie voor de middenstands- enquête. Gezien een Kon. besluit van 9 Juni 1904 van geruchten sprak, die inderdaad reeds in de gemeente rondliepen. Evenwel de zachtmoedigheid van den leeraar verliet hem ook nu niet. Hij glimlachte weder, •n dezelfde zwaarmoedige trek om den mond, die altijd als een zwakke scheme ring van licht verscheen, werd onder den donkeren sluier zichtbaar. „Indien ik mijn gelaat bedek om Teden van droefenis voorwaar, dan bestaat er oorzaak genoeg voor," zeide hij, „en zoo ik het bedek van wege geheime zonden, welk sterveling zou niet hetzelfde kunnen doen F'' En met deze zachte, maar onoverwin nelijke halsstarrigheid wederstond hij al haar liefderijke pogingen. Eindelijk zweeg Elieahetb. Zij aoheen goheel in gedachte 1 verzonken, waarschijnlijk overwegende, welko nieuwe middelen zij misschien zou kunnen beproeven, om haar beminde van die geheimzinnige en dubbelzinnige han delwijze los te makoD, die weiiioht bet verschijnsel van een gemoedskrankheid was. Alhoewel zij van een vaster karak ter was dan hij, gevoelde zij zioh tooh diep aangedaan, en groote tranen biggel den langs hare wangea. Maar plotselings kwam er. in plaats vso haar treurigheid, een nieuwe gedachte bij haar op. Haar oogen waren vastelijk op den zwar ten sluier gevestigd, toen op eens het ver schrikkelijke daarvan haar duidelijk scheen te worden. Zij verhief zioh van haar zetel en stood hevend voor hem. „Gevoelt gij het nu eindelijk f" vroeg hij droevig. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1908 | | pagina 1